Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 4 maart 2011 – Grigore/Regia Naţională a Pădurilor Romsilva – Direcţia Silvică Bucureşti

(Zaak C‑258/10)

„Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van Reglement voor procesvoering – Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88/EG – Organisatie van arbeidstijd – Begrip ‚arbeidstijd’ – Begrip ‚maximale wekelijkse arbeidstijd’ – Boswachter die volgens zijn arbeidsovereenkomst en toepasselijke collectieve overeenkomst flexibele arbeidstijd van 8 uur per dag en 40 uur per week heeft – Nationale regeling op grond waarvan hij aansprakelijk is voor alle schade in onder zijn beheer staand perceel bos − Kwalificatie − Gevolgen van overuren voor bezoldiging en financiële vergoedingen van betrokkene”

1.                     Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende aantal aspecten van organisatie van arbeidstijd – Arbeidstijd – Begrip – Boswachter – Dienst die verplichting omvat om perceel bos gedurende acht uur per dag en veertig uur per week te bewaken met niet in tijd beperkte aansprakelijkheid van boswachter voor onder diens bevoegdheid vallende materies – Daaronder begrepen – Voorwaarden – Fysieke aanwezigheid op arbeidsplaats en ter beschikking van werkgever staan – Beoordeling door nationale rechter (Richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, punt 1) (cf. punt 58, dictum 1)

2.                     Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende aantal aspecten van organisatie van arbeidstijd – Arbeidstijd – Begrip – Boswachter – Dienstwoning ter beschikking gesteld – Invloed op berekening van arbeidstijd – In aanmerking te nemen criteria – Verplichting voor werknemer om fysiek aanwezig te zijn op door werkgever bepaalde plaats en daar te diens beschikking te staan – Beoordeling door nationale rechter (Richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, punt 1) (cf. punten 64‑70, dictum. 2)

3.                     Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende aantal aspecten van organisatie van arbeidstijd – Maximale wekelijkse arbeidstijd – Boswachter – Arbeidsovereenkomst waarin maximale wekelijkse arbeidstijd op veertig uur is bepaald – Wettelijke verplichtingen die erop neerkomen dat perceel bos permanent of langer dan maximale arbeidstijd moet worden bewaakt – Ontoelaatbaarheid – Grenzen – Beoordeling door nationale rechter (Richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad, art. 6 en 17, lid 1) (cf. punt 79, dictum 3)

4.                     Sociale politiek – Bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers – Richtlijn 2003/88 betreffende aantal aspecten van organisatie van arbeidstijd – Werkingssfeer – Bezoldiging – Daarvan uitgesloten (Richtlijn 2003/88 van het Europees Parlement en de Raad)(punten 82‑84, dictum 4)

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing – Tribunal Dâmboviţa – Uitlegging van de artikelen 2, punt 1, en 6 van richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 299, blz. 9) – Begrip „arbeidstijd” – Nationale regeling volgens welke een boswachter aansprakelijk is voor alle schade in zijn perceel bos, ondanks het feit dat zijn arbeidsovereenkomst voorziet in een maximale dagelijkse arbeidstijd van uur – Begrip „maximale wekelijkse arbeidstijd” – Daadwerkelijke wekelijkse arbeidstijd langer dan wettelijke maximale wekelijkse arbeidstijd – Gevolgen voor de bezoldiging en de financiële vergoedingen van de betrokkene

Dictum

1)

Artikel 2, punt 1, van richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd moet aldus worden uitgelegd dat de tijd waarin een boswachter wiens dagelijkse arbeidstijd volgens zijn individuele arbeidsovereenkomst acht uur bedraagt, verplicht is een perceel bos te bewaken, met betrekking tot hetwelk hij, naargelang van het geval, tuchtrechtelijk, vermogensrechtelijk, boeterechtelijk of strafrechtelijk aansprakelijk is voor de schade in het onder zijn beheer staande perceel, ongeacht wanneer deze schade is ontstaan, alleen dan „arbeidstijd” in de zin van deze bepaling vormt indien de aard en de omvang van de op de boswachter rustende bewakingsverplichting en de voor hem geldende aansprakelijkheidsregeling eisen dat hij fysiek aanwezig is op de arbeidsplaats en in die periode ter beschikking van zijn werkgever staat. Het staat aan de verwijzende rechter om de nodige feitelijke en juridische vaststellingen te doen, met name met betrekking tot het toepasselijke nationale recht, om te beoordelen of dat het geval is in de bij hem aanhangige zaak.

2)

Voor de kwalificatie van een periode als „arbeidstijd” in de zin van artikel 2, punt 1, van richtlijn 2003/88 is niet van belang dat aan de boswachter een dienstwoning in het onder zijn beheer staande perceel ter beschikking is gesteld, voor zover deze terbeschikkingstelling niet impliceert dat hij fysiek aanwezig moet zijn op de door de werkgever bepaalde plaats en er te diens beschikking moet staan teneinde zo nodig onmiddellijk de passende prestaties te kunnen verlenen. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of dat het geval is in de bij hem aanhangige zaak.

3)

Artikel 6 van richtlijn 2003/88 moet aldus worden uitgelegd dat het in beginsel in de weg staat aan een situatie waarin een boswachter, ofschoon zijn individuele arbeidsovereenkomst voorziet in een maximale arbeidstijd van 8 uur per dag en 40 uur per week, in feite als gevolg van wettelijke verplichtingen het onder zijn beheer staande perceel bos permanent dan wel langer dan de in dat artikel vastgestelde maximale wekelijkse arbeidstijd moet bewaken. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of dat het geval is in de bij hem aanhangige zaak, en in voorkomend geval, of in het hoofdgeding is voldaan aan de in de artikelen 17, lid 1, of 22, lid 1, van richtlijn 2003/88 vastgestelde voorwaarden om af te wijken van bovengenoemd artikel 6.

4)

Richtlijn 2003/88 moet aldus worden uitgelegd dat op de verplichting van de werkgever om loon of vergelijkbare vergoedingen te betalen voor de tijd waarin de boswachter verplicht is het onder zijn beheer staande perceel bos te bewaken, niet bovennoemde richtlijn, maar de relevante bepalingen van nationaal recht van toepassing zijn.