27.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 520/8


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 7, lid 3, punt b), van Protocol 1 bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds

Cumulatie tussen de Europese Unie en andere West-Afrikaanse landen, andere ACS-staten en de landen en gebieden overzee van de Europese Unie, als bedoeld in artikel 7, leden 1 en 2, van Protocol 1 bij de tijdelijke EPO Ivoorkust-EU

(2021/C 520/07)

Op grond van artikel 7, lid 1, van Protocol 1 bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst (de “EPO”) tussen Ivoorkust en de Europese Unie (de “Unie”) (1), kunnen exporteurs in de Unie materialen van oorsprong uit:

andere West-Afrikaanse landen (2) die in aanmerking komen voor rechten- en contingentvrije toegang tot de markt van de Unie;

andere staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (“ACS”) die ten minste voorlopig een EPO hebben toegepast; of

de landen en gebieden overzee van de Unie (de “LGO”)

beschouwen als materialen van oorsprong uit de Unie indien opgenomen in een in de Unie geproduceerd product en uitgevoerd naar Ivoorkust in het kader van de EPO, indien wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 7.

Op grond van artikel 7, lid 2, van Protocol 1 kunnen exporteurs in de Unie be- of verwerkingen verricht in andere ACS-staten waar ten minste voorlopig een EPO van toepassing is of in de LGO beschouwen als te zijn verricht in de Unie op een in de Unie geproduceerd en naar Ivoorkust uitgevoerd product in het kader van de EPO, indien wordt voldaan aan de voorwaarden in artikel 7.

De Unie heeft overeenkomsten of regelingen voor administratieve samenwerking met ACS-staten die een EPO toepassen, met LGO, en met West-Afrikaanse landen die in aanmerking komen voor het stelsel van algemene preferenties (SAP) van de EU en aan de nodige SAP-vereisten voldoen. De Europese Commissie heeft Ivoorkust nadere gegevens over dergelijke overeenkomsten of regelingen verstrekt. De Unie heeft daarom aan de administratieve voorschriften van artikel 7, lid 3, van Protocol 1 voldaan.

De cumulatie waarin artikel 7 van Protocol 1 voorziet, kan derhalve met ingang van 1 januari 2022 in de Unie worden toegepast, en wel als volgt:

De cumulatie waarin artikel 7, lid 2, van Protocol 1 voorziet, kan worden toegepast met de volgende landen:

ACS-EPO-staten die een EPO toepassen:

Cariforum: Antigua en Barbuda; het Gemenebest van de Bahama’s; Barbados; Belize; het Gemenebest Dominica; de Dominicaanse Republiek; Grenada; de Republiek Guyana; Jamaica; Saint Kitts en Nevis; Saint Lucia; Saint Vincent en de Grenadines; de Republiek Suriname en de Republiek Trinidad en Tobago;

Centraal Afrika: de Republiek Kameroen;

Oostelijk en zuidelijk Afrika: de Unie der Comoren, de Republiek Madagaskar; de Republiek Mauritius; de Republiek der Seychellen en de Republiek Zimbabwe;

de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika: de Republiek Botswana, het Koninkrijk Eswatini, het Koninkrijk Lesotho, de Republiek Mozambique, de Republiek Namibië en de Republiek Zuid-Afrika.

Stille Oceaan: de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea, de Republiek Fiji-eilanden, Samoa en de Salomonseilanden.

Westelijk Afrika: de Republiek Ghana;

LGO:

Groenland, Nieuw-Caledonië en onderhorigheden, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuidpoolgebieden, Wallis en Futuna, Saint-Barthelemy, Saint-Pierre en Miquelon, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

De cumulatie van de oorsprong waarin artikel 7, lid 1, van Protocol 1 voorziet, kan behalve met bovengenoemde landen ook worden toegepast met de volgende landen:

Westelijk Afrika (SAP-begunstigde landen): Benin, Burkina Faso, Kaapverdië, Gambia, de Republiek Guinee, Guinee-Bissau, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Senegal, Sierra Leone en Togo.

Deze mededeling wordt bekendgemaakt in overeenstemming met artikel 7, lid 3, van Protocol 1 bij de tijdelijke EPO Ivoorkust-EU.


(1)  Besluit Nr. 2/2019 van het EPO-comité dat is opgericht bij de tijdelijke economische partnerschapsovereenkomst tussen Ivoorkust, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, van 2 december 2019 betreffende de aanneming van Protocol 1 betreffende de definitie van het begrip “producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking (PB L 49 van 21.2.2020, blz. 1).

(2)  Benin, Burkina Faso, Kaapverdië, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Liberia, Mali, Mauritanië, Niger, Nigeria, Senegal, Sierra Leone en Togo.