24.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 194/16


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 14 april 2014 — A/B

(Zaak C-184/14)

2014/C 194/20

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: A

Verwerende partij: B

Prejudiciële vraag

Kan een vordering in verband met het onderhoud van de kinderen die in het kader van een procedure tot scheiding van tafel en bed tussen echtgenoten is ingesteld en daaraan bijkomstig is, op basis van het preventiebeginsel zowel worden beslecht door de rechter die bevoegd is voor de scheidingsprocedure als door de rechter bij wie de vordering inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid aanhangig is, of moet zij noodzakelijkerwijs door laatstbedoelde rechter worden beslecht en zijn de twee onderscheiden criteria in de punten c en d van [artikel 3 van verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (1)] dus twee alternatieven (in die zin dat het ene noodzakelijkerwijs het andere uitsluit)?


(1)  PB 2009, L 7, blz. 1.