10.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 269/28


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesarbeitsgericht Berlin-Brandenburg (Duitsland) op 27 juni 2011 — Rainer Reimann/Philipp Halter GmbH & Co. Sprengunternehmen KG

(Zaak C-317/11)

2011/C 269/53

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landesarbeitsgericht Berlin-Brandenburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Rainer Reimann

Verwerende partij: Philipp Halter GmbH & Co. Sprengunternehmen KG

Prejudiciële vragen

1)

Verzetten artikel 31 van het Handvest van de grondrechten en artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88/EG van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd, zich tegen een nationale regeling als die van § 13, lid 2, van het Bundesurlaubsgesetz (federale wet inzake de vakantie; hierna: „BUrlG”), bepalende dat in bepaalde sectoren de duur van de jaarlijkse minimale vakantie van 4 weken bij collectieve arbeidsovereenkomst kan worden beperkt?

2)

Verzetten artikel 31 van het Handvest van de grondrechten en artikel 7, lid 1, van richtlijn 2003/88/EG (1) van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd zich tegen een nationale collectieve arbeidsovereenkomst als de federale collectieve arbeidsovereenkomst voor de bouwsector, volgens welke geen recht op vakantie ontstaat in de jaren waarin wegens ziekte een bepaalde brutoloonsom niet wordt behaald?

3)

Indien de eerste en de tweede vraag bevestigend worden beantwoord:

Is dan een regeling als die in § 13, lid 2, van het BUrlG niet toepasselijk?

4)

Indien de eerste, de tweede en de derde vraag bevestigend worden beantwoord:

Kan dan, met het oog op de doeltreffendheid van de regeling van § 13, lid 2, van het BUrlG en van de bepalingen van het Bundesrahmentarifvertrag Bau (federale collectieve arbeidsovereenkomst voor de bouwsector), een beroep worden gedaan op de bescherming van het gewettigd vertrouwen, voor zover het gaat over perioden vóór 1 december 2009, zijnde de datum van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de grondrechten? Moet aan de sociale partners bij het Bundesrahmentarifvertrag Bau voor de bouwsector een termijn worden toegekend waarbinnen zij zelf een andere regeling kunnen overeenkomen?


(1)  Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 299, blz. 9).