Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 12 maart 2009 – Antartica / BHIM

(Zaak C‑320/07 P)

„Hogere voorziening – Gemeenschapsmerk – Verordening (EG) nr. 40/94 – Artikel 8, lid 5 – Weigering van inschrijving – Bekend ouder merk NASDAQ – Beeldteken ‚nasdaq’ – Gebruik van ouder merk voor zogenaamd kosteloos aangeboden waren en diensten – Ongerechtvaardigd voordeel uit onderscheidend vermogen of bekendheid van ouder merk – Relevant publiek”

Gemeenschapsmerk – Definitie en verkrijging van gemeenschapsmerk – Relatieve weigeringsgronden – Oppositie door houder van gelijk of overeenstemmend ouder bekend merk – Uitbreiding van bescherming van ouder bekend merk tot niet-soortgelijke waren of diensten (Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 8, lid 5) (cf. punten 48‑51)

Voorwerp

Hogere voorziening ingesteld tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Vierde kamer) van 10 mei 2007, Antartica / BHIM (T‑47/06), waarbij het Gerecht ongegrond heeft verklaard het beroep dat de aanvrager van het beeldmerk „nasdaq” voor waren van de klassen 9, 12, 14, 25 en 28 had ingesteld tegen beslissing R 752/2004-2 van de tweede kamer van beroep van het BHIM van 7 december 2005 houdende vernietiging van de afwijzing door de oppositieafdeling van de oppositie ingesteld door de houder van de communautaire en nationale woordmerken „NASDAQ” voor waren van de klassen 9, 16, 35, 36, 38 en 42 – Uitlegging van artikel 8, lid 5, van verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk (PB L 11, blz. 1)

Dictum

1)

De hogere voorziening wordt afgewezen.

2)

Antartica Srl wordt verwezen in de kosten.