30.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 34/26


Bekendmaking van een mededeling van de goedkeuring van een standaardwijziging van een productdossier voor een naam in de wijnsector als bedoeld in artikel 17, leden 2 en 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie

(2023/C 34/10)

Deze mededeling wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 17, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/33 van de Commissie (1).

MEDEDELING VAN DE GOEDKEURING VAN EEN STANDAARDWIJZIGING

“Rosé d’Anjou”

PDO-FR-A1007-AM02

Datum van mededeling: 11.11.2022

BESCHRIJVING VAN EN REDENEN VOOR DE GOEDGEKEURDE WIJZIGING

1.   Officiële geografische code

De informatie over de gemeenten van het geografische gebied en van het gebied in de onmiddellijke nabijheid is bijgewerkt op basis van de officiële geografische code.

Dit heeft geen gevolgen voor de perimeter van het afgebakende geografische gebied.

De punten 6 en 9 van het enig document zijn gewijzigd.

2.   Afgebakend perceelgebied

Toegevoegd zijn de datums waarop de bevoegde nationale autoriteit een wijziging van het afgebakende perceelgebied binnen het geografische productiegebied heeft goedgekeurd. Met de afbakening van het perceelgebied wordt bepaald welke percelen binnen het geografische productiegebied geschikt zijn voor de productie van de betrokken beschermde oorsprongsbenaming.

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor het enig document.

3.   Afstand tussen de wijnstokken

De minimumafstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij is verlaagd van 1 m naar 0,90 m.

Daarmee wordt de mogelijkheid geboden om de beplantingsdichtheid van de wijnstokken te verhogen zonder dat de afstand tussen de rijen verandert.

Ook is een speciale bepaling toegevoegd voor wijnstokken op hellingen van meer dan 10 %, die een minimumafstand tussen de wijnstokken van 0,80 m mogen hebben.

Aldus wordt rekening gehouden met de bijzondere situatie van op steile hellingen aangeplante wijnstokken, waarvoor tijdens de aanplant een aparte indeling nodig is (aanplant evenwijdig aan de helling en niet loodrecht daarop).

Punt 5 van het enig document is gewijzigd.

4.   Snoeiwijze

De snoeivoorschriften zijn gelijkgetrokken op het niveau van de oorsprongsbenamingen van wijnen uit de zone Anjou Saumur in de Loirevallei. Het gelijktrekken ervan moet tot een betere kennis van de marktdeelnemers leiden en controles eenvoudiger maken.

Deze wijziging biedt de wijnbouwers flexibiliteit om de bedrijfsvoering aan te passen aan de vorst, die tegenwoordig steeds later intreedt.

Punt 5 van het enig document is gewijzigd.

5.   Verband

Er wordt verwezen naar 2021 in plaats van 2018 en het aantal gemeenten is aangepast omdat sommige gemeenten zijn gefuseerd.

Punt 8 van het enig document is gewijzigd.

6.   Overgangsmaatregelen

De niet langer geldende overgangsmaatregelen zijn geschrapt.

Er is een overgangsmaatregel toegevoegd naar aanleiding van de nieuwe perceelsafbakening in bepaalde gemeenten.

Het enig document is niet gewijzigd.

7.   Etikettering

De etiketteringsvoorschriften zijn nader uitgewerkt en zijn gelijkgetrokken op het niveau van de oorsprongsbenamingen van wijnen uit de zone Anjou Saumur in de Loirevallei. Deze wijziging is louter redactioneel.

Punt 9 van het enig document is gewijzigd.

8.   Verwijzing naar de controlestructuur

De formulering van de verwijzing naar de controlestructuur is in overeenstemming gebracht met de andere productdossiers voor oorsprongsbenamingen. Deze wijziging is louter redactioneel.

Het enig document blijft op dit punt ongewijzigd.

9.   Redactionele wijzigingen

In het productdossier zijn een aantal redactionele aanpassingen doorgevoerd.

Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor het enig document.

ENIG DOCUMENT

1.   Naam van het product

Rosé d’Anjou

2.   Type geografische aanduiding

BOB – beschermde oorsprongsbenaming

3.   Categorieën wijnbouwproducten

1.

Wijn

4.   Beschrijving van de wijn(en)

KORTE BESCHRIJVING

Het betreft niet-mousserende roséwijnen met de volgende analytische kenmerken:

De wijnen hebben een natuurlijk alcoholvolumegehalte van ten minste 9,50 %.

Het gehalte aan fermenteerbare suikers (glucose + fructose) na gisting bedraagt ten minste 7 gram per liter.

Het totaal alcoholvolumegehalte na verrijking ligt niet hoger dan 12 %.

Het gehalte aan vluchtige zuren, het totaalgehalte aan zuren en het totale gehalte aan zwaveldioxide komen overeen met de in de Europese regelgeving vastgestelde gehalten, maar het gehalte aan vluchtige zuren van elke partij onverpakte wijn die voor de aanduiding “primeur” of “nouveau” in aanmerking komt, bedraagt ten hoogste 10,2 milli-equivalent per liter.

De wijnen bevatten fermenteerbare suikers en hebben een min of meer zoet karakter. Hun intense aroma’s getuigen van de kenmerken van de specifieke voor die wijn gebruikte druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten...) blijft evenwel onmiskenbaar. In de mond vertonen de wijnen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk.

Algemene analytische kenmerken

Maximaal totaal alcoholgehalte (in volumeprocent)

 

Minimaal effectief alcoholgehalte (in volumeprocent)

9

Minimale totale zuurgraad

 

Maximaal gehalte aan vluchtige zuren (in milli-equivalent per liter)

 

Maximaal totaalgehalte aan zwaveldioxide (in milligram per liter)

 

5.   Wijnbereidingsprocedés

5.1.   Specifieke oenologische procedés

1.   Beplantingsdichtheid – plantafstand

Teeltmethode

De minimale beplantingsdichtheid bedraagt 4 000 wijnstokken per ha. De afstand tussen de rijen van deze wijngaarden mag niet meer dan 2,50 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij niet minder dan 0,90 m. Voor de oogst van percelen met een afstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij van minder dan 0,90 m, maar niet minder dan 0,80 m en met een helling van meer dan 10 % mag de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden gebruikt.

De gecontroleerde oorsprongsbenaming mag worden gebruikt voor de oogst van wijngaardpercelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000 wijnstokken/ha, maar minstens 3 300 wijnstokken/ha, op voorwaarde dat de voorschriften in het productdossier inzake opbinding en hoogte van de bladeren worden nageleefd. Op deze percelen mag de afstand tussen de rijen niet meer dan 3 m bedragen en de afstand tussen de wijnstokken op eenzelfde rij niet minder dan 1 m.

2.   Voorschriften inzake het snoeien en leiden van de wijnstokken

Teeltmethode

De wijnstokken worden lang dan wel kort dan wel gemengd gesnoeid, met een maximum van twaalf ogen per wijnstok.

De wijnstokken mogen worden gesnoeid met twee extra ogen per wijnstok, mits in het fenologische stadium dat overeenkomt met elf of twaalf bladeren (afzonderlijke bloemknoppen), het aantal vruchtdragende takken van het jaar per wijnstok kleiner is dan of gelijk is aan twaalf.

De hoogte van het opgebonden gebladerte, gemeten tussen de ondergrens van de bladeren (minstens 0,40 m boven de grond) en de bovengrens van de snoei (minstens 0,20 m boven de bovenste opbinddraad), is minstens 0,6 keer de afstand tussen de rijen.

De percelen met een beplantingsdichtheid van minder dan 4 000, maar minstens 3 300 wijnstokken per ha voldoen bovendien aan de volgende voorschriften betreffende het leiden van de wijnstokken: de staken waaraan de opbinddraad is vastgemaakt, moeten minstens 1,90 m boven de grond uitsteken; de opbinddraad bestaat uit vier niveaus; de bovenste draad bevindt zich minstens 1,85 m boven de grond.

3.   Irrigatie

Teeltmethode

Irrigatie is verboden.

4.   Specifiek oenologisch procedé

Het gebruik van kool voor oenologische doeleinden, als afzonderlijk product en in mengsels, is verboden.

Het gebruik van houtspaanders is verboden.

Het totaal alcoholvolumegehalte na verrijking ligt niet hoger dan 12 %.

Naast de bovengenoemde bepalingen moeten de wijnen, wat oenologische procedés betreft, voldoen aan de verplichtingen die zijn vastgesteld op Europees niveau en in het Franse wetboek landbouw en zeevisserij.

5.2.   Maximumopbrengsten

75 hectoliter per ha

6.   Afgebakend geografisch gebied

Alle stadia van de productie van wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Rosé d’Anjou”, vinden plaats in het geografische gebied dat de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2021) beslaat:

departement Deux-Sèvres: Brion-près-Thouet, Loretz-d’Argenton, Louzy, Plaine-et-Vallées (alleen het grondgebied van de deelgemeente Oiron), Saint-Cyr-la-Lande, Sainte-Verge, Saint-Martin-de-Mâcon, Saint-Martin-de-Sanzay, Thouars (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Mauzé-Thouarsais, Sainte-Radegonde en de oude gemeente Thouars), Tourtenay, Val en Vignes (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Bouillé-Saint-Paul, Cersay en Saint-Pierre-à-Champ);

departement Maine-et-Loire: Allonnes, Angers, Antoigné, Artannes-sur-Thouet, Aubigné-sur-Layon, Beaulieu-sur-Layon, Bellevigne-en-Layon, Bellevigne-les-Châteaux, Blaison-Saint-Sulpice, Bouchemaine, Brain-sur-Allonnes, Brissac Loire Aubance (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Alleuds, Brissac-Quincé, Charcé-Saint-Ellier-sur-Aubance, Chemellier, Coutures, Luigné, Saint-Rémy-la-Varenne, Saint-Saturnin-sur-Loire en Vauchrétien), Brossay, Cernusson, Chalonnes-sur-Loire, Champtocé-sur-Loire, Chaudefonds-sur-Layon, Chemillé-en-Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chanzeaux, La Jumellière en Valanjou), Cizay-la-Madeleine, Cléré-sur-Layon, Le Coudray-Macouard, Courchamps, Denée, Dénezé-sous-Doué, Distré, Doué-en-Anjou, Épieds, Fontevraud-l’Abbaye, Les Garennes sur Loire, Gennes-Val-de-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Chênehutte-Trèves-Cunault, Gennes, Grézillé, Saint-Georges-des-Sept-Voies en Le Thoureil), Huillé-Lézigné (alleen het grondgebied van de deelgemeente Huillé), Ingrandes-Le Fresne sur Loire (alleen het grondgebied van de oude gemeente Ingrandes), Jarzé Villages (alleen het grondgebied van de deelgemeente Lué-en-Baugeois), Louresse-Rochemenier, Lys-Haut-Layon, Mauges-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeenten La Chapelle-Saint-Florent, Le Mesnil-en-Vallée, Montjean-sur-Loire, La Pommeraye, Saint-Florent-le-Vieil, Saint-Laurent-de-la-Plaine en Saint-Laurent-du-Mottay), Mazé-Milon (alleen het grondgebied van de deelgemeente Fontaine-Milon), Montilliers, Montreuil-Bellay, Montsoreau, Mozé-sur-Louet, Mûrs-Erigné, Orée dAnjou (alleen het grondgebied van de deelgemeenten Bouzillé, Champtoceaux, Drain, Landemont, Liré en La Varenne), Parnay, Passavant-sur-Layon, La Possonnière, Le Puy-Notre-Dame, Rives-de-Loir-en-Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeente Villevêque), Rochefort-sur-Loire, Rou-Marson, Sainte-Gemmes-sur-Loire, Saint-Georges-sur-Loire, Saint-Germain-des-Prés, Saint-Just-sur-Dive, Saint-Macaire-du-Bois, Saint-Melaine-sur-Aubance, Saumur, Savennières, Soulaines-sur-Aubance, Souzay-Champigny, Terranjou, Tuffalun, Turquant, Les Ulmes, Val-du-Layon, Varennes-sur-Loire, Varrains, Vaudelnay;

departement Vienne: Berrie, Curçay-sur-Dive, Glénouze, Pouançay, Ranton, Saint-Léger-de-Montbrillais, Saix, Ternay, Les Trois-Moutiers.

De cartografische documenten voor het geografische gebied zijn te vinden op de website van het Institut National de l’Origine et de la Qualité.

7.   Wijndruivenrassen

Cabernet franc N

Cabernet-Sauvignon N

Cot N - Malbec

Gamay N

Grolleau N

Grolleau gris G

Pineau d’Aunis N

8.   Beschrijving van het (de) verband(en)

1.   Informatie over het geografische gebied

a)   Beschrijving van de natuurlijke factoren die bijdragen tot het verband

Het geografische gebied strekt zich uit over twee grote geologische formaties, waar de wijngaarden voornamelijk gelegen zijn op de hellingen langs de rivieren en op een aantal plateaus: in het westen de precambrische en paleozoïsche sokkel van het Armoricaans Massief; in het oosten het mesozoïsche en cenozoïsche substraat van het Bekken van Parijs, dat bovenop de sokkel werd afgezet. Die geologische bijzonderheid onderscheidt het westelijke deel van het geografische gebied, dat wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van schist en met name leisteen, plaatselijk ook wel “Anjou noir” genoemd, en het oostelijke deel van het geografische gebied, waar de tufkrijtsteen (Saumur) opvalt, plaatselijk ook wel “Anjou blanc” genoemd.

Historisch gezien wordt het geografische gebied in verband gebracht met de voormalige provincie Anjou, en bestrijkt het (in 2021) hoofdzakelijk de zuidelijke helft van het departement Maine-et-Loire (68 gemeenten) en de noordelijke delen van de departementen Deux-Sèvres (11 gemeenten) en Vienne (9 gemeenten).

De bodems van de voor de druivenoogst afgebakende percelen zijn ontstaan uit verschillende geologische formaties. Die verschillen weliswaar sterk van elkaar, maar het gaat over het algemeen om arme gronden met matige waterreserves. Daarnaast vertonen de bodems ook een gunstig thermisch gedrag.

Het geografische gebied heeft een gematigd zeeklimaat, met relatief kleine temperatuurverschillen als gevolg van de relatieve nabijheid van de Atlantische Oceaan, de warmteregulerende rol die de Loire en haar zijrivieren spelen, en de aanplanting van de wijngaarden op de heuvels. Het gaat hier om de spreekwoordelijke “douceur angevine” (“milde klimaat van Anjou”) die met name tot uiting komt tijdens de winter, de lange lente, en de herfst. De zomer kent daarentegen geregeld hoge temperaturen. De op het noordwesten/zuidoosten gerichte heuvels bieden bescherming tegen de wind uit het westen, die vaak vochtige lucht meebrengt. Er valt dan ook weinig neerslag in het geografische gebied, dat van het föhneffect profiteert doordat het dankzij het hogere reliëf van Choletais en Mauges wordt beschermd tegen de vochtige lucht die afkomstig is van de oceaan. De jaarneerslag bedraagt er ongeveer 585 mm, tegenover ongeveer 800 mm in Choletais.

b)   Beschrijving van de menselijke factoren die bijdragen tot het verband

Het bestaan van een wijngaard in Anjou wordt vanaf de eerste eeuw na Christus en tot op heden erkend. De wijnstok gedijt er goed, getuige enkele regels uit een gedicht van Apollonius (6e eeuw): “Niet ver van Bretagne ligt een stad op een rots, rijk aan de druiventrossen van Ceres en Bacchus, die haar naam Andégave (Angers) heeft ontleend aan een Griekse naam.” Gedurende de hele middeleeuwen ontwikkelt de wijnbouw van Anjou zich en worden wijngaarden aangeplant onder auspiciën van de kloosters aan de oevers van de Loire en rondom Angers, maar het is vooral vanaf de 12e en 13e eeuw dat de plaatselijke wijnbouw faam verwerft. Dankzij de invloed van het koninkrijk van Hendrik II en Eleonora van Aquitanië komt de “wijn van Anjou” op de mooiste tafels te staan.

De productie maakt vanaf de 16e eeuw een sterke groei door dankzij de komst van Nederlandse wijnmakelaars die op zoek zijn naar wijnen voor hun land en hun koloniën. De Nederlanders slaan grote voorraden in en de handel kent in de 18e eeuw een zodanige bloei dat de rivier Layon, die het geografische gebied doorkruist, wordt gekanaliseerd om het vervoer te bevorderen. De goede reputatie van de “vins d’Anjou” leidt echter tot afgunst en er worden allerlei belastingen ingevoerd (droit de cloison, de boîte, d’appetissement, de huitième, de passe-debout, ...) die de handel schaden. De verwoestingen die de Vendée-opstand met zich meebrengt, betekenen de doodsteek voor het wijnbouwgebied. In de loop van de 19e eeuw leeft de streek opnieuw op. In 1881 bestrijkt het wijnbouwgebied 45 000 ha, waarvan in 1893, als gevolg van de druifluizenplaag, slechts 10 000 ha overblijft.

“L’Anjou” is voornamelijk vermaard vanwege zijn productie van witte wijnen van het druivenras chenin B. Niettemin neemt de aanplant van de caberbet franc N, en even later die van de cabernet-sauvignon N, een hoge vlucht na de phylloxeracrisis. De vinificatie is aan het begin van de 20e eeuw vooral gericht op de bereiding van “rouget”, de lokale naam voor een lichte wijn die in cafés wordt geschonken, hetgeen de aanzet vormt tot de transformatie van de wijngaarden in Anjou. De rassen grolleau N en grolleau gris G, die lichtgekleurde clairets opleveren, en in mindere mate gamay N en pineau d’Aunis N, dragen bij tot de ontwikkeling van een aanzienlijke productie van emblematische roséwijnen, die bekendheid en erkenning genieten onder de gecontroleerde oorsprongsbenamingen “Cabernet d’Anjou” en “Rosé d’Anjou”. De tweede stap in deze transformatie berust op de ervaring die de producenten hebben opgedaan met het beheer van al deze druivensoorten. Dankzij observatie en analyse van welke rassen en welke locaties het best op elkaar zijn afgestemd, inschatting van het potentieel van de geoogste druiven en een goede beheersing van vinificatietechnieken, komt de productie van rode wijnen vanaf de jaren 60 tot ontwikkeling.

2.   Informatie over de kwaliteit en de kenmerken van het product

De roséwijnen bevatten fermenteerbare suikers en hebben een min of meer zoet karakter. Hun intense aroma’s getuigen van de kenmerken van de specifieke voor die wijn gebruikte druivenrassen. Het fruitige aspect (perzik, aardbei, citrusvruchten...) blijft evenwel onmiskenbaar. In de mond vertonen de wijnen de juiste balans tussen frisheid en een volle smaak. Ze hebben een intense afdronk.

3.   Oorzakelijke interacties

De combinatie van de noordelijke ligging, een bijzonder landschap, een mild klimaat en een authentieke aard- en bodemgesteldheid verlenen de wijnen een eigen smaakkarakter dat in de frisheid ervan tot uiting komt.

De diversiteit van de wijnbouwlocaties, met gevarieerde aard- en bodemgesteldheden, heeft ervoor gezorgd dat de producenten voor elk van de belangrijke plaatselijke druivenrassen de optimale omstandigheden konden vinden. Door observatie en analyse van het gedrag van hun wijnstokken kunnen de wijnbouwers een geschikte locatie voor de wijngaard bepalen.

De variëteiten grolleau N, grolleau gris G of pineau d’aunis N nemen de zanderige en grindhoudende heuvels en terrassen in ten behoeve van de productie van fruitige rosés, terwijl de variëteiten cabernet franc N en cabernet sauvignon N goed gedijen op locaties met ondiepe bodems of bruine gronden en met een regelmatige watertoevoer met het oog op de productie van volle rosés met een lange afdronk.

9.   Andere essentiële voorwaarden (verpakking, etikettering, andere vereisten)

Gebied in de onmiddellijke nabijheid

Rechtskader:

EU-wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

afwijking betreffende de productie in het afgebakende geografische gebied

Beschrijving van de voorwaarde:

Het gebied in de onmiddellijke nabijheid waarin de wijnen die in aanmerking komen voor de gecontroleerde oorsprongsbenaming “Rosé d’Anjou”, bij wijze van uitzondering mogen worden gevinificeerd en bereid, bestrijkt het grondgebied van de volgende gemeenten (op basis van de officiële geografische code van 2021):

departement Indre-et-Loire: Saint-Nicolas-de-Bourgueil;

departement Loire-Atlantique: Ancenis-Saint-Géréon (alleen het grondgebied van de oude gemeente Ancenis), Le Loroux-Bottereau, Le Pallet, La Remaudière, Vair-sur-Loire (alleen het grondgebied van de deelgemeente Anetz), Vallet;

departement Maine-et-Loire: Orée d’Anjou (alleen het grondgebied van de deelgemeente Saint-Laurent-des-Autels), Saint-Martin-du-Fouilloux.

Etikettering

Rechtskader:

nationale wetgeving

Soort aanvullende voorwaarde:

aanvullende bepalingen betreffende de etikettering

Beschrijving van de voorwaarde:

Overeenkomstig de bepalingen in het productdossier kan de gecontroleerde oorsprongsbenaming worden aangevuld met de aanduiding “primeur” of “nouveau”.

De facultatieve vermeldingen waarvan het gebruik krachtens communautaire bepalingen door de lidstaten mag worden geregeld, worden op de etiketten aangebracht in lettertekens die niet hoger, niet breder en niet dikker zijn dan het dubbele van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

De gecontroleerde oorsprongsbenaming kan worden aangevuld met de geografische benaming “Val de Loire” volgens de regels die in het productdossier zijn vastgelegd. De lettertekens van de geografische benaming “Val de Loire” mogen niet groter of breder zijn dan twee derde van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

De term “cabernet” en de aanduiding van het druivenras cabernet-sauvignon N of cabernet franc N zijn verboden in de presentatie en de omschrijving van de wijnen.

Op de wijnen met de aanduiding “primeur” of “nouveau” moet het jaartal worden vermeld.

Op het etiket van de wijnen mag de naam van een kleinere geografische eenheid worden vermeld op voorwaarde dat: - het gaat om een plaatsnaam die is opgenomen in het kadaster; - die naam vermeld staat op de oogstaangifte. De lettertekens van de betrokken plaatsnaam mogen niet groter of breder zijn dan de helft van de lettertekens van de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming.

Link naar het productdossier

https://info.agriculture.gouv.fr/gedei/site/bo-agri/document_administratif-cea1d3f7-577f-445e-9e58-b708a8d13eb8


(1)  PB L 9 van 11.1.2019, blz. 2.