23.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 142/7


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 28 februari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sofiyski gradski sad — Bulgarije) — „ZPT” AD / Narodno sabranie na Republika Bulgaria, Varhoven administrativen sad, Natsionalna agentsia za prihodite

(Zaak C-518/16) (1)

((„Prejudiciële verwijzing - Staatssteun - Verordening (EG) nr. 1998/2006 - Artikel 35 VWEU - De-minimissteun in de vorm van een belastingvoordeel - Nationale regeling die investeringen in de vervaardiging van exportproducten van dat belastingvoordeel uitsluit))

(2018/C 142/10)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Sofiyski gradski sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij:„ZPT” AD

Verwerende partij: Narodno sabranie na Republika Bulgaria, Varhoven administrativen sad, Natsionalna agentsia za prihodite

Dictum

1)

Bij onderzoek van het derde onderdeel van de derde vraag is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid van artikel 1, lid 1, onder d), van verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen [107 en 108 VWEU] op de-minimissteun aantasten.

2)

Artikel 1, lid 1, onder d), van verordening nr. 1998/2006 moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan bepalingen van nationaal recht zoals aan de orde in het hoofdgeding, die investeringen in activa die worden gebruikt voor activiteiten die met uitvoer verband houden, uitsluiten van een fiscaal voordeel dat de-minimissteun vormt.


(1)  PB C 462 van 12.12.2016.