30.1.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 30/50


Beroep ingesteld op 21 november 2016 — Abes/Commissie

(Zaak T-813/16)

(2017/C 030/58)

Procestaal: Portugees

Partijen

Verzoekende partij: Abes — companhia de assistência, bem-estar e serviços para seniores, Lda (São Pedro de Tomar, Portugal) (vertegenwoordiger: N. Mimoso Ruiz, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

vaststellen dat het onderhavige beroep overeenkomstig artikel 263 VWEU regelmatig is ingesteld en ontvankelijk is met het oog op toepassing van artikel 264 VWEU;

besluit C (2016) 5054 van 9 augustus 2016 krachtens artikel 263 VWEU nietig verklaren, voor zover daarbij de in de klacht beschreven maatregel niet als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU wordt aangemerkt;

besluit C (2016) 5054 van 9 augustus 2016 krachtens artikel 263 VWEU nietig verklaren, voor zover daarbij is geoordeeld dat zo de in de klacht beschreven maatregel staatssteun vormt, deze maatregel met de interne markt verenigbaar is in de zin van artikel 107, lid 3, VWEU;

voorts de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure en de door verzoekster gemaakte kosten die verzoekster.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster drie middelen aan.

1.

Eerste middel: ontoereikende motivering. Volgens verzoekster is het besluit ontoereikend gemotiveerd aangezien daarin ervan wordt uitgegaan dat, zelfs indien de maatregel staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU uitmaakt, deze maatregel verenigbaar is met de interne markt overeenkomstig artikel 107, lid 3, onder c), VWEU, zonder dat deze conclusie wordt toegelicht.

2.

Tweede middel: kennelijke beoordelingsfout. Volgens verzoekster is in het besluit blijk gegeven van een kennelijke beoordelingsfout met betrekking tot de gevolgen van de steunmaatregel voor de mededinging en het handelsverkeer tussen de lidstaten, aangezien de redenen die de Commissie ertoe hebben gebracht te oordelen dat de gevolgen van de betrokken steunmaatregel voor het handelsverkeer tussen de lidstaten louter hypothetisch zijn en op een veronderstelling zijn gebaseerd en — zo er al gevolgen zijn — deze gevolgen enkel marginaal kunnen zijn, niet onderbouwd zijn en in de praktijk leiden tot een wildgroei van soortgelijke gerichte steunmaatregelen, niet enkel in de regio Tomar maar in het gehele land, met als inherent gevolg dat binnenlandse investeringen en investeringen uit andere lidstaten worden ontmoedigd.

3.

Derde middel: schending van artikel 107, lid 1, VWEU doordat de Commissie 1) niet met de nodige zorgvuldigheid en objectiviteit heeft onderzocht of de betrokken steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig kan beïnvloeden; ii) geen rekening ermee heeft gehouden dat er geen grenswaarde of percentage bestaat waaronder a priori kan worden aangenomen dat het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig wordt beïnvloed; iii) niet in overweging heeft genomen dat een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer tussen de lidstaten niet afhangt van het lokale of regionale karakter van de diensten, noch van het belang van de betrokken activiteit; iv) niet met voldoende nadruk erop heeft gewezen dat wanneer staatssteun de positie van een onderneming ten opzichte van andere concurrerende ondernemingen versterkt, moet worden aangenomen dat de concurrenten van de begunstigde minder gunstige voorwaarden genieten om nieuwe investeringen in de betrokken staat te financieren.