02010A0204(01) — NL — 28.02.2021 — 007.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
MONETAIRE OVEREENKOMST tussen de Europese Unie en Vaticaanstad (PB C 028 van 4.2.2010, blz. 13) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
L 174 |
24 |
4.7.2012 |
||
C 73 |
29 |
12.3.2014 |
||
L 120 |
58 |
13.5.2015 |
||
L 47 |
10 |
24.2.2016 |
||
L 19 |
64 |
25.1.2017 |
||
L 81 |
77 |
23.3.2018 |
||
L 85 |
24 |
27.3.2019 |
||
L 19 |
36 |
24.1.2020 |
||
L 43 |
18 |
8.2.2021 |
MONETAIRE OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en Vaticaanstad
2010/C 28/05
DE EUROPESE UNIE, vertegenwoordigd door de Commissie en de Italiaanse Republiek
en
VATICAANSTAD, vertegenwoordigd door de Heilige Stoel overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag van Lateranen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van Verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 is met ingang van 1 januari 1999 de munteenheid van elke lidstaat die deelneemt aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, waaronder Italië, vervangen door de euro. |
(2) |
Tussen de Italiaanse Republiek en Vaticaanstad bestonden reeds vóór de invoering van de euro bilaterale monetaire overeenkomsten, in het bijzonder de Convenzione monetaria tra la Repubblica Italiana e lo Stato della Città del Vaticano, die op 3 december 1991 is gesloten. |
(3) |
Overeenkomstig verklaring nr. 6, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag betreffende de Europese Unie, dient de Gemeenschap heronderhandelingen over bestaande regelingen met Vaticaanstad die als gevolg van de invoering van de eenheidsmunt noodzakelijk mochten worden, te vergemakkelijken. |
(4) |
Op 29 december 2000 heeft de Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Italiaanse Republiek in samenwerking met de Commissie en de ECB, een monetaire overeenkomst met Vaticaanstad gesloten. |
(5) |
Krachtens deze monetaire overeenkomst gebruikt Vaticaanstad de euro als zijn officiële munteenheid en kent het de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten. Het dient te garanderen dat de EU-regels betreffende eurobankbiljetten en -munten — waaronder de regels inzake de bescherming van de euro tegen valsemunterij — op zijn grondgebied van toepassing zijn. |
(6) |
Deze overeenkomst verplicht de ECB en de nationale centrale banken niet tot opneming van de financiële instrumenten van Vaticaanstad in de lijst(en) van effecten die voor de monetaire beleidstransacties van het Europees Stelsel van centrale banken in aanmerking komen. |
(7) |
Er dient een gemengd comité dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van Vaticaanstad, de Italiaanse Republiek, de Commissie en de ECB te worden ingesteld om de toepassing van deze overeenkomst te analyseren, het jaarlijkse plafond voor de uitgifte van munten vast te stellen, te onderzoeken of het minimumaandeel van de munten dat tegen nominale waarde in omloop zal worden gebracht, toereikend is, en de door Vaticaanstad genomen maatregelen tot uitvoering van de relevante EU-wetgeving te beoordelen. |
(8) |
Het Hof van Justitie van de Europese Unie is de rechterlijke instantie die verantwoordelijk is voor het beslechten van geschillen die uit de toepassing van de overeenkomst kunnen rijzen, |
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT:
Artikel 1
Vaticaanstad heeft het recht de euro als zijn officiële munteenheid te gebruiken, in overeenstemming met de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 en (EG) nr. 974/98. Vaticaanstad kent de status van wettig betaalmiddel toe aan eurobankbiljetten en -munten.
Artikel 2
Vaticaanstad geeft geen bankbiljetten, munten of monetaire surrogaten van welke aard ook uit, tenzij de voorwaarden voor de uitgifte daarvan met de Europese Unie zijn overeengekomen. De voorwaarden voor de uitgifte van euromunten vanaf 1 januari 2010 worden in de navolgende artikelen vastgelegd.
Artikel 3
Het jaarlijkse plafond (in waardetermen) voor de uitgifte van euromunten door Vaticaanstad wordt door het bij deze overeenkomst ingesteld gemengd comité berekend als de som van:
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Vaticaanstad verbindt zich ertoe door middel van directe omzettingen of eventuele gelijkwaardige instrumenten alle passende maatregelen te nemen met het oog op de tenuitvoerlegging van de in de bijlage bij deze overeenkomst vermelde EU-rechtsbesluiten en -regels op het gebied van:
eurobankbiljetten en -munten;
voorkoming van witwassen van geld, preventie van fraude met en vervalsing van contante en girale betaalmiddelen, medailles en penningen, en statistische rapportageverplichtingen.
Wanneer er in Vaticaanstad een banksector tot stand wordt gebracht, wordt de in de bijlage opgenomen lijst van rechtsbesluiten en -regels uitgebreid met de bancaire en financiële EU-wetgeving en de toepasselijke rechtsbesluiten en -regels van de ECB, in het bijzonder inzake statistische rapportageverplichtingen.
Artikel 9
Financiële instellingen die in Vaticaanstad zijn gevestigd, kunnen op passende voorwaarden, die met de instemming van de Europese Centrale Bank speciaal daartoe door de Banca d’Italia worden vastgesteld, toegang krijgen tot interbancaire betalings- en afwikkelingssystemen en effectenafwikkelingssystemen in het eurogebied.
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Onverminderd artikel 10, lid 3, kan iedere partij deze overeenkomst opzeggen met een opzegtermijn van een jaar.
Artikel 13
Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2010.
Artikel 14
De monetaire overeenkomst van 29 december 2000 wordt met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst ingetrokken. Verwijzingen naar de overeenkomst van 29 december 2000 worden gelezen als verwijzingen naar deze overeenkomst.
BIJLAGE
|
Toe te passen wettelijke bepalingen |
Uiterste toepassingsdatum |
|
Voorkoming van witwassen van geld |
|
1. |
Kaderbesluit 2001/500/JBZ van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en van opbrengsten van misdrijven (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 1) |
|
2. |
Richtlijn 2014/42/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de Europese Unie (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 39) |
31 december 2016 (2) |
3. |
Verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 1) |
31 december 2017 (3) |
4. |
Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73) |
31 december 2017 (3) |
|
Gewijzigd bij: |
|
5. |
Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 43) |
31 maart 2020 (6) |
|
Aangevuld met: |
|
6. |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad door de identificatie van derde landen met een hoog risico die strategische tekortkomingen vertonen (PB L 254 van 20.9.2016, blz. 1) |
31 december 2017 (5) |
7. |
Gewijzigd bij: Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/105 van de Commissie van 27 oktober 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 wat betreft de toevoeging van Ethiopië aan de lijst van derde landen met een hoog risico in de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 19 van 24.1.2018, blz. 1) |
31 maart 2019 (6) |
8. |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/212 van de Commissie van 13 december 2017 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Sri Lanka, Trinidad en Tobago en Tunesië aan de in punt I van de bijlage opgenomen tabel (PB L 41 van 14.2.2018, blz. 4) |
31 maart 2019 (6) |
9. |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1467 van de Commissie van 27 juli 2018 houdende wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1675 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot de toevoeging van Pakistan aan de tabel onder punt I van de bijlage (PB L 246 van 2.10.2018, blz. 1) |
31 december 2019 (7) |
10. |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/758 van de Commissie van 31 januari 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen inzake de minimumactie en de soort bijkomende maatregelen waartoe krediet- en financiële instellingen verplicht zijn met het oog op het beperken van het witwasrisico en het risico van terrorismefinanciering in bepaalde derde landen (PB L 125 van 14.5.2019, blz. 4) |
31 december 2020 (7) |
11. |
Verordening (EU) 2018/1672 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de controle van liquide middelen die de Unie binnenkomen of verlaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1889/2005 (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 6) |
31 december 2021 (7) |
12. |
Richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld, (PB L 284 van 12.11.2018, blz. 22) |
31 december 2021 (7) |
13. |
Richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten, en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 122) |
31 december 2023 (8) |
|
Preventie van fraude en vervalsing |
|
14. |
Verordening (EG) nr. 1338/2001 van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 181 van 4.7.2001, blz. 6) |
31 december 2010 |
|
Gewijzigd bij: |
|
15. |
Verordening (EG) nr. 44/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1338/2001 tot vaststelling van maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 1) |
|
16. |
Verordening (EG) nr. 2182/2004 van de Raad van 6 december 2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 373 van 21.12.2004, blz. 1) |
31 december 2010 |
|
Gewijzigd bij: |
|
17. |
Verordening (EG) nr. 46/2009 van de Raad van 18 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2182/2004 betreffende op euromunten lijkende medailles en penningen (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 5) |
|
18. |
Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van 21.5.2014, blz. 1) |
31 december 2016 (2) |
19. |
Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PB L 123 van 10.5.2019, blz. 18) |
31 december 2021 (7) |
|
Regels betreffende eurobankbiljetten en -munten |
|
20. |
Conclusies van de Raad van 10 mei 1999 betreffende het kwaliteitszorgsysteem voor de euromunten |
31 december 2010 |
21. |
Richtsnoer ECB/2003/5 van de Europese Centrale Bank van 20 maart 2003 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (2003/206/EG) (PB L 78 van 25.3.2003, blz. 20) |
31 december 2010 |
|
Gewijzigd bij: |
|
22. |
Richtsnoer ECB/2013/11 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 houdende wijziging van Richtsnoer ECB/2003/5 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen tegen niet-conforme reproducties van eurobankbiljetten en betreffende de vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (2013/212/EU) (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 43) |
31 december 2014 (1) |
23. |
Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (2010/597/EU) (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1) |
31 december 2012 |
|
Gewijzigd bij: |
|
24. |
Besluit ECB/2012/19 van de Europese Centrale Bank van 7 september 2012 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (2012/507/EU) (PB L 253 van 20.9.2012, blz. 19) |
31 december 2013 (1) |
25. |
Besluit (EU) 2019/2195 van de Europese Centrale Bank van 5 december 2019 tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2019/39) (PB L 330 van 20.12.2019, blz. 91) |
31 december 2021 (8) |
26. |
Verordening (EU) nr. 1210/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende de echtheidscontrole van euromunten en de behandeling van euromunten die ongeschikt zijn voor circulatie (PB L 339 van 22.12.2010, blz. 1) |
31 december 2012 |
27. |
Verordening (EU) nr. 651/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de uitgifte van euromunten (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 135) |
31 december 2013 (1) |
28. |
Besluit ECB/2013/10 van de Europese Centrale Bank van 19 april 2013 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (2013/211/EU) (PB L 118 van 30.4.2013, blz. 37) |
31 december 2014 (1) |
|
Gewijzigd bij: |
|
29. |
Besluit (EU) 2019/669 van de Europese Centrale Bank van 4 april 2019 tot wijziging van Besluit ECB/2013/10 betreffende de denominaties, specificaties, reproductie, vervanging en het uit circulatie nemen van eurobankbiljetten (ECB/2019/9) (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 6) |
31 december 2020 (7) |
30. |
Verordening (EU) nr. 729/2014 van de Raad van 24 juni 2014 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken (herschikking) (PB L 194 van 2.7.2014, blz. 1) |
31 december 2013 (2) |
Deel van de bijlage bij de monetaire overeenkomst conform de ad-hocregeling van het gemengd comité op verzoek van de Heilige Stoel en Vaticaanstad om de relevante regels op te nemen die van toepassing zijn op entiteiten die beroepsmatig financiële activiteiten verrichten
|
Relevante delen van de volgende wettelijke instrumenten |
Uiterste toepassingsdatum |
31. |
Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1) |
31 december 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
32. |
Richtlijn 2001/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 (PB L 283 van 27.10.2001, blz. 28) |
|
33. |
Richtlijn 2003/51/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2003 (PB L 178 van 17.7.2003, blz. 16) |
|
34. |
Richtlijn 2006/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 1) |
|
35. |
Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338) |
31 december 2017 (2) |
36. |
Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen |
31 december 2017 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
37. |
Verordening (EU) 2017/2395 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de overgangsregelingen ter beperking van de gevolgen van de invoering van IFRS 9 voor het eigen vermogen en ter behandeling als grote risicoblootstellingen van blootstellingen met betrekking tot bepaalde overheidsinstanties welke in de nationale valuta van een lidstaat luiden (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 27) |
30 juni 2019 (6) |
38. |
Verordening (EU) 2017/2401 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 1) |
31 maart 2020 (6) |
39. |
Verordening (EU) 2019/630 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft minimale verliesdekking voor niet-renderende blootstellingen (PB L 111 van 25.4.2019, blz. 4) |
31 december 2020 (7) |
40. |
Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten, en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 150 van 7.6.2019, blz. 1). |
31 december 2023 (8) |
41. |
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1) en, in voorkomend geval, de desbetreffende niveau 2-maatregelen. |
30 september 2018 (4) |
|
Gewijzigd bij: |
|
42. |
Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (PB L 175 van 30.6.2016, blz. 1) |
30 september 2018 (5) |
43. |
Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (richtlijn marktmisbruik) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 179) |
30 september 2018 (4) |
|
Wetgeving betreffende de verzameling van statistische informatie (*1) |
|
44. |
Richtsnoer ECB/2013/24 van de Europese Centrale Bank van 25 juli 2013 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (2014/3/EU) (PB L 2 van 7.1.2014, blz. 34) |
31 december 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
45. |
Richtsnoer (EU) 2016/66 van de Europese Centrale Bank van 26 november 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2013/24 betreffende de statistische rapportagevereisten van de Europese Centrale Bank met betrekking tot financiële kwartaalrekeningen (ECB/2015/40) (PB L 14 van 21.1.2016, blz. 36) |
31 maart 2017 (4) |
46. |
Verordening (EU) nr. 1071/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 1) |
31 december 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
47. |
Verordening (EU) nr. 1375/2014 van de Europese Centrale Bank van 10 december 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1071/2013 met betrekking tot de balans van de sector monetaire financiële instellingen (ECB/2013/33) (ECB/2014/51) (PB L 366 van 20.12.2014, blz. 77) |
|
48. |
Verordening (EU) nr. 1072/2013 van de Europese Centrale Bank van 24 september 2013 met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2013/34) (PB L 297 van 7.11.2013, blz. 51) |
31 december 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
49. |
Verordening (EU) nr. 756/2014 van de Europese Centrale Bank van 8 juli 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1072/2013 (ECB/2013/34) met betrekking tot statistieken van door monetaire financiële instellingen gehanteerde rentetarieven (ECB/2014/30) (PB L 205 van 12.7.2014, blz. 14) |
|
50. |
Richtsnoer ECB/2014/15 van de Europese Centrale Bank van 4 april 2014 betreffende monetaire en financiële statistieken (herschikking) (2014/810/EU) (PB L 340 van 26.11.2014, blz. 1) |
31 december 2016 (2) |
|
Gewijzigd bij: |
|
51. |
Richtsnoer (EU) 2015/571 van de Europese Centrale Bank van 6 november 2014 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2014/43) (PB L 93 van 9.4.2015, blz. 82) |
|
52. |
Richtsnoer (EU) 2016/450 van de Europese Centrale Bank van 4 december 2015 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2015/44) (PB L 86 van 1.4.2016, blz. 42) |
31 maart 2017 (4) |
53. |
Richtsnoer (EU) 2017/148 van de Europese Centrale Bank van 16 december 2016 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2016/45) (PB L 26 van 31.1.2017, blz. 1) |
1 november 2017 (5) |
54. |
Richtsnoer (EU) 2018/877 van de Europese Centrale Bank van 1 juni 2018 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2018/17) (PB L 154 van 18.6.2018, blz. 22) |
1 oktober 2019 (6) |
55. |
Richtsnoer (EU) 2019/1386 van de Europese Centrale Bank van 7 juni 2019 tot wijziging van Richtsnoer ECB/2014/15 betreffende monetaire en financiële statistieken (ECB/2019/18) (PB L 232 van 6.9.2019, blz. 1) |
31 december 2020 (8) |
(*1)
Als overeengekomen in het kader van de template voor vereenvoudigde statistische rapportage. |
(1) Het gemengd comité van 2013 heeft over deze termijnen beslist.
(2) Het gemengd comité van 2014 heeft over deze termijnen beslist.
(3) Het gemengd comité van 2015 heeft over deze termijnen beslist.
(4) Het gemengd comité van 2016 heeft over deze termijnen beslist.
(5) Het gemengd comité van 2017 heeft over deze termijnen beslist.
(6) Het gemengd comité van 2018 heeft over deze termijnen beslist.
(7) Het gemengd comité van 2019 heeft over deze termijnen beslist.
(8) Het gemengd comité van 2020 heeft over deze termijnen beslist.