02020D1339 — NL — 24.11.2020 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1339 VAN DE COMMISSIE

van 23 september 2020

betreffende de goedkeuring uit hoofde van Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden voor gebruik als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van bepaalde lichte bedrijfsvoertuigen in verband met de wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 313 van 28.9.2020, blz. 4)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1714 VAN DE COMMISSIE Voor de EER relevante tekst van 16 november 2020

  L 384

9

17.11.2020




▼B

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1339 VAN DE COMMISSIE

van 23 september 2020

betreffende de goedkeuring uit hoofde van Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden voor gebruik als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van bepaalde lichte bedrijfsvoertuigen in verband met de wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Innoverende technologie

Efficiënte lichtdioden in buitenverlichting van voertuigen (“efficiënte buitenlichten met leds”) worden voor lichte bedrijfsvoertuigen die worden aangedreven door een verbrandingsmotor op benzine, diesel, vloeibaar petroleumgas (lpg), gecomprimeerd aardgas (cng) of E85, of een combinatie van die brandstoffen, alsmede voor niet-extern oplaadbare hybride elektrische voertuigen (NOVC-HEV’s van categorie N1 waarvoor overeenkomstig bijlage XXI, subbijlage 8, aanhangsel 2, punt 1.1.4, bij Verordening (EU) 2017/1151 de ongecorrigeerde gemeten waarden voor brandstofverbruik en CO2-emissie mogen worden gebruikt, op diezelfde brandstoffen of een combinatie daarvan, goedgekeurd als innoverende technologie in de zin van artikel 11 van Verordening (EU) 2019/631, mits zij worden gebruikt in één of meer van de volgende buitenlichten van voertuigen:

a) 

dimlichtkoplamp (inclusief adaptief koplampsysteem);

b) 

grootlichtkoplamp;

c) 

breedtelicht;

d) 

mistvoorlicht;

e) 

mistachterlicht;

f) 

richtingaanwijzer aan de voorzijde;

g) 

richtingaanwijzer aan de achterzijde;

h) 

kentekenplaatverlichting;

i) 

achteruitrijlicht;

j) 

hoeklicht;

k) 

statische bochtverlichting;

l) 

markeringslichten;

m) 

zijmarkeringslichten;

▼M1

n) 

achterlicht.

▼B

Artikel 2

Aanvraag voor certificering van CO2-besparingen

1.  
Een fabrikant kan onder verwijzing naar dit besluit bij een typegoedkeuringsinstantie een aanvraag indienen voor certificering van de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van één of meer efficiënte buitenlichten met leds.
2.  
De fabrikant zorgt ervoor dat de aanvraag tot certificering vergezeld gaat van een verificatierapport van een onafhankelijke en gecertificeerde instantie waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden van artikel 1 is voldaan.
3.  
Indien de besparingen overeenkomstig artikel 3 zijn gecertificeerd, zorgt de fabrikant ervoor dat de gecertificeerde CO2-besparingen en de in artikel 4, lid 1, bedoelde eco-innovatiecode worden opgenomen in het conformiteitscertificaat van de desbetreffende voertuigen.

Artikel 3

Certificering van CO2-besparingen

1.  
De typegoedkeuringsinstantie verzekert zich ervan dat de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van de innoverende technologie volgens de in de bijlage beschreven methode zijn bepaald.
2.  
Wanneer een fabrikant met betrekking tot één voertuigversie certificering aanvraagt van de CO2-besparingen als gevolg van het gebruik van meer dan één efficiënt buitenlicht met leds overeenkomstig artikel 1, bepaalt de typegoedkeuringsinstantie welk van de geteste efficiënte buitenlichten met leds de geringste CO2-besparingen oplevert, en vermeldt zij de laagste waarde in de desbetreffende typegoedkeuringsdocumentatie.
3.  
De typegoedkeuringsinstantie registreert de gecertificeerde CO2-besparingen die zijn bepaald overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel, alsook de in artikel 4, lid 1, bedoelde eco-innovatiecode in de desbetreffende typegoedkeuringsdocumentatie.
4.  

Indien de innoverende technologie in een bifuelvoertuig of flexfuelvoertuig wordt geïnstalleerd, registreert de goedkeuringsinstantie de CO2-besparingen als volgt:

a) 

voor bifuelvoertuigen op benzine en gasvormige brandstoffen worden de CO2-besparingen voor lpg of cng geregistreerd;

b) 

voor flexfuelvoertuigen op benzine en E85 worden de CO2-besparingen voor benzine geregistreerd.

5.  
De typegoedkeuringsinstantie registreert alle elementen die zij voor de certificering in aanmerking heeft genomen in een testrapport en bewaart dit testrapport samen met het in het in artikel 2, lid 2, bedoelde verificatierapport, en stelt deze informatie op verzoek aan de Commissie ter beschikking.
6.  
De typegoedkeuringsinstantie certificeert alleen CO2-besparingen als zij van oordeel is dat de innoverende technologie voldoet aan de in artikel 1 van dit besluit vastgestelde voorwaarden en als de bereikte CO2-besparingen minstens 0,5 g CO2/km bedragen, zoals bedoeld in artikel 9, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014.

Artikel 4

Eco-innovatiecode

1.  
Aan de bij dit besluit goedgekeurde innoverende technologie wordt eco-innovatiecode 35 toegewezen.
2.  
De gecertificeerde CO2-besparingen die onder verwijzing naar de in lid 1 genoemde eco-innovatiecode worden geregistreerd, kunnen met ingang van het kalenderjaar 2021 in aanmerking worden genomen voor de berekening van de gemiddelde specifieke emissies van fabrikanten.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.




BIJLAGE

Methode ter bepaling van de CO2-besparingen van efficiënte buitenverlichting met leds voor gebruik in bepaalde lichte bedrijfsvoertuigen

1.   INLEIDING

Deze bijlage bevat de methode om de emissiebesparingen voor koolstofdioxide (CO2) te bepalen die moeten worden toegeschreven aan het gebruik van efficiënte buitenverlichting van voertuigen met leds in een of meer van de in artikel 1 genoemde buitenlichten van voertuigen, voor gebruik in de in dat artikel genoemde lichte bedrijfsvoertuigen.

2.   TESTOMSTANDIGHEDEN

Voor NOVC-HEV’s mag het maximale beschikbare spanningsniveau aan boord maximaal 60 volt bedragen.

De testomstandigheden moeten voldoen aan de voorschriften van de VN/ECE-Reglementen nrs. 4 ( 1 ), 6 ( 2 ), 7 ( 3 ), 19 ( 4 ), 23 ( 5 ), 38 ( 6 ), 48 ( 7 ), 91 ( 8 ), 100 ( 9 ), 112 ( 10 ), 119 ( 11 ) en 123 ( 12 ). Het energieverbruik wordt bepaald overeenkomstig punt 6.1.4 van VN/ECE-Reglement nr. 112 en de punten 3.2.1 en 3.2.2 van bijlage 10 bij dat reglement.

Voor het dimlicht van het adaptief koplampsysteem (AFS) dat valt in ten minste twee van de klassen C, E, V of W zoals vastgesteld in tabel 1 van VN/ECE-Reglement nr. 123, geldt dat de energieverbruiksmetingen worden uitgevoerd bij de led-intensiteit van elke klasse (Pk), waarbij k overeenstemt met elke in tabel 1 gespecificeerde klasse zoals gedefinieerd in VN/ECE-Reglement nr. 123.

Indien met de technische dienst wordt overeengekomen dat klasse C de representatieve/gemiddelde ledintensiteit voor de toepassing in het voertuig is, worden de energieverbruiksmetingen uitgevoerd op dezelfde wijze als voor elk ander buitenlicht met leds dat deel uitmaakt van de combinatie.



Tabel 1

Klassen van AFS-dimlicht

Klasse

Zie punt 1.3 en voetnoot 2 van VN/ECE-Reglement nr. 123

% ledintensiteit

Activeringsmodus (*1)

C

Basisdimlicht (platteland)

100

50 km/h < snelheid < 100 km/h

Of wanneer geen modus van een andere dimlichtklasse (V, W, E) is geactiveerd

V

Stad

85

Snelheid < 50 km/h

E

Snelweg

110

Snelheid > 100 km/h

W

Ongunstige omstandigheden

90

Ruitenwisser actief > 2 min

(*1)   

De activeringssnelheden moeten voor elke toepassing in het voertuig worden gecontroleerd overeenkomstig de punten 6.22.7.4.1 (klasse C), 6.22.7.4.2 (klasse V), 6.22.7.4.3 (klasse E) en 6.22.7.4.4 (klasse W) van VN/ECE-Reglement nr. 48.

2.1.    Testapparatuur

De volgende testapparatuur moet worden gebruikt:

a) 

een voedingseenheid (d.w.z. een variabele spanningsbron);

b) 

twee digitale multimeters, één voor het meten van de gelijkstroom en één voor het meten van de gelijkspanning.

In figuur 1 is een mogelijke testopstelling afgebeeld, waarbij de gelijkspanningsmeter is geïntegreerd in de voedingseenheid.

image Figuur 1
Illustratie testopstelling

2.2.    Bepaling van de energiebesparingen

2.2.1.    Meting van het energieverbruik

Voor elk in een combinatie opgenomen efficiënt buitenlicht met leds wordt de stroommeting uitgevoerd bij een spanning van 13,2 V. Ledmodules met een elektronisch lichtbronbedieningsmechanisme moeten volgens de specificaties van de aanvrager worden gemeten.

De fabrikant kan vragen dat aanvullende metingen van de stroom bij andere spanningen worden verricht, indien de noodzaak daarvan kan worden aangetoond op basis van geverifieerde documentatie.

In elk geval worden de metingen (n) voor elke spanning ten minste vijf keer na elkaar verricht. De aangelegde spanning en de gemeten stroom moeten met vier decimalen worden geregistreerd.

Het energieverbruik moet worden bepaald door de spanning te vermenigvuldigen met de gemeten stroom. Het gemiddelde energieverbruik voor elk efficiënt buitenlicht met leds image [W] moet worden berekend volgens formule 1; bij de berekeningen moeten vier decimalen in aanmerking worden genomen. Wanneer een stappenmotor of elektronische regelaar wordt gebruikt voor de levering van elektriciteit aan de ledlampen, moet de elektrische belasting van deze component worden uitgesloten van de meting.

image Formule 1

waarbij

image

= de geteste spanning van elk voertuiglicht met leds i [V]

image

= de gemeten stroom van elk voertuiglicht met leds i [A]

n

= het aantal metingen van het monster

j

verwijst naar een individuele energieverbruiksmeting.

Voor AFS-dimlichten wordt het energieverbruik image [W] berekend als het gemiddelde van het energieverbruik van het led-licht voor elke klasse k, gewogen volgens het WLTP-tijdsaandeel per snelheidsbereik, overeenkomstig formule 2.

image Formule 2

waarbij

image

= het energieverbruik bij de led-intensiteit voor elke klasse k als het gemiddelde van n opeenvolgende metingen [W]

K

= het aantal klassen dat bij het AFS-dimlicht hoort

WLTP_share = het WLTP-tijdsaandeel per snelheidsbereik in elke klasse, zoals gedefinieerd in tabel 2.



Tabel 2

WLTP-tijdsaandeel per snelheidsbereik

Snelheidsbereik

WLTP_share

< 50 km/h

0,588

50-100 km/h

0,311

> 100 km/h

0,101

Indien het AFS-dimlicht niet binnen alle in tabel 1 gespecificeerde klassen valt, moet het WLTP_share van de ontbrekende klassen aan klasse C worden toegeschreven.

2.2.2.    Berekening van de energiebesparingen

De energiebesparingen van elk efficiënt buitenlicht met leds (ΔPi) [W] moeten worden berekend volgens formule 3.

image Formule 3

waarbij

image

= het energieverbruik van het basisvoertuiglicht i [W]

image

= het gemiddelde energieverbruik van het eco-innovatieve voertuiglicht i [W].

Het energieverbruik van de verschillende basisvoertuiglichten is gedefinieerd in tabel 3.



Tabel 3

Het energieverbruik voor verschillende basislichten van voertuigen

Voertuiglicht

Energieverbruik (PB) [W]

Dimlichtkoplamp

137

Grootlichtkoplamp

150

Breedtelichten

12

Kentekenplaat

12

Mistvoorlicht

124

Mistachterlicht

26

Richtingaanwijzer aan de voorzijde

13

Richtingaanwijzer aan de achterzijde

13

Achteruitrijlicht

52

Hoeklicht

44

Statische bochtverlichting

44

Markeringslicht (voertuigbreedte > 2,1 m)

12

Zijmarkeringslicht (voertuiglengte > 6 m)

24

▼M1

Achterlicht

12

▼B

3.   BEREKENING VAN DE CO2-BESPARINGEN

De CO2-besparingen moeten worden berekend volgens formule 4.

image Formule 4

waarbij

v

= de gemiddelde rijsnelheid van de WLTP, te weten 46,6 km/h

ηA

= het rendement van de alternator, te weten 0,67

UFi

= de gebruiksfactor van het voertuiglicht i, zoals gedefinieerd in tabel 4

VPe

= het verbruik van effectief vermogen voor elke goedgekeurde brandstof, zoals gedefinieerd in tabel 5

CF

= de omrekeningsfactor voor brandstof, zoals gedefinieerd in tabel 6.



Tabel 4

Gebruiksfactor voor verschillende voertuiglichten

Voertuiglicht

Gebruiksfactor (UF)

Dimlichtkoplamp

0,33

Grootlichtkoplamp

0,03

Breedtelichten

0,36

Kentekenplaat

0,36

Mistvoorlicht

0,01

Mistachterlicht

0,01

Richtingaanwijzer aan de voorzijde

0,15

Richtingaanwijzer aan de achterzijde

0,15

Achteruitrijlicht

0,01

Hoeklicht

0,019

Statische bochtverlichting

0,039

Markeringslicht (breedte > 2,1 m)

0,36

Zijmarkeringslicht (lengte > 6 m)

0,36

▼M1

Achterlicht

0,36

▼B



Tabel 5

Verbruik van effectief vermogen

Motortype

Verbruik van effectief vermogen VPe [l/kWh]

Benzine/E85

0,264

Benzine/E85 turbo

0,280

Diesel

0,220

Lpg

0,342

Lpg turbo

0,363

 

Verbruik van effectief vermogen VPe [m3/kWh]

Cng (G20)

0,259

Cng (G20) turbo

0,275



Tabel 6

Omrekeningsfactor voor brandstof

Brandstoftype

Omrekeningsfactor (CF) [g CO2/l]

Benzine/E85

2 330

Diesel

2 640

Lpg

1 629

 

Omrekeningsfactor (CF) [g CO2/m3]

Cng (G20)

1 795

4.   BEREKENING VAN DE ONZEKERHEID VAN DE CO2-BESPARINGEN

4.1.    Algemene methodologie

De onzekerheid van de CO2-besparingen image [W] wordt berekend volgens formule 5 en mag niet hoger zijn dan 30 % van de CO2-besparingen.

image Formule 5

waarbij

m

= het aantal buitenlichten met leds in de geteste combinatie

image

= de statistische marge van het energieverbruik van elk i-de in het eco-innovatieve voertuig gemonteerde led-licht, zoals berekend volgens formule 6.

image Formule 6

In het geval van een AFS-dimlicht wordt de statistische marge van het energieverbruik image [W] in plaats daarvan berekend volgens de formules 7 en 8.

image Formule 7

image Formule 8

waarbij

n

= het aantal energieverbruiksmetingen, te weten ten minste vijf, zoals aangegeven in punt 2.2.1

i

overeenstemt met elk voertuiglicht

j

verwijst naar een individuele energieverbruiksmeting

image

= het gemiddelde van de n waarden van Pk

K

= het aantal klassen dat bij het AFS-dimlicht hoort.

5.   AFRONDING

De CO2-besparingen image en de onzekerheid van de CO2-besparingen image moeten worden afgerond op twee decimalen.

Elke waarde die wordt gebruikt voor de berekening van de CO2-besparingen moet hetzij niet-afgerond worden toegepast, hetzij worden afgerond op het minimumaantal decimalen dat toelaat dat de maximale totale impact (d.w.z. de gecombineerde impact van alle afgeronde waarden) op de besparingen lager is dan 0,25 g CO2/km.

6.   CONTROLE AAN DE HAND VAN DE MINIMUMDREMPELWAARDE VOOR CO2-BESPARINGEN

De typegoedkeuringsinstantie vergewist zich ervan dat voor elke uitvoering van een voertuig dat met de efficiënte buitenlichten met leds is uitgerust, aan het in artikel 9, lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 gespecificeerde criterium van de minimumdrempelwaarde wordt voldaan.

Wanneer de typegoedkeuringsinstantie nagaat of aan het criterium van de minimumdrempelwaarde wordt voldaan, houdt zij, overeenkomstig formule 9, rekening met de in punt 3 bepaalde CO2-besparingen en de in punt 4 bepaalde onzekerheid.

image Formule 9

waarbij

MT

= de minimumdrempelwaarde, gelijk aan 1 g CO2/km

image

= de omvang van de CO2-besparingen [g CO2/km], zoals gedefinieerd in punt 3

image

= de onzekerheid van de CO2-besparingen, zoals berekend volgens punt 4 [g CO2/km].

7.   CERTIFICERING VAN DE CO2-BESPARINGEN

De CO2-besparingen die door de typegoedkeuringsinstantie overeenkomstig artikel 11 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2014 moeten worden gecertificeerd image [g CO2/km], zijn de volgens formule 10 berekende CO2-besparingen.

De CO2-besparingen worden voor elke voertuiguitvoering die met de efficiënte buitenlichten met leds is uitgerust, in het typegoedkeuringscertificaat geregistreerd.

image Formule 10

waarbij

image

= de CO2-besparingen, zoals bepaald in punt 3 [g CO2/km]

image

= de onzekerheid van de CO2-besparingen, zoals berekend volgens punt 4 [g CO2/km].



( 1 ) PB L 4 van 7.1.2012, blz. 17.

( 2 ) PB L 213 van 18.7.2014, blz. 1.

( 3 ) PB L 285 van 30.9.2014, blz. 1.

( 4 ) PB L 250 van 22.8.2014, blz. 1.

( 5 ) PB L 237 van 8.8.2014, blz. 1.

( 6 ) PB L 148 van 12.6.2010, blz. 55.

( 7 ) PB L 323 van 6.12.2011, blz. 46.

( 8 ) PB L 164 van 30.6.2010, blz. 69.

( 9 ) PB L 302 van 28.11.2018, blz. 114.

( 10 ) PB L 250 van 22.8.2014, blz. 67.

( 11 ) PB L 89 van 25.3.2014, blz. 101.

( 12 ) PB L 222 van 24.8.2010, blz. 1.