201807130092003812018/C 268/241372018CJC26820180730NL01NLINFO_JUDICIAL20180222181811

Zaak C-137/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Dresden (Duitsland) op 22 februari 2018 — hapeg dresden gmbh / Bayrische Straße 6-8 GmbH & Co. KG


C2682018NL1810120180222NL0024181181

Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Dresden (Duitsland) op 22 februari 2018 — hapeg dresden gmbh / Bayrische Straße 6-8 GmbH & Co. KG

(Zaak C-137/18)

2018/C 268/24Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Dresden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: hapeg dresden gmbh

Verwerende partij: Bayrische Straße 6-8 GmbH & Co. KG

Prejudiciële vraag

Dient het Unierecht, met name artikel 15, lid 3, onder b) en c), alsmede artikel 16, lid 1, eerste, tweede en derde volzin, onder b) en c), van richtlijn 2006/123/EG ( 1 ) van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 (dienstenrichtlijn) aldus te worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling — zoals de regeling die aan de orde is in het hoofdgeding — volgens welke het niet is toegestaan om in overeenkomsten met architecten en/of ingenieurs een lager honorarium overeen te komen dan de minimumvergoeding die volgens de Honorarordnung für Architekten und Ingenieure (honorariumregeling voor architecten en ingenieurs) in rekening dient te worden gebracht?


( 1 ) Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB 2006, L 376, blz. 36).