3.4.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 104/35


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Lietuvos apeliacinis teismas (Litouwen) op 19 januari 2017 — AB „flyLAL-Lithuanian Airlines”, in liquidatie/Starptautiskā lidosta „Rīga” VAS en „Air Baltic Corporation AS”

(Zaak C-27/17)

(2017/C 104/50)

Procestaal: Litouws

Verwijzende rechter

Lietuvos apeliacinis teismas

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: AB „flyLAL-Lithuanian Airlines”, in liquidatie

Verwerende partijen: Starptautiskā lidosta „Rīga” VAS en „Air Baltic Corporation AS”

Prejudiciële vragen

1)

Moet onder het begrip „plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan” in artikel 5, lid 3, van de „Brussel I-verordening” (1) in de omstandigheden van de onderhavige zaak worden verstaan de plaats waar verweersters’ met artikel 82, tweede alinea, onder c), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap [artikel 102, tweede alinea, onder c), VWEU] strijdige onrechtmatige overeenkomst is gesloten dan wel de plaats waar handelingen zijn verricht waarbij gebruik is gemaakt van het uit die overeenkomst voortvloeiende financiële voordeel, door de verkoop tegen afbraakprijzen (kruissubsidiëring) in de concurrentiestrijd met verzoekster op dezelfde relevante markten?

2)

Kan de door verzoekster geleden schade (inkomstenderving) als gevolg van de voornoemde onrechtmatige daden van verweersters in casu worden aangemerkt als schade in de zin van artikel 5, lid 3, van de Brussel I-verordening?

3)

Moet de exploitatie van het filiaal van Air Baltic Corporation in Litouwen in de omstandigheden van de onderhavige zaak worden aangemerkt als de exploitatie van een filiaal in de zin van artikel 5, lid 5, van de Brussel I-verordening?


(1)  Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB 2001, L 12, blz. 1).