Zaak C‑393/16

Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne

tegen

Aldi Süd Dienstleistungs-GmbH & Co. OHG

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesgerichtshof)

„Prejudiciële verwijzing – Gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten – Bescherming van beschermde oorsprongsbenamingen (BOB’s) – Verordening (EG) nr. 1234/2007 – Artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder a), ii), onder b) en c) – Verordening (EU) nr. 1308/2013 – Artikel 103, lid 2), onder a), ii), onder b) en c) – Werkingssfeer – Uitbuiten van de reputatie van een BOB – Misbruik, nabootsing of voorstelling van een BOB – Onjuiste of misleidende aanduiding – BOB ‚Champagne’ gebruikt in de benaming van een levensmiddel – Benaming ‚Champagner Sorbet’ – Levensmiddel dat champagne als ingrediënt bevat – Ingrediënt dat het levensmiddel een essentieel kenmerk verleent”

Samenvatting – Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 20 december 2017

  1. Landbouw–Gemeenschappelijke ordening van de markten–Wijn–Aanduiding en aanbiedingsvorm van wijn–Beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen–Bescherming–Werkingssfeer–Gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming in de benaming van een levensmiddel dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met het bij die beschermde oorsprongsbenaming horende productdossier–Daaronder begrepen

    [Verordening nr. 1234/2007 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, art. 118 quaterdecies, lid 2, a), ii); verordening nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 103, lid 2, a), ii)]

  2. Landbouw–Gemeenschappelijke ordening van de markten–Wijn–Aanduiding en aanbiedingsvorm van wijn–Beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen–Uitbuiten van de reputatie van een beschermde oorsprongsbenaming–Begrip–Gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming waarbij onrechtmatig wordt geprofiteerd van de reputatie van die beschermde oorsprongsbenaming

    [Verordening nr. 1234/2007 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, art. 118 quaterdecies, lid 2, a), ii); verordening nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 103, lid 2, a), ii)]

  3. Landbouw–Gemeenschappelijke ordening van de markten–Wijn–Aanduiding en aanbiedingsvorm van wijn–Beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen–Bescherming–Uitbuiten van de reputatie van een beschermde oorsprongsbenaming–Begrip–Gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming in de benaming van een levensmiddel dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met het bij die beschermde oorsprongsbenaming horende productdossier–Daaronder begrepen–Voorwaarden–Ontbreken, als essentieel kenmerk van het levensmiddel, van een smaak die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van dat ingrediënt in dat levensmiddel

    [Verordening nr. 1234/2007 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, art. 118 quaterdecies, lid 2, a), ii); verordening nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 103, lid 2, a), ii)]

  4. Landbouw–Gemeenschappelijke ordening van de markten–Wijn–Aanduiding en aanbiedingsvorm van wijn–Beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen–Misbruik, nabootsing of voorstelling van een beschermde oorsprongsbenaming–Begrip–Gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming in de benaming van een levensmiddel dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met het bij die beschermde oorsprongsbenaming horende productdossier–Daarvan uitgesloten

    [Verordening nr. 1234/2007 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, art. 118 quaterdecies, lid 2, b); verordening nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 103, lid 2, b)]

  5. Landbouw–Gemeenschappelijke ordening van de markten–Wijn–Aanduiding en aanbiedingsvorm van wijn–Beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen–Bescherming tegen onjuiste of misleidende aanduidingen–Omvang

    [Verordening nr. 1234/2007 van de Raad, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, art. 118 quaterdecies, lid 2, c); verordening nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, art. 103, lid 2, c)]

  1.  Artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder a), ii), van verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 491/2009 van de Raad van 25 mei 2009, en artikel 103, lid 2, onder a), ii), van verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad moeten aldus worden uitgelegd dat zij van toepassing zijn wanneer een beschermde oorsprongsbenaming, zoals „Champagne”, wordt gebruikt als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel, zoals „Champagner Sorbet”, wordt verkocht dat niet in overeenstemming is met het bij die beschermde oorsprongsbenaming horende productdossier, maar dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met dat productdossier.

    (zie punt 36, dictum 1)

  2.  Zie de tekst van de beslissing.

    (zie punt 40)

  3.  Artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder a), ii), van verordening nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, en artikel 103, lid 2, onder a), ii), van verordening nr. 1308/2013 moeten aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel wordt verkocht dat niet in overeenstemming is met het bij die beschermde oorsprongsbenaming horende productdossier, maar dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met dat productdossier, zoals „Champagner Sorbet”, neerkomt op het uitbuiten van de reputatie van een beschermde oorsprongsbenaming in de zin van die bepalingen indien dat levensmiddel niet als essentieel kenmerk een smaak heeft die hoofdzakelijk wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van dat ingrediënt in dat levensmiddel.

    In dit verband moet ervan worden uitgegaan dat bij het gebruik van een BOB als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel wordt verkocht dat niet in overeenstemming is met het bij die BOB horende productdossier, maar dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met dat productdossier, onrechtmatig wordt geprofiteerd van de reputatie van die BOB indien dat ingrediënt dat levensmiddel geen essentieel kenmerk verleent. Bij de vaststelling of het ingrediënt in kwestie het betrokken levensmiddel een essentieel kenmerk verleent, vormt de hoeveelheid van dat ingrediënt in dat levensmiddel een belangrijk, maar geen afdoende criterium. De beoordeling ervan hangt af van de betrokken producten en dient vergezeld te gaan van een kwalitatieve beoordeling. Wanneer, zoals in het hoofdgeding, uit de benaming van het levensmiddel op te maken valt dat dit levensmiddel een ingrediënt met een BOB bevat dat wordt geacht op de smaak van dat levensmiddel te wijzen, moet de door dat ingrediënt verleende smaak het essentiële kenmerk van dat levensmiddel vormen.

    (zie punten 50‑53, dictum 2)

  4.  Artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder b), van verordening nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, en artikel 103, lid 2, onder b), van verordening nr. 1308/2013 moeten aldus worden uitgelegd dat het gebruik van een beschermde oorsprongsbenaming als onderdeel van de benaming waaronder een levensmiddel wordt verkocht dat niet in overeenstemming is met het bij die beschermde oorsprongsbenaming horende productdossier, maar dat een ingrediënt bevat dat in overeenstemming is met dat productdossier, zoals „Champagner Sorbet”, geen misbruik, nabootsing of voorstelling in de zin van die bepalingen oplevert.

    Door de benaming van het door de BOB beschermde ingrediënt in de benaming van het betrokken levensmiddel op te nemen, wordt immers rechtstreeks gebruikgemaakt van die BOB om openlijk een daarmee verband houdende smaakeigenschap te claimen, wat geen misbruik, nabootsing of voorstelling oplevert.

    (zie punten 57, 59, dictum 3)

  5.  Artikel 118 quaterdecies, lid 2, onder c), van verordening nr. 1234/2007, zoals gewijzigd bij verordening nr. 491/2009, en artikel 103, lid 2, onder c), van verordening nr. 1308/2013 moeten aldus worden uitgelegd dat zij van toepassing zijn op zowel onjuiste of misleidende aanduidingen die aanleiding kunnen geven tot misverstanden over de oorsprong van het betrokken product als onjuiste of misleidende aanduidingen met betrekking tot de aard of de wezenlijke kenmerken van dat product.

    (zie punt 64, dictum 4)