16.10.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 275/65


AANBEVELING VAN DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA

Nr. 119/07/COL

van 16 april 2007

inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van dioxinen, dioxineachtige pcb's en niet-dioxineachtige pcb's in levensmiddelen

DE TOEZICHTHOUDENDE AUTORITEIT VAN DE EVA,

GELET OP de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „EER-Overeenkomst”), en met name op artikel 109 en Protocol 1,

GELET OP de Overeenkomst tussen de EVA-staten betreffende de oprichting van een Toezichthoudende Autoriteit en een Hof van Justitie, en met name op artikel 5, lid 2, onder b), en Protocol 1,

GELET OP het in punt 54zn in hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-Overeenkomst bedoelde besluit,

Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie van 8 maart 2001 tot vaststelling van maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen

 (1)

zoals gewijzigd en aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1,

GELET OP het in punt 54zzc in hoofdstuk XII van bijlage II bij de EER-Overeenkomst bedoelde besluit,

Richtlijn 2002/69/EG van de Commissie van 26 juli 2002 tot vaststelling van bemonsteringswijzen en analysemethoden voor de officiële controle op dioxinen en de gehaltebepaling van dioxine achtige pcb's in levensmiddelen

 (2)

zoals gewijzigd en aangepast aan de EER-Overeenkomst bij Protocol 1,

GELET OP Besluit nr. 37/07/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 27 februari 2007, waarbij het bevoegde lid van het College wordt gelast de aanbeveling goed te keuren indien de ontwerpaanbeveling in overeenstemming is met het advies van het Comité levensmiddelen van de EVA,

OVERWEGENDE dat bij Verordening (EG) nr. 466/2001 van de Commissie maximumgehalten voor dioxinen en voor de som van dioxinen en dioxineachtige polychloorbifenylen (pcb's) in levensmiddelen zijn vastgesteld,

OVERWEGENDE dat er in de hele Europese Economische Ruimte betrouwbare gegevens moeten worden verzameld over de aanwezigheid van dioxinen, furanen en dioxineachtige pcb's in een zo groot mogelijk aantal levensmiddelen om een duidelijk beeld te kunnen krijgen van de temporele trends van de achtergrondconcentraties van deze stoffen in levensmiddelen,

OVERWEGENDE dat Aanbeveling nr. 144/06/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 11 mei 2006 inzake de reductie van de aanwezigheid van dioxinen, furanen en pcb's in diervoeders en levensmiddelen de EER-staten aanbeveelt om in overeenstemming met Aanbeveling 2004/705/EG van de Commissie (3) een steekproefsgewijze controle uit te voeren op de aanwezigheid van dioxinen, dioxineachtige pcb's en zo mogelijk niet-dioxineachtige pcb's in levensmiddelen,

OVERWEGENDE dat Aanbeveling 2004/705/EG minimumaantallen monsters bevat die de lidstaten voor de verschillende categorieën levensmiddelen per jaar zouden moeten analyseren en aangeeft hoe de controles van de achtergrondconcentraties van dioxinen, furanen en dioxineachtige pcb's in levensmiddelen moeten worden gerapporteerd,

OVERWEGENDE dat het huidige monitoringprogramma overeenkomstig Aanbeveling 2004/705/EG moet worden bijgesteld met inachtneming van de opgedane ervaring en dat de EVA/EER-staten deel dienen te nemen aan het onderzoek naar de gehalten aan dioxinen, dioxineachtige pcb’s en niet-dioxineachtige pcb’s in levensmiddelen,

OVERWEGENDE dat het van belang is dat de uit hoofde van deze aanbeveling verzamelde gegevens op regelmatige basis aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA worden doorgegeven en dat de Toezichthoudende Autoriteit die gegevens overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Protocol 1 van de Toezichthoudende Autoriteit- en Hof-Overeenkomst doorstuurt naar de Commissie, die zorgt voor het samenvoegen van die gegevens in een gegevensbank. Ook dienen gegevens te worden verstrekt die de afgelopen jaren zijn verkregen met behulp van een analysemethode overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2002/69/EG van de Commissie,

OVERWEGENDE dat de in deze aanbeveling vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité Levensmiddelen van de EVA, dat de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA bijstaat,

BEVEELT DE EVA-STATEN AAN:

1.

dat zij vanaf het jaar 2007 tot en met 31 december 2008 controles uitvoeren van de achtergrondconcentraties van dioxinen, furanen en dioxineachtige polychloorbifenylen (pcb's) in levensmiddelen, overeenkomstig het in de tabel in bijlage I aanbevolen minimumaantal per jaar te analyseren monsters;

2.

dat zij, indien mogelijk, ook analyses uitvoeren op niet-dioxineachtige pcb's in dezelfde monsters;

3.

dat zij de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA op regelmatige basis de controlegegevens doorgeven, conform het model van bijlage II, die dan worden samengevoegd in een gegevensbank. Ook dienen gegevens te worden verstrekt die de afgelopen jaren zijn verkregen met behulp van een analysemethode overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2002/69/EG en die een beeld geven van de achtergrondconcentraties.

4.

Verwijzingen naar Aanbeveling 2004/705/EG in Aanbeveling nr. 144/06/COL van de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA van 11 mei 2006 worden beschouwd als verwijzingen naar deze aanbeveling.

Gedaan te Brussel, 16 april 2007.

Voor de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA

Kristján Andri STEFÁNSSON

Lid van het College

Niels FENGER

Directeur


(1)  PB L 77 van 16.3.2001, blz. 1.

(2)  PB L 209 van 6.8.2002, blz. 5.

(3)  PB L 321 van 22.10.2004, blz. 45.


BIJLAGE I

Tabel:

Overzicht van het aanbevolen minimumaantal per jaar te analyseren levensmiddelenmonsters. De verdeling van de monsters is gebaseerd op de productie in elk land. Bijzondere aandacht wordt besteed aan levensmiddelen met naar verwachting een grote variatie in achtergrondconcentraties van dioxinen, furanen en dioxineachtige pcb's. Dit geldt in het bijzonder voor vis.


Product, met inbegrip van afgeleide producten

Aquacultuurproducten

(*)

Wild gevangen vis

(**)

Vlees

(***)

Melk

(****)

Eieren

(*****)

Overige

(******)

Totaal

Aantal monsters

 

 

 

 

 

 

 

Noorwegen

 

 

 

 

 

 

 

IJsland

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting bij de tabel

De in de tabel aangegeven aantallen zijn minimumaantallen. De EVA/EER-staten wordt verzocht meer monsters te nemen.

(*)   Aquacultuurproducten: De monsters voor aquacultuurproducten moeten in verhouding tot de productie over de vissoorten verdeeld worden.

(**)   Wild gevangen vis: De monsters voor wild gevangen vis moeten in verhouding tot de vangst over de vissoorten verdeeld worden. Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan wild gevangen paling.

(***)   Vlees: Naast vlees en vleesproducten van runderen, varkens, pluimvee en schapen dient ook een aanmerkelijk aantal monsters te worden genomen van paardenvlees, rendiervlees, geitenvlees, konijnenvlees en wild.

(****)   Melk: Een groot deel van de melkmonsters moet van boerderijmelk worden genomen (hoofdzakelijk koemelk). Het verdient ook aanbeveling monsters te nemen van niet van koeien afkomstige melk en melkproducten (geitenmelk, enz.).

(*****)   Eieren: Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan eieren van kippen met vrije uitloop en verder dienen ook eendeneieren, ganzeneieren en kwarteleieren te worden bemonsterd.

(******)   Overige: In deze categorie dient bijzondere aandacht te worden besteed aan:

voedingssupplementen (met name op basis van mariene olie);

levensmiddelen voor zuigelingen en peuters;

levensmiddelen uit regio's waar de productieomstandigheden, bijvoorbeeld als gevolg van door het weer veroorzaakte overstromingen, dusdanig veranderd zijn dat dit gevolgen kan hebben gehad voor de concentratie dioxinen en dioxineachtige pcb's in de aldaar geproduceerde levensmiddelen.


BIJLAGE II

A.   Toelichting bij het model voor de analyseresultaten van dioxinen, furanen, dioxineachtige pcb's en andere pcb's in levensmiddelen

1.   Algemene informatie over de geanalyseerde monsters

Code van het monster: identificatiecode van het monster.

Land: naam van de lidstaat waar de controle is uitgevoerd.

Jaar: jaar waarin de controle is uitgevoerd.

Product: geanalyseerd levensmiddel — beschrijf het levensmiddel zo nauwkeurig mogelijk.

Handelsstadium: plaats waar het product is bemonsterd.

Weefsel: het geanalyseerde deel van het product.

Weergave van de resultaten: de resultaten moeten worden uitgedrukt volgens de basis waarop de maximumgehalten zijn vastgesteld. Voor de analyse van niet-dioxineachtige pcb's wordt dringend aanbevolen de concentraties op dezelfde basis uit te drukken.

Soort bemonstering: steekproefsgewijs — de analyseresultaten van een gerichte bemonstering kunnen ook worden vermeld mits duidelijk wordt aangegeven dat het een gerichte bemonstering betreft en dat deze niet noodzakelijkerwijze de normale achtergrondniveaus weergeeft.

Aantal deelmonsters: indien het geanalyseerde monster een verzamelmonster is, dient het aantal deelmonsters te worden aangegeven. Indien het analyseresultaat slechts op één monster gebaseerd is, moet als aantal 1 worden aangegeven. Aangezien het aantal deelmonsters in een verzamelmonster kan variëren, moet dit aantal voor ieder monster worden aangegeven.

Productiemethode: conventioneel/biologisch (zo gedetailleerd mogelijk).

Gebied: voor zover relevant, gebied of regio waarin het monster is verzameld, indien mogelijk met vermelding van het soort gebied (platteland, stedelijk, industriegebied, haven, open zee, enz.). Bv. Brussel — stedelijk, Middellandse Zee — open zee. Met name is belangrijk dat het gebied duidelijk vermeld wordt als het monster genomen is van levensmiddelen uit regio's waar een overstroming heeft plaatsgevonden.

Vetgehalte (%): vetpercentage in het monster (indien beschikbaar).

Vochtgehalte (%): vochtpercentage in het monster (indien beschikbaar).

2.   Algemene informatie over de gebruikte analysemethode

Analysemethode: gebruikte methode.

Erkenning: geef aan of de analysemethode erkend is of niet.

Onzekerheid: de beslissingsgrens of de uitgebreide meetonzekerheid (als percentage) van de analysemethode.

Gebruikte vetextractiemethode: geef aan met welke vetextractiemethode het vetgehalte van het monster bepaald is.

3.   Analyseresultaten

Dioxinen, furanen, dioxineachtige pcb's: de resultaten van elke congeneer moeten worden uitgedrukt in ppt — picogram/gram (pg/g).

Niet-dioxineachtige pcb's: de resultaten van elke congeneer moeten worden uitgedrukt in ppb — nanogram/gram of microgram/kilo (ng/kg of μg/kg).

LOQ: Limit of quantification (bepaalbaarheidsgrens) in pg/g (voor dioxinen, furanen en dioxineachtige pcb's) of μg/kg — ng/g (voor niet-dioxineachtige pcb's).

Voor gevonden congeneren met een waarde onder de bepaalbaarheidsgrens moet het resultaat worden ingevuld als < LOQ (de LOQ moet als een waarde worden weergegeven).

Voor extra pcb-congeneren die zijn geanalyseerd naast de PCB-6 en dioxineachtige pcb's moeten de nummers van de pcb-congeneren op het formulier worden ingevuld, bv. 31, 99, 110, enz. Indien u over resultaten beschikt van meer pcb-congeneren dan het aantal rijen op het formulier, gelieve nieuwe rijen toe te voegen aan het einde van het formulier.

4.   Algemene opmerkingen bij de tabel

Vermelding van de terugvinding

Het vermelden van de terugvinding is facultatief als de terugvinding voor de afzonderlijke congeneren in het interval 60-120 % ligt. Ligt de terugvinding voor bepaalde congeneren buiten dat interval, dan is vermelding van de terugvinding verplicht.

Vermelding van de LOQ

Het vermelden van de LOQ is niet verplicht, maar voor niet-gekwantificeerde congeneren moet in de kolom „Resultaten” < LOQ (werkelijke waarde) worden aangegeven.

Vermelding van de TEQ-waarde voor afzonderlijke congeneren

Het invullen van de kolom „TEQ” voor de afzonderlijke congeneren is facultatief.


BIJLAGE III

B.   Formulier voor congeneerspecifieke analyseresultaten van dioxinen, furanen, dioxineachtige pcb's en andere pcb's in levensmiddelen

Image

Image

Image