Arrest van het Gerecht (Derde kamer) van 17 oktober 2012 – Evropaïki Dynamiki/Hof van Justitie

(Zaak T-447/10)

„Overheidsopdrachten voor diensten – Aanbestedingsprocedure – Diensten betreffende onderhoud, ontwikkeling en ondersteuning van IT-systemen – Afwijzing van offertes van verzoekster en gunning van opdrachten aan andere inschrijver – Selectiecriteria – Gunningscriteria – Motiveringsplicht – Niet-contractuele aansprakelijkheid”

1.                     Gerechtelijke procedure – Inleidend verzoekschrift – Vormvereisten – Vaststelling van voorwerp van geschil – Summiere uiteenzetting van aangevoerde middelen (Statuut van het Hof van Justitie, art. 21, eerste alinea, en 53, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 44, lid 1, sub c) (cf. punt 27)

2.                     Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Gunning van opdracht na aanvraag van aanbiedingen – Selectiecriteria – Beoordeling van geschiktheid van gegadigden om specifiek omschreven diensten te verstrekken – Gunningscriteria – Vergelijkende beoordeling van bijzondere kenmerken en verdiensten van individuele inschrijvingen – Toepassing, tijdens gunningsfase, van criterium tot beoordeling van geschiktheid van gegadigden om opdracht uit te voeren – Ontoelaatbaarheid (Verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 97, lid 1; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 137 en 138) (cf. punten 35-42, 53)

3.                     Overheidsopdrachten van de Europese Unie – Gunning van opdracht na aanvraag van aanbiedingen – Beoordelingsvrijheid van instellingen – Rechterlijk toezicht – Grenzen (cf. punten 69, 70)

4.                     Handelingen van de instellingen – Motivering – Verplichting – Omvang – Besluit tot afwijzing van offerte in kader van procedure van plaatsen van overheidsopdracht voor dienstverlening – Verplichting tot mededeling, na schriftelijk verzoek, van kenmerken en relatieve voordelen van gekozen offerte en van naam van inschrijver aan wie opdracht is gegund – Verplichting voor aanbestedende dienst om zorgvuldige vergelijkende analyse van gekozen offerte en offerte van afgewezen inschrijver te verstrekken (Art. 296 VWEU; verordening nr. 1605/2002 van de Raad, art. 100, lid 2; verordening nr. 2342/2002 van de Commissie, art. 149) (cf. punten 70-73, 92, 95, 96, 107, 110)

5.                     Beroep tot nietigverklaring – Beroep tegen besluit, in kader van procedure tot gunning van overheidsopdracht voor dienstverlening, om offerte af te wijzen – Nietigverklaring, wegens ontoereikende motivering, van bestreden besluit – Subsidiair middel tot nietigverklaring inzake schending van non-discriminatiebeginsel – Reële discriminatie afhankelijk van onderzoek van middelen die moeten zijn gericht tegen besluit dat in plaats komst van nietig verklaard besluit – Verzoek tot nietigverklaring voorbarig (cf. punt 116)

6.                     Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband – Ontbreken van een van voorwaarden – Volledige verwerping van beroep tot schadevergoeding (Art. 340, tweede alinea, VWEU) (cf. punten 118, 119)

7.                     Niet-contractuele aansprakelijkheid – Voorwaarden – Onrechtmatigheid – Schade – Causaal verband – Nietigverklaring, wegens ontoereikende motivering, van besluit van het Hof van Justitie waarbij in aanbestedingsprocedure voor overheidsopdracht voor diensten offerte wordt afgewezen – Reële onrechtmatigheid en reëel causaal verband afhankelijk van onderzoek van middelen die moeten zijn gericht tegen het besluit dat in plaats komt van nietig verklaard besluit – Verzoek om schadevergoeding voorbarig (Art. 340, tweede alinea, VWEU) (cf. punten 123, 125)

Voorwerp

Enerzijds nietigverklaring van het besluit van het Hof van Justitie van 12 juli 2010 tot afwijzing van verzoeksters offertes voor de percelen 1 en 2 van aanbestedingsprocedure CJ 7/09 van 11 november 2009 betreffende onderhoud, ontwikkeling en ondersteuning van IT-systemen (PB 2009, S 217-312293), en alle daarmee verband houdende besluiten van het Hof van Justitie, daaronder begrepen het besluit tot gunning van de betrokken overeenkomsten aan de winnende inschrijvers en, anderzijds, een vordering tot schadevergoeding

Dictum

1)

Het besluit van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 juli 2010 tot afwijzing van de offertes die Evropaïki Dynamiki – Proigmena Systimata Tilepikoinonion Pliroforikis kai Tilematikis AE had ingediend in het kader van aanbestedingsprocedure CJ 7/09 van 11 november 2009 betreffende onderhoud, ontwikkeling en ondersteuning van IT-systemen, en het besluit tot gunning van de opdrachten aan andere inschrijvers, wordt nietig verklaard.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

Het Hof van Justitie wordt verwezen in de kosten.