Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1 Vrij verkeer van goederen - Belemmeringen ten gevolge van acties van particulieren - Verplichtingen van Lid-Staten - Vaststelling van maatregelen om vrij verkeer van goederen te verzekeren - Beoordelingsmarge van Lid-Staten - Toetsing door Hof

(EG-Verdrag, art. 5 en 30)

2 Vrij verkeer van goederen - Gemeenschappelijke marktordeningen voor landbouwproducten - Belemmeringen ten gevolge van acties van particulieren - Verplichtingen van Lid-Staten - Vaststelling van maatregelen om vrij verkeer van goederen te verzekeren - Kennelijk ontoereikende maatregelen gezien frequentie en ernst van incidenten - Niet-nakoming - Rechtvaardiging ontleend aan binnenlandse moeilijkheden - Toelaatbaarheid - Voorwaarden - Rechtvaardiging ontleend aan schadeloosstelling van slachtoffers, economische overwegingen of eventuele niet-nakoming door andere Lid-Staat - Ontoelaatbaarheid

(EG-Verdrag, art. 5 en 30)

Samenvatting

3 Als onmisbaar middel ter verwezenlijking van de markt zonder binnengrenzen verbiedt artikel 30 van het Verdrag niet alleen overheidsmaatregelen die als zodanig het handelsverkeer tussen de Lid-Staten beperken, maar kan het ook van toepassing zijn wanneer een Lid-Staat niet de vereiste maatregelen heeft getroffen ter opheffing van belemmeringen van het vrije goederenverkeer, waarvan de oorzaak buiten de sfeer van de overheid ligt. Immers, het feit dat een Lid-Staat niet optreedt of in gebreke blijft toereikende maatregelen vast te stellen om belemmeringen van het vrije goederenverkeer te voorkomen, die met name het gevolg zijn van acties van particulieren op zijn grondgebied tegen producten uit andere Lid-Staten, belemmert het intracommunautaire handelsverkeer evenzeer als een positieve handeling. Artikel 30 verbiedt de Lid-Staten dus niet enkel, zelf te handelen of zich te gedragen op een wijze die het handelsverkeer kan belemmeren; in samenhang met artikel 5 van het Verdrag verplicht het hen ook, alle noodzakelijke en passende maatregelen te treffen om de eerbiediging van de fundamentele vrijheid - het vrije verkeer van goederen - op hun grondgebied te verzekeren.

De Lid-Staten, die bij uitsluiting bevoegd blijven ter zake van de handhaving van de openbare orde en de vrijwaring van de binnenlandse veiligheid, beschikken stellig over een beoordelingsmarge om uit te maken, welke maatregelen in een gegeven situatie het meest geschikt zijn om belemmeringen van de invoer van producten op te heffen. Het staat derhalve niet aan de gemeenschapsinstellingen zich in de plaats van de Lid-Staten te stellen en deze voor te schrijven, welke maatregelen zij moeten vaststellen en daadwerkelijk moeten toepassen om het vrije verkeer van goederen op hun grondgebied te verzekeren. In de zaken die aan het Hof worden voorgelegd, dient dit echter na te gaan of de betrokken Lid-Staat maatregelen heeft getroffen die geschikt zijn om het vrije verkeer van goederen te garanderen.

4 Een Lid-Staat komt de krachtens artikel 30, juncto artikel 5, van het Verdrag en de verordeningen houdende gemeenschappelijke marktordeningen voor landbouwproducten op hem rustende verplichtingen niet na, wanneer de maatregelen die hij heeft vastgesteld ter verhindering van acties van particulieren waardoor het vrije verkeer van bepaalde landbouwproducten wordt belemmerd, gezien de frequentie en de ernst van de betrokken incidenten, kennelijk ontoereikend waren om op zijn grondgebied de vrijheid van het intracommunautaire handelsverkeer van landbouwproducten te verzekeren en de daders daadwerkelijk te beletten dergelijke delicten steeds weer te begaan.

Deze niet-nakoming kan niet worden gerechtvaardigd door de vrees voor binnenlandse moeilijkheden, tenzij de Lid-Staat aantoont dat zijn optreden gevolgen voor de openbare orde zou hebben waaraan hij met de hem ter beschikking staande middelen niet het hoofd kan bieden, noch door de schadeloosstelling van de slachtoffers, noch door overwegingen van economische aard, noch door de bewering dat een andere Lid-Staat in voorkomend geval het gemeenschapsrecht heeft miskend.