7.6.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 222/31 |
Beroep ingesteld op 30 maart 2022 — Seifert / Raad
(Zaak T-166/22)
(2022/C 222/52)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Evgenia Seifert (München, Duitsland) (vertegenwoordiger: T. Seifert, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
nietigverklaring van artikel 1, punt 9, van verordening (EU) 2022/328 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren; |
— |
verwijzing van de Europese Unie in de kosten van de procedure, daaronder begrepen de door verzoekster gemaakte noodzakelijke kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoekster is van mening dat artikel 1, punt 9, van verordening (EU) 2022/328 van de Raad van 25 februari 2022 tot wijziging van verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (1), haar discrimineert op grond van haar Russische afkomst en derhalve in strijd is met artikel 14 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, gelezen in samenhang met haar rechten uit hoofde van artikel 8, lid 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. De Raad kan zich in dit verband niet beroepen op een noodtoestand als bedoeld in artikel 15, lid 1, van dit verdrag of een afwijking in de zin van artikel 15, lid 3, van dat verdrag.