23.11.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 389/57


Beschikking van het Gerecht van 5 oktober 2015 — Grigoriadis e.a./Parlement e.a.

(Zaak T-413/14) (1)

((„Beroep wegens nalaten en tot schadevergoeding - Herstructurering van de Griekse staatsschuld - Betrokkenheid van de particuliere sector - Schade als gevolg van de afwaardering van schuldvorderingen - Verklaringen van de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone en van de instellingen van de Unie - Verklaring van de Eurogroep - Oorzakelijk verband met de aangevoerde schade onvoldoende verduidelijkt - Niet-ontvankelijkheid”))

(2015/C 389/65)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partijen: Grigoris Grigoriadis (Athene, Griekenland), Faidra Grigoriadou (Athene), Ioannis Tsolias (Thessaloniki, Griekenland), Dimitrios Alexopoulos (Thessaloniki), Nikolaos Papageorgiou (Athene) en Ioannis Marinopoulos (Athene) (vertegenwoordiger: C. Papadimitriou, advocaat)

Verwerende partijen: Europees Parlement (vertegenwoordigers: A. Troupiotis en L. Visaggio, gemachtigden), Europese Raad, Eurogroep, Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: A. de Gregorio Merino en M. Balta, gemachtigden), Europese Commissie (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne en M. Konstantinidis, gemachtigden) en Europese Centrale Bank (ECB) (vertegenwoordigers: P. Papapaschalis en P. Senkovic, gemachtigden)

Voorwerp

Ten eerste een beroep strekkende tot vaststelling dat verweerders in strijd met het recht hebben nagelaten op te treden om ervoor te zorgen dat de obligaties die verzoekers bezitten, niet zouden worden getroffen door het plan betreffende de deelname van de particuliere sector aan het programma voor schuldfinanciering (PSI), waardoor de waarde van de Griekse staatschuld werd verminderd, en ten tweede een beroep tot vergoeding van de schade die verzoekers stellen te hebben geleden als gevolg van dit onrechtmatige nalaten

Dictum

1)

Het beroep wordt verworpen.

2)

Grigoris Grigoriadis, Faidra Grigoriadou, Ioannis Tsolias, Dimitrios Alexopoulos, Nikolaos Papageorgiou en Ioannis Marinopoulos worden verwezen in de kosten.


(1)  PB C 439 van 8.12.2014.