Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

++++

Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen ° Tenuitvoerlegging ° Rechtsmiddelen ° Cassatieberoep of soortgelijk beroep over rechtsvraag ° Voor beroep vatbare beslissingen ° Beslissing van gerecht dat over verzet tegen verlof tot tenuitvoerlegging oordeelt, om uitspraak aan te houden ° Daarvan uitgesloten ° Bevoegdheid van gerecht waarbij beroep over rechtsvraag is ingesteld, om zijn uitspraak aan te houden ° Geen bevoegdheid

(EEG-Executieverdrag, art. 37, tweede alinea, en 38, eerste alinea)

Samenvatting

De artikelen 37, tweede alinea, en 38, eerste alinea, van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, zoals gewijzigd bij het Verdrag van 9 oktober 1978 inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, moeten aldus worden uitgelegd, dat een beslissing waarbij het gerecht van een Verdragsluitende Staat dat over het verzet tegen het verlof tot tenuitvoerlegging van een in een andere Verdragsluitende Staat gegeven uitvoerbare rechterlijke beslissing oordeelt, weigert zijn uitspraak aan te houden of een voordien uitgesproken aanhouding opheft, geen "op het verzet gegeven beslissing" in de zin van artikel 37, tweede alinea, is waartegen cassatieberoep of een soortgelijk tot rechtsvragen beperkt beroep openstaat. Voorts is het gerecht waarbij krachtens artikel 37, tweede alinea, Executieverdrag een dergelijk beroep over een rechtsvraag is ingesteld, niet bevoegd om een dergelijke aanhouding uit te spreken of opnieuw uit te spreken.