17.10.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 397/20 |
Bekendmaking van een aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van een productdossier overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
(2022/C 397/10)
Deze bekendmaking verleent het recht om binnen drie maanden na de datum van deze bekendmaking op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.
AANVRAAG TOT GOEDKEURING VAN EEN NIET-MINIMALE WIJZIGING VAN HET PRODUCTDOSSIER INZAKE BESCHERMDE OORSPRONGSBENAMINGEN/BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDINGEN
Aanvraag tot goedkeuring van een wijziging overeenkomstig artikel 53, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012
“Colline di Romagna”
EU-nr.: PDO-IT-0211-AM02 — 16.2.2022
BOB (X) BGA ( )
1. Aanvragende groepering en rechtmatig belang
Organizzazione di Produttori Associazione Regionale Produttori tra Olivicoli dell’Emilia-Romagna (ARPO) – Società Cooperativa Agricola, met maatschappelijke zetel in Via XXIII Settembre 1845 nr. 112/a – 47921 Rimini (RN); tel.: +39 0541741762; e-mail: a.r.p.o@libero.it; gecertificeerde e-mail: arporimini@legalmail.it
De producentenorganisatie ARPO is gerechtigd om een aanvraag tot wijziging van het productdossier in te dienen krachtens artikel 13 van het besluit van het Ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid van 14 oktober 2013.
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging(en) betrekking heeft/hebben:
☐ |
Naam van het product |
☒ |
Beschrijving van het product |
☐ |
Geografisch gebied |
☒ |
Bewijs van oorsprong |
☐ |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
☒ |
Verband |
☐ |
Etikettering |
☒ |
Overige: controles |
4. Aard van de wijziging(en)
☒ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
☐ |
Wijziging van een productdossier van een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document (of gelijkwaardig document) is bekendgemaakt, die overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 niet als minimaal kan worden beschouwd. |
5. Wijziging(en)
Beschrijving van het product
— |
De wijziging heeft betrekking op artikel 6 van het productdossier en punt 3.2 van het enig document inzake de organoleptische kenmerken, en met name aroma, smaak en totale zuurgraad. |
De huidige tekst luidt als volgt:
“Aroma: gemiddelde of soms intense fruitigheid, die gepaard kan gaan met toetsen van gras of bladeren;
smaak: fruitigheid met een lichte bitterheid en/of scherpheid, met soms toetsen van amandel, artisjok of tomaat; punten bij de paneltest: ≥ 7;
totale maximale zuurgraad, uitgedrukt in gewicht oliezuur: hoogstens 0,5 g per 100 g olie;”
en wordt als volgt gewijzigd:
“Aroma: gemiddelde of soms intense fruitigheid (mediaan: > 3 en ≤ 7), die gepaard kan gaan met toetsen van gras (of bladeren) en/of amandel, artisjok of tomaat;
smaak (geur en smaak): fruitige olijfsmaak, die gepaard kan gaan met toetsen van gras en/of amandel, artisjok of tomaat, lichte/gemiddelde bittere en scherpe gewaarwordingen (mediaan: > 1,5 en <=6);
totale maximale zuurgraad, uitgedrukt in gewicht oliezuur: hoogstens 0,4 g per 100 g olie.”
Wat betreft de organoleptische kenmerken is het productdossier aangepast aan de desbetreffende EU-wetgeving door middel van de toevoeging van de mediaan voor de typische descriptoren van de in Verordening (EG) nr. 796/2002 bedoelde methode. De oude sensorische analysemethode, die niet langer zinvol is, en de punten bij de paneltest (≥ 7) zijn geschrapt.
De totale maximale zuurgraad, uitgedrukt in oliezuur, is verlaagd tot hoogstens 0,4 %. Met deze verlaging wordt beoogd de kwaliteit te verbeteren.
Bewijs van oorsprong
— |
De huidige versie van het productdossier bevat geen artikel over het bewijs van oorsprong. Daarom wordt het volgende artikel ingevoegd: “Artikel 8 – Oorsprong Om de oorsprong van het product te garanderen, moet toezicht worden gehouden op elke fase van het productieproces en moet de input en output voor elke fase worden geregistreerd. Dit proces, waarbij de controle-instantie registers bijhoudt van de kadastrale percelen waarop de olijven worden geteeld, van de erkende telers, van de oliemolens en van de geaccrediteerde verpakkingsbedrijven, waarborgt, in combinatie met de regelmatige aangifte van de geteelde hoeveelheden bij de controle-instantie, de traceerbaarheid van het product.” |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product
— |
Deze wijziging heeft betrekking op artikel 4 (Teeltmethoden) van het productdossier, met name de alinea over de oogstperiode. |
De huidige tekst luidt als volgt:
“De oogstperiode van de olijven die bestemd zijn voor de productie van extra olijfolie van eerste persing met de beschermde oorsprongsbenaming “Colline di Romagna” loopt elk jaar van 20 oktober tot en met 15 december.”
en wordt als volgt gewijzigd:
“De oogstperiode van de olijven die bestemd zijn voor de productie van extra olijfolie van eerste persing met de beschermde oorsprongsbenaming “Colline di Romagna”, loopt elk jaar vanaf het tijdstip dat de olijven beginnen te rijpen tot en met 15 december.”
Deze wijziging is ingegeven door specifieke weersomstandigheden, gestaafd door gegevens van dagelijkse klimaatanalyses tussen 1961 en 2018, die in de voorbije jaren een duidelijke temperatuurstijging tonen in het productiegebied van extra olijfolie van eerste persing “Colline di Romagna”.
Deze klimaatomstandigheden zijn van invloed op de productie van extra olijfolie van eerste persing, aangezien zij medebepalend zijn voor de rijpingstijd van de olijven. Daarom is de oogstdatum geschrapt en is het begin van de oogst gekoppeld aan het seizoensverloop en met name aan het begin van de rijping; dat is immers het ideale moment om de oogst aan te vangen en olijfolie van optimale kwaliteit te garanderen.
Verband
— |
Het verband met de omgeving was niet opgenomen in het bestaande productdossier, maar enkel in de bekendgemaakte samenvatting. Een specifiek artikel met de tekst van de samenvatting is nu opgenomen in het productdossier. Het bestaat uit de eerste alinea van punt 4.4 van de samenvatting en de tekst van punt 4.6 van de bekendgemaakte samenvatting. Deze bepalingen zijn ingevoegd in punt 5 van het enig document. |
De tekst van het productdossier wordt derhalve als volgt aangevuld:
“Artikel 10
Verband
Vanaf de vroeg-Etruskische zgn. Villanova-periode over de middeleeuwen tot het begin van de 20e eeuw zijn er talloze bronnen (archieven, kerkelijke en notariële stukken) die melding maken van de aanwezigheid van olijfbomen in het heuvelland van Romagna en van het belang van olijfolie voor de plattelandseconomie van die streek.
Begin 20e eeuw wordt er in 22 gemeenten in de betrokken provincies olie geperst uit plaatselijk geoogste olijven. In die jaren krijgt de olijventeelt bijzondere aandacht, zoals blijkt uit de brochure “Ulivo e olio” (“Olijf en olie”), die in 1901 in Rimini is gepubliceerd. Verder geeft de Rivista agraria romagnola (Agrarisch tijdschrift voor Romagna) in diezelfde periode in een speciale rubriek regelmatig informatie en tips over de olijventeelt. De olijventeelt in de betrokken streek profiteert van bepaalde microklimatologische omstandigheden die, in combinatie met de juiste landbouwpraktijken, bepalend zijn voor de productie van een bijzonder gewaardeerde olie die zich qua chemische samenstelling en organoleptische eigenschappen duidelijk onderscheidt.
De bodemkenmerken en vooral ook de microklimatologische omstandigheden zijn de natuurlijke factoren die rechtstreeks van invloed zijn op de chemische en organoleptische kenmerken van de olie, aangezien de olijven daardoor vroeg kunnen worden geoogst, namelijk voordat ze volledig rijp zijn, waardoor de olie gegarandeerd van hoge kwaliteit is. De bodems zijn over het algemeen vrij los, licht kleiig, met een hoog kalkgehalte en een goede structuur, wat de groei van de olijfbomen bevordert. De microklimatologische omstandigheden, vooral de in het voorjaar en het najaar geconcentreerde regenval en de lage gemiddelde jaarlijkse temperaturen, waardoor de vegetatieve ontwikkeling van de bomen zich beperkt tot de periode april-oktober, zorgen voor een geleidelijke en relatief late rijping van de olijven, hetgeen de chemische en organoleptische kwaliteit van de verkregen olijfolie ten goede komt. De menselijke factoren komen vooral tot uitdrukking in de historische verbondenheid van de plaatselijke telers met de olijventeelt, die blijkt uit de traditionele landbouwpraktijken, gericht op de instandhouding van deze praktijken in het gebied.
De olijventeelt komt in de hele provincie Rimini voor, en vooral in de heuvelachtige gebieden achter de kuststrook, en zet zich in de provincie Forlì-Cesena voort in het lage en middelhoge heuvelland. De olijfboom is (samen met de wijnstok) de enige boom die in deze gebieden kan worden geteeld, en daarvoor wordt gebruik gemaakt van de marginale gebieden, die sterk hellen en moeilijk te bewerken zijn, wat de olijventeelt tot een belangrijk landschapselement maakt.
De variëteit “correggiolo” is de olijfboom die de grootste verspreiding kent in het betrokken gebied en die zijn stempel drukt op de kenmerkende eigenschappen van de geproduceerde olie. Die variëteit vertoont bovendien goede eigenschappen wat betreft koudebestendigheid en late en geleidelijke rijping, wat, in combinatie met de bodem- en klimaatgesteldheid in het gebied, leidt tot de productie van een specifiek soort olie met hooggewaardeerde kenmerken.”
Deze wijziging verandert niets aan het verband.
Overige: controles
— |
De huidige versie van het productdossier bevat geen artikel over controles. Daarom is een specifiek artikel toegevoegd. |
Het nieuw toegevoegde artikel luidt als volgt:
“Artikel 9
Controles:
Overeenkomstig de artikelen 36 en 37 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 ziet een controle-instantie erop toe dat het productdossier wordt nageleefd.
De betrokken controle-instantie is Kiwa Cermet Italia, via Cadriano 23, 40057 Cadriano di Granarolo (BO) – Tel. +39 0514593111; Fax +39 051763382; E-mail: info@kiwacermet.it .”
ENIG DOCUMENT
“Colline di Romagna”
EU-nr.: PDO-IT-0211-AM02 — 16.2.2022
BOB (X) BGA ( )
1. Naam/Namen [van de BOB of de BGA]
“Colline di Romagna”
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.5 – Oliën en vetten (boter, margarine, spijsolie enz.)
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
Wanneer extra olijfolie van eerste persing met de beschermde oorsprongsbenaming “Colline di Romagna” in de handel wordt gebracht, moet deze de volgende kenmerken hebben:
|
kleur: groen tot goudgeel; |
|
aroma: gemiddelde of soms intense fruitigheid (mediaan: > 3 en ≤ 7), die gepaard kan gaan met toetsen van gras (of bladeren) en/of amandel en/of artisjok en/of tomaat; |
|
smaak: fruitig, soms met toetsen van gras en/of amandel en/of artisjok en/of tomaat, lichte/gemiddelde bittere en scherpe gewaarwordingen (mediaan: > 1,5 en ≤ 6); |
|
totale maximale zuurgraad, uitgedrukt in gewicht oliezuur: hoogstens 0,4 g per 100 g olie; |
|
peroxidegetal: ≤ 12 mEq O2/kg; |
|
oliezuur ≥ 72 %; |
|
tocoferolen ≥ 70 mg/kg. |
3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
De BOB “Colline di Romagna” wordt verkregen uit olijvenvariëteiten die in de volgende verhoudingen in de olijfgaarden mogen voorkomen: ten minste 60 % corregiolo en hoogstens 40 % leccino. Ook mogen minder belangrijke variëteiten, zoals pendolino, moraiolo en rossina worden gebruikt, tot maximaal 10 % van de oppervlakte van elke olijfgaard.
3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Alle productiestappen (het telen en oogsten van de olijven en het extraheren van de olie) moeten plaatsvinden binnen het afgebakende geografische gebied.
3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
Om de specifieke kenmerken en kwaliteit van “Colline di Romagna”-olijfolie te waarborgen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de controles door de derde instantie onder het toezicht van de betrokken producenten worden uitgevoerd, moet extra olijfolie van eerste persing “Colline di Romagna” ook in het in punt 4 bedoelde productiegebied worden verpakt.
Extra olijfolie van eerste persing “Colline di Romagna” moet voorverpakt in de handel worden gebracht, in hermetisch gesloten, voor levensmiddelen geschikte verpakkingen met de volgende inhoudsmaten: 0,10 liter / 0,25 liter / 0,50 liter / 0,75 liter / 1,00 liter / 3,00 liter / 5,00 liter.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst
De naam van de BOB “Colline di Romagna” moet met duidelijke, onuitwisbare lettertekens op het etiket worden aangebracht, zodat deze goed kan worden onderscheiden van de overige aanduidingen op het etiket. Het productiejaar van de olijven waaruit de olie is verkregen, moet op het etiket worden vermeld. Het gebruik van aanvullende geografische aanduidingen of van plaatsaanduidingen die precies samenvallen met (deel)gemeenten in het productiegebied, is verboden.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het teeltgebied van de voor extra olijfolie van eerste persing “Colline di Romagna” bestemde olijven, waar ook de persing plaatsvindt, omvat delen van het grondgebied van de provincies Rimini en Forlì-Cesena in de regio Emilia-Romagna.
5. Verband met het geografische gebied
Vanaf de vroeg-Etruskische zgn. Villanova-periode over de middeleeuwen tot het begin van de 20e eeuw zijn er talloze bronnen (archieven, kerkelijke en notariële stukken) die melding maken van de aanwezigheid van olijfbomen in het heuvelland van Romagna en van het belang van olijfolie voor de plattelandseconomie van die streek.
Begin 20e eeuw wordt er in 22 gemeenten in de betrokken provincies olie geperst uit plaatselijk geoogste olijven. In die jaren krijgt de olijventeelt bijzondere aandacht, zoals blijkt uit de brochure “Ulivo e olio” (“Olijf en olie”), die in 1901 in Rimini is gepubliceerd.
Verder geeft de Rivista agraria romagnola (Agrarisch tijdschrift voor Romagna) in diezelfde periode in een speciale rubriek regelmatig informatie en tips over de olijventeelt.
De olijventeelt in de betrokken streek profiteert van bepaalde microklimatologische omstandigheden die, in combinatie met de juiste landbouwpraktijken, bepalend zijn voor de productie van een bijzonder gewaardeerde olie die zich qua chemische samenstelling en organoleptische eigenschappen duidelijk onderscheidt.
De bodemkenmerken en vooral ook de microklimatologische omstandigheden zijn de natuurlijke factoren die rechtstreeks van invloed zijn op de chemische en organoleptische kenmerken van de olie, aangezien de olijven daardoor vroeg kunnen worden geoogst, namelijk voordat ze volledig rijp zijn, waardoor de olie gegarandeerd van hoge kwaliteit is.
De bodems zijn over het algemeen vrij los, licht kleiig, met een hoog kalkgehalte en een goede structuur, wat de groei van de olijfbomen bevordert. De microklimatologische omstandigheden, vooral de in het voorjaar en het najaar geconcentreerde regenval en de lage gemiddelde jaarlijkse temperaturen, waardoor de vegetatieve ontwikkeling van de bomen zich beperkt tot de periode april-oktober, zorgen voor een geleidelijke en relatief late rijping van de olijven, hetgeen de chemische en organoleptische kwaliteit van de verkregen olie ten goede komt. De menselijke factoren komen vooral tot uitdrukking in de historische verbondenheid van de plaatselijke telers met de olijventeelt, die blijkt uit de traditionele landbouwpraktijken, gericht op de instandhouding van deze praktijken in het gebied.
De olijventeelt komt in de hele provincie Rimini voor, en vooral in de heuvelachtige gebieden achter de kuststrook, en zet zich in de provincie Forlì-Cesena voort in het lage en middelhoge heuvelland. De olijfboom is (samen met de wijnstok) de enige boom die in deze gebieden kan worden geteeld, en daarvoor wordt gebruik gemaakt van de marginale gebieden, die sterk hellen en moeilijk te bewerken zijn, wat de olijventeelt weer tot een belangrijk landschapselement maakt.
De variëteit “correggiolo” is de olijfboom die de grootste verspreiding kent in het betrokken gebied en die zijn stempel drukt op de kenmerkende eigenschappen van de geproduceerde olie. Die variëteit vertoont bovendien goede eigenschappen wat betreft koudebestendigheid en late en geleidelijke rijping, wat, in combinatie met de bodem- en klimaatgesteldheid in het gebied, leidt tot de productie van een specifiek soort olie met hooggewaardeerde kenmerken.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
De volledige tekst van het productdossier is te vinden op de volgende website: http://www.politicheagricole.it/flex/cm/pages/ServeBLOB.php/L/IT/IDPagina/3335
ofwel
door op de startpagina van het ministerie van Landbouw-, Voedsel- en Bosbouwbeleid (www.politicheagricole.it) te klikken op “Qualità” (rechtsboven in het scherm), vervolgens op “Prodotti DOP, IGP e STG” (aan de linkerkant van het scherm) en ten slotte op “Disciplinari di Produzione all’esame dell’UE”.