13.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 238/34


Beroep ingesteld op 15 juni 2011 — MasterCard e.a./Commissie

(Zaak T-330/11)

2011/C 238/59

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partijen: MasterCard, Inc. (Wilmington, Verenigde Staten), MasterCard International, Inc. (Wilmington, Verenigde Staten) en MasterCard Europe bvba (Waterloo, België) (vertegenwoordigers: B. Amory, V. Brophy en S. McInnes, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het beroep ontvankelijk verklaren;

de negatieve beschikking van de Commissie, gebaseerd op de uitzondering van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145, blz. 43), in haar geheel nietig verklaren;

vaststellen dat de door de Commissie voorgestane uitlegging van artikel 8 van verordening (EG) nr. 1049/2001 rechtens ongegrond is; en

de Commissie verwijzen in de kosten, met inbegrip van verzoeksters’ kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van hun beroep voeren verzoeksters twee middelen aan.

1)

De Commissie heeft de artikelen 4, lid 3, en 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/2001 geschonden, aangezien:

zij niet heeft aangetoond dat aan de voorwaarden van artikel 4, lid 3, eerste alinea, van verordening (EG) nr. 1049/2001 is voldaan;

zij zich op onjuiste feiten heeft gebaseerd; en

een hoger openbaar belang de openbaarmaking gebiedt van de documenten die EIM Business and Policy Research heeft verstrekt in het kader van de studie over „De kosten en baten die voor handelaars voortvloeien uit de aanvaarding van verschillende betaalmiddelen” (COMP/2009/D1/020).

2)

De Commissie heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 8, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 1049/2001, en artikel 2 van de bijlage bij het besluit van de Commissie tot wijziging van haar reglement van orde (PB 2010, L 55, blz. 60) te schenden, aangezien:

zij op onrechtmatige wijze een nieuwe herzieningsperiode heeft geopend; en

zij de herzieningsperiode op onrechtmatige wijze met 15 werkdagen heeft verlengd.