4.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 293/20


Beroep ingesteld op 3 juli 2017 — Europese Commissie/Tsjechische Republiek

(Zaak C-399/17)

(2017/C 293/25)

Procestaal: Tsjechisch

Partijen

Verzoekende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: P. Němečková en E. Sanfrutos Cano, gemachtigden)

Verwerende partij: Tsjechische Republiek

Conclusies

vaststellen dat de Tsjechische Republiek, door niet ervoor te zorgen dat van Tsjechië naar Katowice (Polen) overgebracht TPS-NOLO (Geobal) materiaal terug naar Tsjechië werd vervoerd, de krachtens artikel 24, lid 2, en artikel 28, lid 1, van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (1) op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen;

de Tsjechische Republiek verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Het van Tsjechië naar Polen vervoerde TPS-NOLO (Geobal) materiaal, dat afkomstig is van gevaarlijke afvalstoffen van een stortplaats (Ostramo-bassins), op een andere stortplaats in Tsjechië is gestort en is ingedeeld als teerresiduen afkomstig van raffinage- en distillatieprocessen en alle andere pyrolitische behandelingen van organisch materiaal, wordt door de Poolse autoriteiten aangemerkt als afvalstoffen die onder bijlage IV bij verordening nr. 1013/2006 vallen.

2.

Aangezien de Tsjechische Republiek het oneens is met de indeling van de betrokken stof als afvalstoffen op grond van de indeling van het materiaal overeenkomstig verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (hierna: „REACH-verordening”) (2), is een conflictsituatie ontstaan, die artikel 28, lid 1, van verordening nr. 1013/2006 regelt door te bepalen dat het betrokken materiaal als afval wordt behandeld.

3.

De registratie van het materiaal overeenkomstig de REACH-verordening garandeert niet dat het gebruik van de stof geen negatieve gevolgen voor het milieu of de volksgezondheid heeft of dat de stof automatisch ophoudt afval te zijn. Bij gebreke van een nationale beslissing waarbij wordt vastgesteld dat de betrokken stof een toestand heeft bereikt waarin afval ophoudt afval te zijn, kan de indeling van die stof overeenkomstig de REACH-verordening niet geldig worden geacht op basis van artikel 2, lid 2, van de REACH-verordening.

4.

Aangezien de betrokken stof zonder kennisgeving over de grens is vervoerd, moet het vervoer worden aangemerkt als een „illegale overbrenging” in de zin van artikel 2, punt 35, onder a), van verordening nr. 1013/2006. In dat geval moet de bevoegde autoriteit van verzending door middel van een passende procedure informatie inwinnen om ervoor te zorgen dat de betrokken afvalstoffen worden teruggenomen overeenkomstig artikel 24, lid 2, van verordening nr. 1013/2006, hetgeen de Tsjechische Republiek ten onrechte weigert. Die verplichting is niet in strijd met artikel 128 van de REACH-verordening, dat het vrije verkeer van stoffen, mengsels en voorwerpen in de zin van artikel 3 van de REACH-verordening waarborgt, aangezien afvalstoffen uitdrukkelijk zijn uitgesloten van de werkingssfeer van die verordening (zie artikel 2, lid 2, van de REACH-verordening).


(1)  PB 2006, L 190, blz. 1.

(2)  PB 2006, L 396, blz. 1.