25.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 57/3


Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken

2012/C 57/03

Image

Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Spanje wordt uitgegeven

Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten en de landen die met de Gemeenschap een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.

Uitgevende staat: Spanje

Onderwerp van de herdenkingsmunt: UNESCO-lijst van cultureel en natuurlijk werelderfgoed — de kathedraal van Burgos

Beschrijving van het ontwerp: Op de munt is de kathedraal van Burgos te zien, met linksboven de naam van de uitgevende staat „ESPAÑA” en rechts het jaartal „2012” en het muntteken.

Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de vlag van de Europese Unie afgebeeld.

Oplage: 8 miljoen

Datum van uitgifte:


(1)  Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.

(2)  Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).