18.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 422/31


Beroep ingesteld op 31 augustus 2021 — Belaz-upravljajusaja kompanija holdinga Belaz Holding / Raad

(Zaak T-533/21)

(2021/C 422/40)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: OAO Belaz-upravljajusaja kompanija holdinga Belaz Holding (Zhodino, Belarus) (vertegenwoordigers: D. O’Keeffe, Solicitor, en N. Tuominen, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

uitvoeringsverordening (EU) 2021/997 van de Raad van 21 juni 2021 tot uitvoering van artikel 8 bis, lid 1, van verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Belarus (1), en uitvoeringsbesluit (GBVB) 2021/1002 van de Raad van 21 juni 2021 tot uitvoering van besluit 2012/642/GBVB betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus (2) (hierna: “bestreden maatregelen”), nietig verklaren voor zover zij verzoekster betreffen;

de Raad verwijzen in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel: de bestreden maatregelen schenden het beginsel van effectieve rechterlijke bescherming. Sinds 18 juni 2012 luidt de naam van verzoekster Open Joint Stock Company “BELAZ” — Management Company of Holding “BELAZHOLDING”. Door de verwijzing naar Belarusski Avtomobilnyi Zavod (BelAZ) / OJSC “BELAZ”, een naam die door verzoekster nooit is gebruikt als officiële handelsnaam (noch voluit, noch afgekort), hebben de bestreden maatregelen de aangewezen entiteit niet naar behoren geïdentificeerd. Bijgevolg kan verzoekster de precieze omvang van de betreden maatregelen niet bepalen.

2.

Tweede middel: de Raad heeft een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door verzoekster op te nemen in de bijlagen bij de bestreden maatregelen. Volgens verzoekster bevatten de bestreden maatregelen niet-gestaafde, feitelijk onjuiste en ongegronde motieven voor haar plaatsing op de lijst. Bovendien toont de verschafte ontoereikende motivering onvoldoende een inhoudelijke verband met de draagwijdte van de maatregelen aan.

3.

Derde middel: de bestreden maatregelen voldoen niet aan de bewijsstandaard voor individuele sancties. Het door de Raad toegepaste type maatregel is onrechtmatig omdat gepoogd wordt om individuele maatregelen te gebruiken om de zakelijke activiteiten en winsten van een buitenlandse staatsonderneming te beperken.


(1)  PB 2021, L 219 I, blz. 3.

(2)  PB 2021, L 219 I, blz. 70.