ARREST VAN HET HOF (Derde kamer)

23 januari 2019 ( *1 )

„Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Richtlijn 2011/83/EU – Overeenkomsten op afstand – Artikel 6, lid 1, onder h) – Informatieplicht met betrekking tot het herroepingsrecht – Artikel 8, lid 4 – Overeenkomst gesloten met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie – Begrip ‚beperkte ruimte of tijd [...] voor het tonen van de informatie’ – Folder in een tijdschrift – Bestelkaart met een hyperlink naar de informatie over het herroepingsrecht”

In zaak C‑430/17,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in civiele en strafzaken, Duitsland) bij beslissing van 14 juni 2017, ingekomen bij het Hof op 17 juli 2017, in de procedure

Walbusch Walter Busch GmbH & Co. KG

tegen

Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV,

wijst

HET HOF (Derde kamer),

samengesteld als volgt: M. Vilaras, president van de Vierde kamer, waarnemend voor de president van de Derde kamer, J. Malenovský, L. Bay Larsen, M. Safjan (rapporteur) en D. Šváby, rechters,

advocaat-generaal: E. Tanchev,

griffier: R. Șereș, administrateur,

gelet op de opmerkingen van:

Walbusch Walter Busch GmbH & Co. KG, vertegenwoordigd door R. Becker, Rechtsanwalt,

Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV, vertegenwoordigd door C. Rohnke, Rechtsanwalt,

de Duitse regering, vertegenwoordigd door T. Henze, M. Hellmann, E. Lankenau en J. Techert als gemachtigden,

de Poolse regering, vertegenwoordigd door B. Majczyna als gemachtigde,

de Finse regering, vertegenwoordigd door H. Leppo als gemachtigde,

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Kellerbauer en N. Ruiz García als gemachtigden,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 20 september 2018,

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 6, lid 1, onder h), en artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB 2011, L 304, blz. 64).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Walbusch Walter Busch GmbH & Co. KG, een vennootschap naar Duits recht, en Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main eV, een vereniging die strijdt tegen oneerlijke handelspraktijken (hierna: „Zentrale”), over de informatie betreffende het herroepingsrecht van de consument die is opgenomen in de reclame die deze vennootschap voert in de vorm van een reclamefolder die bij diverse kranten en tijdschriften is gevoegd.

Toepasselijke bepalingen

Unierecht

Handvest

3

Artikel 11 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”), met als opschrift „De vrijheid van meningsuiting en van informatie”, bepaalt in lid 1:

„Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.”

4

Artikel 16 van het Handvest, met als opschrift „De vrijheid van ondernemerschap”, luidt als volgt:

„De vrijheid van ondernemerschap wordt erkend overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken.”

5

Artikel 38 van het Handvest heeft het opschrift „Consumentenbescherming” en bepaalt:

„In het beleid van de Unie wordt zorg gedragen voor een hoog niveau van consumentenbescherming.”

Richtlijn 2011/83

6

De overwegingen 3 tot en met 5, 7, 34, 36 en 44 van richtlijn 2011/83 luiden als volgt:

„(3)

In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, onder a), [VWEU] is bepaald dat de Unie dient bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij op grond van artikel 114 [VWEU] neemt.

(4)

[...] Harmonisatie van bepaalde aspecten van overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten gesloten consumentenovereenkomsten is noodzakelijk voor de bevordering van een echte interne markt voor de consument, waarbij een juist evenwicht ontstaat tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.

(5)

[...] De volledige harmonisatie van consumenteninformatie en van het herroepingsrecht voor overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten zal dan ook bijdragen tot een hoog beschermingsniveau voor de consument en een beter functioneren van de [...] interne markt.

[...]

(7)

Volledige harmonisatie van een aantal centrale regelgevingsaspecten moet de rechtszekerheid voor zowel de consumenten als de handelaren aanzienlijk verbeteren. [...] Bovendien moeten de consumenten een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming genieten in de gehele Unie.

[...]

(34)

De handelaar moet de consument duidelijke en begrijpelijke informatie geven vóór de consument wordt gebonden door een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, of door een andere overeenkomst dan een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, dan wel een dienovereenkomstig aanbod. [...]

[...]

(36)

Bij overeenkomsten op afstand dienen de informatievereisten te worden aangepast om rekening te houden met de technische beperkingen van bepaalde media, zoals het mogelijke aantal karakters op het scherm van mobiele telefoons of de maximale duur van reclamespots op televisie. In dergelijke gevallen dient de handelaar te voldoen aan bepaalde minimumvoorschriften en de consument voor het overige te verwijzen naar een andere informatiebron, bijvoorbeeld door een gratis telefoonnummer aan te geven of een link naar een webpagina van de handelaar waar de relevante informatie rechtstreeks beschikbaar en gemakkelijk te raadplegen is. [...]

[...]

(44)

Verschillen tussen de manieren waarop het herroepingsrecht wordt uitgeoefend in de lidstaten veroorzaken kosten voor handelaren die grensoverschrijdend verkopen. Invoering van een geharmoniseerd modelformulier voor herroeping waarvan de consument gebruik kan maken, zal het herroepingsproces vereenvoudigen en meer rechtszekerheid brengen. Om die reden dienen de lidstaten af te zien van aanvullende vormvereisten voor het modelformulier voor de gehele Unie, bijvoorbeeld betreffende de lettergrootte. Het dient de consument evenwel vrij te staan om een overeenkomst in zijn eigen woorden te herroepen, mits zijn verklaring waarbij hij de overeenkomst herroept, ten overstaan van de handelaar ondubbelzinnig is. Met een brief, een telefoontje of het terugzenden van de goederen met een duidelijke verklaring zou aan deze voorwaarde kunnen worden voldaan, maar het moet aan de consument zijn te bewijzen dat de herroeping binnen de in de richtlijn vastgestelde termijn heeft plaatsgevonden. [...]”

7

Artikel 1 van deze richtlijn, met als opschrift „Onderwerp”, bepaalt:

„Het doel van deze richtlijn is om door de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming bij te dragen aan de goede werking van de interne markt door bepaalde aspecten van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake tussen consumenten en handelaren gesloten overeenkomsten onderling aan te passen.”

8

Artikel 2 van deze richtlijn, met als opschrift „Definities”, bepaalt:

„Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

[...]

7)

‘overeenkomst op afstand’: iedere overeenkomst die tussen de handelaar en de consument wordt gesloten in het kader van een georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid van handelaar en consument en waarbij, tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer middelen voor communicatie op afstand;

[...]”

9

Artikel 6 van diezelfde richtlijn, met als opschrift „Informatievoorschriften voor overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten”, bepaalt:

„1.   Voordat de consument door een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, dan wel een daarmee overeenstemmend aanbod daartoe is gebonden, verstrekt de handelaar de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze de volgende informatie:

[...]

h)

wanneer een herroepingsrecht bestaat, de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor de uitoefening van dat recht overeenkomstig artikel 11, lid 1, alsmede het modelformulier voor herroeping opgenomen in bijlage I, deel B;

[...]

4.   De in lid 1, onder h), [...] bedoelde informatie kan worden verstrekt door middel van de modelinstructies voor herroeping vermeld in bijlage I, deel A. De handelaar die deze instructies correct ingevuld heeft verstrekt aan de consument, heeft voldaan aan de informatievoorschriften vastgelegd in lid 1, onder h), [...].

5.   De in lid 1 bedoelde informatie vormt een integraal onderdeel van de overeenkomst op afstand of van de buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst en wordt niet gewijzigd, tenzij de partijen bij de overeenkomst uitdrukkelijk anders overeenkomen.

[...]”

10

Artikel 8 van richtlijn 2011/83, met als opschrift „Formele vereisten voor overeenkomsten op afstand”, bepaalt:

„1.   Bij overeenkomsten op afstand verstrekt de handelaar de in artikel 6, lid 1, genoemde informatie aan de consument of stelt deze beschikbaar, op een wijze die passend is voor de gebruikte middelen voor communicatie op afstand in een duidelijke en begrijpelijke taal. Voor zover deze informatie op een duurzame gegevensdrager wordt verstrekt, is zij in leesbare vorm.

[...]

4.   Wanneer de overeenkomst gesloten wordt met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, verstrekt de handelaar, via dat specifiek middel voordat de overeenkomst gesloten wordt, ten minste de precontractuele informatie betreffende de voornaamste kenmerken van de goederen of diensten, de identiteit van de handelaar, de totale prijs, het herroepingsrecht, de duur van de overeenkomst en, in geval van overeenkomsten voor onbepaalde tijd, de voorwaarden om de overeenkomst op te zeggen, zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, onder a), b), e), h) en o). De overige in artikel 6, lid 1, bedoelde informatie wordt door de handelaar op passende wijze aan de consument verstrekt, overeenkomstig lid 1 van dit artikel.

[...]

7.   De handelaar verstrekt de consument op een duurzame gegevensdrager de bevestiging van de gesloten overeenkomst binnen een redelijke periode na sluiting van de overeenkomst op afstand en uiterlijk bij de levering van de goederen of voordat de verrichting van de dienst begint. Deze bevestiging omvat:

a)

alle in artikel 6, lid 1, bedoelde informatie, tenzij de handelaar die informatie al vóór de sluiting van de overeenkomst op afstand op een duurzame gegevensdrager aan de consument heeft verstrekt, [...]

[...]”

11

Artikel 9 van die richtlijn, met als opschrift „Herroepingsrecht”, bepaalt in de leden 1 en 2:

„1.   Behoudens wanneer de in artikel 16 bepaalde uitzonderingen van toepassing zijn, beschikt de consument over een termijn van 14 dagen om de overeenkomst op afstand of de buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst zonder opgave van redenen te herroepen, en zonder andere kosten te moeten dragen dan die welke in artikel 13, lid 2, en artikel 14 zijn vastgesteld.

2.   Onverminderd artikel 10 verstrijkt de in lid 1 van dit artikel bedoelde herroepingstermijn [na] 14 dagen

[...]”.

12

Artikel 11 van deze richtlijn, met als opschrift „Uitoefening van het herroepingsrecht”, luidt:

„1.   Voor het verstrijken van de herroepingstermijn stelt de consument de handelaar op de hoogte van zijn beslissing de overeenkomst te herroepen. Daartoe kan de consument:

a)

gebruikmaken van het modelformulier voor herroeping zoals opgenomen in bijlage I, deel B, of

b)

een andere ondubbelzinnige verklaring afgeven waarin hij verklaart de overeenkomst te herroepen.

De lidstaten leggen geen andere formele vereisten op met betrekking tot het modelformulier voor herroeping dan deze die zijn opgenomen in bijlage I, deel B.

[...]

3.   De handelaar kan, naast de in lid 1 bedoelde mogelijkheden, de consument de mogelijkheid bieden het modelformulier voor herroeping opgenomen in bijlage I, deel B, of een andere ondubbelzinnige verklaring op de website van de handelaar elektronisch in te vullen en toe te zenden. In deze gevallen deelt de handelaar de consument onverwijld op een duurzame gegevensdrager de bevestiging van de ontvangst van zulke herroeping mee.

[...]”

13

Artikel 12 van diezelfde richtlijn, met als opschrift „Gevolgen van herroeping”, bepaalt:

„De uitoefening van het herroepingsrecht beëindigt de verplichting voor de partijen om:

a)

de overeenkomst op afstand of de buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst uit te voeren, of

b)

een overeenkomst op afstand of buiten verkoopruimten te sluiten, in het geval de consument een aanbod heeft gedaan.”

14

Bijlage I bij richtlijn 2011/83, met „Informatie betreffende de uitoefening van het herroepingsrecht”, bevat een deel A, „Modelinstructies voor herroeping”, en een deel B, „Modelformulier voor herroeping”.

Duits recht

15

§ 355 van het Bürgerliche Gesetzbuch (burgerlijk wetboek; hierna: „BGB”), met als opschrift „Herroepingsrecht bij consumentenovereenkomsten”, bepaalt in lid 1:

„Wanneer de consument bij wet een herroepingsrecht krachtens deze bepaling wordt toegekend, dan zijn de consument en de handelaar niet langer gebonden door hun wilsverklaring tot het sluiten van de overeenkomst indien de consument zijn wilsverklaring binnen de vastgestelde termijn heeft herroepen. De herroeping geschiedt door middel van een verklaring aan de handelaar. De verklaring moet een ondubbelzinnige weergave zijn van de beslissing van de consument om de overeenkomst te herroepen. De herroeping hoeft niet met redenen te zijn omkleed. Voor inachtneming van de termijn volstaat de tijdige verzending van de herroeping.”

16

§ 312g BGB, met als opschrift „Herroepingsrecht”, bepaalt in lid 1:

„In het geval van buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten en overeenkomsten op afstand heeft de consument een herroepingsrecht krachtens § 355 [BGB].”

17

§ 246a van het Einführungsgesetz zum Bürgerlichen Gesetzbuch (wet tot invoering van het burgerlijk wetboek), met als opschrift „Informatieverplichtingen bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten of overeenkomsten op afstand met uitzondering van overeenkomsten met betrekking tot financiële diensten”, bepaalt in lid 1:

„[...]

2)   Wanneer de consument overeenkomstig § 312g, lid 1, BGB een herroepingsrecht heeft, is de handelaar verplicht de consument te informeren:

1.

over de voorwaarden, de termijnen en de modaliteiten voor de uitoefening van het herroepingsrecht overeenkomstig § 355, lid 1, BGB en het in bijlage 2 opgenomen modelformulier voor herroeping,

[...]”

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

18

In 2014 heeft Walbusch Walter Busch een reclamefolder van zes pagina’s in het formaat 19 x 23,7 cm verspreid als bijlage bij verschillende tijdschriften en kranten. Deze folder bevatte een bestelbon, in de vorm van een afscheurbare briefkaart. Zowel op de voor- als op de achterzijde van deze briefkaart werd gewezen op het herroepingsrecht, en ook werden het telefoonnummer, faxnummer, internetadres en postadres van Walbusch Walter Busch vermeld. Op deze internetsite, te weten www.klepper.net, verschenen onder het tabblad „AGB” (Allgemeine Geschäftsbedingungen, algemene verkoopsvoorwaarden) de instructies voor herroeping en het modelformulier voor herroeping.

19

Zentrale beschouwde deze folder als oneerlijk omdat niet in de voorgeschreven vorm instructies over het herroepingsrecht van de consument werden verstrekt daar het modelformulier voor herroeping niet was gevoegd bij deze folder.

20

Zentrale heeft dus bij het Landgericht Wuppertal (rechter in eerste aanleg Wuppertal, Duitsland) een vordering tot staking van het gebruik van de reclamefolder ingesteld, samen met een verzoek tot terugbetaling van de kosten van de precontentieuze procedure die tot dusver waren gemaakt.

21

Deze vordering heeft het Landgericht Wuppertal toegewezen, maar de beslissing van deze rechterlijke instantie is ten dele gewijzigd door het Oberlandesgericht Düsseldorf (rechter in tweede aanleg Düsseldorf, Duitsland).

22

Walbusch Walter Busch heeft bij het Bundesgerichtshof (hoogste federale rechter in civiele en strafzaken, Duitsland) beroep in „Revision” ingesteld tegen het arrest van het Oberlandesgericht Düsseldorf.

23

De verwijzende rechter verklaart dat de briefkaart als deel van de folder weliswaar op de voor- en achterzijde melding maakt van het bestaan van een wettelijk herroepingsrecht, maar de folder geen enkele aanwijzing over de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor uitoefening van dat recht en evenmin een modelformulier voor herroeping bevat.

24

Volgens de verwijzende rechter zijn twee verschillende zienswijzen mogelijk over de uitlegging van artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 omtrent de omvang van de plicht om de consument informatie te verstrekken ingeval gebruik wordt gemaakt van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie.

25

Volgens de eerste zienswijze is deze bepaling van toepassing wanneer het middel voor communicatie op afstand in abstracto naar zijn aard beperkte tijd of ruimte biedt. Zo zouden in catalogi en brochures steeds alle vermeldingen inzake het herroepingsrecht moeten worden weergegeven, terwijl bij een krantenadvertentie of een flyer in briefkaartformaat, met bestelmogelijkheid, alleen de verwijzing naar het bestaan van een herroepingsrecht zou kunnen volstaan.

26

Volgens de tweede zienswijze is de door de handelaar gekozen concrete vorm van het middel voor communicatie op afstand, inzonderheid zijn beslissing over het design, de lay-out, de grafische vormgeving en de grootte van de reclamedrager, van doorslaggevend belang. De uitzondering van artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 kan toepassing vinden zodra het tonen van de exhaustieve informatie over het herroepingsrecht en de modaliteiten voor uitoefening een groot deel van de reclamedrager inneemt, bijvoorbeeld meer dan 10 % van de oppervlakte.

27

Bovendien merkt de verwijzende rechter op dat bij de uitlegging van die bepaling van richtlijn 2011/83 rekening moet worden gehouden met het in artikel 16 van het Handvest erkende beginsel van vrijheid van ondernemerschap. Zoals blijkt uit het arrest van het Hof van 17 december 2015, Neptune Distribution (C‑157/14, EU:C:2015:823, punt 67), omvat deze vrijheid met name de vrijheid om reclame te voeren, zonder dat de keuze van de handelaar om daartoe bepaalde middelen te gebruiken op onevenredige wijze mag worden beperkt, overeenkomstig artikel 52, lid 1, van het Handvest.

28

Enerzijds is het mogelijk dat de verplichting om in een reclamedrager alle vereiste informatie over het herroepingsrecht op te nemen, afdoet aan het nut voor de handelaar om van bepaalde vormen van reclameboodschappen gebruik te maken omdat het gevaar bestaat dat die informatie een dominante plaats in die boodschappen inneemt. Anderzijds wordt de consument in een dergelijke situatie geconfronteerd met een grote hoeveelheid informatie waarvan hij niet naar behoren kan kennisnemen.

29

Tegen deze achtergrond heeft het Bundesgerichtshof de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)

Is het bij de toepassing van artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 voor de vraag of bij een middel voor communicatie op afstand (in casu: een reclamefolder met bestelkaart) beperkte ruimte of tijd wordt geboden voor het tonen van de informatie, relevant

a)

of het middel voor communicatie op afstand (in abstracto) naar zijn aard beperkte tijd of ruimte biedt;

dan wel

b)

of het (in concreto) in de door de handelaar gekozen vorm beperkte tijd of ruimte biedt?

2)

Is het verenigbaar met artikel 8, lid 4, en artikel 6, lid 1, onder h), van richtlijn 2011/83 om de informatie over het herroepingsrecht in het geval van beperkte weergavemogelijkheid in de zin van artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83, te beperken tot de informatie dat een herroepingsrecht bestaat?

3)

Is het overeenkomstig artikel 8, lid 4, en artikel 6, lid 1, onder h), van richtlijn 2011/83 vóór het sluiten van een overeenkomst op afstand ook in het geval van beperkte weergavemogelijkheid steeds noodzakelijk bij het middel voor communicatie op afstand het in bijlage I, deel B, bij richtlijn 2011/83 opgenomen modelformulier voor herroeping bij te voegen?”

Beantwoording van de prejudiciële vragen

30

Met zijn vragen, die samen dienen te worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen aan de hand van welke criteria moet worden beoordeeld of een overeenkomst kan worden geacht te zijn gesloten met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, in de zin van artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 en, in voorkomend geval, wat de omvang is van de informatieplicht inzake het herroepingsrecht, zoals opgelegd in artikel 6, lid 1, onder h), van deze richtlijn.

31

Vooraf zij eraan herinnerd dat ingevolge artikel 6, lid 1, van richtlijn 2011/83 de handelaar, voordat de consument door een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst dan wel een daarmee overeenstemmend aanbod daartoe gebonden is, de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze bepaalde informatie betreffende die overeenkomst of dat aanbod verstrekt. Met name wanneer een herroepingsrecht bestaat, moet de handelaar op grond van artikel 6, lid 1, onder h), van deze richtlijn de consument informatie verstrekken over de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor de uitoefening van dat recht overeenkomstig artikel 11, lid 1, alsmede hem het modelformulier voor herroeping opgenomen in bijlage I, deel B, bij die richtlijn bezorgen.

32

Artikel 11, lid 1, van richtlijn 2011/83 bepaalt dat wanneer de consument zijn herroepingsrecht wenst uit te oefenen, hij de handelaar daarvan op de hoogte moet brengen door gebruik te maken van het in bijlage I, deel B, bij die richtlijn opgenomen modelformulier voor herroeping, of door een andere ondubbelzinnige verklaring af te geven waarin hij verklaart de overeenkomst te willen herroepen. Bovendien bepaalt artikel 11, lid 3, van deze richtlijn dat de handelaar, naast de in artikel 11, lid 1, bedoelde mogelijkheden, de consument de mogelijkheid kan bieden het modelformulier voor herroeping opgenomen in bijlage I, deel B, bij die richtlijn of een andere ondubbelzinnige verklaring op de website van de handelaar elektronisch in te vullen en toe te zenden.

33

Wanneer de overeenkomst gesloten wordt met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, verplicht artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 de handelaar enkel ertoe, via dat specifieke middel en voordat de overeenkomst gesloten wordt, aan de consument bepaalde van de in artikel 6, lid 1, van deze richtlijn bedoelde precontractuele informatie te verstrekken, waaronder de informatie betreffende het herroepingsrecht zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, onder h), van deze richtlijn. In een dergelijk geval moet de overige precontractuele informatie aan de consument worden verstrekt op een wijze die passend is voor het gebruikte middel voor communicatie op afstand in een duidelijke en begrijpelijke taal.

34

Zoals blijkt uit artikel 1 van richtlijn 2011/83, gelezen in het licht van de overwegingen 4, 5 en 7 ervan, beoogt deze richtlijn een hoog niveau van consumentenbescherming te verwezenlijken door de consumenten informatie en veiligheid in hun transacties met handelaren te waarborgen. Voorts is de consumentenbescherming in het kader van het beleid van de Unie zowel in artikel 169 VWEU als in artikel 38 van het Handvest verankerd (zie in die zin arrest van 2 maart 2017, Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs Frankfurt am Main, C‑568/15, EU:C:2017:154, punt 28).

35

Richtlijn 2011/83 beoogt consumenten een ruime bescherming te bieden door hun bepaalde rechten te verlenen, met name inzake op afstand gesloten overeenkomsten. Het is de doelstelling van de wetgever van de Unie om te vermijden dat het gebruik van middelen voor communicatie op afstand leidt tot een vermindering van de aan de consument verstrekte informatie (zie naar analogie arrest van 5 juli 2012, Content Services, C‑49/11, EU:C:2012:419, punt 36).

36

De vóór sluiting van een overeenkomst verstrekte informatie met betrekking tot de contractvoorwaarden en de gevolgen van de sluiting van de overeenkomst is voor de consument van wezenlijk belang (arrest van 13 september 2018, Wind Tre en Vodafone Italia, C‑54/17 en C‑55/17, EU:C:2018:710, punt 46). De consument beslist immers op basis van deze informatie of hij met een handelaar een overeenkomst wil aangaan.

37

Zoals in overweging 36 van richtlijn 2011/83 wordt verklaard, moeten voor overeenkomsten op afstand de informatievereisten evenwel worden aangepast om rekening te houden met de technische beperkingen van bepaalde media, zoals het mogelijke aantal karakters op het scherm van mobiele telefoons of de maximale duur van reclamespots op televisie. In dergelijke gevallen dient de handelaar te voldoen aan bepaalde minimumvoorschriften inzake informatieverstrekking en de consument voor het overige te verwijzen naar een andere informatiebron, bijvoorbeeld door een gratis telefoonnummer aan te geven of een link naar een webpagina van de handelaar waar de relevante informatie rechtstreeks beschikbaar en gemakkelijk te raadplegen is.

38

Wanneer de handelaar met het oog op het sluiten van een overeenkomst met de consument gebruikmaakt van een bepaald middel voor communicatie op afstand, kan het dus voor hem onmogelijk zijn om de consument, in het kader van deze communicatie, alle in artikel 6, lid 1, van richtlijn 2011/83 bedoelde informatie te verstrekken. Een dergelijke situatie doet zich voor wanneer het door de handelaar gekozen middel beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, waarbij deze beperkingen kunnen ontstaan ofwel als gevolg van de kenmerken die eigen zijn aan het gebruikte middel, ofwel als gevolg van restricties wegens de economische keuze van de handelaar betreffende met name duur en ruimte van de commerciële communicatie.

39

Bij de beoordeling of het communicatiemiddel in een concreet geval beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, in de zin van artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83, dient rekening te worden gehouden met alle technische kenmerken van de commerciële communicatie van de handelaar. Daarbij dient te worden nagegaan of, gelet op de door de communicatie ingenomen ruimte en tijd en gelet op de minimumomvang van het lettertype dat geschikt is voor de gemiddelde consument voor wie deze communicatie is bestemd, alle in artikel 6, lid 1, van deze richtlijn bedoelde informatie objectief kan worden getoond in deze communicatie. Bij deze beoordeling zijn de keuzes die de betrokken handelaar maakt betreffende de vormgeving en het gebruik van de ruimte en tijd waarover hij voor het door hem gebruikte communicatiemiddel beschikt, daarentegen niet relevant.

40

Ingeval wordt vastgesteld dat het middel voor communicatie op afstand beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, moet alsdan worden nagegaan of de handelaar, overeenkomstig artikel 8, leden 1 en 4, van richtlijn 2011/83, de consument de overige in artikel 6, lid 1, van deze richtlijn bedoelde informatie heeft verstrekt via een andere bron, in een duidelijke en begrijpelijke taal.

41

Dienaangaande zij vastgesteld dat de oplossing waarvoor is gekozen in artikel 8, leden 1 en 4, van richtlijn 2011/83, zoals omschreven in de punten 37 tot en met 40 van dit arrest, beoogt een juist evenwicht te waarborgen tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven, zoals wordt verklaard in overweging 4 van deze richtlijn.

42

De in artikel 8, leden 1 en 4, van richtlijn 2011/83 opgelegde informatieplicht stelt de consument immers in staat om in aangepaste vorm, vóór het sluiten van de overeenkomst op afstand, de noodzakelijke informatie te ontvangen op basis waarvan hij kan beslissen de overeenkomst al dan niet te sluiten, zodat aldus wordt voldaan aan de in overweging 3 van deze richtlijn gememoreerde rechtmatige doelstelling van algemeen belang van consumentenbescherming overeenkomstig artikel 169 VWEU, zonder dat evenwel wordt afgedaan aan de wezenlijke inhoud van de vrijheid van meningsuiting en informatie alsmede de vrijheid van ondernemerschap voor de ondernemer, zoals vastgesteld in de artikelen 11 en 16 van het Handvest.

43

Enerzijds beoogt artikel 8, leden 1 en 4, van richtlijn 2011/83, in plaats van het gebruik van bepaalde communicatiemiddelen te verbieden, enkel op een duidelijk afgebakend gebied een regeling in te voeren voor de inhoud van de commerciële communicatie met het oog op sluiting van een overeenkomst op afstand met de consument. Anderzijds ziet de verplichting om in elk geval de in artikel 8, lid 4, eerste volzin, van richtlijn 2011/83 bedoelde informatie te verstrekken uitsluitend op bepaalde informatie die aan de consument vóór sluiting van de overeenkomst op afstand moet worden meegedeeld, overeenkomstig artikel 6, lid 1, van deze richtlijn. Zoals in punt 40 van dit arrest in herinnering is gebracht, moet de overige informatie in het in artikel 8, lid 4, van diezelfde richtlijn bedoelde geval immers worden verstrekt via een andere bron, in een duidelijke en begrijpelijke taal.

44

Tot de informatie die in elk geval aan de consument moet worden verstrekt, behoort de informatie over het herroepingsrecht, zoals wordt bepaald in artikel 6, lid 1, onder h), van richtlijn 2011/83.

45

Het herroepingsrecht beoogt immers de consument te beschermen in de bijzondere situatie van een op afstand gesloten overeenkomst, waarbij het de consument vóór sluiting van de overeenkomst niet mogelijk is daadwerkelijk het product te zien of van de aard van de dienstverrichting kennis te nemen. Het herroepingsrecht wordt dus geacht het nadeel te vergoeden dat de consument lijdt bij een op afstand gesloten overeenkomst, door hem een passende bedenktijd toe te kennen waarin hij het verworven goed kan keuren en uitproberen (zie naar analogie arrest van 3 september 2009, Messner, C‑489/07, EU:C:2009:502, punt 20).

46

Gelet op het belang van het herroepingsrecht voor de bescherming van de consument is de precontractuele informatie betreffende dat recht voor deze consument van wezenlijk belang, en deze informatie stelt hem in staat om met kennis van zaken te beslissen of hij al dan niet de overeenkomst op afstand met de handelaar wil aangaan. Teneinde deze informatie ten volle te kunnen benutten, moet de consument vooraf op de hoogte zijn van de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor uitoefening van het herroepingsrecht. Ingeval de overeenkomst wordt gesloten met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, is de handelaar niet verplicht op het tijdstip waarop hij dat middel gebruikt, de consument het modelformulier voor herroeping van bijlage I, deel B, bij deze richtlijn mee te delen. Het feit dat de consument met behulp van dat middel, vóór het sluiten van de overeenkomst, over dat modelformulier beschikt, kan immers niet van invloed zijn op zijn beslissing om al dan niet een overeenkomst op afstand te sluiten, en bovendien zou de verplichting om in elk geval dat modelformulier aan de consument mee te delen voor de handelaar een onevenredige last kunnen betekenen, en in bepaalde gevallen, zoals wanneer een overeenkomst telefonisch wordt gesloten, zelfs een ondraaglijke last. In deze context volstaat het dat modelformulier via een andere bron, in een duidelijke en begrijpelijke taal, mee te delen.

47

Gelet op alle voorgaande overwegingen dient op de prejudiciële vragen als volgt te worden geantwoord:

bij de beoordeling of het communicatiemiddel in een concreet geval beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83, dient rekening te worden gehouden met alle technische kenmerken van de commerciële communicatie van de handelaar. Daarbij dient de nationale rechter na te gaan of, gelet op de door de communicatie ingenomen ruimte en tijd en gelet op de minimumomvang van het lettertype dat geschikt is voor de gemiddelde consument voor wie deze communicatie is bestemd, alle in artikel 6, lid 1, van deze richtlijn bedoelde informatie objectief kan worden getoond in deze communicatie;

artikel 6, lid 1, onder h), en artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 dienen aldus te worden uitgelegd dat ingeval de overeenkomst wordt gesloten met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie en wanneer een herroepingsrecht bestaat, de handelaar verplicht is om de consument, met behulp van het betrokken communicatiemiddel en vóór het sluiten van de overeenkomst, de informatie betreffende de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor uitoefening van dat recht te verstrekken. In dat geval moet deze handelaar het modelformulier voor herroeping van bijlage I, deel B, bij deze richtlijn aan de consument meedelen via een andere bron, in een duidelijke en begrijpelijke taal.

Kosten

48

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Derde kamer) verklaart voor recht:

 

1) Bij de beoordeling of het communicatiemiddel in een concreet geval beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie, overeenkomstig artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 85/577/EEG van de Raad en van richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad, dient rekening te worden gehouden met alle technische kenmerken van de commerciële communicatie van de handelaar. Daarbij dient de nationale rechter na te gaan of, gelet op de door de communicatie ingenomen ruimte en tijd en gelet op de minimumomvang van het lettertype dat geschikt is voor de gemiddelde consument voor wie deze communicatie is bestemd, alle in artikel 6, lid 1, van deze richtlijn bedoelde informatie objectief kan worden getoond in deze communicatie.

 

2) Artikel 6, lid 1, onder h), en artikel 8, lid 4, van richtlijn 2011/83 dienen aldus te worden uitgelegd dat ingeval de overeenkomst wordt gesloten met behulp van een middel voor communicatie op afstand dat beperkte ruimte of tijd biedt voor het tonen van de informatie en wanneer een herroepingsrecht bestaat, de handelaar verplicht is om de consument, met behulp van het betrokken communicatiemiddel en vóór het sluiten van de overeenkomst, de informatie betreffende de voorwaarden, de termijn en de modaliteiten voor uitoefening van dat recht te verstrekken. In dat geval moet deze handelaar het modelformulier voor herroeping van bijlage I, deel B, bij deze richtlijn aan de consument meedelen via een andere bron, in een duidelijke en begrijpelijke taal.

 

ondertekeningen


( *1 ) Procestaal: Duits.