19.2.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 45/11


ARREST VAN HET HOF

(Zesde kamer)

van 9 december 2004

in zaak C-88/04: Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (1)

(Niet-nakoming - Richtlijn 2001/29/EG - Harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij - Niet-omzetting binnen de voorgeschreven termijn)

(2005/C 45/21)

Procestaal: Engels

In zaak C-88/04, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 23 februari 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigde: K. Banks) tegen Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (gemachtigden: R. Caudwell en K. Manji), heeft het Hof (Zesde kamer), samengesteld als volgt: A. Borg Barthet, kamerpresident, J.-P. Puissochet en J. Malenovský (rapporteur), rechters; advocaat-generaal: A. Tizzano; griffier: R. Grass, op 9 december 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

1)

Door niet alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, is het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland de krachtens die richtlijn op hem rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland wordt verwezen in de kosten.


(1)  PB C 106 van 30.4.2004