15.2.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 53/45


Beroep ingesteld op 3 december 2020 — Lenovo Global Technology Belgium / EuroHPC Joint Undertaking

(Zaak T-717/20)

(2021/C 53/61)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Lenovo Global Technology Belgium BV (Machelen, België) (vertegenwoordigers: S. Sakellariou, G. Forwood, K. Struckmann en F. Abou Zeid, advocaten)

Verwerende partij: Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (European High Performance Computing Joint Undertaking) (EuroHPC)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

de gevraagde maatregelen tot organisatie van de procesgang te gelasten;

het besluit van 29 september 2020 van de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing (Ref. Ares(2020)5103538) nietig te verklaren, voor zover daarbij de inschrijving van Lenovo voor perceel nr. 3 in het kader van aanbesteding SMART 2019/1084 betreffende de aankoop van de door CINECA in Italië te hosten Leonardo Supercomputer is afgewezen en de opdracht aan een andere onderneming is toegewezen, en

de Gemeenschappelijke Onderneming Europese high-performance computing te verwijzen in de kosten van verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter onderbouwing van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

1.

Eerste middel: verweerster heeft de beginselen van gelijke behandeling en transparantie geschonden door de gekozen inschrijver niet te diskwalificeren hoewel deze niet voldeed aan een aantal dwingende vereisten uit de Technische Specificaties. Meer bepaald is laatstgenoemde niet door verweerster uitgesloten hoewel hij niet had voldaan aan het dwingende vereiste om een vaste prijs voor te stellen doordat hij in zijn offerte een clausule over de onderlinge wisselkoers heeft opgenomen en geen vaste prijs voor de geheugenonderdelen heeft vermeld. Verweerster heeft die beginselen eveneens geschonden door de gekozen inschrijver niet te diskwalificeren hoewel in diens offerte ook andere in de Technische Specificaties genoemde gegevens ontbraken.

2.

Tweede middel: verweerster heeft een aantal beoordelingsfouten gemaakt inzake de prestatie- en de efficiëntiescore die aan het voorstel van de gekozen inschrijver is toegekend. Verweerster heeft met name een kennelijke beoordelingsfout gemaakt door bij de berekening van de prestatiescores een verkeerde minimale HPCG-waarde te hanteren. Zij heeft de door de geselecteerde inschrijver verstrekte waarden voor de HPL- en HPCG-prestaties, die duidelijk onjuist waren, gebruikt zonder hem enige verduidelijking te vragen, en zij heeft derhalve een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden. Verweerster heeft tevens de duidelijk foute energieverbruikswaarden van de gekozen inschrijver aanvaard, en heeft ook op die manier een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden.

3.

Derde middel: verweerster heeft een reeks fouten gemaakt in verband met het gunningscriterium “toegevoegde waarde voor de EU”. Dit criterium was in casu namelijk rechtens ongeschikt omdat het niets te maken had met het voorwerp van de opdracht en in strijd was met het beginsel van gelijke behandeling, het Financieel Reglement, de verplichtingen van de Unie uit hoofde van de GPA van de WTO en het in artikel 310, lid 5, VWEU neergelegde beginsel van goed financieel beheer. Bovendien heeft verweerster bij de toepassing van dat criterium een kennelijke fout begaan en het beginsel van gelijke behandeling geschonden.

4.

Vierde middel: verweerster heeft fouten gemaakt wat betreft het gunningscriterium “Beveiliging van de toeleveringsketen”. In het bijzonder heeft de EU het beginsel van gelijke behandeling en haar motiveringsplicht geschonden door de offerte van de gekozen inschrijver zonder objectieve rechtvaardiging gunstiger te behandelen dan die van verzoekster, hoewel de twee offerten op belangrijke punten vergelijkbaar waren. Verweerster heeft ook een kennelijke fout begaan bij de beoordeling van enkele onderdelen van verzoeksters offerte die betrekking hadden op het gunningscriterium “Beveiliging van de toeleveringsketen”.