EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 22.3.2023
COM(2023) 155 final
2023/0083(COD)
Voorstel voor een
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828
(Voor de EER relevante tekst)
{SEC(2023) 137 final} - {SWD(2023) 59 final} - {SWD(2023) 60 final}
TOELICHTING
1.
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
·Motivering en doel van het voorstel
Deze toelichting begeleidt het voorstel voor een richtlijn ter bevordering van de reparatie van door consumenten gekochte goederen en tot wijziging van de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828 en Verordening (EU) 2017/2394. Het voorstel komt tegemoet aan de prioriteit die de Commissie geeft aan de groene transitie, met name de Europese Green Dealen de doelstelling van duurzame consumptie.
Wanneer consumentenproducten defect raken, nemen consumenten vaak niet de moeite om deze te laten repareren, maar gooien zij ze voortijdig weg, ook al zouden ze gerepareerd kunnen worden en langer kunnen worden gebruikt. Dit gebeurt onder de wettelijke garantie van de richtlijn inzake de verkoop van goederen (de “richtlijn verkoop goederen”) wanneer consumenten kiezen voor vervanging in plaats van reparatie, en buiten de wettelijke garantie wanneer consumenten worden ontmoedigd om een product te laten repareren vanwege suboptimale reparatiemogelijkheden en -voorwaarden. Tegen deze achtergrond is het gebruik van opgeknapte goederen ook beperkt, waardoor het potentieel voor hergebruik van goederen door verschillende gebruikers onbenut blijft.
Het voortijdig weggooien van door consumenten gekochte repareerbare goederen leidt tot meer afval, meer uitstoot van broeikasgassen en meer vraag naar waardevolle hulpbronnen voor de productie van nieuwe goederen. Het probleem van het voortijdig weggooien van door consumenten gekochte repareerbare goederen bestaat in de hele EU voor een groot aantal van deze goederen. Meer dan twee derde van de respondenten van de openbare raadpleging (65–74%) steunde oplossingen op EU-niveau.
De verzoeken van de Conferentie over de toekomst van Europa omvatten onder meer een oproep tot het waarborgen van het recht op reparatie, met name in voorstel 5 over duurzame consumptie, verpakkingen en productie en voorstel 11 over duurzame groei en innovatie. Dit voorstel ter bevordering van de reparatie van goederen maakt deel uit van het antwoord van de Commissie op deze oproep.
Om duurzame consumptie te bevorderen, beoogt deze richtlijn de reparatie en het hergebruik van nog levensvatbare defecte goederen die door consumenten zijn gekocht, te stimuleren en zulks binnen en buiten de wettelijke garantie.
•
Verenigbaarheid met bestaande bepalingen op het beleidsterrein
De Commissie streeft de Green Deal-doelstelling van duurzame consumptie op een alomvattende manier na door middel van verschillende initiatieven die verschillende aspecten van voortijdig weggooien aan zowel de aanbod- als de vraagzijde aanpakken.
Aan de aanbodzijde wordt in het voorstel voor een verordening inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten (de “verordening ecologisch ontwerp”) het kader vastgesteld voor productreparatie in de productiefase, met name wat betreft productontwerpvereisten en de beschikbaarheid van reserveonderdelen.
Aan de vraagzijde voorziet het voorstel voor een richtlijn ter versterking van de positie van de consument voor de groene transitie (de “richtlijn consument en groene transitie”) in betere informatie in het verkooppunt over de duurzaamheid en repareerbaarheid van goederen. Dit stelt consumenten in staat duurzame aankoopbeslissingen te nemen.
Krachtens het voorstel voor een verordening betreffende geharmoniseerde regels inzake eerlijke toegang tot en gebruik van data (de “dataverordening”) hebben gebruikers van verbonden producten toegang tot data die zij genereren tijdens het gebruik ervan en hebben zij het recht om dergelijke data te verstrekken aan een derde van hun keuze. Een dergelijke toegang tot data zal relevant zijn voor onafhankelijke reparateurs.
Als een product defect raakt in de fase na verkoop, biedt de richtlijn verkoop goederen de consument remedies jegens verkopers in het geval van defecten die bestonden op het moment dat de goederen werden geleverd en die aan het licht komen binnen de aansprakelijkheidstermijn van minimaal twee jaar. Krachtens de richtlijn verkoop goederen kunnen consumenten kosteloos kiezen tussen reparatie en vervanging. Ze kunnen de gekozen remedie niet claimen als deze onmogelijk of onevenredig duur is in vergelijking met de andere remedie.
Het gecombineerde effect van de verordening ecologisch ontwerp en de richtlijn consument en groene transitie zal de duurzaamheid van producten verbeteren en duurzame aankopen bevorderen. Deze rechtsinstrumenten pakken echter niet de problemen aan die consumenten ervan weerhouden om een product in de fase na de verkoop te laten repareren. Dit initiatief vult die leemte en richt zich op de gebruiksfase van door consumenten gekochte goederen. Het bevordert reparatie als remedie in het wettelijke garantiekader van de richtlijn verkoop goederen en biedt consumenten en ondernemingen nieuwe instrumenten die reparatie buiten de wettelijke garantie bevorderen.
De drie initiatieven vullen elkaar aan en genereren synergieën door te kiezen voor een alomvattende aanpak van de gemeenschappelijke doelstelling van duurzame consumptie. Ze zijn ontworpen om een cumulatief effect te hebben en samen de gehele levenscyclus van een product te bestrijken.
2.RECHTSGRONDSLAG, SUBSIDIARITEIT EN EVENREDIGHEID
•Rechtsgrondslag
De rechtsgrondslag van het voorstel is artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), dat voorziet in de vaststelling van maatregelen om de oprichting en werking van de interne markt te waarborgen. Dit voorstel draagt bij tot een betere werking van de interne markt door een geharmoniseerd stelsel van regels vast te stellen ter bevordering van reparatie, binnen en buiten de wettelijke garantie, voor de verkoop van door consumenten gekochte goederen.
De richtlijn verkoop goederen zorgt voor een volledige harmonisering van de remedies die consumenten ter beschikking staan binnen het wettelijk garantiekader voor conformiteitsgebreken bij goederen en de voorwaarden waaronder dergelijke remedies kunnen worden uitgeoefend. De richtlijn verkoop goederen werd aangenomen op grond van artikel 114 VWEU en heeft tot doel bij te dragen tot de werking van de interne markt door belemmeringen in verband met het verbintenissenrecht voor de grensoverschrijdende verkoop van door consumenten in de EU gekochte goederen aan te pakken. Deze richtlijn wijzigt op gerichte wijze de keuze tussen de remedies reparatie en vervanging om reparatie en daarmee een duurzamere consumptie te bevorderen, met gebruikmaking van dezelfde rechtsgrondslag (artikel 114 VWEU).
Afgezien van de richtlijn verkoop goederen hebben individuele lidstaten al regels ingevoerd of overwegen zij om regels in te voeren ter bevordering van de reparatie en het hergebruik van door consumenten gekochte goederen. Uiteenlopende dwingende nationale regels ter bevordering van duurzame consumptie in het kader van een overeenkomst creëren daadwerkelijke of potentiële belemmeringen voor de goede werking van de interne markt, wat een negatief effect heeft op grensoverschrijdende transacties op de interne markt. Marktdeelnemers kunnen bijvoorbeeld worden geconfronteerd met extra transactiekosten voor het verkrijgen van het nodige juridisch advies om meer te weten te komen over de voorschriften van het recht van het land waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, wanneer deze van toepassing zijn krachtens Verordening (EG) nr. 593/2008. Aanbieders van reparatiediensten kunnen worden ontmoedigd om hun diensten in meer dan één lidstaat aan te bieden, aangezien zij hun reparatieovereenkomsten dienovereenkomstig zouden moeten aanpassen.
Bovendien leiden de verschillende nationale regels en de daaruit voortvloeiende verschillen in marktpraktijken tot weinig transparantie op het gebied van de reparatiemogelijkheden en -voorwaarden. Dit zal consumenten ervan weerhouden om gebruik te maken van reparatiediensten, met name over de grenzen heen, aangezien bij gebrek aan geharmoniseerde regels de complexiteit van grensoverschrijdende transacties nog groter is dan in een nationale context. De daaruit voortvloeiende beperkte consumentenvraag belemmert de ontwikkeling van reparatiediensten, vooral over de grenzen heen. Naarmate digitale technologieën evolueren en meer goederen digitale functies bevatten die op afstand toegankelijk zijn, zullen reparatiediensten op afstand en over de grenzen heen zich in de toekomst waarschijnlijk nog verder ontwikkelen. De belemmeringen die de vraag van consumenten naar reparatie ontmoedigen, ontmoedigen indirect ook het grensoverschrijdend verkeer van goederen, zoals van voor reparatiediensten benodigde reserveonderdelen en reparatieapparatuur.
Het is daarom noodzakelijk bepaalde aspecten van reparatie buiten de bestaande aansprakelijkheid van de verkoper te harmoniseren om de werking van de interne markt met betrekking tot de relatie tussen een consument en een reparateur te waarborgen, de rechtszekerheid te vergroten en de transactiekosten te verlagen, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen, die in grote mate vertegenwoordigd zijn in de reparatiesector.
Volgens artikel 114, lid 3, VWEU gaat de Commissie uit van een hoog niveau van milieu- en consumentenbescherming. De richtlijn verkoop goederen heeft tot doel de werking van de interne markt te verbeteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te bieden. Deze richtlijn voegt de aanvullende doelstelling toe om duurzame consumptie, een circulaire economie en de groene transitie te bevorderen, en waarborgt zo ook een hoog niveau van milieubescherming,
•Subsidiariteit
De problemen die door deze richtlijn worden aangepakt, hebben een grensoverschrijdend karakter en doen zich in heel Europa en wereldwijd voor.
De richtlijn verkoop goederen heeft bepaalde regels voor de verkoop van door consumenten gekochte goederen al volledig geharmoniseerd. Aangezien dit voorstel één aspect van deze regels wijzigt om reparatie binnen de wettelijke garantie te bevorderen, moet de wijziging op EU-niveau worden doorgevoerd.
Bij gebrek aan optreden op EU-niveau zouden naar alle waarschijnlijkheid nationale initiatieven volgen die buiten het toepassingsgebied van de richtlijn verkoop goederen vallen en die verschillende benaderingen volgen om reparatie buiten de wettelijke garantie te bevorderen, in overeenstemming met de doelstelling van een duurzamere consumptie. Hoewel ze op nationaal niveau bepaalde voordelen kunnen opleveren voor consumenten en het milieu, zouden ze tegelijkertijd de versnippering van de interne markt in de hand werken of vergroten.
EU-optreden is daarom noodzakelijk om de algemene doelstelling van een goed werkende interne markt met een duurzamere consumptie van door consumenten gekochte goederen te verwezenlijken. Alleen door optreden op EU-niveau kan het gewenste effect van het bevorderen van reparatie en hergebruik in het kader van grensoverschrijdende verkoop consistent in de hele interne markt worden bereikt.
•Evenredigheid
Deze richtlijn stelt een evenwichtige benadering voor die het evenredigheidsbeginsel eerbiedigt. Voor het bevorderen van reparatie in het kader van de wettelijke garantie wordt de nationale wetgeving alleen gewijzigd voor zover dit nodig is om het doel te bereiken. Dit voorstel doet geen afbreuk aan gevestigde nationale regelingen inzake aansprakelijkheidstermijnen. De wijziging heeft alleen betrekking op regels die al volledig geharmoniseerd zijn.
Buiten de wettelijke garantie is harmonisatie op EU-niveau beperkt tot de opties die een internemarktdimensie hebben, namelijk het gestandaardiseerde Europese reparatie-informatieformulier en de reparatieverplichting. Waar een oplossing op nationaal niveau even doeltreffend is, met name het reparatieplatform, heeft dit de voorkeur. Het ontwerp van de Europese norm voor reparatiediensten is vormgegeven als een vrijwillige toezegging om verregaande inmenging in de nationale wetgeving inzake dienstverlening te voorkomen.
Hoewel de bepalingen van deze richtlijn gericht zijn op een duurzamere consumptie, zijn ze toegesneden op de behoeften waarin zij moeten voorzien en zijn ze gericht van aard en zorgvuldig ontworpen wat betreft toepassingsgebied en intensiteit.
•Keuze van het instrument
Het voorkeursinstrument is een op zichzelf staande richtlijn. Deze omvat enerzijds een gerichte wijziging van de richtlijn verkoop goederen met betrekking tot remedies onder de wettelijke garantie, en anderzijds nieuwe contractuele regels voor het bevorderen van reparatie buiten de aansprakelijkheid van de verkoper onder de richtlijn verkoop goederen. Een richtlijn is hier het meest geschikte instrument omdat het zorgt voor het gewenste harmonisatie-effect en rechtszekerheid, terwijl het de lidstaten ook de mogelijkheid biedt om de geharmoniseerde maatregelen probleemloos in hun nationale wetgeving op te nemen.
Daarnaast wil de Commissie als niet-regelgevende maatregel de ontwikkeling van een Europese norm voor reparatiediensten stimuleren.
3.EVALUATIE, RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
•Raadpleging van belanghebbenden
Overeenkomstig de richtsnoeren voor betere regelgeving werd een uitgebreide raadplegingsstrategie toegepast om te zorgen voor een brede participatie van belanghebbenden tijdens de beleidscyclus van dit voorstel. Bij de raadplegingsstrategie waren relevante belanghebbenden betrokken, waaronder consumenten, consumentenorganisaties op zowel nationaal als EU-niveau, ondernemingen en ondernemingsorganisaties, milieuorganisaties, academische deskundigen en nationale autoriteiten. Er vonden verschillende raadplegingsactiviteiten plaats:
·een verzoek om input gedurende een periode van 12 weken, van 11 januari 2022 tot en met 5 april 2022, dat resulteerde in 325 bijdragen;
·een online openbare raadpleging gedurende een periode van 12 weken, van 11 januari 2022 tot en met 5 april 2022, die resulteerde in 331 bijdragen;
·consumenten- en conjunctuurenquêtes, gedragsexperimenten en gerichte interviews in het kader van de studie ter ondersteuning van de effectbeoordeling;
·gerichte bilaterale bijeenkomsten met belanghebbenden;
·een workshop met de lidstaten op 7 april 2022.
Openbare raadpleging
Tijdens de openbare raadpleging gaf de meerderheid van de respondenten aan het ermee eens te zijn dat de steeds kortere gebruiksduur van de meeste door consumenten gekochte goederen een probleem is. Bij alle categorieën belanghebbenden behoorden het feit dat het moeilijk is voor consumenten om producten zelf te repareren en het feit dat reparatiediensten voor consumenten onpraktisch, duur of zelfs niet beschikbaar zijn, tot de belangrijkste oorzaken voor de kortere levensduur van door consumenten gekochte goederen.
De overgrote meerderheid van alle respondenten was het ermee eens dat het stimuleren van het repareren van producten in het geval van defecten, in plaats van een nieuw product kopen, zowel binnen als buiten de wettelijke garantie, een doel is dat moet worden nagestreefd om duurzame consumptie te bevorderen. De overgrote meerderheid van alle belanghebbenden was het er ook mee eens dat het stimuleren van het kopen en gebruiken van opgeknapte goederen een belangrijke doelstelling is voor het bevorderen van duurzame consumptie. Volgens een duidelijke meerderheid van alle respondenten was de EU het juiste actieniveau.
Een kleine meerderheid van alle belanghebbenden zag de optie om prioriteit te geven aan reparatie wanneer dit goedkoper is dan vervanging als een doeltreffende maatregel, waaronder de meerderheid van de EU-burgers, belanghebbenden uit het bedrijfsleven en overheidsinstanties die reageerden. De meeste consumenten- en milieuorganisaties zagen dit niet als een doeltreffende maatregel.
De helft van alle belanghebbenden die reageerden, zag vrijwillige toezeggingen ter bevordering van reparatie als een doeltreffende maatregel. Met name belanghebbenden uit het bedrijfsleven waren van mening dat dit een doeltreffende maatregel was, terwijl de meerderheid van de reagerende milieuorganisaties en de helft van de consumentenorganisaties dit geen doeltreffende maatregel vond.
Wat betreft de verplichting van de producent om tegen betaling van een prijs een reparatie uit te voeren, was een kleine meerderheid van de respondenten van mening dat dit zou moeten gelden wanneer defecten het gevolg zijn van slijtage, en vond de helft dat dit zou moeten gelden wanneer defecten optreden nadat de wettelijke garantie is verstreken. Belanghebbenden uit het bedrijfsleven hadden een andere mening: slechts een minderheid van hen was van mening dat defecten die het gevolg zijn van slijtage gedekt moeten worden.
Verzoek om input
In het verzoek om input werden beleidsopties uiteengezet voor het bevorderen van reparatie binnen de remedies van de richtlijn verkoop goederen, voor de reparatieverplichting, en voor vrijwillige toezeggingen ter bevordering van reparatie.
Belanghebbenden uit verschillende categorieën (ondernemingsorganisaties, bedrijven, niet-gouvernementele organisaties) steunden de optie om in het kader van de wettelijke garantie prioriteit te geven aan reparatie wanneer dit goedkoper is dan of even duur is als vervanging. Wat de reparatieverplichting betreft, onderstreepten de belanghebbenden uit het bedrijfsleven dat het bij een dergelijke verplichting moet gaan om de reparatie tegen betaling van een prijs. De meerderheid van de belanghebbenden steunde de optie van vrijwillige toezeggingen ter bevordering van reparatie.
Workshop met de lidstaten
Veel lidstaten hadden nog geen standpunt ingenomen over de uiteengezette maatregelen. De maatregelen die reparatie prioriteit geven binnen de remedies van de richtlijn verkoop goederen konden over het algemeen rekenen op meer steun dan de maatregelen die consumenten op een andere wijze proberen te overhalen om voor reparatie te kiezen (zoals een verlenging van de aansprakelijkheidstermijn na reparatie). Sommige lidstaten waren voorstander van reparatie als de primaire remedie wanneer de kosten ervan lager zijn dan of gelijk zijn aan de kosten van vervanging.
De meeste lidstaten waren geen voorstander van het opleggen van reparatieverplichtingen aan marktdeelnemers. Sommige lidstaten voerden aan dat een verplichting een buitensporige last zou zijn en waarschijnlijk de prijs van door de consument gekochte goederen zou doen stijgen. De lidstaten die de reparatieverplichting steunden, wezen erop dat de reparatiekosten niet zouden mogen stijgen als gevolg van de verplichting en dat de producent de verantwoordelijkheid voor de reparatie zou moet dragen, en niet de verkoper.
Over de verplichting om een offerte uit te brengen voor reparatie buiten het toepassingsgebied van de richtlijn verkoop goederen, had de meerderheid van de lidstaten geen standpunt. Sommige lidstaten waren voorstander van een dergelijke maatregel, terwijl andere terughoudend waren.
Gegevensverzameling in het kader van de studie ter ondersteuning van de effectbeoordeling
De gegevensverzameling in het kader van de studie ter ondersteuning van de effectbeoordeling omvatte een mystery shopping-onderzoek, een consumentenenquête met twee geïntegreerde consumentenexperimenten, een conjunctuurenquête en interviews met belanghebbenden. Deze leverden gegevens op voor het definiëren van het probleem en het beoordelen van het effect van de beleidsopties.
Het mystery shopping-onderzoek, dat was gericht op detailhandelaars, resulteerde in 600 observaties over de ervaringen van consumenten die een product binnen en buiten de wettelijke garantie willen laten repareren en over de redenen om producten niet door verkopers te laten repareren.
De consumentenenquête en de geïntegreerde experimenten betreffende situaties die binnen de richtlijn verkoop goederen vallen, resulteerden in 1 000 reacties per lidstaat (tien lidstaten in totaal) en leverden input over de ervaringen van consumenten die een product willen laten repareren of tweedehands goederen willen aanschaffen. Het tweede consumentenexperiment, dat betrekking had op situaties buiten de wettelijke garantieperiode, resulteerde in 800 opmerkingen per lidstaat (tien lidstaten in totaal) en leverde gegevens op over de belemmeringen voor reparatie en informatie over reparaties en over hoe waarschijnlijk het is dat de consument onder verschillende omstandigheden voor reparatie kiest.
De onder producenten, verkopers en reparateurs gehouden conjunctuurenquête leverde 80 volledige en 284 gedeeltelijke reacties op. De enquête leverde gegevens op voor de analyse van de reparatiemarkt en de marktpraktijken met betrekking tot de reparatie en vervanging van defecte goederen. Ten slotte verschaften 21 interviews met belanghebbenden inzicht in de probleemafbakening en de marktpraktijken.
•Effectbeoordeling
Dit voorstel is gebaseerd op een effectbeoordeling. De Raad voor regelgevingstoetsing van de Commissie bracht op 30 september 2022 in eerste instantie een negatief advies uit. Na het eerste ontwerp werd het voorstel grondig herzien en de Raad voor regelgevingstoetsing bracht op 24 januari 2023 een positief advies uit met aanvullende opmerkingen. In bijlage 1 bij de effectbeoordeling wordt uitgelegd hoe follow-up is gegeven aan de opmerkingen van de Raad voor regelgevingstoetsing.
Er zijn verschillende beleidsopties onderzocht om het voortijdig verwijderen, zowel binnen als buiten de wettelijke garantie, van door consumenten gekochte goederen tegen te gaan.
De beoordeelde opties om reparatie en hergebruik van goederen binnen de wettelijke garantie te bevorderen zijn onder meer: prioriteit geven aan reparatie binnen de remedies van de richtlijn verkoop goederen wanneer dit goedkoper is dan vervanging; van reparatie de primaire remedie maken; de aansprakelijkheidstermijn verlengen in het kader van reparatie; de aansprakelijkheidstermijn van opgeknapte goederen afstemmen op die van nieuwe goederen; en defecte goederen vervangen door opgeknapte goederen.
De beoordeelde opties om de reparatie en het hergebruik van goederen buiten de wettelijke garantie te vergemakkelijken en aan te moedigen, zijn onder meer: informatie verstrekken over reparatie door producenten en via een matchmakingplatform voor reparatie en opgeknapte goederen op nationaal of EU-niveau; de transparantie over en voorwaarden voor reparatie verbeteren door middel van vrijwillige toezeggingen; reparateurs verplichten een reparatieofferte uit te brengen met een opgave van de prijs en de voorwaarden voor reparatie; en producenten verplichten om goederen die onderworpen zijn aan repareerbaarheidsvereisten uit hoofde van het Unierecht of alle producten te repareren tegen betaling van een prijs.
Het pakket met voorkeursopties bevat opties uit beide clusters, waarbij de nadruk ligt op reparatie buiten de wettelijke garantie. Aangezien het grootste deel van de defecten zich voordoen in dit scenario, is het potentieel voor reparaties bij die cluster het grootst. Op grond van een multicriteria-analyse en een kosten-batenanalyse en ook een kwalitatieve beoordeling van de evenredigheid van de verschillende overwogen opties, werd een combinatie van zes voorkeursbeleidsopties voorgesteld om de problemen aan te pakken:
–binnen het wettelijk garantiekader prioriteit geven aan reparatie wanneer dit goedkoper is dan vervanging;
–een onlineplatform op nationaal niveau (matchmaking van consumenten met reparateurs en bevordering van opgeknapte goederen);
–reparateurs verplichten om op verzoek in een gestandaardiseerde vorm (Europees reparatie-informatieformulier) een opgave van de prijs en de voorwaarden voor reparatie te geven;
–producenten van goederen waarop de repareerbaarheidsvereisten uit hoofde van het Unierecht van toepassing zijn, verplichten om buiten de wettelijke garantie een product tegen betaling van een prijs te repareren;
–producenten verplichten om informatie te verstrekken over de reparatieverplichting die op hen van toepassing is;
–een vrijwillige EU-norm ‘eenvoudige reparaties’ (Europese norm voor reparatiediensten).
Het pakket met voorkeursopties leidt tot een verhoging van het aantal reparaties van door consumenten gekochte goederen, zowel binnen als buiten de wettelijke garantie, door een aantal van de in kaart gebrachte oorzaken van het voortijdig weggooien van deze goederen aan te pakken.
Binnen de remedies van de richtlijn verkoop goederen prioriteit geven aan reparatie boven vervanging zal het consumentengedrag sturen in de richting van duurzame consumptie en ervoor zorgen dat er meer reparaties worden uitgevoerd binnen de wettelijke garantie van door consumenten gekochte levensvatbare goederen.
Naast de wettelijke garantie zullen verschillende maatregelen het gemakkelijker en aantrekkelijker maken voor consumenten om goederen te laten repareren, waardoor het aantal reparaties en de levensduur van consumptiegoederen zullen toenemen. Het nationale onlinereparatieplatform en de verplichting van producenten om informatie te verstrekken over de verplichting die zij hebben om reparatiediensten aan te bieden, zullen de transparantie inzake de beschikbare reparatiediensten verbeteren. De bindende offerte met de opgave van de prijs en de voorwaarden van reparatie (het Europees reparatie-informatieformulier) zal de bezorgdheid van consumenten over de kosten en het ongemak van het reparatieproces wegnemen omdat dit proces transparanter en voorspelbaarder zal zijn, en zal het gemakkelijker maken om aanbiedingen te vergelijken. De reparatieverplichting zal duurzame consumptie bevorderen door consumenten het recht te geven om reparatie te eisen van de producent voor specifieke productgroepen met een repareerbaar ontwerp. De Europese norm voor reparatiediensten is een nuttige niet-regelgevende aanvulling op de bindende maatregelen die het vertrouwen van de consument in reparatiediensten zal vergroten. De functie ‘opknappen’ van het nationale platform verhoogt het gebruik van opgeknapte goederen, wat voordelen oplevert aan zowel de vraag- als de aanbodzijde.
Het pakket met voorkeursopties draagt bij tot meer werkgelegenheid, investeringen en concurrentie in de EU-reparatiesector van de interne markt en levert voordelen op voor de EU-consumenten (176,5 miljard EUR aan consumentenbesparingen over een periode van 15 jaar, wat neerkomt op 25 EUR per consument per jaar) en het milieu (besparing van 18,4 miljoen ton CO2 over een periode van 15 jaar). Onafhankelijke reparateurs, waaronder kleine en middelgrote ondernemingen, zijn goed geplaatst om van dit pakket te profiteren. Ondernemingen zullen verliezen lijden als gevolg van gederfde omzet en verminderde productie van nieuwe goederen, maar de substantiële besparingen voor consumenten zullen de kosten voor de ondernemingen overtreffen. De verliezen van ondernemingen weerspiegelen dus een verschuiving van inkomsten voor ondernemingen naar welvaart voor consumenten. Consumenten zullen het bespaarde geld waarschijnlijk ook weer investeren in de economie als geheel, wat op zijn beurt zal leiden tot groei en investeringen.
·Grondrechten
Het pakket heeft positieve gevolgen voor de grondrechten die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het “Handvest”). Het bevordert het recht op een hoog niveau van milieubescherming en een verbetering van de kwaliteit van het milieu, zoals uiteengezet in artikel 37 van het Handvest. Het helpt met name de uitstoot van broeikasgassen, afval en het gebruik van nieuwe grondstoffen te verminderen door het aantal reparaties zowel binnen als buiten de wettelijke garantie te vergroten en zo de levensduur van door consumenten gekochte goederen te verlengen. Dit voorstel draagt bij tot een hoog niveau van consumentenbescherming (artikel 38 van het Handvest) door de consumentenrechten buiten de wettelijke garantie verder te versterken. Dit zal worden gewaarborgd door:
a) consumenten instrumenten te bieden die de transparantie en voorwaarden voor reparatie verbeteren;
b) producenten te verplichten om bepaalde door consumenten gekochte goederen buiten de wettelijke garantie te repareren.
Deze maatregelen zullen de keuze voor reparatie stimuleren en vergemakkelijken wanneer goederen defect raken en voorkomen dat consumenten onnodig nieuwe vervangende goederen kopen, waardoor de particuliere bestedingen afnemen.
Hoewel dit voorstel bepaalde handelspraktijken op het gebied van reparatie regelt met het oog op de doelstelling van duurzame consumptie, waarborgt het de contractvrijheid en bevordert het de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16 van het Handvest). De bepalingen van dit voorstel hebben tot doel de reparatiemarkt te stimuleren zonder lasten te genereren, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Dit voorstel draagt ook bij aan de integratie van personen met een handicap (artikel 26 van het Handvest), aangezien de lidstaten moeten zorgen voor toegankelijkheid van het onlinereparatieplatform, ook voor personen met een handicap, waardoor hun toegang tot reparatiediensten wordt vergemakkelijkt. Bovendien beoogt het voorstel het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht (artikel 47 van het Handvest) te waarborgen, met name door specifieke bepalingen inzake tenuitvoerlegging teneinde de naleving van deze richtlijn te waarborgen.
4.GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.
5.OVERIGE ELEMENTEN
·Uitvoeringsplanning en regelingen betreffende controle, evaluatie en rapportage
De Commissie zal de effecten van dit initiatief vijf jaar na de inwerkingtreding ervan evalueren. Op die wijze wordt de nodige tijd geboden om de richtlijn toe te passen en in de lidstaten bewijsstukken te verzamelen. De voortgang zal worden gemonitord op basis van een reeks indicatoren die betrekking hebben op het pakket als geheel en op de afzonderlijke onderdelen ervan. Gegevens over de omzetting en toepassing van het initiatief zullen ook worden meegenomen in de evaluatie. Daartoe zal de Commissie ook in contact blijven met de lidstaten en de belanghebbenden.
De Commissie zal uiterlijk negen maanden vóór het einde van de bevoegdheidsperiode van zes jaar een verslag opstellen over de delegatie van de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen.
·Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1: Onderwerp, doel en toepassingsgebied
In artikel 1, lid 1, wordt het onderwerp van deze richtlijn toegelicht, namelijk het verbeteren van de werking van de interne markt door gemeenschappelijke regels vast te stellen ter bevordering van de reparatie van door consumenten gekochte goederen. Overeenkomstig artikel 114, lid 3, VWEU gaat de Commissie uit van een hoog niveau van milieu- en consumentenbescherming. Hoewel deze richtlijn hetzelfde doel nastreeft als de richtlijn verkoop goederen, namelijk het verbeteren van de werking van de interne markt en het bieden van een hoog niveau van consumentenbescherming, voegt deze richtlijn ook milieubescherming toe als een bijkomende doelstelling. Met name door duurzame consumptie te bevorderen door middel van reparatie en hergebruik, draagtdeze richtlijn bij aan een circulaire economie en de groene transitie.
In artikel 1, lid 2, wordt het toepassingsgebied van deze richtlijn gedefinieerd, die van toepassing is op de reparatie van door consumenten gekochte goederen in het geval van een gebrek aan de goederen dat optreedt of aan het licht komt buiten de aansprakelijkheid van de verkoper overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn (EU) 2019/771. Dit kan het geval zijn wanneer het gebrek nog niet bestond op het moment dat de goederen aan de consument werden geleverd of wanneer het conformiteitsgebrek pas na de aansprakelijkheidstermijn aan het licht komt. Voor deze gebreken introduceert deze richtlijn verschillende bepalingen, namelijk de verplichting om het Europees reparatie-informatieformulier te verstrekken (artikel 4), de verplichting tot reparatie (artikel 5) met het bijbehorende informatievereiste (artikel 6) en het platform voor reparatie en opgeknapte goederen (artikel 7). In deze richtlijn worden ook wijzigingen geïntroduceerd in de remedies met betrekking tot gebreken die op grond van artikel 10 van de richtlijn verkoop goederen onder de aansprakelijkheid van de verkopers vallen. Met name wordt in artikel 12 van deze richtlijn op gerichte wijze de keuze tussen reparatie en vervanging krachtens de richtlijn verkoop goederen gewijzigd. In overeenstemming met de richtlijn verkoop goederen is artikel 12 van toepassing op koopovereenkomsten tussen consumenten en verkopers.
Artikel 2: Definities
In artikel 2 wordt de definitie van “reparateur” geïntroduceerd: elke natuurlijke of rechtspersoon die voor commerciële doeleinden een reparatiedienst aanbiedt, waaronder onafhankelijke aanbieders van reparatiediensten, producenten en verkopers die reparatiediensten aanbieden.
Artikel 2, punt 7, bevat een definitie van “repareerbaarheidsvereisten”, die betrekking heeft op de verplichting van de producent om goederen te repareren die vallen onder dergelijke repareerbaarheidsvereisten die zijn vastgesteld in rechtshandelingen van de Unie (artikel 5). “Repareerbaarheidsvereisten”: alle vereisten krachtens de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie die het mogelijk maken dat een product wordt gerepareerd. Dit zijn bijvoorbeeld vereisten inzake demontage en de beschikbaarheid van reserveonderdelen die geschikt zijn voor producten of specifieke componenten van producten, evenals reparatiegerelateerde informatie en instrumenten.
Bovendien wordt in artikel 2 verwezen naar verschillende definities die al in de richtlijn verkoop goederen en in de verordening ecologisch ontwerp zijn vastgesteld.
Artikel 3: Mate van harmonisatie
In overeenstemming met de richtlijn verkoop goederen volgt deze richtlijn een volledige harmonisatieaanpak, waarbij de lidstaten in hun nationale wetgeving geen bepalingen kunnen handhaven of invoeren die afwijken van de bepalingen van deze richtlijn.
Artikel 4: Europees reparatie-informatieformulier
In artikel 4, lid 1, wordt een verplichting voor reparateurs geïntroduceerd om gestandaardiseerde essentiële informatie over hun reparatiediensten te verstrekken via het Europees reparatie-informatieformulier in bijlage I. Door een dergelijke gestandaardiseerde presentatie kunnen consumenten de reparatiediensten beoordelen en ze gemakkelijk onderling vergelijken. De consumenten zullen vrij kunnen beslissen of zij het Europees reparatie-informatieformulier in een bepaald geval nodig hebben, bijvoorbeeld wanneer zij een overzicht willen krijgen van de belangrijkste voorwaarden van de reparatiedienst of verschillende reparatiediensten willen vergelijken. Wanneer zulks nodig is en een meerwaarde biedt, kunnen consumenten reparateurs verzoeken om hen het formulier te verstrekken.
In artikel 4, lid 2, wordt bepaald dat reparateurs die niet tot reparatie verplicht zijn op grond van artikel 5, niet verplicht zijn het Europees reparatie-informatieformulier te verstrekken wanneer zij niet van plan zijn de reparatiedienst te verlenen, met als gevolg dat reparateurs niet onnodig worden belast.
Als reparateurs kosten maken die nodig zijn voor het verstrekken van het Europees reparatie-informatieformulier, bijvoorbeeld voor het onderzoeken van de defecte goederen, kunnen zij de consument verzoeken deze beperkte kosten te betalen (artikel 4, lid 3).
In artikel 4, lid 4, worden de belangrijkste parameters uiteengezet die van invloed zijn op de beslissingen van consumenten wanneer zij reparatie overwegen. Dit zijn met name: de prijs van de reparatie of, indien de prijs niet vooraf kan worden berekend, de berekeningsmethode en de maximale kosten, de reparatievoorwaarden zoals de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijk vervangende goederen tijdens de reparatie, de plaats waar de consument de goederen kan inleveren voor reparatie en de beschikbaarheid van aanvullende diensten zoals verwijdering, installatie en transport, indien van toepassing.
In artikel 4, lid 5, wordt het reparateurs verboden om het Europees reparatie-informatieformulier gedurende dertig dagen na de verstrekking ervan te wijzigen. Dit zorgt ervoor dat consumenten voldoende tijd hebben om verschillende reparatieaanbiedingen te vergelijken en worden beschermd tegen veranderende voorwaarden. Teneinde de contractvrijheid van reparateurs te vrijwaren, blijven reparateurs die op grond van artikel 5 niet verplicht zijn tot reparatie, vrij om te beslissen of zij een overeenkomst sluiten, zelfs indien zij op verzoek van de consument een formulier hadden verstrekt. Indien een overeenkomst voor het verlenen van reparatie wordt gesloten, zijn reparateurs gebonden aan de informatie die is vermeld in het Europees reparatie-informatieformulier, dat tevens een integraal onderdeel vormt van de overeenkomst voor het verlenen van de reparatiediensten.
Het Europees reparatie-informatieformulier zal het ook gemakkelijker maken om informatie te verstrekken over reparatiediensten, ook voor micro-, kleine en middelgrote reparateurs, aangezien in artikel 4, lid 6, wordt bepaald dat reparateurs, in voorkomend geval, moeten worden geacht te hebben voldaan aan de overeenkomstige reparatiegerelateerde informatievereisten uit hoofde van de Richtlijnen 2011/83/EU, 2006/123/EG en 2000/31/EG.
Artikel 5: Reparatieverplichting
In artikel 5 wordt een verplichting voor producenten geïntroduceerd om op verzoek van consumenten en tegen betaling van een prijs gebreken te herstellen buiten de aansprakelijkheid van de verkoper.
Wat het toepassingsgebied betreft, wordt in artikel 5, lid 1, de verplichting tot reparatie beperkt tot de goederen waarvoor repareerbaarheidsvereisten zijn vastgesteld in de in bijlage II bij deze richtlijn vermelde rechtshandelingen van de Unie en zulks binnen de grenzen van die vereisten. Die goederen omvatten productgroepen die vallen onder de repareerbaarheidsvereisten uit hoofde van het kader voor ecologisch ontwerp, zoals huishoudelijke wasmachines en huishoudelijke afwasmachines, koelapparaten en stofzuigers. De repareerbaarheidsvereisten krachtens de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie zorgen ervoor dat de respectieve producten technisch repareerbaar zijn. De reparatieverplichting komt overeen met het toepassingsgebied van de repareerbaarheidsvereisten, onder meer wat betreft de onderdelen die eronder vallen en de periode waarin de respectieve repareerbaarheidsvereisten van toepassing zijn. Door de reparatieverplichting te koppelen aan de bestaande repareerbaarheidsvereisten in de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie, wordt ervoor gezorgd dat deze verplichting in de praktijk kan worden nagekomen en dat er rechtszekerheid is voor marktdeelnemers. De reparatieverplichting uit hoofde van deze richtlijn, die consumenten in staat stelt om in de fase na de verkoop rechtstreeks bij de producent een reparatie te claimen, vormt een aanvulling op de repareerbaarheidsvereisten aan de aanbodzijde, waardoor de vraag van de consument naar reparatie wordt gestimuleerd.
Volgens artikel 5, lid 1, mag de producent de reparatieverplichting kosteloos of tegen betaling van een prijs uitvoeren. Wanneer de producent tegen betaling van een prijs goederen repareert, kunnen dergelijke reparatiediensten een extra bron van inkomsten worden en zou de producent er belang bij hebben om met de consument overeenstemming te bereiken over de kosten om een overeenkomst te sluiten. De concurrentiedruk van andere marktdeelnemers in de reparatiemarkt zal de prijs waarschijnlijk acceptabel houden voor de consument. De producent kan er ook belang bij hebben om de verplichting kosteloos na te komen als onderdeel van een commerciële garantie inzake de duurzaamheid van zijn producten.
De producent zou alleen moeten worden vrijgesteld van de reparatieverplichting wanneer reparatie onmogelijk is, bijvoorbeeld wanneer goederen zodanig zijn beschadigd dat reparatie technisch niet haalbaar is (artikel 5, lid 1, tweede zin).
In artikel 5, lid 2, worden situaties geregeld waarin consumenten een product kopen van een buiten de Unie gevestigde producent uit een derde land. Producenten in derde landen wordt rechtszekerheid geboden door te specificeren hoe zij kunnen voldoen aan de reparatieverplichting als zij goederen op de markt brengen die worden gekocht door consumenten in de Unie. Ook wordt consumenten rechtszekerheid geboden door te specificeren tot welke marktdeelnemers zij zich in de Unie kunnen wenden met betrekking tot de reparatieverplichting van producenten in derde landen.
Om bijlage II up-to-date te houden, wordt in artikel 5, lid 4, de bevoegdheid voor de Commissie geïntroduceerd om gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage II te wijzigen, bijvoorbeeld door nieuwe productgroepen toe te voegen wanneer er nieuwe repareerbaarheidsvereisten worden vastgesteld in de rechtshandelingen van de Unie. De bevoegdheid van de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen, zal ervoor zorgen dat alle relevante toekomstige repareerbaarheidsvereisten kunnen worden opgenomen in bijlage II.
Artikel 6: Informatie over de reparatieverplichting
Als producenten op grond van artikel 5 verplicht zijn goederen te repareren, moeten zij de consumenten informeren over die verplichting en informatie verstrekken over de reparatiediensten (artikel 6). De informatieplicht heeft tot doel ervoor te zorgen dat consumenten op de hoogte zijn van de reparatieverplichting, waardoor de kans op reparatie groter wordt. In artikel 6 wordt flexibiliteit geboden wat betreft de manier waarop de informatie toegankelijk wordt gemaakt, mits de producent deze op een duidelijke en begrijpelijke wijze beschikbaar stelt.
Artikel 7: Onlineplatform voor reparatie en opgeknapte goederen
In artikel 7 wordt er een verplichting voor de lidstaten geïntroduceerd om te voorzien in ten minste één nationaal platform om consumenten en reparateurs te matchen. Dit zal consumenten helpen bij het beoordelen en vergelijken van de voor- en nadelen van verschillende reparatiediensten en daarmee stimuleren om te kiezen voor reparatie in plaats van het aanschaffen van nieuwe goederen. Wanneer er al een relevant nationaal platform bestaat dat voldoet aan de voorwaarden van deze richtlijn, mogen de lidstaten niet worden verplicht nieuwe platforms op te richten.
In artikel 7, lid 1, wordt een aantal eisen gesteld waaraan het nationale platform moet voldoen. Ten eerste moet het platform functies bevatten om te zoeken op goederen, locaties van reparatiediensten en reparatievoorwaarden, bijvoorbeeld de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijk vervangende goederen, aanvullende diensten en kwaliteitsnormen voor reparateurs (artikel 7, lid 1, punt a)). Het platform moet consumenten ook in staat stellen om rechtstreeks via het platform het Europees reparatie-informatieformulier aan te vragen (artikel 7, lid 1, punt b)) teneinde het voor hen gemakkelijker te maken dit te verkrijgen. Om ervoor te zorgen dat de informatie op het platform juist is, moet het platform de reparateurs in staat stellen deze regelmatig bij te werken (artikel 7, lid 1, punt c)). Om het vertrouwen van de consument te vergroten, moet het bovendien mogelijk zijn dat er speciale keurmerken worden weergegeven in overeenstemming met het nationale recht en het recht van de Unie, waarmee reparateurs aangeven dat zij Europese of nationale kwaliteitsnormen met betrekking tot reparatie naleven (artikel 7, lid 1, punt d)). Om bewustwording te creëren, moet het platform ook de toegang mogelijk maken via nationale websites die zijn verbonden met de ene digitale toegangspoort (artikel 7, lid 1, punt e)).
Om het opknappen van goederen te bevorderen, wordt in artikel 7, lid 2, vereist dat de lidstaten ervoor zorgen dat het onlineplatform ook een functie bevat waarmee kan worden gezocht op verkopers van opgeknapte goederen en kopers van defecte goederen die kunnen worden opgeknapt.
In artikel 7, lid 3, wordt verduidelijkt dat registratie op het platform vrijwillig is voor marktdeelnemers op het gebied van het repareren en opknappen van defecte goederen. Bovendien moeten de lidstaten vrij zijn om te bepalen wie toegang krijgt tot het reparatieplatform en op welke wijze dit wordt gedaan, mits alle reparateurs in de EU gelijk worden behandeld. Consumenten moeten kosteloos toegang hebben tot het platform.
Artikel 12: Wijziging van de richtlijn verkoop goederen
In artikel 12 worden op gerichte wijze de geharmoniseerde voorwaarden aangepast waaronder conform artikel 13, lid 2, van de richtlijn verkoop goederen kan worden gekozen tussen de remedies reparatie en vervanging. In dit artikel wordt bepaald dat de consument kan kiezen tussen reparatie en vervanging, tenzij de gekozen remedie onmogelijk kan worden uitgevoerd of, in vergelijking met de andere remedie, voor de verkoper onevenredige kosten met zich mee zou brengen. Met behoud van dit beginsel wordt in artikel 12 een aanvullende zin toegevoegd aan artikel 13, lid 2, van de richtlijn verkoop goederen, om reparatie boven vervanging te bevorderen, waarbij wordt verduidelijkt dat de verkoper de goederen altijd moet repareren wanneer de kosten voor vervanging gelijk zijn aan of hoger zijn dan de kosten voor reparatie. Bijgevolg kan de consument alleen kiezen voor vervanging als remedie wanneer zulks goedkoper is dan reparatie.
2023/0083 (COD)
Voorstel voor een
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)Richtlijn (EU) 2019/771 van het Europees Parlement en de Raad heeft tot doel de werking van de interne markt te verbeteren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te bieden. In het kader van de groene transitie streeft deze richtlijn naar een betere werking van de interne markt en de bevordering van een duurzamere consumptie; deze richtlijn vormt dus een aanvulling op de doelstelling van Richtlijn (EU) 2019/771.
(2)Om deze doelstellingen te verwezenlijken, en met name om grensoverschrijdende dienstverlening en concurrentie tussen reparateurs van door consumenten op de interne markt gekochte goederen te vergemakkelijken, is het noodzakelijk uniforme regels vast te stellen ter bevordering van de reparatie van door consumenten gekochte goederen, zulks binnen en buiten de aansprakelijkheid van de verkoper zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771. De lidstaten hebben al regels aangenomen of overwegen deze in te voeren ter bevordering van de reparatie en het hergebruik van door consumenten gekochte goederen buiten de bestaande aansprakelijkheid van de verkoper zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771. Verschillende dwingende nationale regels op dit gebied vormen daadwerkelijke of potentiële belemmeringen voor de werking van de interne markt en hebben een negatieve invloed op grensoverschrijdende transacties van marktdeelnemers die op die markt actief zijn. Die marktdeelnemers moeten hun diensten wellicht aanpassen om te voldoen aan de verschillende dwingende nationale regels en kunnen worden geconfronteerd met extra transactiekosten voor het verkrijgen van het nodige juridisch advies over de voorschriften van het recht van de lidstaat waar de consument zijn gewone verblijfplaats heeft, wanneer deze van toepassing zijn krachtens Verordening (EG) 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad, en moeten hun overeenkomsten voor het verlenen van reparatiediensten dienovereenkomstig aanpassen. Dit zal met name gevolgen hebben voor kleine en middelgrote ondernemingen, die in grote mate vertegenwoordigd zijn in de reparatiesector. Juridische versnippering kan ook het vertrouwen van de consument in grensoverschrijdende reparatie negatief beïnvloeden vanwege onzekerheid over factoren die belangrijk zijn voor de beslissing om goederen te laten repareren.
(3)Om het voortijdig weggooien van levensvatbare goederen die door consumenten zijn gekocht tegen te gaan en om consumenten aan te moedigen hun goederen langer te gebruiken, is het noodzakelijk regels vast te stellen voor de reparatie van dergelijke goederen. Reparatie zou moeten leiden tot een duurzamere consumptie, aangezien reparatie waarschijnlijk leidt tot minder afval veroorzaakt door weggegooide goederen, minder vraag naar grondstoffen, waaronder energie, veroorzaakt door het fabricageproces en de verkoop van nieuwe goederen die defecte goederen vervangen, en minder uitstoot van broeikasgassen. Deze richtlijn bevordert duurzame consumptie met het oog op het behalen van voordelen voor het milieu en levert tegelijkertijd voordelen op voor de consument, door kosten in verband met nieuwe aankopen op korte termijn te vermijden.
(4)In Verordening (EU) ... van het Europees Parlement en de Raad [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten] worden met name vereisten vastgesteld aan de aanbodzijde, die gericht zijn op een duurzamer productontwerp in de productiefase. In Richtlijn (EU) ... van het Europees Parlement en de Raad [ter versterking van de positie van de consument voor de groene transitie] worden vereisten vastgesteld aan de vraagzijde, teneinde te zorgen voor betere informatieverstrekking in het verkooppunt over de duurzaamheid en repareerbaarheid van goederen, waardoor consumenten in staat worden gesteld om weloverwogen duurzame aankoopbeslissingen te nemen. Deze richtlijn vormt een aanvulling op die vereisten aan de aanbod- en vraagzijde door reparatie en hergebruik in de fase na de verkoop te bevorderen, zowel binnen als buiten de aansprakelijkheid van de verkoper zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771. Deze richtlijn streeft dus in het kader van de Europese Green Deal de doelstellingen na teneinde een duurzamere consumptie, een circulaire economie en de groene transitie te bevorderen.
(5)Deze richtlijn mag geen afbreuk doen aan de vrijheid van de lidstaten om andere aspecten van overeenkomsten voor het verlenen van reparatiediensten te reguleren dan die welke in het Unierecht zijn geharmoniseerd.
(6)De repareerbaarheidsvereisten moeten alle vereisten uit hoofde van de rechtshandelingen van de Unie omvatten die ervoor zorgen dat goederen kunnen worden gerepareerd, met inbegrip van maar niet beperkt tot de vereisten uit hoofde van het kader voor ecologisch ontwerp waarnaar wordt verwezen in Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten], teneinde ook een breed scala van producten te dekken, alsook toekomstige ontwikkelingen op elk ander gebied van het recht van de Unie.
(7)Om consumenten te helpen bij het identificeren en kiezen van geschikte reparatiediensten, moet hen essentiële informatie over reparatiediensten worden verstrekt. Op het Europees reparatie-informatieformulier moeten de belangrijkste parameters worden vastgelegd die van invloed zijn op de beslissingen die consumenten nemen wanneer zij overwegen defecte goederen te laten repareren. In deze richtlijn moet een standaardformulier worden vastgesteld. Een standaardformulier voor het presenteren van reparatiediensten moet consumenten in staat stellen reparatiediensten te beoordelen en gemakkelijk onderling te vergelijken. Een dergelijk standaardformulier moet ook het proces van het verstrekken van informatie over reparatiediensten vergemakkelijken, met name voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen die reparatiediensten aanbieden. Om extra lasten als gevolg van overlappende precontractuele informatievereisten te voorkomen, moet een reparateur worden geacht te hebben voldaan aan de overeenkomstige informatievereisten van de relevante Unierechtshandelingen, indien van toepassing, als het Europees reparatie-informatieformulier correct is ingevuld en aan de klant is verstrekt. De informatie in het Europees reparatie-informatieformulier moet op duidelijke en begrijpelijke wijze en in overeenstemming met de toegankelijkheidsvoorschriften van Richtlijn (EU) 2019/882 aan consumenten worden verstrekt.
(8)De vrije keuze van de consument om te bepalen door wie hij zijn goederen wil laten repareren, moet worden vergemakkelijkt door hem de mogelijkheid te bieden het Europees reparatie-informatieformulier niet alleen bij de producent op te vragen, maar ook bij de verkoper van de betrokken goederen of, indien van toepassing, bij onafhankelijke reparateurs. Reparateurs dienen het Europees reparatie-informatieformulier alleen te verstrekken als de consument daarom verzoekt en de reparateur van plan is de reparatiedienst te verlenen of verplicht is tot reparatie. Een consument kan er ook voor kiezen om het Europees reparatie-informatieformulier niet op te vragen en om een overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten met een reparateur te sluiten op basis van precontractuele informatie die op een andere wijze wordt verstrekt in overeenstemming met Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad.
(9)Er zijn situaties waarin een reparateur de kosten maakt die nodig zijn voor het verstrekken van de informatie over de reparatie en de prijs zoals opgenomen in het Europees reparatie-informatieformulier. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn dat de reparateur de goederen onderzoekt om het defect of het soort reparatie dat nodig is vast te stellen, inclusief de benodigde reserveonderdelen, en om een schatting te maken van de prijs voor reparatie. In deze gevallen mag een reparateur een consument alleen verzoeken om de kosten te betalen die nodig zijn voor het verstrekken van de informatie zoals opgenomen in het Europees reparatie-informatieformulier. In overeenstemming met de precontractuele informatie en andere vereisten als bedoeld in Richtlijn 2011/83/EU, moet de reparateur de consument informeren over dergelijke kosten voordat de consument om verstrekking van het Europees reparatie-informatieformulier verzoekt. Consumenten kunnen afzien van het opvragen van het Europees reparatie-informatieformulier wanneer zij van mening zijn dat de kosten voor het verkrijgen van dat formulier te hoog zijn.
(10)Reparateurs mogen gedurende een bepaalde periode de reparatievoorwaarden die zij in het Europees reparatie-informatieformulier verstrekken, inclusief de prijs van reparatie, niet wijzigen. Dit zorgt ervoor dat consumenten voldoende tijd krijgen om verschillende reparatieaanbiedingen te vergelijken. Om de contractvrijheid voor andere reparateurs dan producenten van goederen voor wie een reparatieverplichting geldt, zoveel mogelijk te waarborgen, zodat zij kunnen beslissen of zij überhaupt een overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten willen sluiten, moeten reparateurs de vrijheid hebben om te beslissen een dergelijke overeenkomst niet te sluiten, ook in situaties waarin zij het Europees reparatie-informatieformulier hebben verstrekt. Indien een overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten wordt gesloten op basis van het Europees reparatie-informatieformulier, moet de informatie over de reparatievoorwaarden en de prijs in dat formulier een integraal deel uitmaken van de overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten, waardoor de verplichtingen van de reparateur uit hoofde van die overeenkomst nader zijn omschreven. Bij niet-naleving van deze contractuele verplichtingen is het toepasselijke nationale recht van kracht.
(11)Richtlijn (EU) 2019/771 legt verkopers de verplichting op om goederen te repareren in het geval van een conformiteitsgebrek dat bestond op het moment dat de goederen werden geleverd en dat binnen de aansprakelijkheidstermijn aan het licht komt. Krachtens die richtlijn hebben consumenten geen recht op reparatie van gebreken die buiten die verplichting vallen. Als gevolg hiervan wordt een groot aantal defecte, maar verder levensvatbare goederen voortijdig weggegooid. Om consumenten aan te moedigen hun goederen in dergelijke situaties te laten repareren, moet deze richtlijn producenten verplichten goederen te repareren waarop de repareerbaarheidsvereisten van de rechtshandelingen van de Unie van toepassing zijn. Die reparatieverplichting moet op verzoek van de consument worden opgelegd aan de producenten van dergelijke goederen, aangezien zij de adressaten zijn van die repareerbaarheidsvereisten. Die verplichting moet gelden voor zowel binnen als buiten de Unie gevestigde producenten met betrekking tot goederen die in de Unie in de handel worden gebracht.
(12)Aangezien de op grond van deze richtlijn aan producenten opgelegde reparatieverplichting betrekking heeft op gebreken die niet te wijten zijn aan de niet-conformiteit van de goederen met een verkoopovereenkomst, kunnen producenten reparaties tegen betaling van een prijs, tegen een andere tegenprestatie of kosteloos uitvoeren. Het aan klanten in rekening brengen van een prijs moet producenten stimuleren om duurzame bedrijfsmodellen te ontwikkelen, waaronder het aanbieden van reparatiediensten. Bij een dergelijke prijs kan er bijvoorbeeld rekening worden gehouden met arbeidskosten, kosten voor reserveonderdelen, kosten voor het exploiteren van de reparatiefaciliteit en een gebruikelijke marge. De prijs en de voorwaarden van de reparatie moeten worden overeengekomen in een overeenkomst tussen de consument en de producent, en de consument moet de vrijheid hebben om te beslissen of die kosten en voorwaarden acceptabel zijn. De noodzaak van een dergelijke overeenkomst en de concurrentiedruk van andere reparateurs moeten producenten die een reparatieverplichting hebben ertoe aanzetten om de prijs voor de consument acceptabel te houden. De reparatieverplichting kan ook kosteloos worden uitgevoerd wanneer het defect wordt gedekt door een commerciële garantie, bijvoorbeeld met betrekking tot gegarandeerde duurzaamheid van goederen.
(13)Producenten kunnen aan hun reparatieverplichting voldoen door de reparatie uit te besteden, bijvoorbeeld als de producent niet over de reparatie-infrastructuur beschikt of als de reparatie kan worden uitgevoerd door een reparateur die zich dichter bij de consument bevindt, onder meer wanneer de producent buiten de Unie is gevestigd.
(14)De vereisten die zijn vastgesteld in gedelegeerde handelingen die zijn vastgesteld op grond van Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten] of de uitvoeringsmaatregelen die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, volgens welke producenten toegang moeten bieden tot reserveonderdelen, reparatie- en onderhoudsinformatie of reparatiegerelateerde softwaretools, firmware of vergelijkbare hulpmiddelen, zijn van toepassing. Deze vereisten zorgen ervoor dat de reparatie technisch haalbaar is, niet alleen door de producent, maar ook door andere reparateurs. Hierdoor kan de consument een reparateur naar keuze kiezen.
(15)De reparatieverplichting moet ook van kracht zijn in gevallen waarin de producent buiten de Unie is gevestigd. Om consumenten in staat te stellen zich tot een in de Unie gevestigde marktdeelnemer te wenden om aan deze verplichting te voldoen, voorziet deze richtlijn in een reeks alternatieve marktdeelnemers die in dergelijke gevallen de reparatieverplichting van de producent overnemen. Dit moet producenten buiten de Unie in staat stellen hun reparatieverplichting binnen de Unie te organiseren en na te komen.
(16)Om te voorkomen dat producenten te zwaar worden belast en om ervoor te zorgen dat zij hun reparatieverplichting kunnen nakomen, moet die verplichting worden beperkt tot de producten waarvoor in de rechtshandelingen van de Unie repareerbaarheidsvereisten zijn vastgesteld en zulks binnen de grenzen van die vereisten. De repareerbaarheidsvereisten verplichten producenten niet om defecte goederen te repareren, maar zorgen ervoor dat goederen repareerbaar zijn. Dergelijke repareerbaarheidsvereisten kunnen zijn vastgelegd in relevante rechtshandelingen van de Unie. Voorbeelden zijn de gedelegeerde handelingen die zijn aangenomen op grond van de verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten] of de uitvoeringsmaatregelen die zijn vastgesteld op grond van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, die een kader creëren om de ecologische duurzaamheid van producten te verbeteren. Deze beperking van de reparatieverplichting zorgt ervoor dat alleen goederen met een repareerbaar ontwerp aan een dergelijke verplichting zijn onderworpen. De relevante repareerbaarheidsvereisten hebben onder meer betrekking op ontwerpvereisten die de mogelijkheid vergroten om de goederen te demonteren en op een reeks reserveonderdelen die gedurende een minimumperiode beschikbaar moeten worden gesteld. De reparatieverplichting stemt overeen met het toepassingsgebied van de repareerbaarheidsvereisten; de vereisten inzake ecologisch ontwerp kunnen bijvoorbeeld alleen van toepassing zijn op bepaalde onderdelen van de goederen of er kan een specifieke periode worden vastgesteld waarin reserveonderdelen beschikbaar moeten worden gesteld. De reparatieverplichting uit hoofde van deze richtlijn, die consumenten in staat stelt om in de fase na de verkoop rechtstreeks bij de producent een reparatie te claimen, vormt een aanvulling op de gerelateerde repareerbaarheidsvereisten aan de aanbodzijde zoals vastgesteld in Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten], waardoor de vraag van de consument naar reparatie wordt gestimuleerd.
(17)Met het oog op de rechtszekerheid bevat deze richtlijn in bijlage II een lijst van relevante productgroepen die onder dergelijke repareerbaarheidsvereisten op grond van de rechtshandelingen van de Unie vallen. Om te zorgen voor samenhang met toekomstige repareerbaarheidsvereisten op grond van de rechtshandelingen van de Unie, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen, met name met betrekking tot de toevoeging van nieuwe productgroepen aan bijlage II wanneer er nieuwe repareerbaarheidsvereisten worden vastgesteld. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden het nodige overleg pleegt, ook op deskundigenniveau, en dat dit overleg plaatsvindt overeenkomstig de beginselen die zijn vastgesteld in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven. Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, moeten het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip ontvangen als de deskundigen van de lidstaten en moeten hun deskundigen systematisch toegang hebben tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van gedelegeerde handelingen.
(18)Hoewel deze richtlijn de verplichting tot reparatie oplegt aan de producent, maakt zij het voor de consument ook gemakkelijker om te kiezen voor reparatiediensten van andere reparateurs. Deze keuze moet met name worden vergemakkelijkt door consumenten de mogelijkheid te bieden het Europees reparatie-informatieformulier niet alleen bij de producent op te vragen, maar ook bij andere reparateurs, zoals de verkoper of onafhankelijke reparateurs, of door te zoeken via het onlinereparatieplatform. Aangezien consumenten voor de reparatie zouden moeten betalen, zullen zij waarschijnlijk reparatiemogelijkheden vergelijken teneinde de reparatiedienst te kiezen die het meest voldoet aan hun behoeften. Het is dus waarschijnlijk dat zij eerst onafhankelijke reparateurs in hun omgeving of de verkoper benaderen voordat zij contact opnemen met producenten die zich bijvoorbeeld op grotere afstand bevinden en bij wie de kosten hoger zouden kunnen zijn vanwege de transportkosten.
(19)In overeenstemming met Richtlijn (EU) 2019/771 moet een producent worden vrijgesteld van de verplichting tot reparatie wanneer reparatie feitelijk of juridisch onmogelijk is. De producent mag reparatie bijvoorbeeld niet weigeren om zuiver economische redenen, zoals de kosten van reserveonderdelen. Nationale wetgeving tot uitvoering van Richtlijn (EU) 2019/771 of de voorafgaande Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad maakt al gebruik van het criterium of reparatie onmogelijk is en nationale rechterlijke instanties passen dit toe.
(20)Om consumenten meer bewust te maken van de beschikbaarheid van reparaties en dus de kans op reparatie te vergroten, moeten producenten consumenten op de hoogte brengen van het bestaan van die verplichting. In deze informatie moet worden vermeld welke relevante goederen onder deze verplichting vallen, samen met een uitleg over de reparatie en in welke mate reparatie voor die goederen wordt aangeboden, bijvoorbeeld via onderaannemers. Die informatie moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor de consument en op een duidelijke en begrijpelijke wijze worden verstrekt, zonder dat de consument erom hoeft te vragen en in overeenstemming met de toegankelijkheidsvoorschriften van Richtlijn (EU) 2019/882. Het staat de producent vrij om te bepalen op welke wijze hij de consument informeert.
(21)Om reparatie te stimuleren, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat er voor hun grondgebied ten minste één onlineplatform bestaat waarop consumenten naar geschikte reparateurs kunnen zoeken. Dat platform kan een bestaand of particulier beheerd platform zijn, mits het voldoet aan de voorwaarden van deze richtlijn. Dat platform moet gebruiksvriendelijke en onafhankelijke vergelijkingsinstrumenten bevatten die consumenten helpen bij het beoordelen en vergelijken van de verschillende aanbieders van reparatiediensten, waardoor consumenten worden gestimuleerd om te kiezen voor reparatie in plaats van nieuwe goederen te kopen. Hoewel dat platform bedoeld is om te zoeken naar reparatiediensten in het kader van relaties tussen ondernemingen en consumenten, staat het de lidstaten vrij om het toepassingsgebied ook uit te breiden naar reparatiediensten in het kader van relaties tussen ondernemingen en naar vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven.
(22)De lidstaten moeten ervoor zorgen dat alle marktdeelnemers die reparatiediensten kunnen verlenen in de Unie gemakkelijk toegang hebben tot het onlineplatform. De lidstaten moeten vrij zijn om te beslissen welke reparateurs zich op het onlineplatform kunnen registreren, mits de toegang tot dat platform redelijk en niet-discriminerend is voor alle reparateurs overeenkomstig het recht van de Unie. Door reparateurs uit een lidstaat in staat te stellen zich op het onlineplatform in een andere lidstaat te registreren teneinde reparatiediensten te verlenen in geografische gebieden die overeenkomen met zoekopdrachten van de consument, zou de grensoverschrijdende verlening van reparatiediensten moeten worden ondersteund. Het moet aan de lidstaten worden overgelaten hoe zij het onlineplatform aanvullen, bijvoorbeeld door middel van zelfregistratie of door met toestemming van de reparateurs gegevens uit bestaande databases te halen, en of er door registranten een registratievergoeding moet worden betaald om de exploitatiekosten van het platform te dekken. Om een ruime keuze aan reparatiediensten op het onlineplatform te garanderen, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de toegang tot het onlineplatform niet beperkt is tot een specifieke categorie reparateurs. Hoewel de nationale vereisten, bijvoorbeeld inzake de vereiste beroepskwalificaties, van toepassing blijven, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat het onlineplatform openstaat voor alle reparateurs die aan deze vereisten voldoen. De lidstaten moeten ook vrij zijn om te beslissen of en in welke mate vanuit de gemeenschap geleide reparatie-initiatieven, zoals reparatiecafés, zich op het onlineplatform mogen registreren, waarbij in voorkomend geval rekening wordt gehouden met veiligheidsoverwegingen. Registratie op het onlineplatform moet altijd mogelijk zijn op verzoek van reparateurs, mits zij voldoen aan de toepasselijke vereisten voor toegang tot het onlineplatform.
(23)De lidstaten moeten ervoor zorgen dat consumenten gemakkelijk toegang hebben tot het onlineplatform, zodat zij geschikte reparatiediensten voor hun defecte goederen kunnen vinden. Het onlineplatform moet ook toegankelijk zijn voor kwetsbare consumenten, onder wie personen met een handicap, overeenkomstig het toepasselijke recht van de Unie op het gebied van toegankelijkheid.
(24)De zoekfunctie op basis van producten kan verwijzen naar het producttype of het merk. Aangezien reparateurs niet op de hoogte kunnen zijn van het specifieke defect voordat er een verzoek tot reparatie is gedaan, is het voldoende dat zij op het onlineplatform algemene informatie verstrekken over de belangrijkste elementen van de reparatiediensten, zodat consumenten kunnen beslissen of zij het goed in kwestie willen laten repareren; dit zijn met name de gemiddelde tijd om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen, de plaats waar de consument de goederen ter reparatie kan inleveren en de beschikbaarheid van aanvullende diensten. Reparateurs moeten worden aangemoedigd om hun informatie op het onlineplatform regelmatig bij te werken. Om het vertrouwen van consumenten in de reparatiediensten die beschikbaar zijn op het onlineplatform te vergroten, moeten reparateurs kunnen aantonen dat zij aan bepaalde reparatienormen voldoen.
(25)Om het verkrijgen van het Europees reparatie-informatieformulier te vergemakkelijken, moet het onlineplatform consumenten de mogelijkheid bieden om dat formulier via het onlineplatform rechtstreeks bij de reparateur op te vragen. Deze mogelijkheid moet op een in het oog springende manier op het onlineplatform worden vermeld. Om nationale onlinereparatieplatforms onder de aandacht te brengen en de toegang tot dergelijke platforms in de hele Unie te vergemakkelijken, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun onlineplatforms toegankelijk zijn via relevante nationale webpagina’s die verbonden zijn met de ene digitale toegangspoort die is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad. Om het bewustzijn van de consumenten over het onlineplatform te vergroten, moeten de lidstaten passende maatregelen nemen, bijvoorbeeld door op gerelateerde nationale websites naar het onlineplatform te verwijzen of communicatiecampagnes op te zetten.
(26)Om duurzame consumptie van goederen te bevorderen in situaties die buiten de aansprakelijkheid van de verkoper vallen, moet het onlineplatform ook reclame maken voor opgeknapte goederen als alternatief voor reparatie of aankoop van nieuwe goederen. Daartoe moet het onlineplatform een functionaliteit bevatten waarmee consumenten kunnen zoeken naar verkopers van opgeknapte goederen of ondernemingen die defecte goederen kopen om ze op te knappen, met name door een zoekfunctie per productcategorie mogelijk te maken. Dergelijke verkopers van opgeknapte goederen of kopers van defecte goederen die kunnen worden opgeknapt, moeten toegang hebben tot het platform op basis van dezelfde principes en technische specificaties als die welke gelden voor de reparatiefunctionaliteit.
(27)De Commissie moet de ontwikkeling mogelijk maken van een vrijwillige Europese kwaliteitsnorm voor reparatiediensten, bijvoorbeeld door vrijwillige samenwerking aan normen tussen ondernemingen, overheidsinstanties en andere belanghebbenden aan te moedigen en te vergemakkelijken of door een normalisatieverzoek in te dienen bij de Europese normalisatieorganisaties. Een Europese norm voor reparatiediensten zou het vertrouwen van consumenten in reparatiediensten in de hele Unie kunnen vergroten. Een dergelijke norm kan aspecten omvatten die van invloed zijn op de beslissingen van consumenten over reparaties, zoals de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen, kwaliteitsgaranties zoals een commerciële garantie op reparatie en de beschikbaarheid van aanvullende diensten zoals verwijdering, installatie en transport die door reparateurs worden aangeboden.
(28)Om reparatie binnen de aansprakelijkheid van de verkoper zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771 te bevorderen, moeten de geharmoniseerde voorwaarden waaronder kan worden gekozen tussen de remedies reparatie en vervanging, worden aangepast. Het in Richtlijn (EU) 2019/771 vastgelegde beginsel om mee te laten wegen of de gekozen remedie voor de verkoper kosten met zich meebrengt die onevenredig zijn ten opzichte van de andere remedie, moet worden gehandhaafd als een van de criteria om te bepalen welke remedie van toepassing is. De consument behoudt het recht om reparatie te verkiezen boven vervanging, tenzij reparatie onmogelijk zou zijn of voor de verkoper onevenredige kosten met zich mee zou brengen in vergelijking met vervanging. Als de kosten voor vervanging echter hoger zijn dan of gelijk zijn aan de kosten voor reparatie, moet de verkoper de goederen altijd repareren. Daarom heeft de consument alleen het recht om voor vervanging te kiezen als dit goedkoper is dan reparatie. Richtlijn (EU) 2019/771 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(29)Om de handhaving van de regels van deze richtlijn door middel van representatieve maatregelen mogelijk te maken, is een wijziging van bijlage I bij Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad16 noodzakelijk. Voor de bevoegde autoriteiten die door hun lidstaten zijn aangewezen om met elkaar en met de Commissie samen te werken en acties te coördineren met het oog op de handhaving van de voorschriften van deze richtlijn, is een wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad17 noodzakelijk.
(30)Om de marktdeelnemers in staat te stellen zich aan te passen, moeten er overgangsbepalingen betreffende de toepassing van een aantal artikelen van deze richtlijn worden geïntroduceerd. Daarom moeten de reparatieverplichting en de verplichting om daarover informatie te verstrekken van toepassing worden op overeenkomsten voor het verlenen van reparatiediensten die worden gesloten na [24 maanden na de inwerkingtreding]. De wijziging van Richtlijn (EU) 2019/771 moet slechts van toepassing worden op verkoopovereenkomsten die worden gesloten na [24 maanden na de inwerkingtreding], teneinde de rechtszekerheid te waarborgen en verkopers voldoende tijd te geven om zich aan te passen aan de gewijzigde remedies reparatie en vervanging.
(31)Conform de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken18 hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer documenten waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd.
(32)De doelstelling om de reparatie van door consumenten aangekochte goederen te bevorderen teneinde bij te dragen tot de goede werking van de interne markt en tegelijkertijd te zorgen voor een hoog niveau van milieu- en consumentenbescherming, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. De nieuwe nationale dwingende regels ter bevordering van duurzame consumptie door middel van reparatie van gebreken die buiten het toepassingsgebied van Richtlijn (EU) 2019/771 vallen, zullen waarschijnlijk onderling uiteenlopen en tot versnippering van de interne markt leiden. De lidstaten mogen de volledig geharmoniseerde regels betreffende gebreken die onder de aansprakelijkheid van de verkoper vallen, zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771, niet wijzigen. De doelstelling van deze richtlijn kan, vanwege de omvang en gevolgen ervan, beter op het niveau van de Unie worden bereikt door middel van volledig geharmoniseerde gemeenschappelijke regels ter bevordering van reparatie binnen en buiten de aansprakelijkheid van de verkoper zoals vastgelegd in Richtlijn (EU) 2019/771. Daarom kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
(33)Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en vrijheden en beoogt de volledige eerbiediging te waarborgen van met name de artikelen 16, 26, 37, 38 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De richtlijn draagt bij tot een verbetering van de kwaliteit van het milieu overeenkomstig artikel 37 van het Handvest door duurzame consumptie van goederen te bevorderen en zo de negatieve milieueffecten van het voortijdig weggooien van levensvatbare goederen te verminderen. Deze richtlijn zorgt voor volledige naleving van artikel 38 van het Handvest inzake consumentenbescherming door de rechten van consumenten te versterken met betrekking tot gebreken die zich voordoen of die aan het licht komen buiten de aansprakelijkheid van de verkoper, overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn (EU) 2019/771. De richtlijn garandeert ook de eerbiediging van de vrijheid van ondernemerschap overeenkomstig artikel 16 van het Handvest door de contractvrijheid te waarborgen en de ontwikkeling van reparatiediensten op de interne markt aan te moedigen. Deze richtlijn draagt bij tot de integratie van personen met een handicap overeenkomstig artikel 26 van het Handvest door de toegankelijkheid van het onlineplatform voor personen met een handicap te vergemakkelijken. Deze richtlijn heeft tot doel de volledige eerbiediging te waarborgen van artikel 47 van het Handvest betreffende het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht door middel van effectieve handhavingsmiddelen,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp, doel en toepassingsgebied
1.Deze richtlijn bevat gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen, teneinde bij te dragen tot de goede werking van de interne markt en tegelijkertijd te zorgen voor een hoog niveau van consumenten- en milieubescherming.
2.Deze richtlijn is van toepassing op de reparatie van door consumenten gekochte goederen in het geval van een gebrek aan de goederen dat optreedt of aan het licht komt buiten de aansprakelijkheid van de verkoper overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn (EU) 2019/771.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:
1.“consument”: een consument in de zin van artikel 2, punt 2, van Richtlijn (EU) 2019/771;
2.“reparateur”: elke natuurlijke of rechtspersoon die, in verband met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, een reparatiedienst verleent, met inbegrip van producenten en verkopers die reparatiediensten verlenen en verleners van reparatiediensten, ongeacht of ze onafhankelijk dan wel verbonden zijn met dergelijke producenten of verkopers;
3.“verkoper”: een verkoper in de zin van artikel 2, punt 3, van Richtlijn (EU) 2019/771;
4.“producent”: een fabrikant in de zin van artikel 2, punt 42, van Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten];
5.“gemachtigde vertegenwoordiger”: een gemachtigde vertegenwoordiger in de zin van artikel 2, punt 43, van Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten];
6.“importeur”: een importeur in de zin van artikel 2, punt 44, van Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten];
7.“distributeur”: een distributeur in de zin van artikel 2, punt 45, van Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten];
8.“goederen”: goederen in de zin van artikel 2, punt 5, van Richtlijn (EU) 2019/771, met uitzondering van water, gas en elektriciteit;
9.“opknappen”: opknappen in de zin van artikel 2, punt 18, van Verordening [inzake het ecologisch ontwerp voor duurzame producten];
10.“repareerbaarheidsvereisten”: vereisten op grond van de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie, die het mogelijk maken een product te repareren, waaronder vereisten ter verbetering van het gemak van demontage, de toegang tot reserveonderdelen en reparatiegerelateerde informatie en instrumenten die van toepassing zijn op producten of specifieke onderdelen van producten.
Artikel 3
Mate van harmonisatie
De lidstaten behouden in hun nationale wetgeving geen bepalingen die afwijken van die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld of voeren dergelijke bepalingen niet in.
Artikel 4
Europees reparatie-informatieformulier
1.De lidstaten zorgen ervoor dat, voordat een consument gebonden is aan een overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten, de reparateur de consument op verzoek het in bijlage I opgenomen Europese reparatie-informatieformulier verstrekt op een duurzame gegevensdrager in de zin van artikel 2, punt 11, van Richtlijn (EU) 2019/771.
2.Reparateurs die niet tot reparatie verplicht zijn op grond van artikel 5, zijn niet verplicht het Europees reparatie-informatieformulier te verstrekken wanneer zij niet van plan zijn de reparatiedienst te verlenen.
3.De reparateur mag een consument verzoeken de kosten te vergoeden die de reparateur moet maken voor het verstrekken van de informatie die is opgenomen in het Europees reparatie-informatieformulier.
Onverminderd Richtlijn 2011/83/EU, informeert de reparateur de consument over de in de eerste alinea bedoelde kosten voordat de consument om verstrekking van het Europees reparatie-informatieformulier verzoekt.
4.Op het Europees reparatie-informatieformulier worden de volgende reparatievoorwaarden op een duidelijke en begrijpelijke wijze gespecificeerd:
(a)de identiteit van de reparateur;
(b)het geografische adres waar de reparateur is gevestigd, evenals het telefoonnummer en e-mailadres van de reparateur en, indien beschikbaar, andere online communicatiemiddelen waarmee de consument snel en efficiënt contact kan opnemen en kan communiceren met de reparateur;
(c)het te repareren goed;
(d) de aard van het defect en het soort reparatie dat wordt voorgesteld;
(e) de prijs of, indien de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de wijze waarop de prijs moet worden berekend en de maximale prijs voor de reparatie;
(f) de geschatte tijd die nodig is om de reparatie te voltooien;
(g) de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen tijdens de reparatie en de eventuele kosten van tijdelijke vervanging voor de consument;
(h)de plaats waar de consument de goederen ter reparatie kan inleveren,
(i)indien van toepassing, de beschikbaarheid van aanvullende diensten, zoals verwijdering, installatie en transport, die door de reparateur worden aangeboden, en de eventuele kosten van deze diensten voor de consument.
5.De reparateur mag gedurende een periode van dertig kalenderdagen vanaf de datum waarop dat formulier aan de consument is verstrekt, de reparatievoorwaarden zoals vermeld in het Europees reparatie-informatieformulier niet wijzigen, tenzij de reparateur en de consument anders zijn overeengekomen. Als een overeenkomst voor het verlenen van reparatiediensten wordt gesloten binnen de periode van dertig dagen, vormen de reparatievoorwaarden zoals vermeld in het Europees reparatie-informatieformulier een integraal onderdeel van die overeenkomst.
6.Wanneer de reparateur aan de consument een volledig en nauwkeurig Europees reparatie-informatieformulier heeft verstrekt, wordt hij geacht te hebben voldaan aan de volgende vereisten:
(a)de informatievereisten met betrekking tot de belangrijkste kenmerken van de reparatiedienst, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt a), en artikel 6, lid 1, punt a), van Richtlijn 2011/83/EU, en artikel 22, lid 1, punt j), van Richtlijn 2006/123/EG;
(b)de informatievereisten met betrekking tot de identiteit en de contactgegevens van de reparateur, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt b), en artikel 6, lid 1, punten b) en c), van Richtlijn 2011/83/EU, artikel 22, lid 1, punt a), van Richtlijn 2006/123/EG, en artikel 5, lid 1, punten a), b) en c), van Richtlijn 2000/31/EG;
(c)de informatievereisten met betrekking tot de prijs, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt c), en artikel 6, lid 1, punt e), van Richtlijn 2011/83/EU, en artikel 22, lid 1, punt i), en lid 3, punt a), van Richtlijn 2006/123/EG;
(d)de informatievereisten met betrekking tot de regelingen over de uitvoering en de tijd die nodig is om de reparatiedienst uit te voeren, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 1, punt d), en artikel 6, lid 1, punt g), van Richtlijn 2011/83/EU.
Artikel 5
Reparatieverplichting
1.De lidstaten zorgen ervoor dat de producent op verzoek van de consument kosteloos, tegen betaling van een prijs of tegen een andere tegenprestatie goederen repareert waarvoor repareerbaarheidsvereisten zijn vastgesteld in de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie en zulks binnen de grenzen van die vereisten. De producent is niet verplicht dergelijke goederen te repareren wanneer reparatie onmogelijk is. De producent kan de reparatie uitbesteden om te voldoen aan zijn reparatieverplichting.
2.Wanneer de producent die op grond van lid 1 tot reparatie verplicht is, buiten de Unie is gevestigd, komt zijn gemachtigde vertegenwoordiger in de Unie de verplichting van de producent na. Wanneer de producent geen gemachtigde vertegenwoordiger in de Unie heeft, komt de importeur van het betrokken goed de verplichting van de producent na. Indien er geen importeur is, komt de distributeur van het betrokken goed de verplichting van de producent na.
3.De producenten zorgen ervoor dat onafhankelijke reparateurs toegang hebben tot reserveonderdelen en reparatiegerelateerde informatie en instrumenten overeenkomstig de in bijlage II vermelde rechtshandelingen van de Unie.
4.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 15 gedelegeerde handelingen vast te stellen om bijlage II te wijzigen door de lijst van rechtshandelingen van de Unie waarin repareerbaarheidsvereisten zijn vastgesteld, bij te werken in het licht van de ontwikkelingen in de wetgeving.
Artikel 6
Informatie over de reparatieverplichting
De lidstaten zorgen ervoor dat producenten consumenten informeren over hun reparatieverplichting uit hoofde van artikel 5 en op een gemakkelijk toegankelijke, duidelijke en begrijpelijke wijze informatie verstrekken over de reparatiediensten, bijvoorbeeld via het in artikel 7 genoemde onlineplatform.
Artikel 7
Onlineplatform voor reparatie en opgeknapte goederen
1.De lidstaten zorgen ervoor dat er op hun grondgebied ten minste één onlineplatform bestaat waar consumenten reparateurs kunnen vinden. Dat platform:
(a)omvat functies om te zoeken op goederen, de plaats van de reparatiedienst, de reparatievoorwaarden, waaronder de tijd die nodig is om de reparatie te voltooien, de beschikbaarheid van tijdelijke vervangende goederen en de plaats waar de consument de goederen ter reparatie kan inleveren, de beschikbaarheid van en de voorwaarden voor door reparateurs aangeboden aanvullende diensten, waaronder verwijdering, installatie en transport, en de toepasselijke Europese of nationale kwaliteitsnormen;
(b)stelt consumenten in staat om via het platform het Europees reparatie-informatieformulier op te vragen;
(c)maakt het mogelijk dat reparateurs hun contactgegevens en diensten regelmatig kunnen updaten;
(d)stelt reparateurs in staat aan te geven dat zij voldoen aan toepasselijke Europese of nationale kwaliteitsnormen;
(e)maakt toegang mogelijk via nationale websites die verbonden zijn met de ene digitale toegangspoort die is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1724;
(f)maakt toegang mogelijk voor personen met een handicap.
2.De lidstaten zorgen ervoor dat het onlineplatform ook een functie omvat om te zoeken op productcategorie teneinde verkopers van opgeknapte goederen en kopers van defecte goederen die kunnen worden opgeknapt te vinden.
3.Registratie op het onlineplatform voor reparateurs, maar ook voor verkopers van opgeknapte goederen en voor kopers van defecte goederen die kunnen worden opgeknapt, is vrijwillig. De lidstaten regelen de toegang tot het platform overeenkomstig het recht van de Unie. Het gebruik van het onlineplatform is voor consumenten kosteloos.
Artikel 8
Handhaving
1.De lidstaten zorgen ervoor dat er passende en doeltreffende middelen beschikbaar zijn om de naleving van deze richtlijn te waarborgen.
2.De in lid 1 bedoelde middelen omvatten bepalingen volgens welke een of meer van onderstaande, naar nationaal recht bepaalde instanties, zich overeenkomstig het nationale recht tot de bevoegde rechterlijke of administratieve instanties van de lidstaat kunnen wenden om de nationale bepalingen ter omzetting van deze richtlijn te doen toepassen:
(a)overheidsinstanties of hun vertegenwoordigers;
(b)organisaties die een rechtmatig belang hebben bij de bescherming van de consument of het milieu;
(c)beroepsorganisaties die een rechtmatig belang hebben bij een optreden in rechte.
Artikel 9
Consumenteninformatie
De lidstaten nemen de passende maatregelen om informatie over de rechten van consumenten uit hoofde van deze richtlijn, en over hoe deze rechten kunnen worden afgedwongen, aan de consument ter beschikking te stellen, onder andere via nationale websites die zijn verbonden met de ene digitale toegangspoort die is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1724.
Artikel 10
Dwingend karakter
1.Tenzij in deze richtlijn anders is bepaald, is de consument niet gebonden door bepalingen van een overeenkomst die, te zijnen nadele, de toepassing uitsluiten van de nationale bepalingen tot omzetting van deze richtlijn, van deze bepalingen afwijken of de gevolgen ervan wijzigen.
2.Deze richtlijn belet de reparateur niet om de consument bij overeenkomst regelingen aan te bieden die verder gaan dan de door deze richtlijn geboden bescherming.
Artikel 11
Sancties
1.De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van de artikelen 4, 5 en 6 en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2.De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk 24 maanden na de inwerkingtreding in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en stellen haar onverwijld in kennis van alle latere wijzigingen daarvan.
Artikel 12
Wijziging van Richtlijn (EU) 2019/771
Aan artikel 13, lid 2, van Verordening (EU) 2019/771 wordt de volgende zin toegevoegd:
“In afwijking van de eerste zin van dit lid herstelt de verkoper, indien de kosten voor vervanging gelijk zijn aan of hoger zijn dan de herstellingskosten, de goederen om deze goederen in conformiteit te brengen.”
Artikel 13
Wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828
In bijlage I bij Richtlijn (EU) 2020/1828 wordt het volgende punt 67 toegevoegd:
“67. Richtlijn (EU) xx/xx van het Europees Parlement en de Raad van x betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828 (PB L xx).”
Artikel 14
Wijziging van Verordening (EU) 2017/2394
In de bijlage bij Verordening (EU) 2017/2394 wordt het volgende punt 27 toegevoegd:
“27. Richtlijn (EU) xx/xx van het Europees Parlement en de Raad van x betreffende gemeenschappelijke regels ter bevordering van de reparatie van goederen en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/2394 en de Richtlijnen (EU) 2019/771 en (EU) 2020/1828 (PB L xx).”
Artikel 15
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2.De in artikel 5, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van zes jaar vanaf [één maand na de inwerkingtreding van deze handeling]. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden vóór het verstrijken van de termijn van zes jaar een verslag over de bevoegdheidsdelegatie op. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 5, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Een besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4.Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
5.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
6.Een overeenkomstig artikel 5, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt slechts in werking indien noch het Europees Parlement, noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie vóór het verstrijken van deze termijn hebben meegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 16
Overgangsbepalingen
1.Artikel 5, leden 1 en 2, en artikel 6 van deze richtlijn zijn niet van toepassing op overeenkomsten voor het verlenen van reparatiediensten die zijn gesloten vóór [24 maanden na de inwerkingtreding].
2.Artikel 12 van deze richtlijn is niet van toepassing op verkoopovereenkomsten die zijn gesloten vóór [24 maanden na de inwerkingtreding].
Artikel 17
Omzetting
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk [24 maanden na de inwerkingtreding] aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in deze bepalingen of bij de officiële bekendmaking hiervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
De lidstaten passen deze maatregelen toe vanaf [24 maanden na de inwerkingtreding].
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen, alsmede de overeenkomstig deze richtlijn opgerichte nationale onlineplatforms voor reparatie en opgeknapte goederen.
Artikel 18
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 19
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement
Voor de Raad
De voorzitter
De voorzitter