Brussel, 15.7.2022

COM(2022) 345 final

2022/0218(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité EU-CTC dat is ingesteld bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 en in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot uitnodigingen aan Oekraïne om toe te treden tot die overeenkomsten


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot bepaling van het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité EU-CTC dat is ingesteld bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 1 en in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 2 , met betrekking tot de voorgenomen vaststelling door dit comité en deze commissie van een besluit waarbij Oekraïne wordt uitgenodigd om toe te treden tot de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer respectievelijk de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (“de overeenkomsten”).

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.De overeenkomsten

De overeenkomsten hebben tot doel het goederenverkeer tussen de Europese Unie en de andere landen die partij zijn bij de overeenkomsten, te vergemakkelijken. Zij zijn op 1 januari 1988 in werking getreden.

De overeenkomsten stellen maatregelen vast ter vergemakkelijking van het goederenverkeer tussen de Europese Unie, de Republiek IJsland, de Republiek Noord-Macedonië, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat, de Republiek Turkije, de Republiek Servië en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

De Europese Unie is partij bij de overeenkomsten.

De landen die partij zijn bij de overeenkomsten maar geen lid zijn van de Unie, worden landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer (“CTC-landen”) genoemd.

2.2.De beoogde handelingen van het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC

Het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC zijn belast met het beheer van hun respectieve overeenkomst en zien toe op de correcte uitvoering ervan. Zij nodigen bij besluit derde landen uit om tot de overeenkomst toe te treden.

Hun besluiten worden aangenomen in onderlinge overeenstemming tussen de overeenkomstsluitende partijen.

2.3.De besluiten van het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC

Oekraïne wenste toe te treden tot de overeenkomsten als het had voldaan aan de wettelijke, structurele en IT-vereisten, die voorwaarden zijn voor toetreding.

Overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer en artikel 15, lid 3, van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer nodigen het Gemengd Comité EU-CTC respectievelijk de Gemengde Commissie EU-CTC bij besluit een derde land in de zin van artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, punt c), uit om tot de overeenkomst toe te treden overeenkomstig de procedure van artikel 11 bis respectievelijk artikel 15 bis.

Het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC doen een dergelijke uitnodiging uitgaan wanneer het land aantoont dat het in staat is de nadere uitvoeringsregels van de overeenkomst na te leven.

Een monitoringteam in opdracht van de werkgroepen EU-CTC inzake gemeenschappelijk douanevervoer en vereenvoudiging van de formaliteiten in het handelsverkeer heeft op 24 juni 2022 geconcludeerd dat Oekraïne klaar is om tot de overeenkomsten toe te treden. Het team onderzocht voornamelijk hoe Oekraïne de structuren had aangepast die nodig zijn om het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS), dat de toepassing van de regeling gemeenschappelijk douanevervoer mogelijk maakt, te kunnen beheren en toe te passen, en stelde vast dat het land, ondanks de moeilijke omstandigheden, aan de uitnodigingsvoorwaarden voldeed.

Tijdens hun volgende zitting of via een schriftelijke procedure zijn het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC voornemens ontwerpbesluit nr. 1/2022 van het Gemengd Comité EU-CTC voor de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer respectievelijk ontwerpbesluit nr. 2/2022 van de Gemengde Commissie EU-CTC voor het gemeenschappelijk douanevervoer aan te nemen om Oekraïne uit te nodigen tot de respectieve overeenkomst toe te treden.

De besluiten van het Gemengd Comité en de Gemengde Commissie waarbij Oekraïne wordt uitgenodigd om tot hun respectieve overeenkomst toe te treden, zullen bindend worden voor de overeenkomstsluitende partijen in overeenstemming met artikel 2 van elk besluit, waarin is bepaald dat het in werking treedt op de dag van de vaststelling ervan.

In overeenstemming met artikel 11, lid 3, van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer en artikel 15, lid 3, van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer moet dit soort besluiten door de overeenkomstsluitende partijen ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig hun eigen wetgeving.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

Het voorgestelde standpunt houdt in dat wordt ingestemd met een uitnodiging aan Oekraïne om tot de overeenkomsten toe te treden.

De mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 2001 over een strategie ter voorbereiding van de kandidaat-lidstaten op de toetreding tot de EG-EVA-overeenkomsten van 1987 betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer en inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer, gevolgd door de mededeling van de Europese Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 2010 over een strategie ter voorbereiding van bepaalde buurlanden op toetreding tot beide overeenkomsten, alsook de conclusies van de Raad van 14 april 2011 waarin de aanpak in die twee mededelingen wordt bevestigd, voorzien in steun voor een aantal landen bij hun inspanningen om toe te treden tot de overeenkomsten.

De toetreding tot de overeenkomsten maakt deel uit van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne en van de pretoetredingsstrategie van Oekraïne tot de Europese Unie. Overeenkomstig de bepalingen van de associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne zal dit leiden tot een aanpassing aan het EU-acquis op het gebied van douanevervoer.

Het doel is de handel tussen Oekraïne, de Europese Unie en andere landen die deelnemen aan het gemeenschappelijk douanevervoer, te vergemakkelijken. Deze uitnodigingen moeten aanzienlijke en tastbare voordelen opleveren voor het bedrijfsleven en de douanediensten door de vereenvoudiging van de douanevervoer- en douaneformaliteiten, de verlaging van de kosten, de vergemakkelijking van het goederenverkeer en de mogelijke toename van de handel.

De uitnodigingen van het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC zijn in overeenstemming met het advies van de Commissie over het toetredingsverzoek van Oekraïne tot de Europese Unie en de goedkeuring van dat advies door de Europese Raad van 23 juni 2022, waarbij Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat heeft gekregen. Dit zal een tastbaar teken zijn van het Europese perspectief voor Oekraïne.

Door de niet-uitgelokte en ongerechtvaardigde militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne is het voor Oekraïne nog urgenter om tot de overeenkomsten toe treden om zo het goederenverkeer over zijn grenzen efficiënter te laten verlopen, aangezien sommige vervoersroutes geblokkeerd zijn en andere daardoor overbelast zijn.

Daarom stelt de Commissie de Raad voor een positief standpunt van de Unie in te nemen ten aanzien van de toetreding van Oekraïne tot de overeenkomsten.

De voorgestelde besluiten zijn in overeenstemming met het beleid van de Europese Unie op het gebied van handel en vervoer.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) voorziet in de vaststelling van besluiten tot bepaling van “de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”.

In artikel 11, lid 3, van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer en artikel 15, lid 3, van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer is bepaald dat het Gemengd Comité EU-CTC respectievelijk de Gemengde Commissie EU-CTC bij besluit een derde land in de zin van artikel 1, lid 2, en artikel 3, lid 1, punt c), uitnodigen om tot hun overeenkomst toe te treden.

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Gemengd Comité EU-CTC is een lichaam dat is opgericht krachtens artikel 10 van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer en de Gemengde Commissie EU-CTC is een lichaam dat is opgericht krachtens artikel 14 van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer.

De door het Gemengd Comité EU-CTC en de Gemengde Commissie EU-CTC vast te stellen besluiten zijn handelingen met rechtsgevolgen. Deze besluiten zullen overeenkomstig artikel 15 van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer en artikel 20 van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.

De beoogde handelingen strekken niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomsten.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling heeft in de eerste plaats dus betrekking op het gemeenschappelijk handelsbeleid.

De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 207 VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 207 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

2022/0218 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité EU-CTC dat is ingesteld bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 en in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot uitnodigingen aan Oekraïne om toe te treden tot die overeenkomsten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)De overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer 3 van 20 mei 1987 en de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer 4 van 20 mei 1987 (hierna “de overeenkomsten” genoemd) zijn gesloten tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat op 20 mei 1987 en in werking getreden op 1 januari 1988.

(2)Oekraïne heeft de wens geuit tot de overeenkomsten toe te treden zodra het aan de toetredingsvoorwaarden heeft voldaan.

(3)Krachtens artikel 11, lid 3, van de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer kan het bij die overeenkomst ingestelde Gemengd Comité EU-CTC bij besluit uitnodigingen aan derde landen vaststellen om tot de overeenkomst toe te treden.

(4)Krachtens artikel 15, lid 3, van de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer kan de bij die overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie EU-CTC bij besluit uitnodigingen aan derde landen vaststellen om tot de overeenkomst toe te treden.

(5)Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité en de Gemengde Commissie die bij de respectieve overeenkomst zijn ingesteld, aangezien de besluiten waarbij Oekraïne wordt uitgenodigd om tot de overeenkomsten toe treden, voor de Unie bindend zullen zijn.

(6)De overeenkomsten maken deel uit van het EU-acquis en maken deel uit van de pretoetredingsstrategie voor Oekraïne. De overeenkomsten zullen efficiënte procedures voor grensoverschrijding tussen Oekraïne en de overeenkomstsluitende partijen waarborgen.

(7)De uitnodigingen zijn in overeenstemming met het advies van de Commissie over het toetredingsverzoek van Oekraïne tot de Europese Unie en de goedkeuring van dat advies door de Europese Raad van 23 juni 2022, waarbij Oekraïne de status van kandidaat-lidstaat heeft gekregen.

(8)De Unie moet in het Gemengd Comité en de Gemengde Commissie die bij de overeenkomsten zijn ingesteld, derhalve een positief standpunt innemen ten aanzien van een uitnodiging om tot die overeenkomsten toe te treden, en dat standpunt moet worden gebaseerd op de daartoe strekkende ontwerpbesluiten.

(9)In overeenstemming met de overeenkomsten wordt een derde land dat is uitgenodigd om toe te treden, partij bij de overeenkomst door een akte van toetreding neer te leggen, en wordt de toetreding van kracht op de eerste dag van de tweede maand na de neerlegging van de toetredingsakte.

(10)Om de tijdige toetreding van Oekraïne te vergemakkelijken, moet dit besluit onverwijld worden vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité EU-CTC dat is ingesteld bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987, met betrekking tot een uitnodiging aan Oekraïne om tot die overeenkomst toe te treden, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van dit Gemengd Comité dat als bijlage I aan dit besluit is gehecht.

Artikel 2

Het namens de Unie in te nemen standpunt in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot een uitnodiging aan Oekraïne om tot die overeenkomst toe te treden, is gebaseerd op het ontwerpbesluit van deze Gemengde Commissie dat als bijlage II aan dit besluit is gehecht.

Artikel 3

Het in artikel 1 bedoelde besluit van het Gemengd Comité EU-CTC en het in artikel 2 bedoelde besluit van de Gemengde Commissie EU-CTC worden na de vaststelling ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    PB L 134 van 22.5.1987, blz. 2.
(2)    PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.
(3)    PB L 134 van 22.5.1987, blz. 2.
(4)    PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.

Brussel, 15.7.2022

COM(2022) 345 final

BIJLAGEN

bij het

Voorstel voor een besluit van de Raad

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité EU-CTC dat is ingesteld bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 en in de Gemengde Commissie EU-CTC die is ingesteld bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987, met betrekking tot uitnodigingen aan Oekraïne om toe te treden tot die overeenkomsten


BIJLAGE I

Voorstel voor besluit nr. 1/2022 van het bij de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 ingestelde Gemengd Comité

van.... 2022

betreffende een uitnodiging aan Oekraïne om tot die overeenkomst toe te treden

HET GEMENGD COMITÉ EU-CTC,

Gezien de overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 1 , en met name artikel 11, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Oekraïne heeft op [...] de wens geuit toe te treden tot de Overeenkomst inzake de vereenvoudiging van de formaliteiten in het goederenverkeer van 20 mei 1987 (hierna “de overeenkomst” genoemd).

(2) Het goederenverkeer met Oekraïne zou worden vergemakkelijkt door een vereenvoudiging van de formaliteiten die van invloed zijn op de handel tussen Oekraïne en de Europese Unie, IJsland, Noord-Macedonië, Noorwegen, Zwitserland, Turkije, Servië en het Verenigd Koninkrijk.

(3)    Teneinde die vergemakkelijking van het goederenverkeer te verwezenlijken, is het passend Oekraïne uit te nodigen tot de overeenkomst toe te treden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oekraïne wordt overeenkomstig artikel 11 bis van de overeenkomst uitgenodigd tot de overeenkomst toe te treden met ingang van... .

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …, 2022.

   

Voor het Gemengd Comité EU-CTC

                           De voorzitter

                           Matthias PETSCHKE

BIJLAGE II

Voorstel voor besluit nr. 2/2022 van de bij de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 ingestelde Gemengde Commissie EU-CTC

van ..... 2022

betreffende een uitnodiging aan Oekraïne om tot die overeenkomst toe te treden

DE GEMENGDE COMMISSIE EU-CTC,

Gezien de overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 2 , en met name artikel 15, lid 3, punt e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Oekraïne heeft op [...] de wens geuit toe te treden tot de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer van 20 mei 1987 (hierna “de overeenkomst” genoemd).

(2) Het goederenverkeer met Oekraïne zou worden vergemakkelijkt door een gemeenschappelijke douanevervoerregeling voor goederen die worden vervoerd tussen Oekraïne en de Europese Unie, IJsland, Noord-Macedonië, Noorwegen, Zwitserland, Turkije, Servië en het Verenigd Koninkrijk.

(3)    Teneinde die vergemakkelijking van het goederenverkeer te verwezenlijken, is het passend Oekraïne uit te nodigen tot de overeenkomst toe te treden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Oekraïne wordt overeenkomstig artikel 15 bis van de overeenkomst uitgenodigd tot de overeenkomst toe te treden met ingang van ... .

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …, 2022.

                           

Voor de Gemengde Commissie EU-CTC

                           De voorzitter

                           Matthias PETSCHKE

(1)    PB L 134 van 22.5.1987, blz. 2.
(2)    PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2.