15.3.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 80/3


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EACEA/07/2017

in het kader van het Erasmus+-programma

Kernactie 3: Ondersteuning van beleidshervormingen

Sociale inclusie door onderwijs, opleiding en jeugdzaken

(2017/C 80/03)

1.   Doelstellingen

Deze oproep tot het indienen van voorstellen ondersteunt transnationale samenwerkingsprojecten op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugdzaken. De oproep bestaat uit twee partijen: één voor onderwijs en opleiding (partij 1), en één voor jeugd (partij 2).

Algemene doelstellingen

Voor beide partijen geldt dat projecten die naar aanleiding van deze oproep worden ingediend, gericht moeten zijn op:

1.

Het verspreiden en/of uitbreiden van goede praktijken op het gebied van inclusief leren, in het bijzonder die welke zijn geïnitieerd op lokaal niveau. In de context van de onderhavige oproep betekent uitbreiden het reproduceren van goede praktijken op een grotere schaal/het overbrengen van goede praktijken naar een andere context of het invoeren van deze praktijken op een hoger/systemisch niveau;

of

2.

Het ontwikkelen en invoeren van innoverende methoden en praktijken ter bevordering van inclusief onderwijs en/of inclusieve jeugdomgevingen in specifieke contexten.

Iedere aanvraag moet betrekking hebben op één algemene doelstelling en één van de specifieke doelstellingen, welke voor partij 1 en partij 2 afzonderlijk zijn vermeld. Zowel de algemene als de specifieke doelstellingen van deze oproep zijn limitatief: voorstellen die niet op deze doelstellingen zijn gericht, worden niet in aanmerking genomen.

Partij 1 – Onderwijs en opleiding

Met de onderhavige oproep wordt beoogd de weg te effenen voor een toekomstige alliantie van scholen voor inclusie door leergemeenschappen te scheppen/ontwikkelen met verschillende actoren (onderwijsinstellingen en andere onderwijsaanbieders, overheidsinstanties, maatschappelijke organisaties en organisaties van belanghebbenden, ondernemingen enz.) op het gebied van inclusief leren.

Hoewel de voornaamste begunstigden van dergelijke leergemeenschappen naar verwachting scholen zullen zijn, wordt sterk aangemoedigd in de projecten die naar aanleiding van deze oproep worden ingediend, tevens andere formele en niet-formele onderwijs- en opleidingssectoren op te nemen, van voor- en vroegschoolse educatie en zorg tot beroepsonderwijs en -opleiding, hoger onderwijs en volwassenenonderwijs, alsmede belanghebbenden op verschillende niveaus (overheden, instellingen, aanbieders, docenten en lerenden, ngo's, lokale gemeenschappen, ondernemingen, gezinnen, jeugdorganisaties enz.) en informele leeromgevingen.

Specifieke doelstellingen:

1.

het verbeteren van de verwerving van sociale en burgerschapsvaardigheden, het bevorderen van de kennis van, het inzicht in en het verantwoordelijkheidsgevoel jegens fundamentele waarden, het bevorderen van wederzijds respect en interculturele dialoog, en het bestrijden van iedere vorm van discriminatie;

2.

het bevorderen van inclusief onderwijs en inclusieve opleiding, en van het onderwijs aan kansarme lerenden, onder meer door ondersteuning van leerkrachten, opleiders en leiders van onderwijsinstellingen bij de omgang met diversiteit en de bekrachtiging van sociaaleconomische verscheidenheid in de leeromgeving;

3.

het bevorderen van kritisch denken en mediageletterdheid onder lerenden, ouders en onderwijspersoneel;

4.

het ondersteunen van de deelname van pas gearriveerde migranten aan onderwijs van goede kwaliteit, onder meer door het beoordelen van de kennis en het valideren van reeds eerder gevolgd onderwijs.

Partij 2 – Jeugd

Specifieke doelstellingen:

1.

het bevorderen van burgerparticipatie onder jongeren door de rol van vrijwilligerswerk ten behoeve van sociale inclusie te ontwikkelen;

2.

het voorkómen bij jongeren van radicalisering die leidt tot gewelddadig extremisme, door in contact te treden met hen die risico lopen op marginalisering of sociale uitsluiting.

2.   In aanmerking komende inschrijvers

In aanmerking komen publieke en particuliere organisaties die actief zijn op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd of in andere sociaaleconomische sectoren, organisaties die activiteiten in meerdere sectoren uitvoeren (zoals erkenningscentra, kamers van koophandel, handelsorganisaties, maatschappelijke organisaties, sport- en culturele organisaties enz.) op die gebieden waarop de Verklaring over de bevordering, via het onderwijs, van burgerschap en de gemeenschappelijke waarden vrijheid, verdraagzaamheid en non-discriminatie (Verklaring van Parijs) van toepassing is.

Aanvragers die in aanmerking komen voor deelneming aan deze oproep (niet-uitputtende lijst):

onderwijsinstellingen en andere onderwijsaanbieders;

nationale, regionale en lokale overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor onderwijs, opleiding en jeugd;

niet-gouvernementele organisaties (ngo's);

onderzoeksinstituten;

handelsorganisaties en sociale partners;

begeleidings- en erkenningscentra;

internationale organisaties;

particuliere ondernemingen;

netwerken van de hierboven opgesomde organisaties, mits zij rechtspersoonlijkheid hebben.

Uitsluitend aanvragen van rechtspersonen die zijn gevestigd in een van de volgende programmalanden, komen in aanmerking:

de 28 lidstaten van de Europese Unie;

de EVA/EER-landen: IJsland, Liechtenstein, Noorwegen;

kandidaat-lidstaten: de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Turkije.

Het minimum aantal deelnemers aan een partnerschap voor deze oproep is vier organisaties uit vier verschillende programmalanden.

Indien er netwerken bij het project betrokken zijn, moet het consortium minimaal twee organisaties omvatten die geen lid van het netwerk zijn en moet het consortium als geheel ten minste vier in aanmerking komende landen vertegenwoordigen.

3.   Projectresultaten, duur en tijdschema

Verwachte resultaten:

Projecten voor partij 1 — Onderwijs en opleiding zouden tot resultaten moeten leiden zoals de volgende:

kennis en goede praktijken (op het gebied van inclusief leren, sociale en burgerschapsvaardigheden, kritisch denken en mediageletterdheid evenals de integratie van migranten) zijn alom aanwezig in de leergemeenschappen;

innovatieve benaderingen worden ontwikkeld en getest, beoordeeld en geïntegreerd in de gebruikelijke praktijken of (onderdelen van) systemen;

onderwijsleiders en onderwijsgevenden in de leergemeenschappen ontwikkelen bewustzijn van en bereidheid tot het toepassen van inclusieve onderwijsbenaderingen (bv. gezamenlijke pedagogische methoden, schoolbrede benaderingen, geïndividualiseerde ondersteuning van lerenden) met zichtbare betrokkenheid van gezinnen en lokale gemeenschappen;

effectievere ondersteuningsmechanismen en ondersteunende diensten worden ontwikkeld en ingezet ter ondersteuning van onderwijs- en opleidingsinstellingen en -aanbieders bij het invoeren van inclusieve onderwijsbenaderingen.

Projecten voor partij 2 — Jeugd zouden tot resultaten moeten leiden zoals de volgende:

verbetering van sociale, interculturele en burgerschapsvaardigheden van jongeren, met inbegrip van actief burgerschap, media- en digitale geletterdheid, kritisch denken en intercultureel inzicht; grotere deelname van jongeren aan het maatschappelijk leven;

groter bewustzijn onder jongeren van hun grondrechten en gevoel deel uit te maken van de maatschappij, sterkere onderschrijving van democratische waarden en betrokkenheid bij antiracistische, interculturele en interreligieuze dialoog en wederzijds begrip;

verbeterd contact met jongeren uit kansarme groepen (bv. jongeren zonder baan, opleiding of werkervaringsplek of jongeren met een migratieachtergrond) door synergie op te bouwen met de lokale gemeenschap en zo goed mogelijk gebruik te maken van de bestaande lokale netwerken;

vergrote capaciteit van jeugdwerk, jeugdorganisaties en/of jeugdnetwerken die fungeren als inclusie bevorderende kracht door jongeren te helpen betrokken te raken, vrijwilligerswerk te doen en positieve veranderingen teweeg te brengen in gemeenschappen;

verbeterde deskundigheid bij het leveren van basisassistentie of het instrueren aan pas gearriveerde migranten en vluchtelingen van de vaardigheden die ze nodig hebben voor integratie in een nieuwe samenleving, of die nuttig zouden kunnen zijn bij herintegratie in het land van herkomst wanneer het conflict voorbij is, evenals erkenning van culturele diversiteit binnen de gemeenschap;

betere integratie van pas gearriveerde migranten en vluchtelingen en een verbeterde inclusieve omgeving in de ontvangende samenlevingen, in het bijzonder door middel van planning en organisatie van culturele of sociale activiteiten op lokaal niveau waarbij waar mogelijk plaatselijke bewoners en vrijwilligers worden betrokken;

betere informatie op sociale media en websites, en tijdens openbare bijeenkomsten, ter ondersteuning van de vrijwilligersactiviteiten van de organisatie.

De activiteiten moeten beginnen op 1 of 31 december 2017 of op 15 januari 2018. De duur van het project moet tussen de 24 en 36 maanden liggen.

4.   Toekenningscriteria

In aanmerking komende voorstellen zullen worden beoordeeld op basis van uitsluitings-, selectie- en toekenningscriteria.

De toekenningscriteria voor de financiering van een voorstel zijn:

1.

relevantie van het project (30 %);

2.

kwaliteit van het ontwerp en de uitvoering van het project (20 %);

3.

kwaliteit van het partnerschap en de samenwerkingsregelingen (20 %);

4.

impact, verspreiding en duurzaamheid (30 %).

Alleen voorstellen die:

een minimumdrempel van 60 % van de totaalscore (d.w.z. de samengevoegde score voor de vier toekenningscriteria) en

een minimumdrempel van 50 % voor elk criterium hebben behaald,

worden in aanmerking genomen voor EU-financiering.

5.   Budget

Het totale budget dat beschikbaar is voor de cofinanciering van projecten in het kader van deze oproep, bedraagt 10 000 000 EUR. Het bedrag wordt als volgt verdeeld:

Partij 1— Onderwijs en opleiding: 8 000 000 EUR

Partij 2— Jeugd: 2 000 000 EUR

De financiële bijdrage van de EU kan niet meer bedragen dan 80 % van de totale subsidiabele kosten.

De maximale subsidie per project bedraagt 500 000 EUR.

Het Agentschap behoudt zich het recht voor niet alle voor deze oproep beschikbare middelen uit te keren.

6.   Indieningsprocedure en uiterste indieningsdatum

De uiterste datum voor indiening is: 22 mei 2017 — 12.00 uur (middag) MET.

Aanvragers wordt verzocht alle informatie over de oproep tot het indienen van voorstellen EACEA/07/2017 en de indieningsprocedure zorgvuldig te lezen en de documenten te gebruiken die deel uitmaken van het aanvraagpakket. Dit is te vinden op:

https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en

De aanvraag moet online worden ingediend met gebruikmaking van het juiste elektronische formulier, dat volledig moet zijn ingevuld en alle relevante en van toepassing zijnde bijlagen en ondersteunende documenten moet bevatten.

7.   Alle informatie betreffende de oproep

Alle informatie betreffende de oproep EACEA/07/2017 is beschikbaar op de volgende website:

https://eacea.ec.europa.eu/erasmus-plus/funding_en

E-mail:

EACEA-Policy-Support@ec.europa.eu