28.5.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 182/8


Hogere voorziening ingesteld op 12 februari 2018 door FTI Touristik GmbH tegen het arrest van het Gerecht (Achtste kamer) van 30 november 2017 in zaak T-475/16, FTI Touristik GmbH/Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie

(Zaak C-99/18 P)

(2018/C 182/07)

Procestaal: Duits

Partijen

Rekwirante: FTI Touristik GmbH (vertegenwoordiger: A. Parr, Rechtsanwältin)

Andere partijen in de procedure: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie, Harald Prantner en Daniel Giersch

Conclusies

de beslissing van de Achtste kamer van het Gerecht van 30 november 2017 (T-475/16) vernietigen;

het EUIPO verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante voert aan dat het arrest van het Gerecht in strijd is met artikel 8, lid 1, onder b), van verordening nr. 207/2009 (1). De beslissing is onvoldoende gemotiveerd en er is geen rekening gehouden met alle feitelijke omstandigheden die in wisselwerking met elkaar vereist zijn voor de beoordeling van het gevaar voor verwarring. Daardoor heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting.


(1)  Verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het gemeenschapsmerk, PB L 78, blz. 1, zoals gewijzigd [vervangen door verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk, PB L 154, blz. 1]