25.9.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 260/22


Beroep ingesteld op 26 juli 2010 — Three-N-Products Private/BHIM — Shah (AYUURI NATURAL)

(Zaak T-313/10)

()

2010/C 260/30

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Three-N-Products Private Ltd (New Delhi, India) (vertegenwoordiger: C. Jäger, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: S. Shah, A. Shah, M. Shah — A Partnership t/a FUDCO (Wembley, Verenigd Koninkrijk)

Conclusies

de beslissing van de vierde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 1 juni 2010 in zaak R 1005/2009-4 vernietigen;

verweerder gelasten, de beslissing van de oppositieafdeling van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 2 juli 2009 te bevestigen en gemeenschapsmerkaanvraag nr. 5805387 volledig af te wijzen;

verweerder verwijzen in de kosten van de procedure;

de andere partij in de procedure voor de kamer van beroep verwijzen in de kosten van de procedure, de door verzoekster voor de kamer van beroep en de oppositieafdeling gemaakte kosten daaronder begrepen, indien zij in deze zaak tussenkomt.

Middelen en voornaamste argumenten

Aanvrager van het gemeenschapsmerk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

Betrokken gemeenschapsmerk: woordmerk „AYUURI NATURAL” voor waren van de klassen 3 en 5

Houder van het oppositiemerk of -teken in de oppositieprocedure: verzoekster

Oppositiemerk of -teken: ingeschreven gemeenschapsbeeldmerk „Ayur” (nr. 2996098) voor onder meer waren van de klassen 3 en 5; ingeschreven gemeenschapswoordmerk „AYUR” (nr. 5429469) voor onder meer waren van de klassen 3 en 5

Beslissing van de oppositieafdeling: toewijzing van de oppositie en volledige afwijzing van de aanvraag

Beslissing van de kamer van beroep: toewijzing van het beroep, vernietiging van de litigieuze beslissing en afwijzing van de oppositie

Aangevoerde middelen: verzoekster voert twee rechtsmiddelen aan ter ondersteuning van haar beroep.

In het kader van haar eerste middel voert verzoekster aan dat de bestreden beslissing de artikelen 7 en 8 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad schendt doordat de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat er geen verwarringsgevaar bestaat en dat de oudere merken een suggestieve connotatie hebben voor de betrokken waren waardoor het onderscheidend vermogen van de oudere merken wordt afgezwakt.

Met haar tweede middel stelt verzoekster dat de bestreden beslissing artikel 65, lid 2, van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad schendt doordat de kamer van beroep haar bevoegdheid heeft misbruikt bij de vaststelling van de bestreden beslissing, aangezien deze objectiviteit mist en geen rechtsgrondslag heeft.