61998J0293

Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 3 februari 2000. - Entidad de Gestión de Derechos de los Productores Audiovisuales (Egeda) tegen Hostelería Asturiana SA (Hoasa). - Verzoek om een prejudiciële beslissing: Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Oviedo - Spanje. - Auteursrechten - Satellietomroep en doorgifte via de kabel. - Zaak C-293/98.

Jurisprudentie 2000 bladzijde I-00629


Samenvatting
Partijen
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum

Trefwoorden


Harmonisatie van wetgevingen - Auteursrecht en naburige rechten - Richtlijn 93/83 - Satellietomroep en doorgifte via kabel - Ontvangst van televisiesignalen door hotelbedrijf en doorgifte via kabel naar hotelkamers - Kwalificatie - Mededeling aan of ontvangst door publiek - Vraag van nationaal recht

(Richtlijn 93/83 van de Raad, art. 1, lid 2, sub a, en lid 3)

Samenvatting


$$De vraag of, wanneer een hotelbedrijf televisiesignalen per satelliet of via de ether opvangt en naar de hotelkamers doorgeeft, daarbij sprake is van "mededeling aan het publiek" of "ontvangst door het publiek", wordt niet beheerst door richtlijn 93/83 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel, en moet derhalve naar nationaal recht worden beantwoord.

(cf. punt 29 en dictum)

Partijen


In zaak C-293/98,

betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Oviedo (Spanje), in het aldaar aanhangig geding tussen

Entidad de Gestión de Derechos de los Productores Audiovisuales (Egeda)

en

Hostelería Asturiana SA (Hoasa),

om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 1 van richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248, blz. 15),

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),

samengesteld als volgt: P. J. G. Kapteyn (rapporteur), waarnemend voor de president van de Zesde kamer, G. Hirsch en H. Ragnemalm, rechters,

advocaat-generaal: A. La Pergola

griffier: H. von Holstein, adjunct-griffier

gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:

- Entidad de Gestión de Derechos de los Productores Audiovisuales (Egeda), vertegenwoordigd door J. A. Suárez Lozano, advocaat te Madrid,

- Hostelería Asturiana SA (Hoasa), vertegenwoordigd door L. Alvarez Fernández, procurador de los Tribunales, en C. Flórez Menéndez, advocaat te Oviedo,

- de Spaanse regering, vertegenwoordigd door S. Ortiz Vaamonde, abogado del Estado, als gemachtigde,

- de Duitse regering, vertegenwoordigd door A. Dittrich, Ministerialrat bij het Bondsministerie van Justitie, en C. D. Quassowski, Regierungsdirektor bij het Bondsministerie van Economische zaken, als gemachtigden,

- de regering van het Verenigd Koninkrijk, vertegenwoordigd door M. Ewing, van het Treasury Solicitor's Department, als gemachtigde, bijgestaan door D. Alexander, Barrister,

- de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door K. Banks en J. Crespo Carrillo, leden van haar juridische dienst, als gemachtigden,

gezien het rapport ter terechtzitting,

gehoord de mondelinge opmerkingen van Entidad de Gestión de Derechos de los Productores Audiovisuales (Egeda), vertegenwoordigd door J. A. Suárez Lozano; Hostelería Asturiana SA (Hoasa), vertegenwoordigd door C. Flórez Menéndez; de Spaanse regering, vertegenwoordigd door S. Ortiz Vaamonde; de Franse regering, vertegenwoordigd door A. Maîtrepierre, chargé de mission bij de afdeling juridische zaken van het Ministerie van Buitenlandse zaken, als gemachtigde, en de Commissie, vertegenwoordigd door K. Banks en M. Desantes Real, ter beschikking van de juridische dienst gesteld ambtenaar, als gemachtigde, ter terechtzitting van 1 juli 1999,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 9 september 1999,

het navolgende

Arrest

Overwegingen van het arrest


1 Bij beschikking van 1 juni 1998, binnengekomen bij het Hof op 29 juli daaraanvolgend, heeft de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Oviedo krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) een prejudiciële vraag gesteld over de uitlegging van artikel 1 van richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248, blz. 15), met name van het begrip mededeling aan het publiek" en ontvangst door het publiek".

2 Die vraag is gerezen in een geding tussen Entidad de Gestión de Derechos de los Productores Audiovisuales (vennootschap voor het beheer van de rechten van producenten van audiovisuele middelen; hierna: Egeda") en de Hostelería Asturiana SA (hierna: Hoasa"), eigenares van het hotelbedrijf Hotel de la Reconquista".

Rechtskader

3 Artikel 1, lid 2, sub a, van richtlijn 93/83 luidt:

In deze richtlijn wordt verstaan onder ,mededeling aan het publiek per satelliet: een handeling waarbij de programmadragende signalen voor ontvangst door het publiek onder controle en verantwoordelijkheid van de omroeporganisatie worden ingevoerd in een ononderbroken mededelingenketen die naar de satelliet en terug naar de aarde loopt."

4 Artikel 1, lid 3, van de richtlijn bepaalt:

In deze richtlijn wordt verstaan onder ,doorgifte via de kabel: de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, door middel van een kabel- of microgolfsysteem, aan het publiek, van een eerste uitzending uit een andere lidstaat, al dan niet via de ether, ook per satelliet, van radio- of televisieprogramma's die voor ontvangst door het publiek bestemd zijn."

Feiten

5 Hoasa heeft in het door haar geëxploiteerde hotel een systeem laten installeren, bestemd voor de ontvangst van televisieprogramma's die via de ether of per satelliet worden verspreid en die alleen aan gasten in de hotelkamers worden doorgegeven.

6 Daar Egeda van mening was, dat de aan de hotelgasten aangeboden dienst, bestaande in de verspreiding van audiovisuele opnamen en andere in televisieprogramma's opgenomen werken, in strijd was met de gewijzigde tekst van de wet op de intellectuele eigendom, zoals goedgekeurd bij koninklijk wetgevend decreet 1/1996 van 12 april 1996 (BOE nr. 97 van 22 april 1996, blz. 14396), waarbij richtlijn 93/83 in Spaans recht is omgezet, verzocht zij in een vereenvoudigde procedure om een declaratoir vonnis, waarbij Hoasa stopzetting van de doorgifte naar de hotelkamers zou worden gelast, met een verbod om die activiteiten zonder uitdrukkelijke toestemming te hervatten en veroordeling tot schadeloosstelling van Egeda.

7 Hoasa betoogde voor de verwijzende rechter, dat er geen sprake is van mededeling aan het publiek" of van doorgifte via de kabel" door het hotel in de zin van artikel 1 van richtlijn 93/83.

8 In zijn verwijzingsbeschikking zet de verwijzende rechter onder meer uiteen, dat artikel 122, lid 2, van de gecodificeerde wet op de intellectuele eigendom bepaalt, dat gebruikers van audiovisuele opnamen die voor de in artikel 20, lid 2, sub f en g, van deze wet bedoelde ,mededeling aan het publiek worden gebruikt, een billijke eenmalige vergoeding aan de producenten van die audiovisuele opnamen moeten betalen (...)". Artikel 122, lid 3, voegt daaraan toe, dat het recht op de in het vorige lid bedoelde billijke eenmalige vergoeding wordt uitgeoefend door de met de bemiddeling inzake intellectuele-eigendomsrechten belaste bedrijven (...)".

9 De verwijzende rechter voegt hieraan toe: Volgens de bewoordingen van artikel 20, lid 2, sub f, van de wet, dat in artikel 122, lid 2, wordt bedoeld en waarop de vordering berust, wordt onder mededeling aan het publiek verstaan ,de doorgifte, via één van de in de voorafgaande alinea's genoemde middelen, door een ander bedrijf dan het bedrijf waarvan het uitgezonden werk afkomstig is. Een van de middelen genoemd in de voorafgaande alinea's, te weten in alinea d, is de mededeling per satelliet. Alinea e betreft de doorgifte via de kabel. In alinea d wordt letterlijk de definitie van uitzending of ,mededeling aan het publiek per satelliet van artikel 1, lid 2, sub a, van de richtlijn herhaald (...)"

De prejudiciële vraag

10 In deze omstandigheden heeft de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Oviedo de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag gesteld:

Moet artikel 1, leden 2, sub a, en 3, van richtlijn 93/83/EEG aldus worden uitgelegd, dat wanneer een hotelbedrijf per satelliet of via de ether uitgezonden televisiesignalen ontvangt en via de kabel aan elk van de hotelkamers doorgeeft, er sprake is van ,mededeling aan het publiek of ,ontvangst door het publiek?"

11 Egeda, de Duitse en de Franse regering alsmede de regering van het Verenigd Koninkrijk stellen, kort gezegd, dat de bepalingen van richtlijn 93/83 het Hof niet toestaan, de verwijzende rechter de gevraagde uitleggingsgegevens te geven, en dat de prejudiciële vraag enkel op basis van de bepalingen van nationaal recht moet worden beantwoord.

12 Volgens Hoasa en de Spaanse regering is er, wanneer het hotel televisiesignalen per satelliet of via de ether ontvangt en per kabel naar de hotelkamers doorgeeft, geen sprake van mededeling aan het publiek of doorgifte via de kabel in de zin van artikel 1, lid 2, sub a, en lid 3, van richtlijn 93/83.

13 De Commissie stelt, dat artikel 1, lid 2, sub a, en lid 3, van richtlijn 93/83 niet dient ter beantwoording van de vraag, wanneer de mededeling aan het publiek" plaatsvindt of wat onder publiek" moet worden verstaan. In dit verband preciseert zij, dat richtlijn 93/83 niet alle nationale bepalingen inzake auteursrechten en naburige rechten harmoniseert. Voorts wijst zij erop, dat het Koninkrijk Spanje verplicht is, de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (herzien bij de Akte van Parijs van 24 juli 1971, zoals gewijzigd op 28 september 1979) toe te passen. Haars inziens kan de doorgifte naar een groot aantal kamers van een door een hotel ontvangen uitzending, op grond van de artikelen 11 en 11 bis van die conventie als mededeling aan het publiek worden aangemerkt, waarvoor toestemming van de houders van de betrokken rechten nodig is.

14 Om te beginnen moet worden opgemerkt, dat op het gebied van de grensoverschrijdende uitzending van programma's binnen de Gemeenschap, in het bijzonder per satelliet en per kabel, de Raad reeds richtlijn 89/552/EEG van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake de uitoefening van televisieomroepactiviteiten (PB L 298, blz. 23), heeft vastgesteld.

15 Vervolgens moet worden opgemerkt, dat volgens de vijfde overweging van de considerans van richtlijn 93/83, de verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van de grensoverschrijdende uitzending van programma's per satelliet en de doorgifte ervan via de kabel vanuit andere lidstaten, op het ogenblik nog wordt belemmerd doordat de nationale bepalingen op het gebied van het auteursrecht op een aantal punten onderling afwijken en doordat er enige rechtsonzekerheid bestaat".

16 Uit de twaalfde overweging van de considerans van richtlijn 93/83 volgt, dat deze, wat het auteursrecht betreft, de kaderregeling voor de totstandbrenging van een eengemaakte audiovisuele ruimte zoals neergelegd in richtlijn 89/552" dient aan te vullen.

17 Ten slotte moet worden opgemerkt, dat de richtlijn volgens de tweeëndertigste en drieëndertigste overweging van haar considerans slechts in een minimumharmonisatie van de bepalingen inzake het auteursrecht en de naburige rechten voorziet.

18 Blijkens de vierendertigste overweging van de considerans staat richtlijn 93/83 niet in de weg aan verdere harmonisatie op het gebied van de auteursrechten, de naburige rechten en het collectieve beheer van dergelijke rechten.

19 In het licht van die overwegingen moet de ter zake van de uitlegging van artikel 1, lid 2, sub a, en lid 3, van richtlijn 93/83 gestelde vraag worden onderzocht.

20 In dit verband volgt in de eerste plaats uit de veertiende overweging van de considerans van richtlijn 93/83, dat artikel 1, lid 2, sub a, van deze richtlijn tot doel heeft, een einde te maken aan de rechtsonzekerheid met betrekking tot de te verkrijgen rechten, waardoor de grensoverschrijdende uitzending van programma's per satelliet wordt belemmerd, door het begrip mededeling aan het publiek per satelliet op communautair niveau te definiëren en in die definitie tegelijkertijd te specificeren, waar de mededelingshandeling plaatsvindt.

21 Blijkens diezelfde overweging is die definitie noodzakelijk om te voorkomen, dat op één uitzendingshandeling op cumulatieve wijze het recht van verschillende landen wordt toegepast.

22 Ingevolge artikel 2 van richtlijn 93/83 dienen de betrokken lidstaten overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van de richtlijn, de auteurs een uitsluitend recht toe te kennen, de mededeling aan het publiek per satelliet van auteursrechtelijk beschermde werken toe te staan.

23 In de tweede plaats verschillen de bepalingen van richtlijn 93/83 inzake de doorgifte via de kabel van die betreffende omroep per satelliet.

24 Uit artikel 8 en uit de zevenentwintigste overweging van de considerans van richtlijn 93/83 volgt, dat deze de lidstaten niet verplicht om een specifiek recht voor de doorgifte via de kabel in het leven te roepen en dat zij evenmin de draagwijdte van een dergelijk recht definieert. Zij verplicht de lidstaten slechts, ervoor te zorgen dat de doorgifte via de kabel van omroepuitzendingen uit andere lidstaten op hun grondgebied met inachtneming van de toepasselijke auteursrechten en naburige rechten geschiedt.

25 Uit het voorgaande volgt, dat artikel 1, lid 2, sub a, en lid 3, van richtlijn 93/83 geen elementen bevat voor de beantwoording van de vraag of, wanneer een hotelbedrijf televisiesignalen per satelliet of via de ether ontvangt en per kabel naar de hotelkamers doorgeeft, daarbij sprake is van mededeling aan het publiek" of ontvangst door het publiek".

26 Deze uitlegging vindt overigens bevestiging in het door de Commissie op 21 januari 1998 ingediende voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB C 108, blz. 6).

27 Blijkens de vijftiende overweging van de considerans van dit voorstel beoogt deze richtlijn, het recht dat van toepassing is op de mededeling van werken aan het publiek te harmoniseren, voor zover dit nog niet door de bestaande gemeenschapswetgeving is gedaan.

28 Volgens artikel 3, lid 1, van dit voorstel voorzien de lidstaten ten behoeve van auteurs in het uitsluitende recht, de mededeling aan het publiek van originelen en kopieën van hun werken, per draad of draadloos, met inbegrip van de beschikbaarstelling voor het publiek van hun werken op zodanige wijze, dat deze voor leden van het publiek op de door dezen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, toe te staan of te verbieden.

29 Mitsdien moet worden geantwoord, dat de vraag of, wanneer een hotelbedrijf per satelliet of via de ether uitgezonden televisiesignalen ontvangt en naar de hotelkamers doorgeeft, daarbij sprake is van mededeling aan het publiek" of ontvangst door het publiek", niet door richtlijn 93/83 wordt beheerst en derhalve naar nationaal recht moet worden beoordeeld.

Beslissing inzake de kosten


Kosten

30 De kosten door de Spaanse, de Duitse en de Franse regering alsmede door de regering van het Verenigd Koninkrijk en de Commissie wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakt, kunnen niet voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen.

Dictum


HET HOF VAN JUSTITIE (Zesde kamer),

uitspraak doende op de door de Juzgado de Primera Instancia e Instrucción de Oviedo bij beschikking van 1 juni 1998 gestelde vraag, verklaart voor recht:

De vraag of, wanneer een hotelbedrijf per satelliet of via de ether uitgezonden televisiesignalen ontvangt en naar de hotelkamers doorgeeft, daarbij sprake is van mededeling aan het publiek" of ontvangst door het publiek", wordt niet beheerst door richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel, en moet derhalve naar nationaal recht worden beoordeeld.