19.7.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 212/22


UITNODIGING TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN

„Steun voor voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid”

Uitvoering van voorlichtingsacties in het kader van begrotingspost 05 08 06 voor 2012

2011/C 212/11

1.   INLEIDING

Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen is gebaseerd op Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad van 17 april 2000 betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), waarin de aard en de inhoud van de voorlichtingsacties waarvoor de Unie cofinanciering kan verlenen, zijn bepaald. Bij Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie (2), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1820/2004 (3), zijn de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 814/2000 vastgesteld.

In de onderhavige uitnodiging wordt verzocht om de indiening van voorstellen ter financiering van in artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad bedoelde voorlichtingsacties met middelen uit de begroting voor 2012. Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op voorlichtingsacties die moeten worden uitgevoerd tussen 1 maart 2012 en 28 februari 2013 (inclusief voorbereiding, uitvoering, follow-up en beoordeling).

Een voorlichtingsactie is een geïntegreerd, op zichzelf staand, samenhangend gericht project met een eigen aparte begroting. Een dergelijke actie kan bestaan uit een eenvoudige reeks conferenties tot een omvattende voorlichtingscampagne met verschillende types van acties en verschillende publiekgerichte voorlichtings- en/of communicatie-instrumenten.

Op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie moeten de personen of instanties die op deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen ingaan, sinds ten minste twee jaar rechtsgeldig in een lidstaat zijn opgericht.

2.   PRIORITEITEN EN TYPES VAN ACTIES VOOR 2012

2.1.   Prioriteiten

In 2012 zal het GLB, een hoeksteen van het Europese integratieproject, zijn 50ste verjaardag vieren. Naar aanleiding van deze verjaardag zullen communicatieacties worden ontwikkeld met betrekking tot de ontstaansgeschiedenis, de evolutie en de concrete resultaten van het GLB, waarin de blik tevens wordt gericht op de toekomst van dit beleid in het kader van de hervormingsvoorstellen.

De Commissie wil in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen voorrang geven aan acties met een naar verwachting grote impact, die innoverend en creatief zijn en niet alleen op de agrarische wereld zijn gericht, maar op de samenleving in haar geheel.

De acties moeten de schijnwerpers richten op de rol en het nut van het GLB als een gemeenschappelijk beleidsgebied van de EU dat tegemoet komt aan de behoeften en verwachtingen van de samenleving en dat tot doel heeft:

meer aandacht te besteden aan de uitdagingen die gepaard gaan met voedselzekerheid, klimaatverandering, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en evenwichtige ontwikkeling van de verschillende gebieden;

de landbouwsector te helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de economische crisis en van de toenemende volatiliteit van de landbouwprijzen;

bij te dragen tot de ontwikkeling van slimme, duurzame en inclusieve groei, zoals omschreven in de Europa 2020-strategie.

2.2.   Types van voorlichtingsacties

De Commissie wil in het kader van deze uitnodiging steun verlenen voor twee types van geïntegreerde acties op het gebied van publiekgerichte communicatie:

op nationaal niveau, door samenwerking van verschillende partners aan een grootschalig gemeenschappelijk project,

op Europees niveau, door samenwerking van zoveel mogelijk lidstaten met het oog op een grotere impact van de actie.

De voorlichtingsacties moeten erop gericht zijn:

de kennis over het GLB en zijn ontstaansgeschiedenis en evolutie en de kennis over de vooruitzichten voor de verdere ontwikkeling van het GLB tegen de achtergrond van de hervormingsvoorstellen te vergroten — in het betrokken land/op Europees niveau;

de belangstelling van een zo groot mogelijk publiek, vooral in stedelijke gebieden, te wekken voor de rol van de landbouw en de plattelandsontwikkeling in onze samenleving, en daarbij de waardevolle, meervoudige taken van de landbouwers te belichten.

De voorlichtingsacties moeten worden uitgevoerd in de vorm van grootschalige voorlichtingscampagnes die één of meer van de volgende activiteiten omvatten:

produceren en verdelen van innovatief en origineel multimedia- en/of audiovisueel materiaal (radio- en/of tv-programma's (4), type „reality show”, uitzending van debatten, clips, enz.) (5);

het aanbrengen van affiches op drukke locaties (metro's, stations, enz.);

evenementen waarbij de landbouw naar de stad wordt gehaald, enz.

media-evenementen;

gespecialiseerde conferenties, seminars en werkgroepen die gericht zijn op een duidelijk omschreven doelgroep.

2.3.   Doelgroepen

De doelgroepen van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen zijn het grote publiek (hoofdzakelijk jongeren in stadsgebieden), de media, het maatschappelijk middenveld en de actoren uit de agrarische sector.

3.   LOOPTIJD EN BEGROTINGSMIDDELEN

Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op voorlichtingsacties die moeten worden uitgevoerd tussen 1 maart 2012 en 28 februari 2013 (inclusief voorbereiding, uitvoering, follow-up en beoordeling), maar waarvan de uitvoering alleszins in 2012 moet plaatsvinden.

De totale voorziene begroting voor de uitvoering van de voorlichtingsacties overeenkomstig deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen bedraagt 3 250 000 EUR. Dit bedrag wordt verdeeld over de aanvragen die conform de gunningscriteria in bijlage III, punt 2, de beste score krijgen van het beoordelingscomité. De Commissie behoudt zich het recht voor dit totaalbedrag zo nodig te verlagen.

De bij de Commissie aangevraagde subsidie voor de in punt 2.2 bedoelde acties dient tussen 100 000 EUR en 500 000 EUR per voorlichtingsactie te bedragen (inclusief het forfait voor personeelskosten).

De Commissie mag niet meer tot de geselecteerde aanvragen bijdragen dan 50 % van de totale subsidiabele kosten (zie bijlage IV — opstellen van de begroting), exclusief personeelskosten waarvoor een extra forfaitair bedrag van maximaal 10 000 EUR wordt betaald voor acties waarvan de totale subsidiabele kosten (exclusief het forfaitaire bedrag voor personeelskosten) minder dan 400 000 EUR bedragen, en van maximaal 25 000 EUR voor acties waarvan de totale subsidiabele kosten (exclusief het forfaitaire bedrag voor personeelskosten) tussen 400 000 EUR en 950 000 EUR bedragen.

Voor voorlichtingsacties met een uitzonderlijk karakter kan de bijdrage van de Commissie tot 75 % worden verhoogd, indien daarom in de aanvraag wordt verzocht.

Om als actie met een uitzonderlijk karakter, zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2208/2002, te worden beschouwd, dient de actie aan de volgende voorwaarden te voldoen:

1.

de actie gaat vergezeld van een verspreidingsplan dat borg staat voor de verspreiding van de informatie aan een zo groot mogelijk publiek uit op zijn minst 3 lidstaten dat bestaat uit ten minste 5 % van de totale bevolking van de betrokken 3 lidstaten, en zowel de verwachte (ex ante) als de verwezenlijkte (ex post) impact van de actie wordt gestaafd aan de hand van ter zake doende externe bewijsstukken (publieksstatistieken, enz.);

2.

de actie heeft van het beoordelingscomité (hierna „het comité” genoemd) ten minste 75 op 100 gekregen voor de gunningscriteria in bijlage III, punt 2.

Prefinanciering is niet toegestaan voor voorlichtingsacties die in het kader van deze uitnodiging een subsidie ontvangen. De begunstigde kan een tussentijdse betaling aanvragen bij het overleggen van een technisch en financieel tussentijds verslag. De tussentijdse betaling mag niet meer bedragen dan 30 % van het totale bedrag dat in de subsidieovereenkomst is vastgesteld. Dit bedrag wordt bepaald op basis van de effectieve uitvoering van de actie en van de subsidiabele kosten die zijn opgenomen in de tussentijdse afrekening en door de Commissie zijn gevalideerd en waarop het in de subsidieovereenkomst vastgestelde cofinancieringspercentage zal worden toegepast. Het forfait voor personeelskosten wordt pas bij de betaling van het saldo toegekend.

Selectie van een aanvraag betekent niet dat de Commissie zich ertoe verbindt het aangevraagde bedrag in zijn geheel toe te kennen. Onder geen beding mag de toegekende subsidie hoger zijn dan het aangevraagde bedrag. Voor acties waarvoor andere EU-financiering wordt verleend, mag geen subsidie worden verleend.

4.   ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE DE INDIENING VAN AANVRAGEN

4.1.   Hoe stelt u uw aanvraag op?

Elke aanvrager mag per begrotingsjaar slechts voor één voorlichtingsactie financiering aanvragen.

De aanvraag moet worden ingediend aan de hand van de daarvoor bestemde formulieren op het volgende internetadres: http://ec.europa.eu/agriculture/grants/capinfo/index_nl.htm

De aanvraag moet in een van de officiële talen van de Unie zijn opgesteld. Met het oog op de tijdige verwerking van de aanvragen, worden de aanvragers evenwel verzocht om hun aanvraag in het Engels of het Frans te vertalen of ten minste een vertaling van de inhoud van formulier 3 in het Engels of het Frans bij te voegen.

De aanvraag dient vergezeld te gaan van de volgende documenten, die beschikbaar zijn op het hierboven vermelde internetadres:

de aanvraagbrief met de titel van de voorgestelde voorlichtingsactie en het aangevraagde subsidiebedrag, ondertekend door de wettelijk daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie. Het in de brief aangevraagde subsidiebedrag moet overeenstemmen met het in de inkomstentabel van de begroting aangegeven bedrag van de EU-cofinanciering (punten g en h);

de aanvraagformulieren 1 (gegevens over de aanvrager), 2 (gegevens over de medeorganisatoren — indien van toepassing) en 3 (nauwkeurige beschrijving van de voorlichtingsactie). Als een vraag niet bij de voorgestelde voorlichtingsactie past, moet de vermelding „niet van toepassing” of „n.v.t.” worden ingevuld. Alleen aanvragen die met behulp van deze formulieren zijn ingediend, worden in behandeling genomen. Indien formulier 2 niet van toepassing is, dient de vermelding „n.v.t.” op de eerste bladzijde te worden ingevuld;

de begroting voor de voorgestelde voorlichtingsactie (bestaande uit een gedetailleerde inkomsten- en een uitgaventabel die onderling in balans zijn) die volledig is ingevuld en is ondertekend en gedateerd door de wettelijk gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie;

alle in bijlage I (voor het aanvragen van een subsidie vereiste aanvullende documenten) vermelde aanvullende documenten.

4.2.   Wanneer en naar welk adres stuurt u uw aanvraag op?

De aanvragers moeten uiterlijk op 30 september 2011 één papieren exemplaar van hun volledige aanvraag aangetekend met ontvangstbewijs (het poststempel op de envelop geldt als bewijs) sturen naar het volgende adres:

Europese Commissie

Eenheid AGRI. K.1.

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen 2011/C /…

Ter attentie van mevrouw Angela Filote

L130 4/148A

1049 Brussel

BELGIË

De aanvraag moet worden ingediend in een verzegelde omslag of kartonnen doos die zelf in een tweede verzegelde omslag of kartonnen doos wordt gestopt. De ingesloten omslag of kartonnen doos draagt naast de aanduiding van de betrokken geadresseerde dienst die is aangegeven in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, de vermelding „Uitnodiging tot het indienen van voorstellen — mag niet door de postdienst worden geopend”. Zelfklevende omslagen moeten met plakband worden gesloten en dwars over het plakband wordt de handtekening van de verzender geplaatst.

Aangezien alle bladzijden van door de diensten van de Commissie ontvangen documenten apart moeten worden gescand, wordt u verzocht de brief met de aanvraag en de andere bijgevoegde vereiste documenten niet aan elkaar te nieten. Bovendien wordt de aanvragers verzocht om in het belang van het milieu hun aanvraag op aan beide zijden bedrukt gerecycled papier in te dienen.

Uiterlijk op 30 september 2011, om 24 uur (plaatselijke tijd Brussel), moet de aanvrager bovendien de met de geposte versie overeenstemmende elektronische versie (met gebruikmaking van de optie „ontvangstbevestiging”) van ten minste de aanvraagbrief, de formulieren 1, 2 en 3 en de begroting elektronisch verzenden naar het volgende e-mailadres:

AGRI-GRANTS-APPLICATIONS-ONLY@ec.europa.eu

De aanvrager is verantwoordelijk voor de tijdige toezending en de volledigheid van zijn aanvraag (papieren en elektronische versie). Aanvragen die na de termijn worden toegezonden, worden niet in aanmerking genomen.

5.   PROCEDURE EN TERMIJNEN

5.1.   Ontvangst en registratie van de aanvragen

Uiterlijk 15 werkdagen na de indieningstermijn stuurt de Commissie, nadat zij de aanvraag heeft geregistreerd, per e-mail een ontvangstbevestiging met het aan de aanvraag gegeven nummer aan de aanvrager.

5.2.   Toetsing van de aanvragen aan de subsidiabiliteits- en uitsluitingscriteria

Een speciaal beoordelingscomité beoordeelt de subsidiabiliteit van de aanvragen. Aanvragen die niet aan één of meer van de in bijlage II (subsidiabiliteits- en uitsluitingscriteria) vastgestelde criteria voldoen, worden afgewezen.

Alle subsidiabele aanvragen gaan over naar de volgende fase (toetsing aan de selectiecriteria — vakbekwaamheid en financiele draagkracht van de aanvragers).

5.3.   Toetsing van de aanvragen aan de selectiecriteria — vakbekwaamheid en financiële draagkracht van de aanvragers

De vakbekwaamheid en de financiële draagkracht van de aanvragers worden door het comité op basis van de gegevens in de aanvraag getoetst aan de in bijlage III, punt 1 (selectiecriteria), vastgestelde criteria.

Alle aanvragen die aan de voor deze fase geldende eisen voldoen, gaan over naar de volgende fase (beoordeling aan de hand van de gunningscriteria).

5.4.   Beoordeling van de aanvragen aan de hand van de gunningscriteria

In deze fase toetst het comité de aanvragen aan de in bijlage III, punt 2 (gunningscriteria), vastgestelde criteria.

Om door het comité te worden voorgesteld voor subsidiëring, moet de aanvraag in deze fase ten minste 60 van de 100 beschikbare punten (en ten minste de helft van de voor elk criterium beschikbare punten) halen. Een aanvraag die 60 van de 100 beschikbare punten haalt, krijgt echter niet gegarandeerd een subsidie. De Commissie kan namelijk het vereiste minimumaantal punten verhogen, afhankelijk van het aantal geslaagde aanvragen en de beschikbare begrotingsmiddelen.

Aanvragen die minder dan 60 van de 100 beschikbare punten of minder dan de helft van de voor elk criterium beschikbare punten hebben gehaald, worden afgewezen en de betrokken aanvragers worden hiervan schriftelijk in kennis gesteld, met opgave van de redenen voor de afwijzing.

Indien de aangevraagde subsidie wordt toegekend, krijgt de begunstigde een in euro uitgedrukte subsidieovereenkomst (model beschikbaar op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres) waarin de voorwaarden zijn aangegeven, alsmede het financieringsniveau, dat lager kan zijn dan het aangevraagde bedrag. Indien rekenfouten zijn begaan of bepaalde kosten als niet-subsidiabel worden beschouwd, wordt de begroting door de diensten van de Commissie gecorrigeerd. Indien het bedrag van de totale kosten als gevolg van een dergelijke correctie toeneemt, blijft het aangevraagde bedrag ongewijzigd en wordt de bijdrage van de aanvrager overeenkomstig verhoogd.

De beoordelingsprocedure zal naar verwachting begin 2012 worden afgerond. Zolang het gunningsbesluit niet is genomen, mogen de diensten van de Commissie de aanvragers niet op de hoogte brengen van de stand van zaken van hun aanvraag. Daarom worden de aanvragers verzocht om vóór de hierboven vermelde datum geen telefonisch of schriftelijk contact op te nemen met de Commissie over het gevolg dat aan hun aanvraag is gegeven.

6.   BEKENDMAKING

6.1.   Verantwoordelijkheden van de begunstigde

DG AGRI zal een logo voor alle projecten op het gebied van communicatie over het GLB ontwikkelen. Dit logo zal op het volgende internetadres (http://ec.europa.eu/comm/agriculture/grants/capinfo/index_nl.htm) ter beschikking worden gesteld in elektronische versies voor de verschillende informatiedragers (banners, affiches, oprolbare banners, enz.).

De begunstigden zijn er op grond van de overeenkomst toe verplicht dit materiaal van de internetsite te halen en voor hun campagne op de juiste informatiedragers te gebruiken conform de in de subsidieovereenkomst vastgelegde voorwaarden. De kosten voor het maken van deze dragers moeten in de begroting van de actie worden opgenomen.

De begunstigden zijn er bovendien op grond van de overeenkomst toe verplicht om er met alle adequate middelen en conform de in de subsidieovereenkomst vastgestelde voorwaarden voor te zorgen dat gedurende de volledige looptijd van de actie in elke communicatie, publicatie of promotie die de begunstigde over de actie verricht, wordt verwezen naar de financiering door de Unie.

Voorts moet in elke bekendmaking of communicatie van de begunstigde, ongeacht de vorm of het medium, worden vermeld dat hierin slechts de mening van de auteur wordt weergegeven en niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van de Commissie.

De definitieve technische uitvoeringsverslagen moeten bewijzen bevatten van de bekendheid die aan de EU-steun is gegeven. Een modellogo kan worden opgeladen op het volgende internetadres (http://europa.eu/abc/symbols/emblem/download_nl.htm) met de vermelding „met steun van de Europese Unie”.

Indien de begunstigde organisatie de hierboven beschreven verplichtingen niet nakomt, kan de Commissie beslissen het aan de betrokken voorlichtingsactie toegewezen subsidiebedrag te verlagen of slechts gedeeltelijk of helemaal niet te betalen.

7.   BESCHERMING VAN PERSOONSGEGEVENS

De Europese Commissie ziet erop toe dat de in de aanvragen opgenomen persoonsgegevens worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen en organen van de Europese Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6). Dit geldt met name voor de vertrouwelijkheid en de beveiliging van dergelijke gegevens.


(1)  PB L 100 van 20.4.2000, blz. 7.

(2)  PB L 337 van 13.12.2002, blz. 21.

(3)  PB L 320 van 21.10.2004, blz. 14.

(4)  Voor elk audiovisueel programma dat gecofinancierd wordt, moet een vaste toezegging worden gedaan dat het ook daadwerkelijk wordt uitgezonden.

(5)  Voor dit soort van actie is de Commissie krachtens de subsidieovereenkomst expliciet gemachtigd om gedurende onbeperkte tijd en zonder territoriale beperkingen voor niet-commerciële doeleinden te beschikken over de reproductie- en distributierechten van in de actie omschreven producten, programma’s of extracten daarvan, ongeacht de drager waarop deze zijn geregistreerd.

(6)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE I

VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN SUBSIDIE VEREISTE AANVULLENDE DOCUMENTEN

Aanvragen worden slechts als volledig beschouwd, indien zij (naast de aanvraagbrief, de aanvraagformulieren en de begroting — beschikbaar op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres) alle onderstaande aanvullende documenten bevatten. De documenten moeten door de aanvragers in de hieronder gepresenteerde volgorde bij de aanvraag worden gevoegd. Ontbreekt één van deze documenten, dan kan het dossier worden afgewezen.

Document

Beschrijving

Opmerkingen

Document A

Formulier ter identificatie van de rechtspersoon

Voor alle aanvragers: model beschikbaar op het internetadres in punt 4.1. van deze uitnodiging.

Document B

Financiële identificatiegegevens

Voor alle aanvragers: model beschikbaar op het internetadres in punt 4.1. van deze uitnodiging.

Document C

Statuten

Voor alle aanvragers, behalve publiekrechtelijke instanties.

Document D

Recent uittreksel van de inschrijving van de aanvrager in het officiële register dat is voorgeschreven bij de wetgeving van de lidstaat waar hij is gevestigd (uittreksel uit het staatsblad of het handelsregister), waarin de handelsnaam, het adres en de datum van registratie van de aanvrager duidelijk zijn vermeld

Voor alle aanvragers.

Document E

Indien de aanvrager btw-plichtig is, een kopie van het inschrijvingsdocument.

Indien de aanvrager de btw niet kan terugvorderen, een attest van de btw-dienst bijvoegen waarin dit wordt bevestigd.

Voor privaatrechtelijke aanvragers (de door publiekrechtelijke instanties betaalde btw is in geen geval subsidiabel). Aanvragers die de btw niet kunnen terugvorderen, voegen een attest bij van de btw-dienst of een andere externe persoon die belast is met het opstellen of controleren van de rekeningen (accountant, auditor,…), of, voorlopig, een door henzelf opgesteld attest. De subsidieovereenkomst kan echter pas worden ondertekend wanneer het door een externe instantie afgegeven attest is overgelegd.

Document F

De balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren of om het even welk ander document (zoals een bankcertificaat) waaruit de financiële situatie van de aanvragers blijkt, alsmede hun capaciteit om tijdens de voor de uitvoering van de actie vereiste periode hun activiteiten voort te zetten.

Voor alle aanvragers, behalve publiekrechtelijke instanties.

Document G

Het curriculum vitae van het personeel dat de voorgestelde voorlichtingsactie zal voorbereiden, uitvoeren, opvolgen en beoordelen.

Voor alle aanvragers en medeorganisatoren

Document H

Een bewijs van de financiële bijdrage van andere geldverschaffers (inclusief medeorganisatoren) tot de voorgestelde voorlichtingsactie (in de vorm van, ten minste, een officiële verklaring betreffende de financiering door elke geldverschaffer, met vermelding van de titel van de voorlichtingsactie en het bedrag van de bijdrage).

Verplicht in te sluiten formulier in het geval van een bijdrage van andere geldverschaffers

NB:

De hoofdreden voor de afwijzing van dossiers in de laatste begrotingsjaren is de niet-nakoming van de verplichtingen met betrekking tot de hierboven vermelde documenten E en H. Met betrekking tot de btw (doc. E) is het van groot belang de vereiste documenten te verstrekken, ook wanneer de aanvrager niet btw-plichtig is (ten minste een door hemzelf opgesteld attest). De bewijzen van de financiële bijdragen (doc. H) moeten voor alle geldverschaffers worden overgelegd (punten c, d en f van de inkomstentabel van de begroting).


BIJLAGE II

SUBSIDIABILITEITS- EN UITSLUITINGSCRITERIA

1.   Subsidiabiliteitscriteria

a)   Subsidiabiliteitscriteria met betrekking tot de aanvrager:

de aanvrager is een rechtspersoon die sinds ten minste twee jaar rechtsgeldig in een lidstaat is opgericht. Dit moet duidelijk worden aangetoond in de aanvraag en de bijgevoegde bewijsstukken. Aanvragers die niet sinds ten minste twee jaar rechtsgeldig in een lidstaat zijn opgericht of hun rechtsgeldige vestiging sinds ten minste twee jaar in een lidstaat niet kunnen aantonen, worden niet in aanmerking genomen.

b)   Subsidiabiliteitscriteria met betrekking tot de aanvraag:

De aanvragen in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen moeten aan alle volgende criteria voldoen:

zij moeten uiterlijk op 30 september 2011 zijn ingediend (het poststempel op de envelop geldt als bewijs),

zij moeten zijn opgesteld aan de hand van de aanvraag- en begrotingsformulieren die kunnen worden opgehaald op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres, en aan de hand van een elektronische versie,

zij moeten in een van de officiële talen van de Unie zijn opgesteld,

zij moeten alle in punt 4.1 van deze uitnodiging bedoelde documenten bevatten,

de aanvraagbrief moet de titel van de voorlichtingsactie en het aangevraagde subsidiebedrag vermelden (dat moet overeenstemmen met het in de punten g en h van de inkomstentabel van de begroting aangegeven bedrag) en zijn ondertekend door de wettelijk daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie,

een aanvrager mag slechts één aanvraag per begrotingsjaar indienen,

het bij de Commissie aangevraagde subsidiebedrag (inclusief het forfaitaire bedrag voor personeelskosten) dient tussen 100 000 EUR en 500 000 EUR te liggen;

de begroting voor de voorgestelde voorlichtingsactie moet:

worden uitgedrukt in euro;

een inkomsten- en een uitgaventabel bevatten die onderling in balans zijn;

zowel voor het inkomsten- als voor het uitgavendeel ondertekend en gedateerd zijn door de wettelijk daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de aanvragende organisatie;

nauwkeurige berekeningen bevatten (hoeveelheden, eenheidsprijzen, totale prijzen), met vermelding van de specificaties die bij het opstellen zijn gebruikt. Forfaitaire bedragen (behalve voor personeelskosten) worden niet aanvaard;

binnen de grenzen van de maximumbedragen blijven die door de Commissie voor bepaalde uitgavencategorieën zijn vastgesteld (zie bijlage IV en het document „door de Commissie aanvaarde maximale verblijfskosten (hotel)”, dat beschikbaar is op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres);

exclusief btw worden opgesteld als de aanvrager btw-plichtig is en recht heeft op btw-aftrek, of als de aanvrager een publiekrechtelijke instantie is;

met betrekking tot het inkomstendeel, melding maken van de rechtstreekse bijdrage van de aanvrager, de bij de Commissie aangevraagde subsidie, (in voorkomend geval) bijzonderheden over eventuele bijdragen van andere geldverschaffers, en alle inkomsten die het project zal opleveren, met inbegrip van de eventueel door de deelnemers te betalen vergoedingen.

de actie moet tussen 1 maart 2012 en 28 februari 2013 worden uitgevoerd (voorbereiding, uitvoering, follow-up en beoordeling).

de volgende acties zijn niet subsidiabel:

wettelijk opgelegde acties;

acties die in het kader van een andere begrotingslijn door de Europese Unie worden gefinancierd;

acties met winstoogmerk;

algemene of statutaire vergaderingen.

Aanvragen die niet aan één of meer van de hierboven vermelde criteria voldoen, worden als niet-subsidiabel afgewezen.

2.   Uitsluitingscriteria

De Commissie sluit alle aanvragers uit die zich bevinden in één van de situaties als beschreven in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie en in artikel 93, lid 1, artikel 94 en artikel 96, lid 2, onder a) van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie.

Aanvragers worden uitgesloten van subsidiëring indien in het kader van de toekenningsprocedure blijkt dat zij:

in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surseance van betaling verkeren, hun faillissement is aangevraagd, tegen hen een procedure van vereffening, akkoord of surseance van betaling loopt, zij hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving,

bij een rechterlijke beslissing die kracht van gewijsde heeft, zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt,

bij de uitoefening van hun beroep een ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken,

niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialeverzekeringsbijdragen en belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd of van het land van de aanbestedende dienst dan wel van het land waar de actie moet worden uitgevoerd,

bij een rechterlijke beslissing die in kracht van gewijsde is gegaan, zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Unie schaadt,

in verband met een andere opdracht of de toekenning van een subsidie uit de EU-begroting ernstig in gebreke zijn verklaard wegens niet-nakoming van hun in de overeenkomst vastgestelde verplichtingen,

in een belangenconflict verkeren,

valse verklaringen hebben afgelegd bij het verstrekken van de met name door ordinateur verlangde inlichtingen of verzuimd hebben die inlichtingen te verstrekken.

De aanvragers moeten op erewoord verklaren zich niet in één van de hierboven bedoelde situaties te bevinden (zie het aanvraagformulier op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres). Uitgaande van de analyse van de beheersrisico's kan de Commissie aanvullend bewijsmateriaal vragen. Aan aanvragers die valse verklaringen blijken te hebben afgelegd, kunnen administratieve en financiële sancties worden opgelegd.


BIJLAGE III

SELECTIE- EN GUNNINGSCRITERIA

1.   Selectiecriteria

Om hun vakbekwaamheid te bewijzen, moeten de aanvragers aantonen dat zij:

over de vereiste technische vaardigheden beschikken die rechtstreeks relevant zijn voor de aard, voorbereiding, uitvoering, follow-up en beoordeling van de voorlichtingsactie die wordt voorgesteld,

in de loop van de vorige twee jaren ten minste 1 project inzake publieksvoorlichting hebben uitgevoerd,

ten minste twee jaar ervaring met de voorgestelde thematiek hebben opgedaan.

Om hun financiële draagkracht te bewijzen, moeten de aanvragers aantonen dat zij:

voldoende solvabel zijn om tijdens de voor de uitvoering van de voorlichtingsactie vereiste periode hun activiteiten voort te zetten.

De vakbekwaamheid en de financiële draagkracht van de aanvragers worden beoordeeld op basis van de gegevens die de aanvragers in hun aanvraag hebben verstrekt. De Commissie kan evenwel om aanvullende informatie verzoeken. De aanvragers worden er nogmaals op gewezen dat de Commissie geen prefinanciering verleent voor voorlichtingsacties die in het kader van deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen worden gesubsidieerd. De aanvragers dienen alle kosten van de voorlichtingsacties zelf ten laste te nemen. De subsidie van de Commissie wordt pas betaald nadat, na afloop van de voorlichtingsactie, het definitieve technische en het definitieve financiële verslag zijn goedgekeurd; in voorkomend geval worden niet-subsidiabele uitgaven uitgesloten.

De begunstigde kan een tussentijdse betaling aanvragen (zie punt 3 van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen — looptijd en begrotingsmiddelen).

2.   Gunningscriteria

Elke voorlichtingsactie wordt door het speciale comité beoordeeld aan de hand van de onderstaande criteria:

1.

(maximaal 30 punten): De relevantie en het algemeen belang van de actie worden met name getoetst aan:

de mate waarin de doelstellingen en de inhoud van de actie overeenstemmen met de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 814/2000 vastgestelde doelstellingen en met de in de uitnodiging tot het indienen van voorstellen vastgestelde prioriteiten (punt 2.1) en types van voorlichtingsacties (punt 2.2) (15 punten),

de globale kwaliteit van het voorstel. De projectvoorstellen moeten duidelijk zijn qua conceptuele aanpak en beoogde resultaten. De actie en de doelstellingen moeten duidelijk worden beschreven en de taken en verantwoordelijkheden van de aanvragers en van elke medeorganisator moeten duidelijk worden afgebakend. Het programma voor de actie moet gedetailleerd zijn en het werkschema moet realistisch zijn en in verhouding staan tot de projectdoelstellingen (15 punten);

2.

(maximaal 30 punten): De meerwaarde van het voorstel wordt met name getoetst aan:

de doelgroep van de actie. De voorkeur gaat uit naar acties die zijn gericht op 5 % van de bevolking van meerdere landen (15 punten),

het innoverende en creatieve karakter van de voorgestelde acties (10 punten),

de financiële kwaliteit van het voorstel. In de voorstellen moet worden aangetoond dat in het kader van de actie goed gebruik wordt gemaakt van de aan de Commissie gevraagde financiële steun en dat de actie kosteneffectief is (5 punten);

3.

(maximaal 25 punten): De impact van de actie en het verspreidingsbeleid worden met name getoetst aan:

de omvang, de kenmerken en de representativiteit van het doelpubliek (met inbegrip van de indirecte begunstigden) in verhouding tot het type actie (15 punten),

de capaciteit van de aanvrager en de medeorganisatoren om een doelmatige follow-up te garanderen en de bereikte resultaten te verspreiden, alsmede aan de gebruikte verspreidingskanalen (met name de geschreven pers, radio en televisie, internet, rechtstreekse distributie) en de rol daarvan in de actie (10 punten);

4.

(maximaal 15 punten): De evaluatie van de actie wordt met name getoetst aan:

de motivering van het verwachte belang van de actie en een beoordeling van de resultaten na de uitvoering van de actie (10 punten),

de technieken die zijn gebruikt om de impact van de overgebrachte boodschap te meten (peilingen, vragenlijsten, statistieken enz.) (5 punten).

Acties worden qua kwaliteit als de beste beschouwd en door het beoordelingscomité voor subsidiëring voorgesteld, indien ze ten minste 60 van de 100 punten voor de hierboven vastgestelde criteria 1 tot en met 4 en ten minste 50 % van de punten voor elk criterium apart hebben behaald. De Commissie kan het vereiste minimumaantal punten verhogen in het licht van de beschikbare begrotingsmiddelen. Er zij op gewezen dat de Commissie bij haar definitieve beslissing over de toekenning van een subsidie kan afwijken van het voorstel van het comité.


BIJLAGE IV

OPSTELLING VAN DE BEGROTING

De begroting moet voldoen aan alle betrokken bepalingen van bijlage II (subsidiabiliteits- en uitsluitingscriteria). De begroting moet worden ingediend aan de hand van de originele formulieren (uitgaven- en inkomstentabellen).

De uitgaventabel dient gedetailleerd te zijn en een duidelijk inzicht te bieden in elke uitgave (dus geen „andere”). De verschillende kostencategorieën moeten worden weergegeven in de beschrijving van de voorlichtingsactie (formulier 3).

De inkomstentabel dient gedetailleerd te zijn en een duidelijk inzicht te bieden in elke bron van inkomsten/financiële bijdragen, die niet winstgevend mogen zijn. Bewijzen van de bijdragen van andere geldverschaffers moeten worden bijgevoegd (zie document H van bijlage I).

Als leidraad voor het opstellen van de begroting is een correct ingevulde begroting ter beschikking gesteld op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres.

In de uitgaventabel van de begroting mogen uitsluitend subsidiabele kosten worden opgenomen (zie hieronder).

Uitgaven die vóór de ondertekening van de overeenkomst worden gedaan, gelden als uitgaven waarvoor de aanvrager zelf het risico draagt en die noch juridisch noch financieel bindend zijn voor de Commissie.

1.   Subsidiabele kosten

De subsidiabele kosten van de voorlichtingsacties zijn werkelijk door de begunstigde gemaakte kosten die aan de volgende criteria voldoen:

a)

zij hangen samen met het in de overeenkomst vastgestelde thema en worden aangegeven in de totale geraamde begroting van de voorlichtingsactie;

b)

zij zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de gesubsidieerde actie;

c)

zij worden door de begunstigde gemaakt en betaald tijdens de looptijd van de voorlichtingsactie zoals gespecificeerd in artikel I.2.2 van de subsidieovereenkomst, d.w.z. het moet betalingen betreffen die met originele bewijsstukken (zie tabel in punt 3 hieronder) en de desbetreffende betalingsbewijzen worden gestaafd;

d)

zij zijn identificeerbaar en controleerbaar, met name omdat zij zijn geregistreerd in de boekhouding van de begunstigde en zijn vastgesteld overeenkomstig de geldende boekhoudingsnormen van het land waar de begunstigde is gevestigd en overeenkomstig de gebruikelijke kostenboekingsmethoden van de begunstigde;

e)

zij zijn redelijk en gerechtvaardigd en voldoen aan de vereisten van goed financieel beheer, met name wat zuinigheid en kostenefficiëntie betreft;

f)

zij zijn in overeenstemming met de vereisten van de geldende fiscale en sociale wetgeving,

LEVERANCIERS/SUBCONTRACTANTEN voor diensten ter waarde van meer dan 10 000 EUR

Wanneer de aanvrager van plan is gebruik te maken van leveranciers/subcontractanten en wanneer de door één leverancier/subcontractant te leveren diensten samen meer dan 10 000 EUR kosten, moet de aanvrager aan de Commissie ten minste drie offertes van drie verschillende bedrijven overleggen en moet hij de door hem geselecteerde offerte bijvoegen, alsmede verduidelijken waarom hij deze keuze heeft gemaakt (de aanvrager moet aantonen dat de geselecteerde leverancier/subcontractant de uit economisch oogpunt voordeligste offerte heeft ingediend en moet zijn keuze voor een andere dan de goedkoopste offerte motiveren).

Deze documenten moeten zo spoedig mogelijk en in elk geval niet later dan de definitieve technische en financiële verslagen bij de Commissie worden ingediend.

Het niet in acht nemen van deze bepaling geeft de Commissie het recht deze kosten als niet-subsidiabel te beschouwen.

2.   Niet-subsidiabele kosten

De volgende kosten worden als niet-subsidiabel beschouwd:

bijdragen in natura,

niet-gedetailleerde of forfaitaire uitgaven, behalve wanneer het personeelskosten betreft,

indirecte kosten (huur, elektriciteit, water, gas, verzekeringen, belastingen enz.),

kosten van kantoormateriaal (papier, kantoorbenodigdheden enz.),

kosten voor de aanschaf van nieuwe of tweedehandsapparatuur,

afschrijvingskosten voor apparatuur,

kosten die niet in de geraamde begroting zijn opgenomen,

btw, behalve wanneer de begunstigden kunnen aantonen dat zij deze overeenkomstig de geldende nationale wetgeving niet kunnen terugvorderen. Door publiekrechtelijke instanties betaalde btw is evenwel niet subsidiabel,

kapitaalopbrengsten,

schulden en kosten van schulden,

voorzieningen voor eventuele toekomstige verliezen of schulden,

debetrente,

dubieuze schuldvorderingen,

wisselkoersverliezen,

kosten die door de begunstigde zijn gedeclareerd en in aanmerking zijn genomen in het kader van een andere actie of een werkprogramma die/dat door de Europese Unie wordt gesubsidieerd,

buitensporige of roekeloze uitgaven.

3.   Specifieke bepalingen over subsidiabele kosten en de vereiste bewijsstukken

Uitgavencategorie

Subsidiabele kosten

Vereist bewijsstuk (NB: bij vermelding van meerdere documenten moeten al deze documenten worden ingediend)

Personeelskosten

1.

Werknemers

Er zal een forfaitaire som worden betaald van maximaal 10 000 EUR voor acties waarvan de totale subsidiabele kosten (excl. forfait voor personeelskosten) lager liggen dan 400 000 EUR, en van maximaal 25 000 EUR voor acties waarvan de totale subsidiabele kosten (excl. forfait voor personeelskosten) tussen 400 000 en 950 000 EUR liggen. Hierin zijn de personeelskosten voor ontwikkeling, uitvoering, follow-up en beoordeling begrepen.

Geen bewijsstuk vereist voor de toekenning van het forfaitaire bedrag.

Voor analysedoeleinden wordt aan de begunstigden echter een document gevraagd met de personeelskosten die daadwerkelijk met de voorlichtingsactie gepaard zijn gegaan.

2.

Zelfstandigen

Factuur waarin ten minste de titel van de voorlichtingsactie, de aard van het verrichte werk en de data waarop dit is uitgevoerd, worden vermeld.

Bewijs van betaling

Vervoerskosten (1)

1.

Trein

De kosten van een kaartje in tweede klas voor een reis langs de kortste route (2)

Vervoersbewijs

Bewijs van betaling

2.

Vliegtuig

De kosten, inclusief reserveringskosten, voor een reis in „economy class” met toepassing van het gunstigste speciale tarief (APEX, PEX, Excursion enz.)

Online-reserveringsformulier (incl. prijs);

Gebruikte instapkaart. Op de instapkaart moeten naam, datum, plaats van vertrek en van aankomst vermeld staan.

In voorkomend geval, de factuur van het reisbureau

Bewijs van betaling

3.

Bus

Niet-lokale reizen langs de kortste route.

Factuur met vermelding van ten minste plaats van vertrek en van aankomst, aantal passagiers en reisdata

Bewijs van betaling

4.

Ferry

Vervoersbewijs

Bewijs van betaling

Verblijf

1.

Tijdens de voorbereiding van de voorlichtingsactie:

Hotelverblijfskosten tot een per land bepaald maximumbedrag per nacht. Deze maximumbedragen zijn beschikbaar op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres („Door de Commissie aanvaarde maximale verblijfskosten (hotel)”).

Gedetailleerde hotelfactuur met vermelding van de naam van de personen, de data en het aantal nachten. Als de factuur betrekking heeft op een groep, moeten dezelfde gegevens worden verstrekt.

Beschrijving, per begunstigde van de subsidie, van het doel van het verblijf, het verband met de gecofinancierde voorlichtingsactie en de rol van de betrokken personen bij de actie.

Eventueel de notulen van de vergadering.

Bewijs van betaling

2.

Tijdens de uitvoering van de voorlichtingsactie:

Hotelverblijfskosten tot een per land bepaald maximumbedrag per nacht. Deze maximumbedragen zijn beschikbaar op het in punt 4.1 van deze uitnodiging vermelde internetadres („Door de Commissie aanvaarde maximale verblijfskosten (hotel)”).

Gedetailleerde hotelfactuur met vermelding van de naam van de personen, de data en het aantal nachten. Als de rekening betrekking heeft op een groep, moeten dezelfde gegevens worden verstrekt.

Door de deelnemers ondertekende presentielijst, zoals vereist voor het technisch verslag (zie artikel I.5.2.2 van de subsidieovereenkomst)

Bewijs van betaling

Maaltijden

Slechts tijdens de uitvoering van de voorlichtingsactie, tot een maximumbedrag (excl. btw) van

5 EUR per persoon voor koffiepauzes

25 EUR per persoon voor lunches

40 EUR per persoon voor diners

Factuur met het totaalbedrag (3) (van het cateringbedrijf, het hotel, het conferentiecentrum, enz.) met vermelding van ten minste de titel van de voorlichtingsactie, de datum, het aantal personen, het soort diensten (koffiepauzes, lunch en/of diner), de prijs per eenheid en de totale prijs.

Door de deelnemers ondertekende presentielijst, zoals vereist voor het technisch verslag (zie artikel I.5.2.2 van de subsidieovereenkomst)

Bewijs van betaling

Tolkwerk

1.

Werknemers: de werknemerskosten zijn verrekend in het maximale forfaitaire bedrag voor de categorie „personeelskosten”.

Geen

2.

Zelfstandigen: tot maximaal 600 EUR per dag (excl. btw)

Factuur met vermelding van ten minste de titel van de voorlichtingsactie, de talen waarin en waaruit is getolkt, de data waarop het werk is verricht, en het aantal werkuren.

Bewijs van betaling

Vertaling

1.

Werknemers: de werknemerskosten zijn verrekend in het maximale forfaitaire bedrag voor de categorie „personeelskosten”.

Geen

2.

Zelfstandigen: tot maximaal 45 EUR per bladzijde (excl. btw)

NB: Een bladzijde telt 1 800 karakters. Spaties worden niet meegerekend.

Factuur met vermelding van ten minste de titel van de voorlichtingsactie, de talen waarin en waaruit is vertaald en het aantal vertaalde bladzijden.

Bewijs van betaling

Kosten van deskundigen en van sprekers

Een dagvergoeding van maximaal 600 EUR (excl. btw)

Niet subsidiabel zijn kosten van deskundigen of sprekers die tot een nationaal, EU- of internationaal ambtenarencorps behoren, dan wel lid of werknemer zijn van de organisatie die de subsidie ontvangt of van een organisatie die aan die organisatie is gelieerd of er een dochter van is.

Voor verblijfs- en vervoerskosten: zie de betrokken uitgavencategorie

Factuur met vermelding van ten minste de titel van de voorlichtingsactie, de aard van het verrichte werk en de data waarop dit is uitgevoerd.

Definitief conferentieprogramma met vermelding van de naam en functie van de spreker

Bewijs van betaling.

Huur van conferentiezalen en van apparatuur

NB: Voor de huur van cabines voor simultaanvertolking geldt een maximumbedrag van 750 EUR per dag (excl. btw).

Factuur met vermelding van ten minste de titel van de voorlichtingsactie, het soort apparatuur en de data waarop de conferentiezalen en de apparatuur zijn gehuurd.

Bewijs van betaling

Postverzendings-kosten

Post- of koerierdiensten voor het verzenden van documenten betreffende de voorlichtingsactie (uitnodigingen enz.).

Een gespecificeerde factuur met vermelding van ten minste de titel van het document en het aantal verstuurde exemplaren, of een betalingsbewijs van de post met vermelding van de begunstigde.

Bewijs van betaling


(1)  Alleen de kosten van openbaar vervoer (trein, vliegtuig, boot) worden gefinancierd. Bus-, metro-, tram- en taxikosten zijn niet subsidiabel.

(2)  Indien in een andere klas wordt gereisd, moet een attest van de vervoersmaatschappij worden overgelegd waarin de kosten in tweede klas zijn gepreciseerd, en zijn alleen de kosten ter hoogte van dat bedrag subsidiabel.

(3)  Individuele restaurantrekeningen worden niet aanvaard.