29.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 290/1


Resolutie van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de oorlog in Oekraïne en de economische, sociale en milieugevolgen daarvan

(2022/C 290/01)

Rechtsgrondslag

Artikel 35 van het reglement van orde

 

Resolutie

Goedkeuring door de voltallige vergadering

24.3.2022

Zitting nr.

568

Stemuitslag

(voor/tegen/onthoudingen)

176/1/1

HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ (EESC)

1.

veroordeelt ten strengste de unilaterale agressie tegen Oekraïne waartoe de president van de Russische Federatie opdracht heeft gegeven, en de rol van het Belarussische regime daarin; benadrukt dat de invasie van Oekraïne door de Russische strijdkrachten in strijd is met de vigerende internationale regels en verdragen en een bedreiging vormt voor de veiligheid in Europa en de wereld; de invasie is ook een rechtstreekse schending van de hoofddoelstelling van de EU, namelijk “de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren bevorderen”;

2.

dringt erop aan dat de EU er met haar volledige steun voor helpt zorgen dat alle oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid door het Internationaal Strafhof worden geregistreerd en behandeld;

3.

looft de enorme moed van het Oekraïense volk, dat Oekraïne verdedigt tegen de Russische indringers; roept de vrije wereld op de strijd van de Oekraïners voor vrede en vrijheid met alle haar ter beschikking staande middelen te steunen;

4.

roept de EU en haar gelijkgestemde internationale partners op eensgezind te blijven, volledige solidariteit te blijven tonen in hun reacties op deze ongerechtvaardigde en zonder aanleiding begonnen oorlog, en een diplomatieke weg uit te stippelen om tot een einde van de vijandelijkheden te komen; beklemtoont de noodzaak van diplomatieke actie om een onmiddellijk staakt-het-vuren te bewerkstelligen en een echt vredesproces op gang te brengen, waarbij een actieve rol voor de EU-instellingen moet zijn weggelegd. Voornoemde actoren moeten ook de druk op het Russische regime opvoeren door onverwijld verdere sancties op te leggen, en alle andere instrumenten waarover zij beschikken inzetten om onmiddellijk een einde te maken aan het militaire optreden van Rusland op Oekraïens grondgebied, ervoor te zorgen dat de Russische strijdkrachten zich volledig terugtrekken, en weer vrede, veiligheid en stabiliteit te brengen in het Oostelijk Nabuurschap van de EU en om samenlevingen te ondersteunen die onze waarden delen;

5.

acht het van het allergrootste belang voor de EU en de internationale gemeenschap dat er geen grenzen worden gewijzigd met militaire middelen en dat de agressor geen voordelen behaalt. De rechtsstaat moet worden geëerbiedigd in plaats van dat het recht van de sterkste geldt, en Oekraïne moet volledig schadeloos worden gesteld;

6.

steunt en onderschrijft de kernpunten van de resolutie van het Europees Parlement van 1 maart over de Russische agressie tegen Oekraïne, waaronder de daarin voorgestelde maatregelen om Oekraïne en zijn burgers onmiddellijk te ondersteunen in hun strijd voor onafhankelijkheid en vrijheid;

7.

is ermee ingenomen dat bepaalde Europese bedrijven besloten hebben zich uit de Russische markt terug te trekken en moedigt andere bedrijven aan eveneens menselijkheid en solidariteit boven economische kortetermijnbelangen te stellen;

8.

herhaalt zijn ondubbelzinnige steun voor de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Oekraïne, van andere landen van het Oostelijk Partnerschap, met name Moldavië en Georgië, en van alle EU-lidstaten, binnen hun internationaal erkende grenzen;

9.

betuigt zijn oprechte leedwezen over alle slachtoffers van de agressie, kinderen, vrouwen en mannen, over de verwoesting van steden en infrastructuur, het onmetelijke menselijke leed en de schade aan het milieu; betreurt het dat miljoenen mensen gedwongen zijn hun huis te verlaten en onderdak te zoeken in veiligere plaatsen in Oekraïne of in de buurlanden; dringt erop aan dat de agressors voor hun misdaden ter verantwoording worden geroepen;

10.

dringt met klem aan op meer maatregelen ter versterking van de Oekraïense positie en soevereiniteit alsook op meer humanitaire acties die de Oekraïense bevolking kunnen helpen toegang te krijgen tot essentiële levensbehoeften, met name water, voedsel, geneesmiddelen en elektriciteit; verzoekt alle regeringen alles in het werk te stellen om de voedselvoorziening en de voedselveiligheid te waarborgen door in de oorlogsgebieden voedsel en schoon water te verstrekken; dringt er bij Rusland op aan te waarborgen dat de Oekraïense bevolking humanitaire hulp kan krijgen; waarschuwt dat veel werknemers hun salaris niet zullen ontvangen en dat mensen geen toegang zullen hebben tot hun spaargeld; dringt in dit verband aan op adequate economische maatregelen om de ineenstorting van de economie te voorkomen;

11.

is ingenomen met de actieve houding van alle EU-regeringen, met name van Polen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije en Slowakije, alsmede de regering van Moldavië, die hun grenzen openhouden en middelen verstrekken voor evacuatie, onderdak, noodhulp, medische bijstand en asiel voor mensen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, zowel Oekraïense als niet-Oekraïense onderdanen; verzoekt de Raad en de Commissie extra financiële middelen voor deze landen uit te trekken, aangezien Oekraïense vluchtelingen vooral daar de EU binnenkomen; in de komende maanden zullen dit ook de belangrijkste landen van verblijf van Oekraïense vluchtelingen blijven;

12.

pleit eens te meer voor een immigratiebeleid waarbij geen enkel land een onevenredig zware last draagt en de lasten gelijkelijk over de lidstaten worden verdeeld;

13.

steunt de inzet van de EU om vluchtelingen uit Oekraïne bij te staan, zoals uiteengezet in het Commissiedocument “Europese solidariteit van de Commissie met vluchtelingen en zij die op de vlucht zijn voor de oorlog in Oekraïne” (1), en benadrukt dat de middelen die zijn vrijgemaakt via het cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa en via React (2) flexibel en snel ter beschikking moeten kunnen worden gesteld; is ingenomen met het feit dat de EU het EU-mechanisme voor civiele bescherming alvast heeft geactiveerd en in de buurlanden logistieke knooppunten heeft opgezet om de hulp aan Oekraïne te kanaliseren;

14.

is verheugd over de hartverwarmende solidariteit van de organisaties van het maatschappelijk middenveld en hun onvermoeibare optreden sinds de allereerste dag van de Russische agressie; benadrukt dat de EU financiële steun moet verlenen aan zowel de overheden als de maatschappelijke organisaties die ter plaatse actief zijn;

15.

roept op tot volledige uitvoering van de richtlijn tijdelijke bescherming (die op voorstel van de Europese Commissie op 4 maart 2022 voor de allereerste keer door de Europese Raad in werking is gesteld), op basis van onderlinge solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid van de EU-lidstaten, door het volledige scala van rechten waarin de richtlijn voorziet — waaronder toegang tot de arbeidsmarkt, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en bijstand — te waarborgen voor iedereen die recht heeft op deze bescherming, en ervoor te zorgen dat adequaat wordt omgegaan met de behoeften van kwetsbare groepen, met name kinderen, vrouwen, ouderen en mensen met een handicap; moedigt de gastlanden aan zich welwillend en respectvol op te stellen tegenover de instelling van soortgelijke humanitaire corridors voor alle vluchtelingen die de oorlog in Oekraïne ontvluchten, ongeacht hun nationaliteit;

16.

erkent dat gastlanden moeite kunnen hebben om vluchtelingen snel in hun arbeidsmarkt te integreren; onderstreept dat de economieën van de EU de toestroom van mensen uit Oekraïne aankunnen, mits de hervestiging goed wordt geregeld; roept op tot integratiemechanismen die recht doen aan gender en leeftijd; verzoekt de Europese Arbeidsautoriteit om overeenkomstig haar mandaat toe te zien op de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt en hierover regelmatig verslag uit te brengen; herinnert in dit verband aan het potentieel van de sociale en solidaire economie om, binnen het kader van de voorzieningen van de verzorgingsstaat, zelfs in tijden van crisis banen te behouden en te scheppen, en spoort de lidstaten aan betere oplossingen te vinden voor de integratie van de Oekraïense vluchtelingen in hun arbeidsmarkt; erkent de specifieke situatie van vrouwen en kinderen in conflictgebieden en bij aankomst in gastlanden; zo lopen zij risico op uitbuiting en gendergerelateerd geweld, met name seksueel geweld en mensenhandel; merkt op dat het Europees Migratieforum de situatie van Oekraïense burgers die tijdelijk bescherming hebben gekregen in de Europese Unie of die om een dergelijke status mogen verzoeken, zal blijven monitoren en in aanmerking zal blijven nemen;

17.

vraagt om meer steun voor het Oekraïense maatschappelijk middenveld, zowel in als buiten Oekraïne; is van mening dat de EU moet overwegen het Oekraïense maatschappelijk middenveld te betrekken bij alle besprekingen over Oekraïne; het Oekraïense middenveld zal rechtstreeks worden betrokken bij maatregelen om de gevolgen van de oorlog te verzachten en bij de wederopbouw van de sociaal-economische structuur van het land; in dit verband roept het EESC op tot consolidatie en versterking van de bestaande financieringsregelingen ter ondersteuning van het Oekraïense middenveld;

18.

roept, in aansluiting op recente verklaringen van de voorzitter van de Europese Commissie, de EU-instellingen en alle lidstaten op nauw met Oekraïne samen te werken en alle relevante EU-fondsen en -programma’s voor Oekraïne open te stellen;

19.

verzoekt de EU-instellingen zo spoedig mogelijk een concrete dialoog met Oekraïne aan te gaan over het toetredingsproces van het land tot de Europese Unie, overeenkomstig artikel 49 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en op basis van verdienste, en onmiddellijk financiële steun te verlenen om te garanderen dat Oekraïne humanitaire hulp krijgt, en dringt erop aan eenzelfde dialoog aan te gaan met de andere landen die een associatieovereenkomst met de EU hebben, zoals Georgië en Moldavië, teneinde stabiliteit en gelijke behandeling voor deze landen te waarborgen. Een en ander zou geen afbreuk mogen doen aan het lopende toetredingsproces van de landen van de Westelijke Balkan; roept op om in de tussentijd te blijven werken aan de integratie van Oekraïne in de interne markt van de EU, in overeenstemming met de associatieovereenkomst;

20.

spreekt zijn diepe bezorgdheid uit over het massale gebruik van propaganda en desinformatie door de Russische regering om haar agressie tegen Oekraïne te rechtvaardigen en te versluieren; onderstreept in dit verband dat de EU zich beter moet wapenen tegen cyberaanvallen en dat er een mondiale strategie moet worden ontwikkeld om desinformatie tegen te gaan; hierin moet de EU wereldwijd het voortouw nemen;

21.

benadrukt dat het onafhankelijke Russische en Belarussische maatschappelijk middenveld en onafhankelijke journalisten moeten worden gesteund en dat de communicatiekanalen met hen open moeten worden gehouden; veroordeelt met klem de golf van repressie in Rusland, alsook de arrestaties van vreedzame demonstranten, het muilkorven van de media en het monddood maken van het maatschappelijk middenveld;

22.

roept op tot gezamenlijke solidariteitsacties om producten en diensten uit Rusland te boycotten; beklemtoont dat de samenwerking met Russische bedrijven en organisaties die het beleid van Poetin steunen moet worden verbroken; veroordeelt het omzeilen van collectieve boycotacties in een poging om daarmee een bepaald voordeel te behalen;

23.

erkent dat de oorlog en alle in dat verband genomen maatregelen, met name sancties, sociaal -economische consequenties voor de lidstaten en de buurlanden zullen hebben die de EU moet kunnen opvangen; wijst erop dat de crisis aantoont dat de interne markt en de werking ervan versterkt moeten worden; onderstreept dat het van belang is de verliezen te compenseren die Europese ondernemingen door de sancties lijden, en beklemtoont dat een grondige effectbeoordeling van de sancties nodig is, zodat de economische en sociale gevolgen ervan kunnen worden verzacht;

24.

benadrukt dat verscheidene industriesectoren zwaar zullen worden getroffen door het conflict; wijst erop dat Rusland en Oekraïne niet alleen energie uitvoeren, maar ook een aanzienlijk aandeel hebben in de EU-import van metalen, zoals nikkel, koper en ijzer, en essentiële grondstoffen, zoals neon, palladium, titanium en platina, die van cruciaal belang zijn voor verscheidene strategische industrieën, waaronder de defensie-industrie en de microchipproductie;

25.

benadrukt dat vaart moet worden gezet achter de ontwikkeling van strategische en technologische autonomie voor Europa en roept de EU-leiders op hun eendrachtige en vastberaden voornemen om van de Europese Unie een onafhankelijker en meer soeverein machtsblok te maken kracht bij te zetten door onze defensievermogens te vergroten en ons minder afhankelijk te maken van de invoer van energie, kritieke grondstoffen en levensmiddelen;

26.

onderstreept dat het van belang is de energieafhankelijkheid van de EU van derde landen, met name Rusland, te verminderen; dringt aan op een haalbaar plan om de energiebronnen in de energiemix van de lidstaten te diversifiëren en is ingenomen met de voorstellen daaromtrent in de Verklaring van Versailles (3); erkent dat een volledig continue en duurzame energievoorziening op de lange termijn alleen haalbaar is als het gebruik van koolstofarme of koolstofvrije energiebronnen een impuls krijgt en meer gebruik wordt gemaakt van lokale en hernieuwbare energiebronnen; pleit voor versnelde investeringen in onderzoek ter ontwikkeling van nieuwe schone technologieën om ervoor te zorgen dat de EU in de toekomst op een veerkrachtig en duurzaam energiesysteem zal kunnen vertrouwen;

27.

onderstreept de noodzaak van differentiatie in de begrotingsstrategieën van de lidstaten om de schuld houdbaar te houden, met name in lidstaten met een hoge overheidsschuld. lidstaten met lage en middelhoge schuldniveaus moeten voorrang geven aan uitbreiding van overheidsinvesteringen; benadrukt dat het belangrijk is voorrang te geven aan uitbreiding van de overheidsinvesteringen om de veerkracht van de EU-economie te vergroten;

28.

uit zijn bezorgdheid over de noodsituatie in grote delen van de vervoerssector; dringt er bij de Commissie op aan om bij het uitwerken van het tijdelijke crisiskader als bedoeld in de mededeling REPowerEU: een gemeenschappelijk Europees optreden voor betaalbaardere, veiligere en duurzamere energie (4), de nodige aandacht te schenken aan de crisis in de vervoerssector ten gevolge van de extreem hoge brandstof- en elektriciteitskosten; roept op tot behoedzaamheid bij het versoepelen van regelgevingsprocedures om te voorkomen dat sociale en milieunormen worden afgezwakt;

29.

benadrukt dat het conflict onvermijdelijk ernstige gevolgen zal hebben voor de agrovoedingssector van de EU, die extra steun nodig zal hebben; onderstreept in dit verband dat de EU zich sterker moet inzetten voor duurzame voedselsystemen en tegelijkertijd moet garanderen dat hoogwaardige levensmiddelen voor iedereen betaalbaar zijn. Het is met name van belang dat de EU haar voedselzekerheid vergroot door minder afhankelijk te worden van de invoer van essentiële landbouwproducten en productiemiddelen. Verder zullen de consumenten in alle EU-lidstaten te maken krijgen met aanzienlijke stijgingen van de voedsel- en energieprijzen, waardoor de armoede in de EU zou kunnen toenemen;

30.

benadrukt dat Oekraïne en Rusland belangrijke exporteurs zijn van diverse landbouwproducten, zoals graan en oliehoudende zaden; merkt op dat de verstoring van de uitvoer uit deze landen al heeft geleid tot enorme wereldwijde prijsstijgingen voor landbouwgrondstoffen en dat de gevolgen daarvan vooral worden gevoeld in de armste landen van de wereld en de armste mensen het meest daarvan te lijden zullen hebben;

31.

benadrukt dat de gevolgen van de oorlog niet ten koste mogen gaan van klimaatmaatregelen en duurzaamheid, in lijn met de VN-agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, die in de eerste plaats een agenda voor vrede, veiligheid en armoedebestrijding is; onderstreept dat werk moet worden gemaakt van de uitvoering van de VN-agenda 2030 en van een rechtvaardige transitie via de Europese Green Deal, en dat in dit verband alleen exceptioneel, en slechts voor een beperkte tijd, uitzonderingen kunnen worden toegestaan;

32.

is van oordeel dat de milieugevolgen van het conflict, veroorzaakt door bombardementen, olie-/gaslekken en incidenten in chemische fabrieken of kerncentrales, zowel voor de Oekraïense als voor de EU-bevolking uitermate zorgwekkend zijn; benadrukt dat de EU moet helpen bij de bescherming van het milieu, bij het herstel van de door de oorlog veroorzaakte milieuschade en bij de sanctionering van milieumisdrijven, aangezien deze onvermijdelijk langdurige gevolgen zullen hebben;

33.

benadrukt dat de solidariteit op peil moet blijven en dat verder moet worden gewerkt aan gemeenschappelijke Europese maatregelen om de last van de economische gevolgen van het conflict eerlijk te verdelen, en stelt voor daartoe een flexibel Europees instrument te ontwerpen; merkt op dat in de zwaarst getroffen landen een verdere uitwerking en herziening van de nationale herstel- en veerkrachtplannen nodig zou kunnen zijn, met name gezien de dreigende stagflatie; erkent dat alle lidstaten van de EU en hun burgers directe gevolgen zullen ondervinden van de invasie in Oekraïne en dat de menselijke tol en de consequenties voor de Oekraïners niet in cijfers uit te drukken zullen zijn; vandaar de noodzaak van solidariteit binnen de EU en van langdurige solidariteit van de EU met Oekraïne;

34.

is verheugd over de toezegging in de Verklaring van Versailles (5) om meer gebruik te maken van de Europese Vredesfaciliteit; benadrukt dat de EU moet streven naar een sterkere politieke integratie, die een gemeenschappelijk buitenlands beleid zou kunnen ondersteunen, en roept de lidstaten op onmiddellijk te gaan werken aan een waarlijk gemeenschappelijk en doeltreffend defensiesysteem dat Europa veel beter in staat zou moeten stellen om zichzelf te verdedigen;

35.

erkent dat de bezetting van kerncentrales aanleiding geeft tot bezorgdheid over de nucleaire veiligheid van de lokale bevolking en Europa als geheel, en dringt aan op volledige samenwerking met alle betrokken actoren en met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie om de situatie in de gaten te houden en het eventuele vrijkomen van radioactiviteit te voorkomen;

36.

benadrukt dat de politieke leiders duidelijk moeten zijn in hun communicatie met de EU-burgers en de kosten van oorlog moeten uitleggen; onderstreept dat vrede een prijs heeft die wij allen moeten betalen en die over de lidstaten verdeeld moet worden;

37.

roept de EU en haar lidstaten op een adequaat bijstands- en herstelplan voor Oekraïne op te stellen ter ondersteuning van de Oekraïense economie en de wederopbouw van de verwoeste infrastructuur; benadrukt dat de Russische Federatie verantwoordelijk moet worden gehouden voor de verwoesting van de Oekraïense infrastructuur, met inbegrip van civiele en woongebouwen, alsmede voor de aanzienlijke economische verliezen ten gevolge van het conflict, en dat zij de door haar agressieve optreden aangerichte schade zal dienen te vergoeden;

38.

verbindt zich ertoe de situatie op de voet te volgen, door de uitwisseling van informatie over de concrete steun van Europese maatschappelijke organisaties aan te moedigen en door een echte dialoog met Oekraïense maatschappelijke organisaties, inclusief werkgeversorganisaties en vakbonden, via hun permanente dialoogmechanismen aan te moedigen; verbindt zich ertoe de situatie van de vluchtelingen ter plaatse en in de buurlanden te volgen, en daarbij volledige steun te verlenen aan het Oekraïense volk.

Brussel, 24 maart 2022.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Christa SCHWENG


(1)  COM(2022) 107 final, Europese solidariteit met vluchtelingen en zij die op de vlucht zijn voor de oorlog in Oekraïne.

(2)  COM(2022) 109 final, Cohesiebeleid ten behoeve van vluchtelingen in Europa (CARE).

(3)  Verklaring van Versailles, aangenomen tijdens de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders op 10 en 11 maart 2022, https://www.consilium.europa.eu/media/54788/20220311-versailles-declaration-nl.pdf

(4)  COM(2022) 108 final, REPowerEU: een gemeenschappelijk Europees optreden voor betaalbaardere, veiligere en duurzamere energie.

(5)  Verklaring van Versailles, aangenomen tijdens de informele bijeenkomst van de staatshoofden en regeringsleiders op 10 en 11 maart 2022, https://www.consilium.europa.eu/media/54788/20220311-versailles-declaration-nl.pdf