22.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 209/9 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam (Nederland) op 4 maart 2020 — VG tegen Minister van Buitenlandse Zaken
(Zaak C-121/20)
(2020/C 209/15)
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: VG
Verweerder: Minister van Buitenlandse Zaken
Prejudiciële vraag
Wordt de beantwoording van prejudiciële vragen in de zaken bij het Hof geregistreerd onder de nummers C-225/19 en C-226/19, anders, indien niet bekend wordt gemaakt of bekend is geworden wat het land is dat bij de voorafgaande raadpleging als bedoeld in artikel 22 van de Visumcode (1) bezwaar heeft gemaakt tegen de afgifte van een visum aan de aanvrager?
(1) Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (PB 2009, L 243, blz. 1).