6.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/9


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 16 juni 2011 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Wojewódzki Sąd Administracyjny w Gliwicach — Republiek Polen) — Logstor ROR Polska Sp z o.o./Dyrektor Izby Skarbowej w Katowicach

(Zaak C-212/10) (1)

(Fiscale bepalingen - Kapitaalrecht - Richtlijn 69/335/EEG - Indirecte belastingen op bijeenbrengen van kapitaal - Belastingheffing over door kapitaalvennootschap afgesloten lening bij persoon die recht heeft op percentage van winst van die vennootschap - Recht van lidstaat om belastingregeling die bij toetreding tot Europese Unie niet meer van kracht was weer in te voeren)

(2011/C 232/14)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Wojewódzki Sąd Administracyjny w Gliwicach

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Logstor ROR Polska Sp z o.o.

Verwerende partij: Dyrektor Izby Skarbowej w Katowicach

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Wojewódzki Sąd Administracyjny w Gliwicach — Uitlegging van artikel 4, lid 2, van richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (PB L 249, blz. 25), zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985 (PB L 156, blz. 23) — Recht van een lidstaat om een bij zijn toetreding tot de Europese Unie afgeschafte belasting opnieuw in te voeren — Kapitaalrecht — Heffing van belasting over een lening die een kapitaalvennootschap afsluit bij een persoon die recht heeft op een aandeel in de winst van die vennootschap

Dictum

Artikel 4, lid 2, van richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juni 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal, zoals gewijzigd bij richtlijn 85/303/EEG van de Raad van 10 juni 1985, moet aldus worden uitgelegd dat het eraan in de weg staat dat een lidstaat een kapitaalrecht opnieuw invoert dat wordt geheven over de lening die een kapitaalvennootschap afsluit, indien de schuldeiser recht heeft op een aandeel in de winst van de vennootschap, wanneer die lidstaat eerder afstand had gedaan van de heffing van dit recht.


(1)  PB C 209 van 31.7.2010.