30.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 202/20


Arrest van het Gerecht van 14 mei 2014 — Duitsland/Commissie

(Zaak T-198/12) (1)

((„Harmonisatie van wetgevingen - Richtlijn 2009/48/EG - Veiligheid van speelgoed - Grenswaarden voor nitrosamines, nitroseerbare stoffen, lood, barium, arseen, antimoon en kwik in speelgoed - Weigering van de Commissie om daarvan afwijkende nationale bepalingen integraal goed te keuren - In de tijd beperkte goedkeuring - Bewijs dat nationale bepalingen hoger beschermingsniveau voor volksgezondheid bieden”))

2014/C 202/24

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Bondsrepubliek Duitsland (vertegenwoordigers: T. Henze en A. Wiedmann, gemachtigden)

Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Patakia en G. Wilms, gemachtigden)

Voorwerp

Beroep tot gedeeltelijke nietigverklaring van besluit 2012/160/EU van de Commissie van 1 maart 2012 inzake de nationale bepalingen ter handhaving van de grenswaarden voor lood, barium, arseen, antimoon, kwik en nitrosaminen en nitroseerbare stoffen in speelgoed nadat richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed van toepassing is geworden, waarvan door de regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis is gegeven (PB L 80, blz. 19)

Dictum

1)

Er hoeft geen uitspraak meer te worden gedaan over de rechtmatigheid van besluit 2012/160/EU van de Commissie van 1 maart 2012 inzake de nationale bepalingen ter handhaving van de grenswaarden voor lood, barium, arseen, antimoon, kwik en nitrosaminen en nitroseerbare stoffen in speelgoed nadat richtlijn 2009/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de veiligheid van speelgoed van toepassing is geworden, waarvan door de regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis is gegeven, voor zover dit besluit betrekking heeft op barium.

2)

Artikel 1, tweede alinea, van besluit 2012/160 wordt nietig verklaard voor zover het de geldigheidsduur van de goedkeuring van de nationale bepalingen houdende grenswaarden voor lood heeft beperkt tot en met 21 juli 2013.

3)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

4)

De Europese Commissie zal haar eigen kosten dragen alsook de helft van de kosten van de Bondsrepubliek Duitsland.


(1)  PB C 200 van 7.7.2012.