23.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 262/51


Beroep, op 13 augustus 2004 ingesteld door TV Danmark A/S en Kanal 5 Denmark Ltd. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

(Zaak T-336/04)

(2004/C 262/95)

Procestaal: Engels

Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 13 augustus 2004 beroep ingesteld tegen de Commissie van de Europese Gemeenschappen door TV Danmark A/S, gevestigd te Kopenhagen (Denemarken), en Kanal 5 Denmark Ltd., gevestigd te Hounslow (Verenigd Koninkrijk), beide vertegenwoordigd door D. Vandermeersch, K. Karl en H. Peytz, advocaten, domicilie hebbende te Luxemburg.

Verzoeksters concluderen dat het het Gerecht behage:

Artikel 1 van beschikking C 2/03 van de Commissie van 19 mei 2004 inzake staatssteun voor de Deense openbare omroep TV2/DANMARK door retributieopbrengsten en andere maatregelen, nietig te verklaren, voorzover in die beschikking wordt geoordeeld dat steun die tussen 1995 en 2002 in de vorm van retributieopbrengsten en andere maatregelen aan TV2/DANMARK is toegekend, ingevolge artikel 86, lid 2, EG verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt.

Verweerster in de kosten te verwijzen.

Middelen en voornaamste argumenten

In de bestreden beschikking heeft de Commissie geoordeeld dat tussen 1995 en 2002 staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, EG is verleend aan de Deense openbare zender TV2/DANMARK. De Commissie heeft geconcludeerd dat die steun ingevolge artikel 86, lid 2, EG verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, behalve wat betreft een overcompensatie ten bedrage van 628,2 miljoen DKK, die door TV2/DANMARK A/S moet worden terugbetaald.

Verzoeksters vorderen nietigverklaring van artikel 1 van de beschikking voorzover daarin een deel van de steun verenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt verklaard. Door dit deel van de beschikking vast te stellen, heeft de Commissie de artikelen 86, lid 2, 87 en 88 EG miskend alsook het aan het EG-Verdrag gehechte Protocol betreffende het openbareomroepstelsel in de lidstaten.

De Commissie heeft de artikelen 87 en 88 EG geschonden doordat zij, na te hebben vastgesteld dat de steun nieuwe steun was, niettemin tot het oordeel is gekomen dat de steun (afgezien van het als overcompensatie te beschouwen bedrag) verenigbaar was met de gemeenschappelijke markt. Zij had juist moeten vaststellen dat het volledige steunbedrag wegens niet-aanmelding onrechtmatig was.

Verzoeksters betogen voorts dat de Commissie de artikelen 86, lid 2, 87 en 88 EG en het Protocol heeft geschonden door te oordelen, dat alle kosten van TV2 verband houden met openbaredienstverplichtingen en derhalve door de staat kunnen worden vergoed, ook al ontbreekt een voldoende nauwkeurige omschrijving van de openbaredienstverplichtingen van TV2. De Commissie heeft die artikelen ook geschonden doordat zij de staatssteun heeft goedgekeurd op basis van het criterium of TV2 trachtte haar „inkomsten te maximaliseren” en de bewijslast op verzoeksters heeft gelegd. Zij heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door bewijzen dat TV2 de prijzen van een efficiënte zelfstandige marktdeelnemer onderschreed, terzijde te leggen.

Ook heeft de Commissie artikel 86, lid 2, EG en het Protocol geschonden door de steun goed te keuren ondanks haar twijfels omtrent het prijsgedrag van TV2 en het prijsniveau in Denemarken. De Commissie heeft voorts in strijd met artikel 86, lid 2, EG gehandeld door niet te onderzoeken of de nettokosten van TV2 evenredig waren aan de openbaredienstverplichtingen en door te aanvaarden dat er geen althans onvoldoende Deens openbaar toezicht was op de vervulling door TV2 van haar openbaredienstverplichtingen.