10.5.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 165/11 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Supremo Tribunal de Justiça (Portugal) op 7 maart 2016 — Sociedade Metropolitana de Desenvolvimento SA/Banco Santander Totta SA
(Zaak C-136/16)
(2016/C 165/13)
Procestaal: Portugees
Verwijzende rechter
Supremo Tribunal de Justiça
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sociedade Metropolitana de Desenvolvimento SA
Verwerende partij: Banco Santander Totta SA
Prejudiciële vragen
1) |
Vormt in een geding tussen twee binnenlandse ondernemingen van een lidstaat over overeenkomsten het bestaan, in die overeenkomsten, van een forumkeuzebeding ten gunste van een andere lidstaat een grensoverschrijdend bestanddeel dat voldoende is opdat verordeningen (EG) nr. 44/2001 (1) en (EU) nr. 1215/2012 (2) toepassing vinden teneinde de internationale rechtsmacht te bepalen, of is het noodzakelijk dat wordt vastgesteld dat ook andere grensoverschrijdende bestanddelen bestaan? |
2) |
Kan een forumkeuzebeding buiten toepassing worden gelaten indien de keuze voor de gerechten van een andere lidstaat dan die van de nationaliteit van de partijen voor een van de partijen ernstig ongemak oplevert zonder dat een beschermenswaardig belang voor de andere partij die keuze rechtvaardigt? Ingeval wordt besloten dat naast het forumkeuzebeding andere grensoverschrijdende bestanddelen moeten bestaan: |
3) |
Bevatten de swapcontracten tussen Sociedade Metropolitana de Desenvolvimento, SA en Banco Santander Totta voldoende grensoverschrijdende bestanddelen opdat verordeningen (EG) nr. 44/2001 en (EU) nr. 1215/2012 toepassing vinden teneinde met betrekking tot gedingen over die contracten de internationale rechtsmacht te bepalen wanneer:
|
(1) Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12, blz. 1).
(2) Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351, blz. 1).