25.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 318/15


Beroep ingesteld op 20 juli 2017 — Verband der Deutschen Biokraftstoffindustrie/Commissie

(Zaak T-451/17)

(2017/C 318/21)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Verband der Deutschen Biokraftstoffindustrie e.V. (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordigers: R. Stein, P. Friton en H.-J. Prieß, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

de mededeling van de Commissie met registratienummer BK/abd/ener.c.l(2017)2122195 nietig verklaren, voor zover op bladzijde vijf daarvan wordt bepaald dat voor de berekening van de broeikasgasemissies van biodiesel een emissiewaarde van 99,57 g CO2eq per MJ methanol moet worden gebruikt, en

verweerster verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

1.

Eerste middel: schending van richtlijn 2009/28/EG (1) door af te wijken van de voorgeschreven rekenmethode

Verzoeker betoogt dat volgens artikel 19, lid 1, onder b), de in bijlage V, deel C, bij richtlijn 2009/28/EG vermelde methode moet worden toegepast wanneer gebruikt wordt gemaakt van werkelijke waarden om een emissiewaarde te berekenen. Overeenkomstig bijlage V, deel C, punt 13, bij richtlijn 2009/28/EG worden de emissies ten gevolge van de gebruikte brandstof, eu, geacht nul te zijn voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa. Volgens verzoeker draagt de bestreden mededeling de vrijwillige certificatieregelingen op om binnen een bepaalde termijn een van bijlage V, deel C, punt 13, bij richtlijn 2009/28/EG afwijkende berekening toe te passen, die juist ook de emissies ingevolge het brandstofgebruik behelst.

De afwijking van bijlage V, deel C, punt 13, bij richtlijn 2009/28/EG is in strijd met de procedurele voorschriften van die richtlijn. Overeenkomstig artikel 19, lid 7, tweede volzin, van de richtlijn kan de in bijlage V bij de richtlijn vermelde methode niet worden aangepast zonder inachtneming van de procedure van artikel 25, lid 4, van de richtlijn. Deze bepaling verwijst op haar beurt naar artikel 5bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van besluit 1999/468/EG (2), met inachtneming van artikel 8 van dat besluit, volgens hetwelk een comité regelgeving met toetsing moet worden bijeengeroepen en er een controle door het Europees Parlement en de Europese Raad moet plaatsvinden. De Commissie had niet mogen optreden middels een tardieve informele mededeling.

2.

Tweede middel: schending van de Unierechtelijke beginselen van evenredigheid, van rechtszekerheid en van bescherming van het gewettigd vertrouwen door te voorzien in een inadequate korte overgangstermijn voor de certificatieregelingen ter invoering van de met de richtlijn strijdige rekenmethode op uiterlijk 1 september 2017.

De bescherming van het gewettigd vertrouwen is niet gewaarborgd aangezien de procedurele termijnen en de uitvoeringstermijnen inadequaat kort zijn.

Het rechtszekerheidsbeginsel is geschonden op grond van de onredelijke problemen bij de uitvoering.


(1)  Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van richtlijn 2001/77/EG en richtlijn 2003/30/EG (PB 2009, L 140, blz. 16).

(2)  Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB 1999, L 184, blz. 23).