3.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 84/596


(2004/C 84 E/0671)

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0473/04

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie

(23 februari 2004)

Betreft:   Hervorming van de pensioenen

We worden in alle lidstaten geconfronteerd met het vraagstuk van de hervorming van de pensioenen, die om een aantal redenen onontkoombaar is. Het moment om deze hervorming overeenkomstig één enkel communautair model gelijk te trekken is mijns inziens nog niet aangebroken. De historische, sociale en economische grondslagen van de huidige stelsels lopen immers uiteen. Toch is er een beginsel dat door alle landen moet worden gehandhaafd, te weten dat van de aanpassing. Het Italiaanse Constitutionele Hof heeft reeds in een arrest (173/1986) gepreciseerd dat de middelen voor het levensonderhoud niet alleen bestemd moeten zijn om in de eerste levensbehoeften te voorzien, maar dat zij tevens toereikend moeten zijn om te voldoen aan de eisen met betrekking tot de levensstandaard van de werknemer ingevolge het genoten loon en de bereikte positie. Ook op Europees niveau is vaker hetzelfde idee geopperd en nog eens onderbouwd door de constatering dat louter en alleen de aanpassing van de pensioenen aan de procentuele stijging van de kosten van het levensonderhoud niet volstaat om de koopkracht van de pensioenen te handhaven en dat derhalve de pensioenen ook moeten worden gekoppeld aan het inkomen van de werknemers en bijgevolg aan de verhoging van de lonen en salarissen.

Acht de Commissie het, in afwachting van een debat over één enkel Europees pensioenstelsel, niet nuttig en wenselijk om de lidstaten een mededeling te doen toekomen over de waarborging van het beginsel van de aanpassing van de pensioenen ten einde een verdere vermindering van de koopkracht ervan te voorkomen?

Antwoord van de heer Dimas namens de Commissie

(22 maart 2004)

Een van de gemeenschappelijke onderliggende doelstellingen van de open coördinatiemethode inzake pensioenen verlangt van de lidstaten dat zij „iedereen toegang verlenen tot passende pensioenregelingen, hetzij van de overheid, hetzij van de particuliere sector, die het mogelijk maken pensioenrechten op te bouwen waardoor zij, binnen redelijke grenzen, na hun pensionering hun levensstandaard kunnen handhaven.” Deze doelstellingen zijn niet juridisch bindend en bieden ruimte voor een grote verscheidenheid van benaderingen in de nationale pensioenstelsels. Het is echter duidelijk dat het de bedoeling is dat gepensioneerden kunnen rekenen op een levensstandaard die niet te ver af ligt van die van de werkende bevolking.

Overwegende dat de levensverwachting toeneemt, waardoor men mag hopen gemiddeld langer van een pensioen te kunnen genieten, wordt de aanpassing van lopende pensioenen een een belangrijke bepalende factor voor de relatieve levensstandaard van de gepensioneerden. In de meeste wettelijke pensioenregelingen is een prijsindexering voorzien, en in bepaalde lidstaten wordt ook in meerdere of mindere mate rekening gehouden met de algemene loonontwikkeling (1). Wat de aanvullende regelingen betreft, zijn de uitkeringen meestal hetzij een vooraf bepaald bedrag, hetzij aangepast aan de inflatie.

De Commissie is niet van plan om een mededeling tot de lidstaten te richten om hen uit te nodigen hun systemen voor de indexering van pensioenen aan te passen. Een dergelijk initiatief zou kunnen worden opgevat als een stap in de richting van harmonisatie van de wetgeving, hetgeen uitdrukkelijk wordt uitgesloten in artikel 137, lid 2, van het EG-Verdrag. Bovendien moet de kwestie van de aanpassing worden gezien in een ruimere context, rekening houdende met alle gemeenschappelijke doelstellingen (ook die betreffende de financiële haalbaarheid op langere termijn), en ook met andere prestaties die belangrijk zijn voor de levenskwaliteit van ouderen. Zo kan het legitiem zijn dat een lidstaat besluit om de indexering van de pensioenen alleen op de prijsontwikkeling te baseren, waardoor eventueel hetzij hogere pensioenen direct na de pensionering geboden kunnen worden, hetzij andere diensten of verstrekkingen voor ouderen gefinancierd kunnen worden. De behoeften van gepensioneerden ontwikkelen zich met de leeftijd en de oudste jaargangen kunnen meer behoefte hebben aan verstrekkingen (gezondheidszorg, langdurige verpleging) dan aan prestaties in geld.


(1)  Zie de website „MISSOC — La protection sociale dans les Etats membres et de l'Espace économique européen”, http://europa.eu.int/comm/employment_social/missoc/index_fr.html voor meer details.