Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 31 maart 2011 – Commissie/Italië

(Zaak C‑50/10)

„Niet-nakoming – Milieu – Richtlijn 2008/1/EG – Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging – Vergunningsvoorwaarden voor bestaande installaties”

Lidstaten – Verplichtingen – Uitvoering van richtlijnen – Niet-nakoming – Rechtvaardiging op basis van interne orde – Ontoelaatbaarheid (Art. 258 VWEU) (cf. punten 33‑39)

Voorwerp

Niet-nakoming – Schending van artikel 5, lid 1, van richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PB L 24, blz. 8) – Installaties die gevolgen kunnen hebben voor de emissies in de lucht, het water of de bodem en voor de verontreiniging – Vergunningsvoorwaarden voor bestaande installaties

Dictum

1)

Door niet de maatregelen te hebben vastgesteld die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten, door middel van vergunningen overeenkomstig de artikelen 6 en 8 van richtlijn 2008/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (gecodificeerde versie), of op passende wijze door toetsing en, zo nodig, aanpassing van de voorwaarden, erop toezien dat de bestaande installaties in de zin van artikel 2, lid 4, van die richtlijn worden geëxploiteerd overeenkomstig de eisen van de artikelen 3, 7, 9, 10 en 13, 14, sub a en b, en 15, lid 2 daarvan, is de Italiaanse Republiek de krachtens artikel 5, lid 1, van die richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

2)

De Italiaanse Republiek wordt verwezen in de kosten.