6.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 351/16


Hogere voorziening ingesteld op 28 juli 2014 door Victor Navarro tegen het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 21 mei 2014 in zaak F-46/13, Navarro/Commissie

(Zaak T-556/14 P)

2014/C 351/20

Procestaal: Frans

Partijen

Rekwirerende partij: Victor Navarro (Sterrebeek, België) (vertegenwoordigers: S. Rodrigues en A. Blot, advocaten)

Andere partij in de procedure: Europese Commissie

Conclusies

De rekwirerende partij verzoekt het Gerecht:

het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van 21 mei 2014 in zaak F-46/13 te vernietigen;

dientengevolge, de door rekwirant in eerste aanleg geformuleerde vorderingen toe te wijzen en dus:

nietig te verklaren het besluit van de Europese Commissie, in haar hoedanigheid van tot het aangaan van overeenkomsten bevoegd gezag, van 4 oktober 2012 om rekwirant niet aan te werven als arbeidscontractant voor hulptaken van de functiegroep II;

voor zover nodig, nietig te verklaren het besluit van het tot het aangaan van overeenkomsten bevoegd gezag van 7 februari 2012 tot afwijzing van rekwirants klacht van 19 oktober 2012;

zijn materiële schade te vergoeden;

het bedrag van de immateriële schade ex aequo et bono en voorlopig vast te stellen op 50  000 EUR;

de verwerende partij te verwijzen in alle kosten, daaronder begrepen die van de hogere voorziening.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van de hogere voorziening voert de rekwirerende partij drie middelen aan.

1.

Eerste middel, ontleend aan overschrijding van de grenzen van de rechterlijke controle van het Gerecht voor ambtenarenzaken (hierna: „GVA”), aangezien het zijn eigen oordeel in de plaats van dat van de administratie heeft gesteld.

2.

Tweede middel, ontleend aan een onjuiste rechtsopvatting, aangezien het GVA ten onrechte heeft geoordeeld dat de beroepservaring volgens artikel 3, lid 2, van bijlage IV bij de algemene uitvoeringsbepalingen van 2 maart 2011 (1) naar behoren moet worden aangetoond en verband moet houden met één van de sectoren waarin de Commissie actief is.

3.

Derde middel, ontleend aan een verkeerde opvatting van de feiten van de onderhavige zaak, daar het GVA in het bestreden arrest heeft vastgesteld dat rekwirant geen omschrijving had gegeven van de voor Continental Airlines Inc. uitgeoefende werkzaamheden en dus niet had aangetoond dat zijn ervaring „passend” was voor de uitoefening van de werkzaamheden van secretaris.


(1)  Algemene uitvoeringsbepalingen, van 2 maart 2011, van artikel 79, lid 2, RAP betreffende de arbeidsvoorwaarden van arbeidscontractanten die door de Commissie worden aangesteld op grond van de artikelen 3 bis en 3 ter van die Regeling, bekendgemaakt in Mededelingen van de administratie nr. 33-2011.