5.11.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 398/18


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/41/2018

Erasmus+-programma, Kernactie 3 — Steun voor beleidshervorming

Samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren (1)

(2018/C 398/14)

Inleiding

Voor het creëren van een breed gedragen gevoel van verantwoordelijkheid ten aanzien van strategieën en beleid voor een leren, waarbij rekening wordt gehouden met ideeën en belangen van belanghebbenden op alle niveaus, is het essentieel om samen te werken met maatschappelijke organisaties op het gebied van onderwijs, opleiding en jongeren.

Het is van vitaal belang te waarborgen dat belanghebbenden actief worden betrokken, om hun deelname aan het Erasmus+-programma en andere Europese programma’s te bevorderen en om beleid, programmaresultaten en goede praktijken via hun uitgebreide lidmaatschapsnetwerken te verspreiden.

1.   Doelen en doelstellingen

Het doel van deze oproep tot het indienen van voorstellen is de verlening van structurele steun in de vorm van exploitatiesubsidies aan Europese niet-gouvernementele organisaties (Engo’s) en EU-brede netwerken die op het gebied van jongeren werkzaam zijn en de volgende algemene doelstellingen nastreven:

vergroten van het bewustzijn onder belanghebbenden van de EU-strategie voor jongeren (2) voor de periode 2019-2027, op basis van een Commissievoorstel (3) en naar verwachting tegen het einde van het jaar goedgekeurd;

acties ontwikkelen, bevorderen en ondersteunen om jongeren te betrekken, verbinden en machtigen in de geest van de EU-strategie voor jongeren;

vergroting van de bekendheid en participatie van jongeren in EU-acties voor jongeren, met inbegrip van de onlangs opgerichte acties zoals het Europees Solidariteitskorps en Discover EU;

vergroten van de betrokkenheid van belanghebbenden bij en hun samenwerking met overheden voor de uitvoering van beleid op voor jongeren relevante gebieden;

bevorderen van de participatie van belanghebbenden op het gebied van jongeren;

bevorderen van de betrokkenheid van belanghebbenden bij de verspreiding van de acties van het beleid en het programma, met inbegrip van resultaten en van goede praktijken onder hun leden en ook buiten die kring.

Deze doelen moeten duidelijk worden opgenomen in de werkplannen, activiteiten en de te leveren prestaties van de aanvragende organisaties.

Van de organisaties op het gebied van jongeren die in het kader van deze oproep steun ontvangen, wordt bovendien verwacht dat zij activiteiten uitvoeren waarmee wordt beoogd:

een grotere participatie van alle jongeren in het democratische en het burgerleven in Europa te bevorderen; bij te dragen aan het debat over/de ontwikkeling van beleidspunten die jongeren en jongerenorganisaties aangaan op Europees, nationaal, regionaal of lokaal niveau; jongeren een sterkere stem te geven in de samenleving; jongeren te stimuleren hun stem uit te brengen bij verkiezingen voor het Europees Parlement; jongeren mondiger te maken in de samenleving en hun deelname aan besluitvormingsprocessen te stimuleren;

de eerlijke en gelijke toegang van jongeren tot kansen te bevorderen; de overgang van jeugd naar volwassenheid te vergemakkelijken, met name wat betreft de integratie in de arbeidsmarkt en de inzetbaarheid van jongeren; de sociale insluiting van alle jongeren en hun deelname aan solidariteitsactiviteiten te vergroten;

de ontwikkeling van competenties en vaardigheden door niet-formeel leren, jongerenorganisaties en jongerenwerk te stimuleren; digitale geletterdheid, intercultureel leren, kritisch denken, het eerbiedigen van diversiteit, alsmede de waarden solidariteit, gelijke kansen en mensenrechten te bevorderen onder jongeren in Europa;

de inclusie te bevorderen van kansarme jongeren in de samenleving;

bij te dragen aan de tenuitvoerlegging van de verklaring omtrent het bevorderen van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden van vrijheid, verdraagzaamheid en non-discriminatie via het onderwijs, die op 17 maart 2015 in Parijs is aangenomen, bijvoorbeeld door de bevordering van burgerschapsvorming, interculturele dialoog en democratisch burgerschap in hun werkprogramma’s op te nemen;

bij te dragen aan de tenuitvoerlegging van het actieplan voor de integratie van onderdanen van derde landen, dat op 7 juni 2016 is aangenomen, door het op touw zetten en bevorderen van projecten voor de integratie van jongeren met een migratie-achtergrond, waaronder ook pas aangekomen vluchtelingen, in de gastmaatschappij.

Al deze activiteiten moeten bijdragen tot een bredere toegang tot jongeren, via diverse kanalen, zodat stemmen uit verschillende hoeken worden gehoord en jongeren binnen en buiten jeugdorganisaties worden bereikt, met inbegrip van kansarmere jongeren.

2.   Subsidiabiliteit

2.1.   In aanmerking komende aanvragers

De oproep staat open voor twee categorieën entiteiten: Europese niet-gouvernementele organisaties (ENGO’s) en EU-brede netwerken (informele netwerken).

In het kader van samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren zijn de volgende omschrijvingen van toepassing:

Categorie 1 : Een Europese niet-gouvernementele organisatie (Engo) moet:

functioneren op basis van een formeel erkende structuur, bestaande uit a) een Europees orgaan/secretariaat (de aanvrager) dat op de datum van indiening van de aanvraag sinds minstens een jaar wettelijk geregistreerd is in een in aanmerking komend land, en b) nationale organisaties/afdelingen in ten minste twaalf in aanmerking komende landen die statutair met het Europese orgaan/secretariaat verbonden zijn;

actief zijn op jongerengebied en activiteiten verrichten die de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren ondersteunen;

jongeren betrekken bij het beheer en bestuur van de organisatie.

Categorie 2 : Een EU-breed netwerk (informeel netwerk) moet:

bestaan uit juridisch zelfstandige organisaties zonder winstoogmerk die jongerenactiviteiten ontplooien die de uitvoering van de EU-strategie voor jongeren ondersteunen;

functioneren op basis van een informele bestuursstructuur, bestaande uit a) een organisatie die op de datum van indiening van de aanvraag sinds minstens een jaar wettelijk geregistreerd is in een in aanmerking komend land, met functies voor coördinatie van en steun aan het netwerk op Europees niveau (de aanvrager), en b) andere organisaties die in ten minste twaalf in aanmerking komende landen gevestigd zijn;

jongeren betrekken bij het beheer en bestuur van het netwerk.

2.2.   In aanmerking komende landen

Om in aanmerking te komen voor subsidie moeten aanvragers rechtspersonen zijn en in een van onderstaande landen zijn gevestigd:

EU-lidstaten: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden;

Voor Britse aanvragers: Gelieve er rekening mee te houden dat u alleen in aanmerking komt als u gedurende het volledige subsidietijdvak aan de relevante criteria voldoet. Als het Verenigd Koninkrijk tijdens het subsidietijdvak uit de EU treedt zonder een overeenkomst met de EU te sluiten die waarborgt dat Britse aanvragers in aanmerking blijven komen voor financiële steun, ontvangt u geen financiële steun van de EU meer (maar kunt u — waar mogelijk — aan het project blijven deelnemen) of moet u het project verlaten overeenkomstig Art. II.16.2.1 (a) van de Algemene Bepalingen van de subsidieovereenkomst.

de landen van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die lid zijn van de Europese Economische Ruimte (EER): IJsland, Liechtenstein, Noorwegen;

de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie bestaat overeenkomstig de algemene beginselen en voorwaarden zoals bepaald in de kaderovereenkomsten die met deze landen zijn gesloten voor hun deelname aan EU-programma’s: de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM), Servië (4) en Turkije.

3.   Activiteiten

De aanvragende entiteiten moeten een consistent werkplan indienen met daarin door jongeren geleide activiteiten zonder winstoogmerk die aansluiten op de verwezenlijking van de doelstellingen van de oproep.

Het gaat daarbij met name om het volgende:

niet-formele en informele leer- en activiteitenprogramma’s gericht op jongeren en jongerenwerkers;

activiteiten voor de kwalitatieve ontwikkeling van jongerenwerk;

activiteiten voor de ontwikkeling en bevordering van erkennings- en transparantie-instrumenten op jongerengebied;

seminars, bijeenkomsten, workshops, raadplegingen, debatten onder jongeren over jongerenbeleid en/of Europese vraagstukken;

raadplegingen van jongeren, met het oog op de ontwikkeling van de instrumenten, methoden en vormen voor raadpleging in verband met de toekomstige EU-jongerendialoog (5);

activiteiten die de actieve participatie van jongeren in het democratisch bestel bevorderen;

activiteiten die intercultureel leren en begrip in Europa bevorderen;

media- en communicatieactiviteiten en -instrumenten betreffende jongeren en Europese vraagstukken.

Als leidend principe moeten de aanvragende entiteiten strategieën nastreven om door te dringen tot gewone jongeren met uiteenlopende achtergronden, zodat een groeiend aantal jongeren aan de basis kan worden bereikt.

Nationale Erasmus+-agentschappen en organisaties met een ledental dat grotendeels uit nationale Erasmus+-agentschappen bestaat (minstens 2/3), komen niet in aanmerking in het kader van deze oproep.

4.   Beschikbare begroting

Deze oproep tot het indienen van voorstellen biedt de gelegenheid om jaarlijkse exploitatiesubsidies aan te vragen (6).

Jaarlijkse exploitatiesubsidies zijn gericht op samenwerking voor de korte termijn op Europees niveau. Aanvragen dienen een gedetailleerd werkprogramma voor twaalf maanden (jaarlijks werkprogramma) voor 2019 te bevatten, voorzien van de informatie die nodig is voor het berekenen van de subsidie.

5.   Toekenningscriteria

De kwaliteit van subsidiabele aanvragen wordt op grond van de volgende criteria beoordeeld (7):

relevantie (maximaal 30 punten);

kwaliteit van het werkplan met betrekking tot ontwerp en uitvoering (maximaal 20 punten);

profiel, aantal deelnemers en diversiteit van hun achtergrond, alsook aantal landen waarop de activiteiten betrekking hebben (maximaal 30 punten);

effect, verspreiding en duurzaamheid (maximaal 20 punten).

6.   Indiening van aanvragen

De subsidieaanvragen moeten worden ingediend met behulp van een elektronisch formulier.

Dit formulier is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op het volgende internetadres: http://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en en moet naar behoren worden ingevuld in een van de officiële talen van de EU.

Het naar behoren ingevulde elektronische formulier moet uiterlijk op 6 december 2018 (vóór 12.00 uur ’s middags, Brusselse tijd), online worden ingediend, vergezeld van de relevante bijlagen (8):

Verplichte aanvullende bijlagen (9) moeten uiterlijk op dezelfde datum per e-mail naar het Agentschap worden gestuurd.

7.   Aanvullende informatie

De aanvragen moeten voldoen aan de bepalingen van de Richtsnoeren voor aanvragers – Oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/41/2018, beschikbaar op het volgende internetadres: https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en


(1)  Zie het jaarlijkse werkprogramma van Erasmus+ zoals vastgesteld in PB C(2018) 6572 11/10/2018, WPI 3.77

(2)  https://ec.europa.eu/youth/policy/youth-strategy_en

(3)  Mededeling van de Commissie „Jongeren betrekken, verbinden en versterken: een nieuwe EU-strategie voor jongeren”, 22.5.2018, COM(2018) 269

(4)  De begrotingsaanpassingen die zijn bepaald doordat Servië een programmaland wordt van het Erasmus+-programma, gelden met ingang van 1 januari 2019, afhankelijk van de vaststelling van het besluit van de Commissie tot goedkeuring van de (wijzigingen van de) overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Servië betreffende de deelname van de Republiek Servië aan „Erasmus+”: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport met ingang van 1 januari 2019.

(5)  Die de Commissie voor ogen had in het kader van de voorgestelde EU-strategie voor jongeren 2019-2027, die naar voren is gebracht in de mededeling „Jongeren betrekken, verbinden en versterken: een nieuwe EU-strategie voor jongeren” van 22.5.2018, COM(2018) 269. De toekomstige EU-jongerendialoog zal „nieuwe en alternatieve vormen van deelneming omarmen, waaronder online campagnes en raadplegingen via digitale platforms die in verbinding staan met de Europese Jongerensite. De dialoog zal op EU-niveau worden gecoördineerd, op alle niveaus door jongeren worden gevoed en met verbeterde monitoringregelingen door nationale werkgroepen worden ondersteund. Het effect ervan moet transparant en zichtbaar zijn. Toegang tot goede informatie is essentieel opdat jongeren hun mening kunnen vormen op basis van feiten en argumenten.”.

(6)  De totale begroting voor samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren bedraagt in 2019 4 000 000 EUR en is als volgt verdeeld: 3 500 000 EUR – gereserveerd voor begunstigden die de kaderpartnerschapsovereenkomsten voor samenwerking met maatschappelijke organisaties op het gebied van jongeren in 2018 hebben getekend en daardoor niet beschikbaar zijn voor deze oproep; 500 000 EUR – beschikbaar voor aanvragers die voorstellen indienen voor een jaarlijkse exploitatiesubsidie in het kader van deze oproep.

(7)  Zie het jaarlijkse werkprogramma van Erasmus+ zoals vastgesteld in PB C(2018) 6572 11/10/2018, WPI 3.77

(8)  Alle andere administratieve documenten die overeenkomstig de Richtsnoeren voor aanvragers vereist zijn, moeten uiterlijk op 06.12.2018 (vóór 12.00 uur ’s middags, Brusselse tijd), per e-mail bij het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur worden ingediend via het volgende e-mailadres: EACEA-YOUTH@ec.europa.eu.

(9)  Voor nadere gegevens over de in te dienen bijlagen wordt verwezen naar hoofdstuk 14 van de Richtsnoeren voor aanvragers.