02022R2454 — NL — 19.12.2022 — 000.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2454 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2022 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toezichtrapportage over risicoconcentraties en intragroeptransacties (PB L 324 van 19.12.2022, blz. 55) |
Gerectificeerd bij:
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2454 VAN DE COMMISSIE
van 14 december 2022
tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toezichtrapportage over risicoconcentraties en intragroeptransacties
(Voor de EER relevante tekst)
Artikel 1
Omvang en frequentie van de rapportage over significante intragroeptransacties en risicoconcentraties
Artikel 2
Format voor rapportage over significante risicoconcentraties
Artikel 3
Format voor rapportage over significante intragroeptransacties
Artikel 4
Indiening
Gereglementeerde entiteiten of gemengde financiële holdings dienen de in de artikelen 1, 2 en 3 van deze verordening bedoelde informatie in de door de coördinator gespecificeerde gegevensuitwisselingsformats in overeenkomstig de volgende specificaties:
gegevenspunten worden gerapporteerd zonder cijfers na de komma als gehele getallen;
de rapportagevaluta is de valuta die voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening is gebruikt.
Artikel 5
Inwerkingtreding en datum van toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 31 december 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Templates voor het rapporteren van intragroeptransacties (IGT) en risicoconcentratie (RC)
Inhoud |
|
FC.00 |
Overzichtstemplate |
FC.01 |
Vermogensgerelateerde transacties, overdracht van schulden en activa |
FC.02 |
Derivaten |
FC.03 |
Posten buiten de balanstelling en voorwaardelijke verplichtingen |
FC.04 |
Verzekering-herverzekering |
FC.05 |
Winst-en-verliesrekening |
FC.06 |
Risicoconcentratie – Blootstelling per tegenpartij |
FC.07 |
Risicoconcentratie – Blootstelling per valuta, sector, land |
FC.08 |
Risicoconcentratie – Blootstelling per activaklasse en rating |
FC.00 Overzichtstemplate
FC.01 Vermogensgerelateerde transacties, overdracht van schulden en activa
FC.02 Derivaten
FC.03 Posten buiten de balanstelling en voorwaardelijke verplichtingen
FC.04 Verzekering-herverzekering
FC.05 Winst-en-verliesrekening
FC.06 Risicoconcentratie – Blootstelling per tegenpartij
FC.07 Risicoconcentratie – Blootstelling per valuta, sector, land
Blootstelling per valuta
Valutagebied |
Blootstelling |
% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
100,00% |
Blootstelling per sector
Sector |
Blootstelling |
% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
100,00% |
Blootstelling per land
Land |
Blootstelling |
% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal |
|
100,00% |
FC.08 Risicoconcentratie – Blootstelling per activaklasse en rating
Eigen vermogen
|
Blootstelling |
Aandeel in totale activa |
Totaal |
|
|
Obligaties van nationale overheden, internationale financiële organisaties en centrale banken
Rating |
Blootstelling |
% |
AAA |
|
|
AA |
|
|
A |
|
|
BBB |
|
|
Niet-investeringswaardig |
|
|
Totaal |
|
100,00% |
Obligaties van regionale overheden, lokale overheden en entiteiten uit de publieke sector
Rating |
Blootstelling |
% |
AAA |
|
|
AA |
|
|
A |
|
|
BBB |
|
|
Niet-investeringswaardig |
|
|
Totaal |
|
100,00% |
Bedrijfsobligaties
Rating |
Blootstelling |
% |
AAA |
|
|
AA |
|
|
A |
|
|
BBB |
|
|
Niet-investeringswaardig |
|
|
Totaal |
|
100,00% |
BIJLAGE II
INSTRUCTIES VOOR DE RAPPORTAGE OVER INTRAGROEPTRANSACTIES EN RISICOCONCENTRATIE
Inhoudsopgave |
|
DEEL I: ALGEMENE INSTRUCTIES |
|
1. |
Structuur en conventies |
1.1. |
Structuur |
1.2. |
Gebruik van nummering |
1.3. |
Gebruik van tekens |
1.4. |
Waardering |
1.5. |
Toepassingsgebied |
DEEL II: INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT DE TEMPLATES |
|
1. |
FC.00 Overzichtstemplate |
1.1. |
Algemene opmerkingen |
1.2. |
Instructies voor specifieke posities |
2. |
FC.01 Vermogensgerelateerde transacties, overdrachten van schulden en activa |
2.1. |
Algemene opmerkingen |
2.2. |
Instructies voor specifieke posities |
3. |
FC.02 - IGT - Derivaten |
3.1. |
Algemene opmerkingen |
3.2. |
Instructies voor specifieke posities |
4. |
FC.03 — IGT — Posten buiten de balanstelling en voorwaardelijke verplichtingen |
4.1. |
Algemene opmerkingen |
4.2. |
Instructies voor specifieke posities |
5. |
FC.04 - IGT - Verzekering en herverzekering |
5.1. |
Algemene opmerkingen |
5.2. |
Instructies voor specifieke posities |
6. |
FC.05 - IGT - Winst-en-verliesrekening |
6.1. |
Algemene opmerkingen |
6.2. |
Instructies voor specifieke posities |
7. |
FC.06 Risicoconcentratie – Blootstelling per tegenpartij |
7.1. |
Algemene opmerkingen |
7.2. |
Instructies voor specifieke posities |
8. FC.07 |
Risicoconcentratie - Blootstelling per valuta, sector, land |
9. FC.08 |
Risicoconcentratie - Blootstelling per activaklasse en rating |
DEEL I: ALGEMENE INSTRUCTIES
1. Structuur en conventies
1.1. Structuur
Het raamwerk bestaat uit negen blokken templates:
een samenvattende template met een overzicht van intragroeptransacties;
een template voor vermogensgerelateerde schulden en activa met een overzicht van intragroeptransacties door alle individuele entiteiten die onder het toepassingsgebied van de consolidering door de rapporterende entiteit vallen met betrekking tot schuldinstrumenten, eigenvermogensinstrumenten of andere overdrachten van activa;
een template voor derivaten met een overzicht van intragroeptransacties door alle individuele entiteiten die onder het toepassingsgebied van de rapportage voor derivaten vallen;
posten buiten de balanstelling en voorwaardelijke verplichtingen;
verzekering en herverzekering;
winst en verlies;
blootstelling aan risicoconcentratie per tegenpartij;
blootstelling aan risicoconcentratie per valuta, sector en land;
blootstelling aan risicoconcentratie per activaklasse en rating.
Voor elke template moeten verwijzingen naar de wetgeving worden gegeven. Deel I van deze bijlage bevat nadere informatie over meer algemene aspecten van de rapportage in elk blok van templates, instructies voor specifieke posities en validatievoorschriften.
Instellingen mogen bij hun rapportage alleen de relevante templates gebruiken, naargelang van de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde drempel.
1.2. Gebruik van nummering
Deze bijlage volgt de in de templates beschreven conventies voor verwijzing naar de kolommen, rijen en cellen van de templates.
In de instructies wordt de volgende algemene notatie gehanteerd: {Template;Rij;Kolom}.
1.3. Gebruik van tekens
Ieder bedrag dat leidt tot een hogere blootstelling van een entiteit tijdens de rapportageperiode moet worden gerapporteerd als positieve waarde en ieder bedrag dat leidt tot een lagere totale blootstelling moet worden gerapporteerd als negatieve waarde. De cijfers mogen uitsluitend betrekking hebben op de desbetreffende rapportageperiode en niet op voorgaande rapportageperioden. Als er een minteken (–) voor het label van een post staat, wordt er voor die post geen positieve waarde gerapporteerd.
1.4. Waardering
Indien niet nader aangegeven, wordt de waarde van de post vermeld overeenkomstig de sectorale voorschriften van de entiteit binnen de groep.
De wisselkoers die wordt gebruikt om een valutarisico te rapporteren, is de slotkoers op de laatste dag waarvoor de toepasselijke koers beschikbaar is in de rapportageperiode voor het actief of de verplichting.
1.5. Toepassingsgebied
Indien rapportage voor de gehele sector verplicht is, worden ondernemingen die nevendiensten verrichten zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 18, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ) behandeld als onderdeel van de sector banken.
Indien rapportage voor de gehele sector verplicht is, worden beleggingsondernemingen zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ) behandeld als onderdeel van de sector banken.
DEEL II: INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT DE TEMPLATES
1. FC.00 Overzichtstemplate
1.1. Algemene opmerkingen
Deel II van deze bijlage bevat bijkomende instructies met betrekking tot de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de tabel in punt 1.2. toont de te rapporteren posten, met vermelding van de relevante kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
In FC.00, de overzichtstemplate, moet het totale volume van alle significante intragroeptransacties tussen entiteiten van een specifiek financieel conglomeraat binnen een bepaalde rapportageperiode worden gerapporteerd zoals bepaald in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG.
Wanneer twee of meer transacties deel uitmaken van één enkele economische operatie, is de gerapporteerde waarde de maximale cumulatieve blootstelling op enig moment tijdens een bepaalde rapportageperiode.
De in de tabel verstrekte informatie is derhalve de aggregatie van de waarden in de andere rapportagebladen.
Intragroeptransacties waarbij ten minste één partij bij de transactie een gereglementeerde entiteit is, moeten worden gerapporteerd. Transacties tussen beleggingsfondsen (die noch onder de definitie van beleggingsonderneming, noch onder de definitie van gereglementeerde entiteit vallen) en andere niet-gereglementeerde entiteiten hoeven dus niet te worden gerapporteerd.
1.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
R01 |
Naam financieel conglomeraat |
Voer de naam van het financieel conglomeraat in. |
R02 |
Drempel voor significante intragroeptransacties |
Voer de numerieke waarde van de in artikel 8, punt 2, van Richtlijn 2002/87/EG bedoelde drempels in. |
R03 |
Kwantitatief maximum |
Voer de numerieke waarde van de in artikel 7, punt 3, van Richtlijn 2002/87/EG bedoelde kwantitatieve limiet in. |
R04 |
Rapportage-eenheid |
Vermeld de rapportage-eenheid: 1; 1 000 ; 1 000 000 , enz. voor de templates FC.01, FC.02, FC.03, FC.04, FC.05, FC.06, FC.07 en FC.08. |
R05 |
Rapportagevaluta |
Vermeld de rapportagevaluta: euro, Britse pond, Deense kroon voor de templates FC.01, FC.02, FC.03, FC.04, FC.05, FC.06, FC.07 en FC.08. |
Rij A FC0010 |
A — Vermogensgerelateerde transacties, overdracht van schulden en activa en derivaten |
„FC0010” is de som van rij 1 FC0010, rij 2 FC0010, rij 3 FC0010 en rij 4 FC0010. |
Rij 1 FC0010 |
Schuldinstrumenten |
„FC0010” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0020 |
Schuldinstrumenten |
„FC0020” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0030 |
Schuldinstrumenten |
„FC0030” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0040 |
Schuldinstrumenten |
„FC0040” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0050 |
Schuldinstrumenten |
„FC0050” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0060 |
Schuldinstrumenten |
„FC0060” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0070 |
Schuldinstrumenten |
„FC0070” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0080 |
Schuldinstrumenten |
„FC0080” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 1 FC0090 |
Schuldinstrumenten |
„FC0090” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „obligaties/schulden”. |
Rij 2 FC0010 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0010” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0020 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0020” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0030 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0030” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0040 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0040” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0050 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0050” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0060 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0060” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0070 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0070” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0080 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0080” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 2 FC0090 |
Kapitaalinstrumenten |
„FC0090” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „Vermogensgerelateerd”. |
Rij 3 FC0010 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0010” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0020 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0020” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0030 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0030” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0040 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0040” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0050 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0050” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0060 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0060” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0070 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0070” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0080 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0080” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 3 FC0090 |
Andere overdrachten van activa |
„FC0090” is de som van de onder „FC0170” gedeclareerde bedragen in blad „FC.01 Vermogen, schuld, activa”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0110 gelijk is aan „Andere overdrachten van activa”. |
Rij 4 FC0010 |
Derivaten |
„FC0010” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”. |
Rij 4 FC0020 |
Derivaten |
„FC0020” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”. |
Rij 4 FC0030 |
Derivaten |
„FC0030” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”. |
Rij 4 FC0040 |
Derivaten |
„FC0040” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”. |
Rij 4 FC0050 |
Derivaten |
„FC0050” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”. |
Rij 4 FC0060 |
Derivaten |
„FC0060” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”. |
Rij 4 FC0070 |
Derivaten |
„FC0070” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”. |
Rij 4 FC0080 |
Derivaten |
„FC0080” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”. |
Rij 4 FC0090 |
Derivaten |
„FC0090” is de som van de onder „FC0180” gedeclareerde bedragen in blad „FC.02 Derivaten”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”. |
Rij B |
Posten buiten balanstelling en voorwaardelijke verplichtingen |
De som van de rijen 5 en 6 voor de respectieve kolommen. |
Rij 5 FC0010 |
Garanties |
„FC0010” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0020 |
Garanties |
„FC0020” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0030 |
Garanties |
„FC0030” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0040 |
Garanties |
„FC0040” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0050 |
Garanties |
„FC0050” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0060 |
Garanties |
„FC0060” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0070 |
Garanties |
„FC0070” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0080 |
Garanties |
„FC0080” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 5 FC0090 |
Garanties |
„FC0090” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep” en — FC0100 gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0010 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0010” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0020 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0020” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0030 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0030” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0040 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0040” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0050 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0050” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0060 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0060” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0070 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0070” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0080 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0080” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij 6 FC0090 |
Overige posten buiten de balanstelling |
„FC0090” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.03 Posten buiten BB en VV” waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 niet gelijk is aan „Garantie”. |
Rij C FC0010 |
Verzekerings-/herverzekeringstransacties |
►C1
„FC0010” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.04 Verz-herverz”, waarbij: — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”, en — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”. |
Rij C FC0020 |
Verzekerings-/herverzekeringstransacties |
„FC0020” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.04 Verz-herverz”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”. |
Rij C FC0030 |
Verzekerings-/herverzekeringstransacties |
►C1
„FC0030” is de som van de onder „FC0160” gedeclareerde bedragen in blad „FC.04 Verz-herverz”, waarbij: — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”, en — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”. |
Rij D |
Winst-en-verliesrekeningtransacties |
De som van de rijen 7, 8, 9 en 10 voor de respectieve kolommen. |
Rij 7 FC0010 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0010” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0020 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0020” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0030 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0030” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0040 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0040” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0050 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0050” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0060 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0060” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0070 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0070” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0080 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0080” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 7 FC0090 |
Aan zakelijke dienstverleners betaalde provisie |
„FC0090” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Provisie”. |
Rij 8 FC0010 |
Vergoedingen en overige |
„FC0010” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0020 |
Vergoedingen en overige |
„FC0020” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0030 |
Vergoedingen en overige |
„FC0030” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0040 |
Vergoedingen en overige |
„FC0040” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0050 |
Vergoedingen en overige |
„FC0050” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0060 |
Vergoedingen en overige |
„FC0060” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0070 |
Vergoedingen en overige |
„FC0070” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0080 |
Vergoedingen en overige |
„FC0080” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 8 FC0090 |
Vergoedingen en overige |
„FC0090” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Vergoedingen” of „Overige”. |
Rij 9 FC0010 |
Rente |
„FC0010” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0020 |
Rente |
„FC0020” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0030 |
Rente |
„FC0030” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0040 |
Rente |
„FC0040” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0050 |
Rente |
„FC0050” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0060 |
Rente |
„FC0060” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0070 |
Rente |
„FC0070” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0080 |
Rente |
„FC0080” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 9 FC0090 |
Rente |
„FC0090” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Rente”. |
Rij 10 FC0010 |
Dividenden |
„FC0010” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0020 |
Dividenden |
„FC0020” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0030 |
Dividenden |
„FC0030” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0040 |
Dividenden |
„FC0040” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0050 |
Dividenden |
„FC0050” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0060 |
Dividenden |
„FC0060” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0070 |
Dividenden |
„FC0070” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector banken” of „sector beleggingsdiensten”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0080 |
Dividenden |
„FC0080” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „sector verzekeringen”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
Rij 10 FC0090 |
Dividenden |
„FC0090” is de som van de onder „FC0140” gedeclareerde bedragen in blad „FC.05 Winst-en-verliesrekening”, waarbij: — de entiteit onder „FC0020” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — de entiteit onder „FC0050” is aangemerkt als „andere onderneming in de groep”; en — FC0100 gelijk is aan „Dividenden”. |
2. FC.01 Vermogensgerelateerde transacties, overdrachten van schulden en activa
2.1. Algemene opmerkingen
Dit onderdeel van de bijlage bevat bijkomende instructies met betrekking tot de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de volgende tabel toont de te rapporteren posten, met vermelding van de kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
Dit onderdeel van de bijlage heeft betrekking op de informatie die financiële conglomeraten ten minste eenmaal per jaar moeten verstrekken.
In deze template worden alle significante intragroeptransacties tussen entiteiten van een financieel conglomeraat zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG met betrekking tot eigen vermogen, schulden, wederzijdse financiering ( 6 ) en overdrachten van activa gerapporteerd.
Die significante intragroeptransacties omvatten:
eigen vermogen en andere kapitaalbestanddelen, waaronder deelnemingen in verbonden entiteiten en overdracht van aandelen van aan het financieel conglomeraat verbonden entiteiten;
schulden, met inbegrip van obligaties, leningen, door zekerheden gedekte schuldverplichtingen en andere, soortgelijke transacties, bijv. transacties met periodieke, vooraf vastgestelde rente of coupon- of premiebetalingen gedurende een vooraf vastgestelde periode;
andere overdrachten van activa, zoals overdrachten van eigendom en overdrachten van aandelen van ondernemingen die niet verbonden zijn aan (d.w.z. buiten) het financieel conglomeraat.
Financiële conglomeraten vullen deze template in voor alle significante intragroeptransacties die zij moeten rapporteren, d.w.z. i) tussen gereglementeerde entiteiten van verschillende sectoren die tot dezelfde groep behoren; ii) tussen gereglementeerde entiteiten van dezelfde sector die tot dezelfde groep behoren; iii) tussen een gereglementeerde entiteit en een niet-gereglementeerde entiteit die tot dezelfde groep behoren; en iv) tussen een gereglementeerde entiteit en elke natuurlijke of rechtspersoon die door nauwe banden met de ondernemingen in de groep is verbonden.
In deze template worden intragroeptransacties gerapporteerd die:
openstonden aan het begin van de rapportageperiode;
werden geïnitieerd tijdens de rapportageperiode en nog niet waren voltooid op de rapportagedatum; of
werden geïnitieerd en verliepen/vervielen tijdens de rapportageperiode.
Twee of meer transacties tussen entiteiten van de groep die, uit economisch oogpunt, i) bijdragen aan hetzelfde risico, ii) hetzelfde doel dienen of iii) tijdelijk verbonden zijn in een plan, worden als één enkele economische operatie beschouwd. Alle transacties die deel uitmaken van één economische operatie worden gerapporteerd wanneer die transacties collectief ten minste gelijk zijn aan de overeenkomstige drempel voor significante intragroeptransacties, zelfs als de transacties individueel onder de drempel blijven. Alle elementen die aan significante intragroeptransacties worden toegevoegd, moeten worden gerapporteerd als een afzonderlijke intragroeptransactie, zelfs als een element op zich onder de significante drempelwaarde blijft. Als een onderneming bijvoorbeeld het aanvankelijke bedrag van een lening aan een verbonden onderneming verhoogt, wordt de toevoeging aan de lening geregistreerd als een afzonderlijk item, waarbij de datum van de aanvulling geldt als uitgiftedatum.
Wanneer de transactiewaarde verschillend is voor twee partijen bij de transactie (bv. een transactie ter waarde van 10 000 000 EUR tussen A en B waarbij A 10 000 000 EUR registreert, maar B slechts 9 500 000 EUR ontvangt omdat er 500 000 EUR transactiekosten zijn gemaakt), wordt het maximumbedrag in de template gerapporteerd als het transactiebedrag (in dit voorbeeld 10 000 000 EUR).
Indirecte transacties worden gedefinieerd als transacties waarbij risicoblootstellingen worden verplaatst, i) tussen entiteiten binnen het financieel conglomeraat (met inbegrip van transacties met special purpose vehicles, collectieve beleggingsinstellingen, verwante entiteiten of niet-gereglementeerde entiteiten), of ii) tussen entiteiten buiten het financieel conglomeraat (maar waarbij de risicoblootstelling uiteindelijk weer binnen het financieel conglomeraat wordt gebracht of blijft). Wanneer er een keten van verbonden intragroeptransacties is (bv. A belegt in B en B belegt in C), worden deze transacties gerapporteerd als indirecte transacties. Transacties van A naar C worden dus gerapporteerd en in de opmerkingen worden de tussenstappen vermeld. In het geval van een cascade van transacties (bv. achtereenvolgens van A naar B naar C naar D, waarbij zowel B als C in het conglomeraat zitten, maar niet-gereglementeerde entiteiten zijn) worden die transacties ook gerapporteerd.
2.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
FC0010 |
ID van intragroeptransactie |
Unieke interne identificatiecode voor elke intragroeptransactie. Blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. |
FC0020 |
Naam belegger/kredietverstrekker |
Naam van de entiteit die het aandelenkapitaal koopt of aan een verbonden onderneming binnen het financieel conglomeraat leent — d.w.z. de entiteit die de transactie op haar balans activeert (debet — balans). |
FC0030 |
Identificatiecode belegger/kredietverstrekker |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde ondernemingen van de Europese Economische Ruimte (EER) binnen het financieel conglomeraat de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen het financieel conglomeraat wordt de identificatiecode verstrekt door het financieel conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het financieel conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0031 |
Soort code voor de belegger/kredietverstrekker |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode belegger/kredietverstrekker” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0040 |
Sector belegger/kredietverstrekker |
Wanneer de belegger/kredietverstrekker deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de belegger/kredietverstrekker geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn, vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0050 |
Naam emittent/kredietnemer |
Naam van de entiteit die het aandelenkapitaal/kapitaalbestanddeel uitgeeft of geld leent (schuld uitgeeft), d.w.z. de entiteit die de transactie als verplichting of kapitaal opneemt op haar balans (krediet — balans). |
FC0060 |
Identificatiecode emittent/kredietnemer |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen het financieel conglomeraat de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen het financieel conglomeraat wordt de identificatiecode verstrekt door het financieel conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het financieel conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0061 |
Soort code voor de emittent/kredietnemer |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de emittent/kredietnemer” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0070 |
Sector emittent/kredietnemer |
Wanneer de emittent/kredietnemer deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de emittent/kredietnemer geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn, vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0080 |
Indirecte transacties |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van een indirecte transactie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van een indirecte transactie, vermeld dan „Nee”. |
FC0090 |
Eén enkele economische operatie |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van één enkele economische operatie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”) rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van één enkele economische operatie, vermeld dan „Nee”. |
FC0100 |
Identificatiecode van het instrument |
Dit is de identificatiecode van het instrument (kapitaal, schuld enz.) tussen de twee tegenpartijen, in onderstaande volgorde van prioriteit: — ISO 6166 ISIN (voor zover beschikbaar) — andere erkende codes (bv. CUSIP, Bloomberg Ticker, Reuters RIC) — Een door de onderneming toegekende code, indien de bovenstaande opties niet beschikbaar zijn. Deze code blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. De code kan verschillen van de in cel FC0010 opgegeven intragroeptransactiecode. |
FC0101 |
Soort identificatiecode van het instrument |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van het instrument” wordt gebruikt. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst van codes: 1 — ISO 6166 voor ISIN-code 2 — CUSIP (het Committee on Uniform Securities Procedures-nummer dat wordt toegekend door het CUSIP Service Bureau aan vennootschappen in de Verenigde Staten en Canada) 3 — SEDOL (Stock Exchange Daily Official List voor de London Stock Exchange) 4 — WKN (Wertpapier Kennnummer, het alfanumerieke Duitse identificatienummer) 5 — Bloomberg Ticker (lettercode van Bloomberg ter identificatie van effecten van een vennootschap) 6 — BBGID (Bloomberg Global ID) 7 — Reuters RIC (Reuters Instrument Code) 8 — FIGI (Financial Instrument Global Identifier) 9 — een andere code van een lid van de Association of National Numbering Agencies 99 — een door de onderneming toegekende code. |
FC0110 |
Soort instrument |
Vermeld het soort instrument. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 — Obligaties/schulden 2 — Vermogensgerelateerd 3 — Andere overdracht van activa |
FC0120 |
Instrument |
Identificeer het instrument. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 — Obligaties/schulden — door zekerheden gedekt 2 — Obligaties/schulden — niet door zekerheden gedekt 3 — Vermogensgerelateerd — aandelen/deelnemingen 4 — Vermogensgerelateerd — overig 5 — Andere overdracht van activa — onroerend goed 6 — Andere overdracht van activa — overig. |
FC0130 |
Uitgiftedatum |
Dit is de eerstkomende datum van de transactiedatum/uitgiftedatum van de schulden en de datum waarop de intragroeptransactie is ingegaan, indien verschillend van de uitgiftedatum. Gebruik hiervoor de ISO 8601-notatie (jjjj-mm-dd). |
FC0140 |
Vervaldatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de datum waarop de transactie verloopt/vervalt, indien van toepassing: — gebruik voor intragroeptransacties zonder vervaldatum „9999-12-31”; — gebruik voor eeuwigdurende effecten „9999-12-31”. |
FC0150 |
Transactievaluta |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta waarin de transactie heeft plaatsgevonden. |
FC0160 |
Bedrag op transactiedatum |
Bedrag van de transactie op de transactiedatum zoals gerapporteerd in de rapportagevaluta van het financieel conglomeraat. |
FC0170 |
Bedrag op rapportagedatum |
Uitstaand bedrag van de transactie op de rapportagedatum, waar van toepassing, bv. voor schulduitgifte, gerapporteerd in de rapportagevaluta van het financieel conglomeraat. Als een volledige vroege afwikkeling/aflossing heeft plaatsgevonden, is het saldo van het contractueel transactiebedrag nul. |
FC0180 |
Waarde van de zekerheden |
De waarde van de zekerheden voor schuld met zekerheidsstelling of de waarde van de activa voor intragroeptransacties waarbij activa worden overgedragen, gerapporteerd in de rapportagevaluta van het financieel conglomeraat. Zekerheidsovereenkomsten tussen ondernemingen van dezelfde sector worden gewaardeerd overeenkomstig de regels van deze sector, bv. intragroeptransacties tussen twee kredietinstellingen binnen een financieel conglomeraat kunnen worden gewaardeerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013. Zekerheidsovereenkomsten tussen ondernemingen van verschillende sectoren worden gewaardeerd overeenkomstig de sectorale regels van de consoliderende entiteit, bv. intragroeptransacties tussen een kredietinstelling die de uiteindelijke moederonderneming is en een verzekeringsonderneming binnen een financieel conglomeraat zouden worden gewaardeerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013. |
FC0190 |
Bedrag dividenden/rente/couponbetalingen en overige gedurende de rapportageperiode verrichte betalingen |
Vul in deze cel eventuele betalingen in die zijn verricht in verband met de intragroeptransacties die in deze template zijn vermeld voor de rapportageperiode (zes maanden voorafgaand aan de rapportagedatum). Hierbij gaat het met name om: — dividenden voor het huidige jaar, met inbegrip van uitgekeerde dividenden of aangegeven maar niet uitgekeerde dividenden; — uitgestelde dividenden uit voorgaande jaren die zijn uitgekeerd tijdens de rapportageperiode (d.w.z. uitgekeerde uitgestelde dividenden die van invloed waren op de winst-en-verliesrekening in de rapportageperiode); — rentebetalingen in verband met schuldinstrumenten; — andere betalingen in verband met de intragroeptransacties die in deze template worden gerapporteerd, bv. heffingen op overdrachten van activa; — het bedrag van de totale aanvullingen, waar van toepassing, d.w.z. het totaal van extra geldbedragen die tijdens de rapportageperiode zijn geïnvesteerd, zoals aanvullende betalingen in het geval van niet-volgestorte aandelen of verhogingen van kredietbedragen gedurende de periode (wanneer aanvullingen als afzonderlijk item worden gerapporteerd). Dit bedrag wordt gerapporteerd in de rapportagevaluta van het financieel conglomeraat. |
FC0200 |
Coupon/rentepercentage |
De rente of coupon als percentage, waar van toepassing. Bij variabele rente omvat dit de referentierente en het rentepercentage daarboven. |
FC0210 |
Opmerkingen |
De opmerkingen omvatten: — een kennisgeving indien de transactie niet op een zakelijke grondslag is verricht; — alle andere relevante informatie over de economische aard van de verrichting. |
3. FC.02 - IGT - Derivaten
3.1. Algemene opmerkingen
Dit onderdeel bevat bijkomende instructies met betrekking tot de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de volgende tabel toont de te rapporteren posten, met vermelding van de kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
Dit onderdeel van de bijlage heeft betrekking op informatie die financiële conglomeraten ten minste eenmaal per jaar moeten verstrekken.
In deze template worden alle significante intragroeptransacties met betrekking tot derivaten gerapporteerd tussen entiteiten die onder het toezicht op financiële conglomeraten vallen zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG. Significante intragroeptransacties met betrekking tot derivaten worden gerapporteerd wanneer de boekwaarde van het derivaat de drempel overschrijdt.
Hiertoe behoren bijvoorbeeld:
rentecontracten, met inbegrip van swaps, termijnovereenkomsten, futures en opties;
valutacontracten, met inbegrip van swaps, termijnovereenkomsten, futures en opties;
soortgelijke contracten met betrekking tot andere onderliggende waarden of indices.
Financiële conglomeraten vullen deze template in voor alle significante intragroeptransacties die zij moeten rapporteren, d.w.z. i) tussen gereglementeerde entiteiten van verschillende sectoren die tot dezelfde groep behoren; ii) tussen gereglementeerde entiteiten van dezelfde sector die tot dezelfde groep behoren; iii) tussen een gereglementeerde entiteit en een niet-gereglementeerde entiteit die tot dezelfde groep behoren; en iv) tussen een gereglementeerde entiteit en elke natuurlijke of rechtspersoon die door nauwe banden met de ondernemingen in de groep is verbonden.
In deze template worden intragroeptransacties gerapporteerd die:
openstonden aan het begin van de rapportageperiode;
werden geïnitieerd tijdens de rapportageperiode en nog niet waren voltooid op de rapportagedatum;
werden geïnitieerd en verliepen/vervielen tijdens de rapportageperiode.
Twee of meer transacties tussen entiteiten van de groep die, uit economisch oogpunt, i) bijdragen aan hetzelfde risico, ii) hetzelfde doel dienen of iii) tijdelijk verbonden zijn in een plan, worden als één enkele economische operatie beschouwd. Alle transacties die deel uitmaken van één economische operatie worden gerapporteerd wanneer die transacties collectief ten minste gelijk zijn aan de overeenkomstige drempel voor significante intragroeptransacties, zelfs als zij individueel onder de drempel blijven.
Alle elementen die aan significante intragroeptransacties worden toegevoegd, moeten worden gerapporteerd als een afzonderlijke intragroeptransactie, zelfs als een element op zich onder de significante drempelwaarde blijft. Als een onderneming bijvoorbeeld het aanvankelijke bedrag van een lening aan een andere, verbonden onderneming verhoogt, wordt de toevoeging aan de lening geregistreerd als een afzonderlijk item, waarbij de datum van de aanvulling geldt als uitgiftedatum.
Wanneer de transactiewaarde verschillend is voor twee partijen bij de transactie (bv. een transactie ter waarde van 10 000 000 EUR tussen A en B waarbij A 10 000 000 EUR registreert, maar B slechts 9 500 000 EUR ontvangt omdat er 500 000 EUR transactiekosten zijn gemaakt), wordt het maximumbedrag in de template gerapporteerd als het transactiebedrag (in dit voorbeeld 10 000 000 EUR).
Indirecte transacties worden gedefinieerd als transacties waarbij risicoblootstellingen worden verplaatst, i) tussen entiteiten binnen het financieel conglomeraat (met inbegrip van transacties met special purpose vehicles, collectieve beleggingsinstellingen, verwante entiteiten of niet-gereglementeerde entiteiten), of ii) tussen entiteiten buiten het financieel conglomeraat (maar waarbij de risicoblootstelling uiteindelijk weer binnen het financieel conglomeraat wordt gebracht of blijft). Wanneer er een keten van verbonden intragroeptransacties is (bv. A belegt in B en B belegt in C), worden deze transacties gerapporteerd als indirecte transacties. Transacties van A naar C worden dus gerapporteerd en de tussenstappen worden vermeld in de opmerkingen. In het geval van een cascade van transacties (bv. achtereenvolgens van A naar B naar C naar D, waarbij zowel B als C in het conglomeraat zitten, maar niet-gereglementeerde entiteiten zijn) worden die transacties ook gerapporteerd.
3.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
FC0010 |
Identificatiecode van intragroeptransactie |
Unieke interne identificatiecode voor elke intragroeptransactie. Blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. |
FC0020 |
Naam belegger/koper |
Naam van de entiteit die belegt in het derivaat of het derivaat koopt, of van de tegenpartij met de lange positie. In het geval van swaps geldt de betaler van de vaste rente die de variabele rente ontvangt als de betaler. |
FC0030 |
Identificatiecode van de belegger/koper |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen het financieel conglomeraat de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen het financieel conglomeraat wordt de identificatiecode verstrekt door het financieel conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het financieel conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0031 |
Soort code van de belegger/koper |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de belegger/koper” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0040 |
Sector belegger/koper |
Wanneer de belegger/koper deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de belegger/koper geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn, vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0050 |
Naam emittent/verkoper |
Naam van de entiteit die het derivaat uitgeeft/verkoopt, of van de tegenpartij met de korte positie. In het geval van swaps geldt de ontvanger van de vaste rente die de variabele rente betaalt als de ontvanger. |
FC0060 |
Identificatiecode van de emittent/verkoper |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen het financieel conglomeraat de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen het financieel conglomeraat wordt de identificatiecode verstrekt door het financieel conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het financieel conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0061 |
Soort code van de emittent/verkoper |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de emittent/verkoper” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0070 |
Financiële sector emittent/verkoper |
Wanneer de emittent/verkoper deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de emittent/verkoper geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn, vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0080 |
Indirecte transacties |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van een indirecte transactie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van een indirecte transactie, vermeld dan „Nee”. |
FC0090 |
Eén enkele economische operatie |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van één enkele economische operatie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van één enkele economische operatie, vermeld dan „Nee”. |
FC0100 |
Identificatiecode van het instrument |
Dit is de identificatiecode van het instrument (kapitaal, schuld enz.) tussen de twee tegenpartijen, in onderstaande volgorde van prioriteit: — ISO 6166 ISIN (voor zover beschikbaar) — andere erkende codes (bv. CUSIP, Bloomberg Ticker, Reuters RIC) — een door de onderneming toegekende code, indien de bovenstaande opties niet beschikbaar zijn. Deze code blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. De code kan verschillen van de in cel FC0010 opgegeven intragroeptransactiecode. |
FC0101 |
Soort identificatiecode van het instrument |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van het instrument” wordt gebruikt. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst van codes: 1 — ISO 6166 voor ISIN-code 2 — CUSIP (het The Committee on Uniform Securities Procedures-nummer dat wordt toegekend door het CUSIP Service Bureau aan vennootschappen in de VS en Canada) 3 — SEDOL (Stock Exchange Daily Official List voor de London Stock Exchange) 4 — WKN (Wertpapier Kennnummer, het alfanumerieke Duitse identificatienummer) 5 — Bloomberg Ticker (lettercode van Bloomberg ter identificatie van effecten van een vennootschap) 6 — BBGID (Bloomberg Global ID) 7 — Reuters RIC (Reuters Instrument Code) 8 — FIGI (Financial Instrument Global Identifier) 9 — een andere code van een lid van de Association of National Numbering Agencies 99 — een door de onderneming toegekende code. |
FC0110 |
Soort instrument |
Vermeld welk soort transactie het betreft. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 — Derivaten — futures 2 — Derivaten — termijncontracten 3 — Derivaten — opties 4 — Derivaten — overige 5 — Garanties — kredietprotectie 6 — Garanties — overig 7 — Swaps 8 — Overige Een retrocessieovereenkomst wordt beschouwd als kastransactie plus termijncontract. |
FC0120 |
Type protectie |
Vermeld welk soort transactie het betreft. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 - Kredietverzuim 2 - Rentevoet 3 - Valuta 4 - Overige. |
FC0130 |
Doel van het instrument |
Beschrijf het gebruik van het derivaat (bv. micro-/macrohedge, doelmatig portefeuillebeheer). „Microhedge” heeft betrekking op derivaten die één financieel instrument, verwachte transactie of verplichting dekken. „Macrohedge” heeft betrekking op derivaten die meerdere financiële instrumenten, verwachte transacties of verplichtingen dekken. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 - Microhedge 2 - Macrohedge 3 - Afstemming van kasstromen van activa en verplichtingen 4 - Doelmatig portefeuillebeheer, anders dan „Afstemming van kasstromen van activa en verplichtingen” 5 - Overige |
FC0140 |
Aanvangsdatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de transactie-/handelsdatum van het derivatencontract. Gebruik voor doorlopende contracten de initiële handelsdatum. |
FC0150 |
Vervaldatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de contractueel vastgelegde einddatum van het derivatencontract — bv. vervaldatum, expiratiedatum voor opties (Europese en Amerikaanse) enz. |
FC0160 |
Transactievaluta |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta waarin de transactie heeft plaatsgevonden. |
FC0170 |
Notionele waarde |
Het gedekte of blootgestelde bedrag van het derivaat op de rapportagedatum, d.w.z. het eindsaldo, gerapporteerd in de rapportagevaluta van de groep. Voor futures en opties komt de notionele waarde overeen met de contractomvang vermenigvuldigd met het aantal contracten. Voor swaps en termijncontracten komt dit overeen met het bedrag van het contract. Wanneer een transactie tijdens de rapportageperiode en vóór de rapportagedatum is vervallen/verlopen, is het theoretisch bedrag op de rapportagedatum nul. |
FC0180 |
Boekwaarde |
De waarde van het derivaat op de rapportagedatum zoals gerapporteerd in de balans van de entiteit. Wanneer een transactie tijdens de rapportageperiode en vóór de rapportagedatum is vervallen/verlopen, is de boekwaarde op de rapportagedatum de maximale boekwaarde van de derivaten vóór de vervaldatum van de transactie. |
FC0190 |
Waarde van de zekerheden |
De waarde van de verstrekte zekerheid op de rapportagedatum (nul indien derivaat is afgesloten), indien van toepassing. Deze waarde wordt gerapporteerd in de rapportagevaluta van het financieel conglomeraat. Zekerheidsovereenkomsten tussen ondernemingen van dezelfde sector worden gewaardeerd overeenkomstig de regels van deze sector (bv. intragroeptransacties tussen twee kredietinstellingen binnen een financieel conglomeraat kunnen worden gewaardeerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013). Zekerheidsovereenkomsten tussen ondernemingen van verschillende sectoren worden gewaardeerd overeenkomstig de sectorale regels van de consoliderende entiteit (bv. intragroeptransacties tussen een kredietinstelling die de uiteindelijke moederonderneming is en een verzekeringsonderneming binnen een financieel conglomeraat zouden worden gewaardeerd overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013). |
FC0200 |
Identificatiecode van het onderliggende actief/passief van het derivaat |
De identificatiecode van het onderliggende actief of passief van het derivatencontract. Dit item wordt gerapporteerd voor derivaten met één onderliggend instrument of één enkele index in de portefeuille van de onderneming. Een index wordt beschouwd als één instrument en moet worden gerapporteerd. Voer de identificatiecode van het onderliggende instrument van het derivaat in, in de volgende orde van prioriteit: — ISO 6166 ISIN (voor zover beschikbaar) — andere erkende codes (bv. CUSIP, Bloomberg Ticker, Reuters RIC) — Een door de onderneming toegekende code, indien de bovenstaande opties niet beschikbaar zijn. Blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. — „Meerdere activa/passiva” indien er meerdere onderliggende activa of passiva zijn. Wanneer het onderliggende actief of passief een index is, wordt de code van de index gerapporteerd. |
FC0201 |
Soort code van onderliggend actief/passief van het derivaat |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van het onderliggend actief/passief van het derivaat” wordt gebruikt. Gebruik hiervoor een van de keuzemogelijkheden uit de volgende gesloten lijst van codes: 1 - ISO 6166 voor ISIN-code 2 - CUSIP (het The Committee on Uniform Securities Procedures-nummer dat wordt toegekend door het CUSIP Service Bureau aan vennootschappen in de VS en Canada) 3 - SEDOL (Stock Exchange Daily Official List voor de London Stock Exchange) 4 - WKN (Wertpapier Kennnummer, het alfanumerieke Duitse identificatienummer) 5 - Bloomberg Ticker (lettercode van Bloomberg ter identificatie van effecten van een vennootschap) 6 - BBGID (Bloomberg Global ID) 7 - Reuters RIC (Reuters Instrument Code) 8 - FIGI (Financial Instrument Global Identifier) 9 - een andere code van een lid van de Association of National Numbering Agencies 99 - een door de onderneming toegekende code. Deze optie wordt ook gebruikt voor de gevallen van „Meerdere activa/passiva” en indexen. |
FC0210 |
Naam tegenpartij waarvoor kredietprotectie wordt gekocht |
Naam van de tegenpartij waarvoor kredietprotectie is gekocht met het oog op wanbetaling door de tegenpartij. |
FC0220 |
Rente (voor koper) van geleverde swap |
Betaalde rente uit hoofde van het swapcontract (alleen voor renteswaps). |
FC0230 |
Rente (voor koper) van ontvangen swap |
Ontvangen rente uit hoofde van het swapcontract (alleen voor renteswaps). |
FC0240 |
Valuta (voor koper) van geleverde swap |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta van de swapprijs (alleen voor valutaswaps). |
FC0250 |
Valuta (voor koper) van ontvangen swap |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta van het theoretische bedrag van de swap (alleen voor valutaswaps). |
FC0260 |
Inkomsten uit derivaten |
Netto-inkomsten uit de belegging of de aankoop van derivaten. In overeenstemming met de op de IFRS gebaseerde winst-en-verliesrekening worden hier zowel gerealiseerde als niet-gerealiseerde resultaten verwacht. De bedragen moeten worden vermeld met hun waarde zonder opgelopen rente (overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG). De rente wordt gerapporteerd in FC.05 Winst-en-verliesrekening. |
FC0270 |
Opmerkingen |
De opmerkingen omvatten: — een kennisgeving indien de transactie niet op een zakelijke grondslag is verricht; — alle andere relevante informatie over de economische aard van de verrichting. |
4. FC.03 — IGT — Posten buiten de balanstelling en voorwaardelijke verplichtingen
4.1. Algemene opmerkingen
Dit onderdeel van de bijlage bevat bijkomende instructies met betrekking tot de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de volgende tabel toont de te rapporteren posten, met vermelding van de kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
Dit onderdeel van de bijlage heeft betrekking op de informatie die financiële conglomeraten ten minste eenmaal per jaar moeten verstrekken.
In deze template worden alle significante intragroeptransacties gerapporteerd tussen entiteiten die onder het toezicht op financiële conglomeraten vallen zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG, met betrekking tot garanties buiten de balanstelling.
Bijvoorbeeld:
garanties buiten de balanstelling;
ongebruikte kredietfaciliteiten;
activa aangekocht onder overeenkomsten betreffende koop op termijn zonder rugdekking (valuta of andere);
overeenkomsten betreffende cessie en retrocessie van activa als bedoeld in artikel 12, leden 3 en 5, van Richtlijn 86/635/EEG;
voorwaardelijke verplichtingen.
Financiële conglomeraten vullen deze template in voor alle significante intragroeptransacties die zij moeten rapporteren, d.w.z. i) tussen gereglementeerde entiteiten van verschillende sectoren die tot dezelfde groep behoren; ii) tussen gereglementeerde entiteiten van dezelfde sector die tot dezelfde groep behoren; iii) tussen een gereglementeerde entiteit en een niet-gereglementeerde entiteit die tot dezelfde groep behoren; en iv) tussen een gereglementeerde entiteit en elke natuurlijke of rechtspersoon die door nauwe banden met de ondernemingen in de groep is verbonden.
In deze template moeten intragroeptransacties worden opgenomen die:
openstonden aan het begin van de rapportageperiode;
werden geïnitieerd tijdens de rapportageperiode en nog niet waren voltooid op de rapportagedatum;
werden geïnitieerd en verliepen/vervielen tijdens de rapportageperiode.
Twee of meer transacties tussen entiteiten van de groep die, uit economisch oogpunt, i) bijdragen aan hetzelfde risico, ii) hetzelfde doel dienen of iii) tijdelijk verbonden zijn in een plan, worden als één enkele economische operatie beschouwd. Alle transacties die deel uitmaken van één economische operatie worden gerapporteerd wanneer die transacties collectief ten minste gelijk zijn aan de overeenkomstige drempel voor significante intragroeptransacties, zelfs als zij individueel onder de drempel blijven. Alle elementen die aan significante intragroeptransacties worden toegevoegd, moeten worden gerapporteerd als een afzonderlijke intragroeptransactie, zelfs als een element op zich onder de significante drempelwaarde blijft. Als een onderneming bijvoorbeeld het aanvankelijke bedrag van een lening aan een andere, verbonden onderneming verhoogt, wordt de toevoeging aan de lening geregistreerd als een afzonderlijk item, waarbij de datum van de aanvulling geldt als uitgiftedatum.
Wanneer de transactiewaarde verschillend is voor twee partijen bij de transactie (bv. een transactie ter waarde van 10 000 000 EUR tussen A en B waarbij A 10 000 000 EUR registreert, maar B slechts 9 500 000 EUR ontvangt omdat er 500 000 EUR transactiekosten zijn gemaakt), wordt het maximumbedrag in de template gerapporteerd als het transactiebedrag (in dit voorbeeld 10 000 000 EUR).
Indirecte transacties worden gedefinieerd als transacties waarbij risicoblootstellingen worden verplaatst, i) tussen entiteiten binnen het financieel conglomeraat (met inbegrip van transacties met special purpose vehicles, collectieve beleggingsinstellingen, verwante entiteiten of niet-gereglementeerde entiteiten), of ii) tussen entiteiten buiten het financieel conglomeraat (maar waarbij de risicoblootstelling uiteindelijk weer binnen het financieel conglomeraat wordt gebracht of blijft). Wanneer er een keten van verbonden intragroeptransacties is (bv. A belegt in B en B belegt in C), wordt die transactie gerapporteerd als een indirecte transactie. Transacties van A naar C worden dus gerapporteerd en in de opmerkingen worden de tussenstappen vermeld. In het geval van een cascade van transacties (bv. achtereenvolgens van A naar B naar C naar D, waarbij zowel B als C in het conglomeraat zitten, maar niet-gereglementeerde entiteiten zijn) worden die transacties ook gerapporteerd.
4.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
FC0010 |
ID van intragroeptransactie |
Unieke interne identificatiecode voor elke intragroeptransactie. Blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. |
FC0020 |
Naam verstrekker |
Naam van de entiteit die de garantie buiten de balanstelling aanbiedt. |
FC0030 |
Identificatiecode van de verstrekker |
De unieke identificatiecode die aan de verstrekker wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen het financieel conglomeraat de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen het financieel conglomeraat wordt de identificatiecode verstrekt door het financieel conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het financieel conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0031 |
Soort code van de verstrekker |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de verstrekker” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0040 |
Financiële sector van de verstrekker |
Wanneer de verstrekker deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de verstrekker geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0050 |
Naam begunstigde |
Naam van de entiteit die van de garantie buiten de balanstelling profiteert. |
FC0060 |
Identificatiecode van de begunstigde |
De unieke identificatiecode die aan de begunstigde wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen het financieel conglomeraat de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen het financieel conglomeraat wordt de identificatiecode verstrekt door het financieel conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het financieel conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0061 |
Soort code van de begunstigde |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de begunstigde” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0070 |
Financiële sector van de begunstigde |
Wanneer de begunstigde deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de begunstigde geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn , vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0080 |
Indirecte transacties |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van een indirecte transactie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van een indirecte transactie, vermeld dan „Nee”. |
FC0090 |
Eén enkele economische operatie |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van één enkele economische operatie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van één enkele economische operatie, vermeld dan „Nee”. |
FC0100 |
Soort transactie |
Vermeld het soort transactie. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 - Garanties 2 - Toezegging 3 - Kredietbrief 4 - Ongebruikte kredietfaciliteiten 5 - Activa aangekocht onder overeenkomsten betreffende koop op termijn zonder rugdekking (valuta of andere) 6 - Overeenkomsten betreffende cessie en retrocessie van activa als bedoeld in artikel 12, leden 3 en 5, van Richtlijn 86/635/EEG 7 - Voorwaardelijke verplichtingen 8 - Overige. |
FC0110 |
Transactie-/uitgiftedatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) voor de datum waarop de transactie/uitgifte in werking treedt. |
FC0120 |
Einddatum van overeenkomst die/contract dat aan de transactie ten grondslag ligt |
Vermeld, waar van toepassing, de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de datum waarop de overeenkomst/het contract afloopt. Indien de overeenkomst/het contract doorlopend is, wordt „9999-12-31” ingevuld. |
FC0130 |
Transactievaluta |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta waarin de transactie heeft plaatsgevonden. Indien het om twee valuta’s gaat, vermeld dan beide in cel FC0200. |
FC0140 |
Triggergebeurtenis |
Geef waar van toepassing een korte beschrijving van de gebeurtenis die aanleiding zou zijn voor de transactie/betaling/verplichting (bv. een gebeurtenis die een voorwaardelijke verplichting tot gevolg zou hebben). |
FC0150 |
Waarde van transactie op aanvangsdatum |
Waarde van de transactie of verstrekte zekerheid. Dit item wordt gerapporteerd in de rapportagevaluta van de groep. |
FC0160 |
Waarde van transactie op rapportagedatum |
Waarde van de transactie, verstrekte zekerheid. Dit item wordt gerapporteerd in de rapportagevaluta van de groep. |
FC0170 |
Hoogste mogelijke waarde van voorwaardelijke verplichtingen |
Hoogste mogelijke waarde van voorwaardelijke verplichtingen, indien beschikbaar, ongeacht hun waarschijnlijkheid (d.w.z. de toekomstige kasstromen die nodig zijn om de voorwaardelijke verplichting af te wikkelen gedurende de looptijd van die voorwaardelijke verplichting en verdisconteerd volgens de relevante risicovrije rentetermijnstructuur) van voorwaardelijke verplichtingen die in de balans van het financiële conglomeraat zijn opgenomen. De som van alle mogelijke kasstromen indien gebeurtenissen aanleiding geven tot de garanties die de „verstrekker” (cel FC0020) aan de „begunstigde” (cel FC0050) heeft verstrekt ter dekking van de betaling van de door de onderneming verschuldigde verplichtingen (met inbegrip van kredietbrieven, niet-opgenomen toegezegde kredietfaciliteiten). In dit item worden geen bedragen opgenomen die reeds zijn gerapporteerd in FC0150 en FC0160. |
FC0180 |
Waarde van gegarandeerde activa |
Waarde van het gegarandeerde actief waarvoor de garanties worden ontvangen. Sectorale waarderingsbeginselen kunnen in dit geval relevant zijn. |
FC0190 |
Inkomsten uit de posten buiten de balanstelling |
Inkomsten in verband met de bepalingen inzake de transacties buiten de balanstelling. |
FC0200 |
Opmerkingen |
De opmerkingen omvatten: — een kennisgeving indien de transactie niet op een zakelijke grondslag is verricht; — alle andere relevante informatie over de economische aard van de verrichting. |
5. FC.04 - IGT - Verzekering en herverzekering
5.1. Algemene opmerkingen
Dit onderdeel van de bijlage bevat bijkomende instructies voor de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de volgende tabel toont de te rapporteren posten, met vermelding van de kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
Dit onderdeel van de bijlage heeft betrekking op informatie die financiële conglomeraten ten minste eenmaal per jaar moeten verstrekken.
In deze template worden alle significante intragroeptransacties gerapporteerd tussen entiteiten die onder het toezicht op financiële conglomeraten vallen zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG, met betrekking tot interne verzekering en herverzekering binnen de groep.
Het kan daarbij gaan om:
verzekeringscontracten van entiteiten die binnen het toepassingsgebied van de groep vallen met verzekeringsondernemingen die binnen het toepassingsgebied van de groep vallen;
herverzekeringscontracten tussen verbonden ondernemingen van een groep;
facultatieve herverzekering tussen verbonden ondernemingen van een groep;
alle andere transacties die leiden tot de overdracht van verzekeringstechnisch risico (verzekeringsrisico) tussen verbonden ondernemingen van een groep.
Financiële conglomeraten vullen deze template in voor alle significante intragroeptransacties die zij moeten rapporteren, d.w.z. i) tussen gereglementeerde entiteiten van verschillende sectoren die tot dezelfde groep behoren; ii) tussen gereglementeerde entiteiten van dezelfde sector die tot dezelfde groep behoren; iii) tussen een gereglementeerde entiteit en een niet-gereglementeerde entiteit die tot dezelfde groep behoren; en iv) tussen een gereglementeerde entiteit en elke natuurlijke of rechtspersoon die door nauwe banden met de ondernemingen in de groep is verbonden.
In deze template moeten intragroeptransacties worden opgenomen die:
openstonden aan het begin van de rapportageperiode;
werden geïnitieerd tijdens de rapportageperiode en nog niet waren voltooid op de rapportagedatum;
werden geïnitieerd en verliepen/vervielen tijdens de rapportageperiode.
Twee of meer transacties tussen entiteiten van de groep die, uit economisch oogpunt, i) bijdragen aan hetzelfde risico, ii) hetzelfde doel dienen of iii) tijdelijk verbonden zijn in een plan, worden als één enkele economische operatie beschouwd. Alle transacties die deel uitmaken van één economische operatie worden gerapporteerd wanneer zij collectief ten minste gelijk zijn aan de overeenkomstige drempel voor significante intragroeptransacties, zelfs als zij individueel onder de drempel blijven.
Alle elementen die aan significante intragroeptransacties worden toegevoegd, moeten worden gerapporteerd als een afzonderlijke intragroeptransactie, zelfs als een element op zich onder de significante drempelwaarde blijft. Als een onderneming bijvoorbeeld het aanvankelijke bedrag van een lening aan een andere, verbonden onderneming verhoogt, wordt de toevoeging aan de lening geregistreerd als een afzonderlijk item, waarbij de datum van de aanvulling geldt als uitgiftedatum.
Wanneer de transactiewaarde verschillend is voor twee partijen bij de transactie (bv. een transactie ter waarde van 10 000 000 EUR tussen A en B waarbij A 10 000 000 EUR registreert, maar B slechts 9 500 000 EUR ontvangt omdat er 500 000 EUR transactiekosten zijn gemaakt), wordt het maximumbedrag in de template gerapporteerd als het transactiebedrag (in dit voorbeeld 10 000 000 EUR). Indirecte transacties worden gedefinieerd als transacties waarbij risicoblootstellingen worden verplaatst, i) tussen entiteiten binnen het financieel conglomeraat (met inbegrip van transacties met special purpose vehicles, collectieve beleggingsinstellingen, verwante entiteiten of niet-gereglementeerde entiteiten), of ii) tussen entiteiten buiten het financieel conglomeraat (maar waarbij de risicoblootstelling uiteindelijk weer binnen het financieel conglomeraat wordt gebracht of blijft). Wanneer er een keten van verbonden intragroeptransacties is (bv. A belegt in B en B belegt in C), wordt deze transactie gerapporteerd als een indirecte transactie. Een transactie van A naar C wordt dus gerapporteerd en in de opmerkingen worden de tussenstappen vermeld. In het geval van een cascade van transacties (bv. achtereenvolgens van A naar B naar C naar D, waarbij zowel B als C in het conglomeraat zitten, maar niet-gereglementeerde entiteiten zijn) worden die transacties ook gerapporteerd.
5.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
FC0010 |
ID van intragroeptransactie |
Unieke interne identificatiecode voor elke intragroeptransactie. Blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. |
FC0020 |
Naam verzekerde/cedent |
Wettelijke benaming van de entiteit die het verzekeringstechnisch risico heeft overgedragen aan een andere verzekeraar of herverzekeraar binnen de groep. |
FC0030 |
Identificatiecode voor de verzekerde/cedent |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen de groep de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen de groep wordt de identificatiecode verstrekt door de groep. Wanneer aan elke niet-EER- of niet-gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt de groep op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0031 |
Soort code voor de verzekerde/cedent |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de uitgavenzijde” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0040 |
Sector van de verzekerde/cedent |
Wanneer de verzekerde of cedent deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de verzekerde of cedent geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn , vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0050 |
Naam verzekeraar/herverzekeraar |
Wettelijke benaming van de verzekeraar of herverzekeraar waaraan het verzekeringstechnisch risico is overgedragen. |
FC0060 |
Identificatiecode van de verzekeraar/herverzekeraar |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen de groep de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen de groep wordt de identificatiecode verstrekt door de groep. Wanneer aan elke niet-EER- of niet-gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt de groep op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0061 |
Soort code van de verzekeraar/herverzekeraar |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de verzekeraar/herverzekeraar” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0070 |
Sector van de verzekeraar/herverzekeraar |
De financiële sector van de verzekeraar/herverzekeraar in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, d.w.z. de „sector verzekeringen”. |
FC0080 |
Indirecte transacties |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van een indirecte transactie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van een indirecte transactie, vermeld dan „Nee”. |
FC0090 |
Eén enkele economische operatie |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van één enkele economische operatie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van één enkele economische operatie, vermeld dan „Nee”. |
FC0100 |
Soort transactie |
Vermeld het type overeenkomst. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 - Verzekering 2 - Herverzekering. |
FC0110 |
Transactie |
Indien C100 = herverzekering, vermeld dan het type herverzekeringsovereenkomst. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 - Quote 2 - Variabele quote 3 - Surplus 4 - Schade-excedent (per gebeurtenis en per risico) 5 - Schade-excedent (per risico) 6 - Schade-excedent (per gebeurtenis) 7 - Schade-excedent „back-up” (bescherming tegen vervolggebeurtenissen waar bepaalde calamiteiten toe kunnen leiden, zoals overstroming of brand) 8 - Schade-excedent met basisrisico 9 - Wedersamenstellingsdekking 10 - Geaggregeerd schade-excedent 11 - Onbeperkt schade-excedent 12 - Stop loss 13 - Overige proportionele contracten 14 - Overige niet-proportionele contracten 15 - Financiële herverzekering 16 - Facultatief proportioneel 17 - Facultatief niet-proportioneel. Overige proportionele contracten (code 13) en overige niet-proportionele contracten (code 14) kunnen worden gebruikt voor hybride soorten herverzekeringscontracten. |
FC0120 |
Aanvangsdatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) voor de aanvangsdatum van de herverzekeringsovereenkomst in kwestie. |
FC0130 |
Vervaldatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) van de vervaldatum van de herverzekeringsovereenkomst in kwestie (d.w.z. de laatste datum waarop de herverzekeringsovereenkomst in kwestie van kracht is). Dit item wordt niet gerapporteerd als er geen vervaldatum is (bijvoorbeeld als de overeenkomst van onbepaalde duur is en slechts afloopt wanneer een van de partijen daarvan kennis geeft). |
FC0140 |
Transactievaluta |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta die wordt gebruikt voor betalingen uit hoofde van de specifieke herverzekeringsovereenkomst. |
FC0150 |
Maximale dekking per transactie |
Voor quotes of een surpluscontract wordt hier 100 % ingevuld van het maximumbedrag dat is vastgesteld voor de gehele overeenkomst/het gehele contract (bijv. 10 000 000 EUR). Voer hier in het geval van onbeperkte dekking „– 1” in. Dit item moet worden gerapporteerd in de valuta van de transactie. |
FC0160 |
Netto vorderingen |
Het bedrag dat voortvloeit uit de som van i) door de (her)verzekeraar betaalde maar nog niet door de (her)verzekeraar terugbetaalde claims; ii) door de (her)verzekeraar te betalen provisies; en iii) andere vorderingen min schulden aan de (her)verzekeraar. Kasdeposito's vallen hier niet onder; deze moeten worden beschouwd als ontvangen garanties. Dit item moet worden gerapporteerd in de rapportagevaluta van de groep. |
FC0170 |
Totaal uit hoofde van herverzekering verhaalbare bedragen |
Het totale door de herverzekeraar verschuldigde bedrag op de rapportagedatum. Dit omvat: — eventuele premievoorzieningen voor het deel van de toekomstige herverzekeringspremie dat al aan de herverzekeraar is betaald; — eventuele voorzieningen voor te betalen schaden voor de verzekeraar die moeten worden betaald door de herverzekeraar; — technische voorzieningen voor het bedrag dat staat voor het aandeel van de herverzekeraar in de bruto technische voorzieningen. Dit item moet worden gerapporteerd in de rapportagevaluta van de groep. |
FC0180 |
Technisch resultaat herverzekering (voor herverzekering) |
Herverzekeringsresultaat (voor de herverzekerde entiteit). Dit is de totale door de herverzekerde entiteit ontvangen herverzekeringsprovisie min de door de herverzekerde entiteit betaalde brutoherverzekeringspremies plus de tijdens de rapportageperiode door de herverzekeraar betaalde claims plus de totale uit hoofde van herverzekering verhaalbare bedragen aan het einde van de rapportageperiode min de totale uit hoofde van herverzekering verhaalbare bedragen aan het begin van de rapportageperiode. Dit item moet worden gerapporteerd in de rapportagevaluta van de groep. |
FC0190 |
Premies (voor verzekeringen) |
Totaalbedrag van bruto geboekte premie-inkomsten zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 11, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 Deze cel is niet van toepassing op lijfrentes van schadeverzekeringsovereenkomsten. |
FC0200 |
Claims (voor verzekeringen) |
Totaalbedrag van gedurende het jaar betaalde bruto claims (met inbegrip van de schadebeheerskosten). |
FC0210 |
Verzekeringsbranche |
Identificatie van de branche, zoals gedefinieerd in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35, die wordt herverzekerd. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 - Ziektekostenverzekeringen 2 - Inkomensbeschermingsverzekeringen 3 - Verzekeringen tegen arbeidsongevallen 4 - Aansprakelijkheidsverzekeringen voor motorrijtuigen 5 - Overige motorrijtuigenverzekeringen 6 - Verzekeringen voor schepen, luchtvaartuigen en andere transportmiddelen 7 - Verzekeringen tegen brand en andere schade aan goederen 8 - Algemene aansprakelijkheidsverzekeringen 9 - Krediet- en borgtochtverzekeringen 10 - Rechtsbijstandverzekering 11 - Hulpverlening 12 - Diverse geldelijke verliezen 13 - Proportionele ziektekostenherverzekeringen 14 - Proportionele inkomensbeschermingherverzekeringen 15 - Proportionele herverzekeringen tegen arbeidsongevallen 16 - Proportionele aansprakelijkheidsherverzekeringen voor motorrijtuigen 17 - Proportionele overige motorrijtuigenherverzekeringen 18 - Proportionele herverzekeringen voor schepen, luchtvaartuigen en andere transportmiddelen 19 - Proportionele herverzekeringen tegen brand en andere schade aan goederen 20 - Proportionele algemene aansprakelijkheidsherverzekeringen 21 - Proportionele krediet- en borgtochtherverzekeringen 22 - Proportionele rechtsbijstandherverzekeringen 23 - Proportionele hulpverleningsherverzekeringen 24 - Proportionele diverse herverzekeringen tegen geldelijke verliezen 25 - Niet-proportionele ziekteherverzekeringen 26 - Niet-proportionele ongevallenherverzekeringen 27 - Niet-proportionele herverzekeringen voor schepen, luchtvaartuigen en andere transportmiddelen 28 - Niet-proportionele zaakherverzekeringen 29 - Verzekeringen met winstdeling 30 - Aan indexen of beleggingen gekoppelde verzekeringen 31 - Andere levensverzekeringen 32 - Lijfrentes van schadeverzekeringsovereenkomsten en met betrekking tot ziekteverzekeringsverplichtingen 33 - Lijfrentes van schadeverzekeringsovereenkomsten en met betrekking tot verzekeringsverplichtingen anders dan ziekteverzekeringsverplichtingen 34 - Herverzekering in het levensverzekeringsbedrijf 35 - Ziekteverzekeringen 36 - Herverzekering in het ziekteverzekeringsbedrijf Indien een herverzekeringsregeling meer dan één verzekeringsbranche bestrijkt, kies dan uit de bovenstaande lijst de branche die het belangrijkst is. |
FC0220 |
Opmerkingen |
De opmerkingen omvatten: — een kennisgeving indien de transactie niet op een zakelijke grondslag is verricht; — alle andere relevante informatie over de economische aard van de verrichting. |
6. FC.05 - IGT - Winst-en-verliesrekening
6.1. Algemene opmerkingen
Deze bijlage bevat bijkomende instructies met betrekking tot de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de volgende tabel toont de te rapporteren posten, met vermelding van de kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
Dit onderdeel van de bijlage heeft betrekking op informatie die financiële conglomeraten ten minste eenmaal per jaar moeten verstrekken.
In deze template worden de winst-en-verliesrekeningen gerapporteerd met betrekking tot alle significante intragroeptransacties tussen entiteiten die onder het toezicht op financiële conglomeraten vallen zoals bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2002/87/EG, of winst-en-verliesrekeningtransacties die verband houden met of worden beschouwd als significante intragroeptransacties. Het kan daarbij gaan om:
vergoedingen;
provisies;
rente;
dividenden.
Uitbesteding binnen de groep of interne kostendeling die tot significante intragroeptransacties leidt moet worden gerapporteerd.
Hoewel rente en dividenden in FC.01 en FC.04 worden gerapporteerd, moeten zij ook worden gerapporteerd in FC.05 Winst-en-verliesrekening. Financiële conglomeraten vullen deze template in voor alle significante intragroeptransacties die zij moeten rapporteren, d.w.z. i) tussen gereglementeerde entiteiten van verschillende sectoren die tot dezelfde groep behoren; ii) tussen gereglementeerde entiteiten van dezelfde sector die tot dezelfde groep behoren; iii) tussen een gereglementeerde entiteit en een niet-gereglementeerde entiteit die tot dezelfde groep behoren; en iv) tussen een gereglementeerde entiteit en elke natuurlijke of rechtspersoon die door nauwe banden met de ondernemingen in de groep is verbonden.
In deze template moeten intragroeptransacties worden opgenomen die:
Twee of meer transacties tussen entiteiten van de groep die, uit economisch oogpunt, i) bijdragen aan hetzelfde risico, ii) hetzelfde doel dienen of iii) tijdelijk verbonden zijn in een plan, worden als één enkele economische operatie beschouwd.
Alle transacties die deel uitmaken van één economische operatie worden gerapporteerd wanneer zij collectief ten minste gelijk zijn aan de overeenkomstige drempel voor significante intragroeptransacties, zelfs als zij individueel onder de drempel blijven.
Alle elementen die aan significante intragroeptransacties worden toegevoegd, moeten worden gerapporteerd als een afzonderlijke intragroeptransactie, zelfs als een element op zich onder de significante drempelwaarde blijft. Als een onderneming bijvoorbeeld het aanvankelijke bedrag van een lening aan een andere, verbonden onderneming verhoogt, wordt de toevoeging aan de lening geregistreerd als een afzonderlijk item, waarbij de datum van de aanvulling geldt als uitgiftedatum.
Wanneer de transactiewaarde verschillend is voor twee partijen bij de transactie (bv. een transactie ter waarde van 10 000 000 EUR tussen A en B waarbij A 10 000 000 EUR registreert, maar B slechts 9 500 000 EUR ontvangt omdat er 500 000 EUR transactiekosten zijn gemaakt), wordt het maximumbedrag in de template gerapporteerd als het transactiebedrag (in dit voorbeeld 10 000 000 EUR). Indirecte transacties worden gedefinieerd als transacties waarbij risicoblootstellingen worden verplaatst, i) tussen entiteiten binnen het financieel conglomeraat (met inbegrip van transacties met special purpose vehicles, collectieve beleggingsinstellingen, verwante entiteiten of niet-gereglementeerde entiteiten), of ii) tussen entiteiten buiten het financieel conglomeraat (maar waarbij de risicoblootstelling uiteindelijk weer binnen het financieel conglomeraat wordt gebracht of blijft). Wanneer er een keten van verbonden intragroeptransacties is (bv. A belegt in B en B belegt in C), wordt deze transactie gerapporteerd als een indirecte transactie. Een transactie van A naar C wordt dus gerapporteerd en in de opmerkingen worden de tussenstappen vermeld. In het geval van een cascade van transacties (bv. achtereenvolgens van A naar B naar C naar D, waarbij zowel B als C in het conglomeraat zitten, maar niet-gereglementeerde entiteiten zijn) worden die transacties ook gerapporteerd.
6.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
FC0010 |
ID van intragroeptransactie |
Unieke interne identificatiecode voor elke intragroeptransactie. Blijft ongewijzigd in de loop van de tijd. Indien verbonden transacties reeds zijn vermeld, gebruik dan dezelfde ID. |
FC0020 |
Naam ontvangstenzijde |
Wettelijke benaming van de entiteit die de inkomsten van een andere entiteit binnen de groep heeft ontvangen. |
FC0030 |
Identificatiecode voor de ontvangstenzijde |
De unieke identificatiecode die wordt gekoppeld aan de entiteit die de inkomsten heeft ontvangen, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen de groep de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen de groep wordt de identificatiecode verstrekt door de groep. Wanneer aan elke niet-EER- of niet-gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt de groep op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0031 |
Soort code voor de ontvangstenzijde |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de ontvangstenzijde” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0040 |
Sector van de ontvangstenzijde |
Wanneer de entiteit die de inkomsten van een andere entiteit binnen de groep heeft ontvangen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de entiteit die de inkomsten van een andere entiteit binnen de groep heeft ontvangen geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn, vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0050 |
Naam uitgavenzijde |
Wettelijke benaming van de entiteit die de inkomsten aan een andere entiteit binnen de groep heeft verstrekt. |
FC0060 |
Identificatiecode voor de uitgavenzijde |
De unieke identificatiecode die wordt gekoppeld aan de entiteit die de inkomsten heeft verstrekt, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voer voor gereglementeerde EER-ondernemingen binnen de groep de identificatiecode in die op de lokale markt wordt gebruikt en is toegekend door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de onderneming; — voor niet-EER-ondernemingen en niet-gereglementeerde ondernemingen binnen de groep wordt de identificatiecode verstrekt door de groep. Wanneer aan elke niet-EER- of niet-gereglementeerde onderneming een identificatiecode wordt verstrekt, volgt de groep op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de moederonderneming + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0061 |
Soort code voor de uitgavenzijde |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de uitgavenzijde” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0070 |
Sector van de uitgavenzijde |
Wanneer de entiteit die de inkomsten aan een andere entiteit binnen de groep heeft verstrekt deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van Richtlijn 2002/87/EG, vermeld dan „sector banken”, „sector verzekeringen” of „sector beleggingsdiensten”. Wanneer de entiteit die de inkomsten aan een andere entiteit binnen de groep heeft verstrekt geen deel uitmaakt van de financiële sector in de zin van artikel 2, punt 8, van die richtlijn, vermeld dan „andere onderneming in de groep”. |
FC0080 |
Indirecte transacties |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van een indirecte transactie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van een indirecte transactie, vermeld dan „Nee”. |
FC0090 |
Eén enkele economische operatie |
Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie deel uitmaakt van één enkele economische operatie (zie punt 2.1. „Algemene opmerkingen”), rapporteer de „Identificatiecode van intragroeptransactie” (FC0010) van de verbonden transactie in deze cel. Wanneer de gerapporteerde intragroeptransactie geen deel uitmaakt van één enkele economische operatie, vermeld dan „Nee”. |
FC0100 |
Soort transactie |
Vermeld het soort winst-en-verliesrekeningtransactie. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1 – Vergoedingen 2 – Provisie 3 – Rente 4 – Dividenden 5 – Kosten of inkomsten 6 – Premies voor verzekeringen 7 – Claims voor verzekeringen 8 – Technisch resultaat voor herverzekeringen 9 – Overige |
FC0110 |
Transactie |
Waar van toepassing, het instrument waaraan de ontvangsten of uitgaven zijn gekoppeld. De volgende gesloten lijst van codes wordt gebruikt: 1.- Obligaties/schulden 2.- Vermogensgerelateerd 3.- Andere overdracht van activa 4.- Derivaat 5.- Post buiten de balanstelling 6.- Uitbesteding binnen de groep, interne kostendeling of huurovereenkomst 7.- Verzekering/herverzekering 8.- Overige. |
FC0120 |
Transactievaluta |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta die wordt gebruikt voor betalingen uit hoofde van de specifieke winst-en-verliesrekeningtransactie. |
FC0130 |
Transactiedatum |
Vermeld de ISO 8601-code (jjjj-mm-dd) voor de aanvangsdatum van de winst-en-verliesrekeningtransactie. |
FC0140 |
Bedrag |
Bedrag van de transactie of prijs volgens de overeenkomst, gerapporteerd in de rapportagevaluta van het financieel conglomeraat. |
FC0150 |
Opmerkingen |
De opmerkingen omvatten: — een kennisgeving indien de transactie niet op een zakelijke grondslag is verricht; — alle andere relevante informatie over de economische aard van de verrichting. |
7. FC.06 Risicoconcentratie – Blootstelling per tegenpartij
7.1. Algemene opmerkingen
Deze bijlage bevat bijkomende instructies met betrekking tot de templates van bijlage I bij deze verordening. De eerste kolom van de volgende tabel toont de te rapporteren posten, met vermelding van de kolommen en rijen zoals aangegeven in de template van die bijlage.
Deze template bevat alle significante risicoconcentraties tussen entiteiten die onder het toepassingsgebied van het groepstoezicht vallen en derden, en die kunnen voortvloeien uit de in de template vermelde risicoblootstellingen.
Het doel is een lijst op te stellen van de significante blootstellingen (waarde van de blootstellingen in elk soort instrument dat in de template is opgenomen) per afzonderlijke tegenpartij die buiten het toepassingsgebied van het financiële conglomeraat valt. Indien er meer dan één entiteit van het financiële conglomeraat betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig.
De blootstelling kan worden opgevat als de maximaal mogelijke blootstelling op contractuele basis. Het is noodzakelijkerwijs de blootstelling die op de balans wordt weergegeven, zowel op bruto- als op nettobasis, rekening houdend met eventuele risicolimiteringsinstrumenten of -technieken. De drempels worden vastgesteld door de coördinator, na overleg met de groep zelf.
Voor rapportagedoeleinden worden de termen „groep verbonden tegenpartijen” en „groep tegenpartijen” geacht gelijkwaardig te zijn aan „groep verbonden cliënten” overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 39, van Verordening (EU) nr. 575/2013.
De gegevens moeten worden gerapporteerd per juridische entiteit.
De gegevens moeten worden verstrekt overeenkomstig de sectorale voorschriften.
7.2. Instructies voor specifieke posities
|
POST |
INSTRUCTIES |
FC0010 |
Naam van de externe tegenpartij |
Dit is de naam van de externe tegenpartij van het financiële conglomeraat. |
FC0020 |
Identificatiecode van de externe tegenpartij |
De unieke identificatiecode die aan de belegger/kredietverstrekker/overnemer wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit, indien beschikbaar: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voor externe tegenpartijen in de EER: de identificatiecode die op de lokale markt wordt gebruikt (indien de externe tegenpartij gereglementeerd is, de door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de externe tegenpartij toegekende identificatiecode); — voor externe tegenpartijen buiten de EER: de identificatiecode wordt verstrekt door het conglomeraat. Wanneer aan elke niet-EER- of niet-gereglementeerde tegenpartij een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van de groep van de externe tegenpartij + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de onderneming + 5 cijfers. |
FC0030 |
Soort identificatiecode van de externe tegenpartij |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de externe tegenpartij” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0040 |
Naam van de groep (in het geval van een groep van tegenpartijen) |
Naam van de groep (indien meer dan een van de externe tegenpartijen tot dezelfde groep behoort). |
FC0050 |
Rating |
De door de aangewezen externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) toegekende rating van de tegenpartij op de rapportagereferentiedatum. Indien twee of meer kredietbeoordelingen van aangewezen EKBI’s beschikbaar zijn en de beide kredietbeoordelingen met verschillende parameters voor een post met een externe rating verband houden, wordt gebruikgemaakt van de kredietbeoordeling die het hoogste kapitaalvereiste oplevert. |
FC0051 |
Aangewezen EKBI |
Vermeld de externe kredietbeoordelingsinstelling (EKBI) die de externe rating toekent in FC0050. |
FC0060 |
Sector |
Vermeld de economische sector van de externe tegenpartij op basis van de meest recente versie van de NACE-code (het eerste niveau van hiërarchie — de letter). |
FC0070 |
Land |
Vermeld de ISO 3166-1 alfa-2 code van het land waaruit de blootstelling afkomstig is. Indien er een emittent is die een instrument uitgeeft voor een entiteit, is dit het land waar het hoofdkantoor van de emittent van de entiteit is gevestigd. |
FC0080 |
Entiteit van het financieel conglomeraat |
De naam van de entiteit van het conglomeraat met betrekking tot de blootstellingen. Dit betreft alle entiteiten en voor elke entiteit moet een afzonderlijke vermelding worden gerapporteerd. Indien er meer dan één entiteit van het conglomeraat betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. |
FC0090 |
Identificatiecode van de entiteit van het financieel conglomeraat |
De unieke identificatiecode die aan de entiteit van het conglomeraat wordt gekoppeld, in onderstaande volgorde van prioriteit: — identificatiecode voor juridische entiteiten (Legal Entity Identifier – LEI); — specifieke code. Specifieke code: — voor een EER-entiteit van het conglomeraat: op de lokale markt gebruikte identificatiecode. Indien de entiteit van het conglomeraat is gereglementeerd, de code die door de bevoegde toezichthoudende autoriteit van de entiteit is toegekend; — voor niet-EER-entiteiten van het conglomeraat, de door het conglomeraat verstrekte identificatiecode. Wanneer aan elke niet-EER- of niet-gereglementeerde entiteit van het conglomeraat een identificatiecode wordt verstrekt, volgt het conglomeraat op consistente wijze het volgende format: identificatiecode van het conglomeraat + ISO 3166-1 alfa-2 code van het land van de entiteit van het conglomeraat + 5 cijfers. |
FC0100 |
Identificatiecode van het soort entiteit van het financieel conglomeraat |
Soort identificatiecode die voor de „Identificatiecode van de entiteit van het financieel conglomeraat” wordt gebruikt. Gebruik ofwel de identificatiecode voor juridische entiteiten (LEI), ofwel de specifieke code. |
FC0110 |
Eigen vermogen |
Het totale bedrag van de blootstellingen in eigenvermogensinstrumenten ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. |
FC0120 |
Obligaties |
Het totale bedrag van de blootstellingen in obligatie-instrumenten ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. De blootstellingen waarvoor de vrijstellingen van toepassing zijn (FC0260) worden in deze cel opgenomen. |
FC0130 |
Activa waarvan de risico’s hoofdzakelijk door de polishouders worden gedragen |
Het totale bedrag van blootstellingen in activa waarvan de risico’s hoofdzakelijk door de polishouders worden gedragen ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. De doorkijkbenadering moet worden gebruikt wanneer deze beschikbaar is. |
FC0140 |
Derivaten |
Het totale bedrag van de blootstellingen in derivaten ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. De derivaten worden tegen hun vervangingswaarde gerapporteerd. De vervangingswaarde moet in overeenstemming zijn met de volgens de sectorale voorschriften gebruikte waarde. Indien verschillende blootstellingen met elkaar kunnen worden verrekend, mogen de gegevens in nettowaarden worden verstrekt (d.w.z. lange blootstelling + korte blootstelling). |
FC0150 |
Andere beleggingen |
Het totale bedrag van de blootstellingen in andere beleggingen ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. |
FC0160 |
Leningen en hypotheken |
Het totale bedrag van de blootstellingen in leningen en hypotheken ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. |
FC0170 |
Garanties en borgtochten |
Het totale bedrag van de blootstellingen (d.w.z. de maximale werkelijke blootstelling afhankelijk van de verplichting van de entiteit) in garanties en toezeggingen (met inbegrip van onbetaalde tranches van leningen) ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. Door de entiteiten van het conglomeraat verstrekte garanties worden in deze kolom gerapporteerd, terwijl garanties waarbij de entiteiten van het financiële conglomeraat begunstigden zijn, worden gerapporteerd als aftrekking van krediet- of verzekeringsrisicolimitering (FC0260) en in de cel voor indirecte blootstellingen (FC0220). |
FC0180 |
Verzekeringen |
Het totale bedrag van de blootstelling in de verzekeringen (verplichtingenlimiet of verzekerd bedrag, afhankelijk van welk bedrag de maximale mogelijke blootstelling vertegenwoordigt). |
FC0190 |
Externe herverzekering |
Het totale bedrag van de blootstellingen in externe herverzekering ten aanzien van de externe tegenpartij. Overeenkomstig de sectorale voorschriften moet het gerapporteerde bedrag het uit hoofde van herverzekering verhaalbare bedrag zijn. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. |
FC0200 |
Andere directe blootstellingen |
Het totale bedrag van de blootstellingen in andere instrumenten ten aanzien van de externe tegenpartij. Indien er meer dan één entiteit van de groep betrokken is, is voor elke entiteit een afzonderlijke rij nodig. Als vergoeding een mogelijkheid is, mag de nettowaarde worden gegeven. |
FC0210 |
Beschrijving van „andere” |
Beschrijving van de andere instrumenten die in FC0200 zijn gerapporteerd. |
FC0220 |
Indirecte blootstellingen |
Het totale bedrag van de blootstellingen die zijn toegewezen aan de garantiegever of aan de emittent van de zekerheid in plaats van aan de rechtstreekse kredietnemer. De beschermde oorspronkelijke referentieblootstelling (directe blootstelling) wordt in mindering gebracht op de blootstelling met betrekking tot de oorspronkelijke kredietnemer in de kolommen „In aanmerking komende krediet- of verzekeringsrisicolimiteringstechnieken”. Via het substitutie-effect leidt de indirecte blootstelling tot een verhoogde blootstelling met betrekking tot de garantiegever of de verschaffer van zekerheden. |
FC0230 |
Transacties waarbij er een blootstelling is met betrekking tot onderliggende activa |
Het totale bedrag van de blootstelling via transacties zoals securitisatieposities of blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in instellingen voor collectieve belegging („icb’s”) of via andere transacties waarbij sprake is van een blootstelling aan onderliggende activa. |
FC0240 |
Valuta |
Vermeld de alfabetische ISO 4217-code van de valuta van de blootstelling. |
FC0250 |
Totaalbedrag van de blootstelling |
De totale blootstelling aan één enkele tegenpartij, waarbij de activa en verplichtingen die verschuldigd zijn door en aan één enkele tegenpartij worden verrekend om de totale maximale nettoblootstelling te bepalen (indien mogelijk). De totale blootstelling meet de blootstelling ten aanzien van één enkele tegenpartij en wordt gedefinieerd als: lange blootstelling + korte blootstelling (in tegenstelling tot een maximale brutoblootstelling, die hier niet wordt gevraagd (d.w.z. lange blootstelling + absolute waarde van de korte blootstelling)). Bij het bepalen van deze post wordt geen rekening gehouden met eventuele risicolimiteringsinstrumenten of -technieken. |
FC0260 |
Risicolimiteringstechniek voor krediet- of verzekeringsrisico’s |
Eventuele door de sectorale voorschriften toegestane aftrekkingen die voortvloeien uit de toepassing van krediet- of verzekeringsrisicolimiteringstechnieken (bv. herverzekering, het gebruik van derivaten, of de in hoofdstuk 4 van Verordening (EU) nr. 575/2013 beschreven risicolimiteringstechnieken). |
FC0270 |
Vrijstellingen |
Eventuele aftrekken die voortvloeien uit de toepassing van vrijstellingen overeenkomstig de sectorale voorschriften (bv. artikel 400 van Verordening (EU) nr. 575/2013 of artikel 187 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie). |
FC0280 |
Bedrag van de blootstellingen na krediet- of verzekeringsrisicolimiteringstechniek en vrijstellingen |
Bedrag van de blootstellingen na krediet- of verzekeringsrisicolimiteringstechniek en vrijstellingen (nettobedrag). |
8. FC.07 Risicoconcentratie - Blootstelling per valuta, sector, land
De tabellen omvatten de risicoconcentratie tussen entiteiten die binnen het toepassingsgebied van het groepstoezicht vallen en derden. Blootstellingen moeten worden weergegeven per valuta, sector en land, gaande van de maximumblootstelling tot de minimumblootstelling. Indien het land, de sector of de valuta niet relevant is, mogen de cijfers in een categorie „Overige” worden gerapporteerd.
De „sector” geeft de spreiding over de volgende sectoren weer:
De tabellen zijn gebaseerd op alle blootstellingen (volledige balans) na risicolimiteringstechniek voor krediet- of verzekeringsrisico’s en vrijstellingen (nettobedrag).
9. FC.08 Risicoconcentratie - Blootstelling per activaklasse en rating
De tabellen omvatten de risicoconcentratie tussen entiteiten die binnen het toepassingsgebied van het groepstoezicht vallen en derden, weergegeven op basis van de combinatie van de belangrijkste activaklassen en rating. Voor obligaties worden de tabellen weergegeven op basis van de combinatie van activaklasse en rating. Voor vermogensgerelateerde blootstelling worden het totale bedrag van de blootstelling en het aandeel van de vermogensgerelateerde blootstelling in de totale activa (volledige balans) gerapporteerd.
De tabel is gebaseerd op alle blootstellingen in de vermelde activaklassen, na risicolimiteringstechniek voor krediet- of verzekeringsrisico’s en vrijstellingen (nettobedrag).
Indien twee of meer kredietbeoordelingen van aangewezen EKBI’s beschikbaar zijn en de beide kredietbeoordelingen met verschillende parameters voor een post met een externe rating verband houden, wordt gebruikgemaakt van de kredietbeoordeling die het hoogste kapitaalvereiste oplevert.
( 1 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
( 2 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/35 van de Commissie van 10 oktober 2014 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 12 van 17.1.2015, blz. 1).
( 3 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2303 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot specificering van de definities van en coördinering van het aanvullende toezicht op risicoconcentratie en intragroepstransacties (PB L 326 van 11.12.2015, blz. 34).
( 4 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
( 5 ) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
( 6 ) Zoals bepaald in artikel 223 van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).