3.4.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 104/33 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curtea de Apel Cluj (Roemenië) op 10 januari 2017 — Maria Dicu/Ministerul Justiției, Consiliul Superior al Magistraturii, Curtea de Apel Suceava, Tribunalul Botoșani
(Zaak C-12/17)
(2017/C 104/48)
Procestaal: Roemeens
Verwijzende rechter
Curtea de Apel Cluj
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Maria Dicu
Verwerende partijen: Ministerul Justiției, Consiliul Superior al Magistraturii, Curtea de Apel Suceava, Tribunalul Botoșani
Prejudiciële vraag
Moet artikel 7 van richtlijn 2003/88/EG (1) aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een bepaling van nationaal recht die voor de berekening van de duur van de jaarlijkse vakantie van de werknemer het tijdvak van ouderschapsverlof voor een kind tot de leeftijd van twee jaar niet in aanmerking neemt als tijdvak van arbeid?
(1) Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB 2003, L 299, blz. 9).