26.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 112/19


Beroep ingesteld op 22 december 2017 — Europese Commissie / Tsjechische Republiek

(Zaak C-719/17)

(2018/C 112/26)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: Z. Malůšková en G. Wils, gemachtigden)

Verwerende partij: Tsjechische Republiek

Conclusies

1.

Vaststellen dat de Tsjechische Republiek, door niet op gezette tijden en tenminste om de drie maanden mee te delen hoeveel verzoekers snel op haar grondgebied kunnen worden herplaatst, niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 5, lid 2, van besluit (EU) 2015/1523 van de Raad van 14 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (1) en artikel 5, lid 2, van besluit (EU) 2015/1601 van de Raad van 22 september 2015 tot vaststelling van voorlopige maatregelen op het gebied van internationale bescherming ten gunste van Italië en Griekenland (2), en dus evenmin aan de verdere verplichtingen betreffende herplaatsing in de artikelen 5, leden 4 tot en met 11, van deze twee Raadsbesluiten.

2.

de Tsjechische Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

In september 2015 heeft de Raad bij twee besluiten, te weten besluit (EU) 2015/1523 en besluit (EU) 2015/1601, een voorlopig programma van noodherplaatsing vastgesteld op grond waarvan lidstaten personen die duidelijk internationale bescherming behoeven, zouden herplaatsen vanuit Italië en Griekenland.

De besluiten van de Raad leggen de verplichting op aan lidstaten om iedere drie maanden beschikbare plekken voor herplaatsing aan te bieden, teneinde een snel en ordelijk herplaatsingsproces te garanderen. Terwijl vrijwel alle staten herplaatsingen hebben uitgevoerd en de daarmee verband houdende verplichtingen op zich hebben genomen, heeft de Tsjechische Republiek sinds augustus 2016 geen herplaatsingen uitgevoerd en al meer dan een jaar geen nieuwe plekken aangeboden.

Op 15 juni 2017 heeft de Commissie tegen de Tsjechische Republiek een procedure ingeleid wegens niet-nakoming van haar verplichtingen.

Daar het antwoord van de Tsjechische Republiek niet afdoende werd bevonden, heeft de Commissie besloten over te gaan tot de volgende stap in de procedure, te weten het uitvaardigen van een met redenen omkleed advies op 26 juli 2017.

Daar het antwoord op het met redenen omkleed advies niet afdoende werd bevonden, heeft de Commissie besloten bij het Europees Hof van Justitie beroep in te stellen tegen de Tsjechische Republiek wegens niet-nakoming van verplichtingen betreffende herplaatsing.


(1)  PB 2015, L 239, blz. 146.

(2)  PB 2015, L 248, blz. 80.