19.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 315/7


ARREST VAN HET HOF

van 14 mei 2019

in zaak E-6/18

Toezichthoudende Autoriteit van de EVA tegen IJsland

(Niet-nakoming door een EVA-staat van op hem rustende verplichtingen — Niet-omzetting — Richtlijn 2014/52/EU)

(2019/C 315/08)

In zaak E-6/18, Toezichthoudende Autoriteit van de EVA tegen IJsland — VERZOEK om vast te stellen dat IJsland de verplichtingen die krachtens de in punt 1a van bijlage XX bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte genoemde handeling (Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten), zoals aangepast bij Protocol 1, en krachtens artikel 7 van de Overeenkomst op hem rusten, niet is nagekomen door de maatregelen die nodig zijn voor de omzetting van de handeling niet binnen de gestelde termijn vast te stellen of althans niet ter kennis van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA te brengen, heeft het Hof, samengesteld uit Páll Hreinsson, voorzitter, Per Christiansen (rechter-rapporteur) en Bernd Hammermann, rechters, op 14 mei 2019 een arrest gewezen, waarvan het dictum als volgt luidt:

Het Hof:

1.

stelt vast dat IJsland, door het niet binnen de gestelde termijn aannemen van de maatregelen die nodig zijn voor de omzetting van de in punt 1a van bijlage XX bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte genoemde handeling (Richtlijn 2014/52/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2011/92/EU betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten), zoals aangepast bij Protocol 1, zijn verplichtingen uit hoofde van die handeling en artikel 7 van de Overeenkomst niet is nagekomen.

2.

verwijst IJsland in de kosten van de procedure.