Brussel, 28.6.2021

COM(2021) 323 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EMPTY

Strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027 — Gezondheid en veiligheid op het werk in een veranderende arbeidswereld

{SWD(2021) 148 final} - {SWD(2021) 149 final}


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027 — Gezondheid en veiligheid op het werk in een veranderende arbeidswereld

1.Gezondheid en veiligheid op het werk in de EU

1.1.De waarde van gezondheid en veiligheid op het werk

De EU-wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk is essentieel om de gezondheid en veiligheid van de bijna 170 miljoen werknemers in de EU te beschermen 1 . Mensen beschermen tegen gezondheids- en veiligheidsrisico’s op de werkplek is een essentieel element om duurzame fatsoenlijke arbeidsomstandigheden voor alle werknemers te bereiken. Dankzij de wetgeving zijn de gezondheidsrisico’s op het werk verminderd en zijn de normen voor veiligheid en gezondheid op het werk in de hele EU en in alle sectoren verbeterd. Er blijven echter uitdagingen en de COVID-19-pandemie heeft de risico’s die moeten worden aangepakt verder vergroot.

De bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers, die in de Verdragen 2 en het Handvest van de grondrechten 3 is verankerd, is een van de sleutelelementen van een EU-economie die werkt voor de mensen. Het recht op een gezonde en veilige werkplek komt tot uiting in beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten en is van fundamenteel belang voor de verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties 4 . Het is ook een bouwsteen van de Europese gezondheidsunie die wordt uitgebouwd.

Het nieuwe kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2021-2027, dat is aangekondigd in het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten 5 , omvat de belangrijkste prioriteiten en acties die nodig zijn om de gezondheid en veiligheid van werknemers de komende jaren te verbeteren in de wereld na de pandemie, die gekenmerkt wordt door groene en digitale transities, economische en demografische uitdagingen en het veranderende concept van een traditionele werkomgeving.

Gezonde en veilige arbeidsomstandigheden zijn een voorwaarde voor gezonde en productieve arbeidskrachten. Niemand zou mogen lijden aan werkgerelateerde ziekten of het slachtoffer worden van ongevallen op het werk. Ze vormen ook een belangrijk aspect van de duurzaamheid en het concurrentievermogen van de economie van de EU.

De laatste dertig jaar is aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk: het aantal dodelijke arbeidsongevallen in de EU is tussen 1994 en 2018 met ongeveer 70 % gedaald (figuur 1). Hoewel factoren als de de-industrialisering en betere medische zorg ongetwijfeld tot die daling hebben bijgedragen, heeft het EU-stelsel voor veiligheid en gezondheid op het werk ook een belangrijke rol gespeeld. Ondanks deze vooruitgang waren er in 2018 in de EU-27 nog steeds meer dan 3 300 dodelijke ongevallen en 3,1 miljoen niet-dodelijke ongevallen. Jaarlijks sterven meer dan 200 000 werknemers aan werkgerelateerde ziekten. Dit brengt groot menselijk leed met zich mee. De beschermingsnormen voor werknemers behouden en verbeteren is daarom een voortdurende uitdaging en noodzaak.

Figuur 2: Door de samenleving gedragen kosten van arbeidsgerelateerde letsels en ziekten, 2019 (miljard EUR)

Bron: “An international comparison of the cost of work-related accidents and illnesses” (EU-OSHA, 2017), raming gebaseerd op gegevens van Eurostat en de Wereldbank.

Naast gezondheid en welzijn, zijn er sterke economische argumenten voor een hoog niveau van bescherming voor werknemers. Werkgerelateerde ongevallen en ziekten kosten de economie van de EU jaarlijks meer dan 3,3 % van het bbp 6 (ca. 460 miljard EUR in 2019) (figuur 2). De kosten voor welzijn achter deze cijfers zijn moeilijk te ramen, maar goede praktijken op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk helpen bedrijven productiever, concurrerender en duurzamer te maken. Uit ramingen blijkt dat voor elke euro die in veiligheid en gezondheid op het werk wordt geïnvesteerd, het voordeel voor de werkgever ongeveer twee keer zo hoog is 7 8 . Een stevige structuur ter ondersteuning van veiligheid en gezondheid op het werk die inspeelt op de specifieke behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen, de ruggengraat van de EU-economie, levert een essentiële bijdrage aan een duurzame economie en aan het succes van veiligheid en gezondheid op het werk in de EU als geheel. Veilige en gezonde werkplekken verlagen de kosten van gezondheidszorg en andere maatschappelijke lasten. Gebrekkige veiligheid en gezondheid op het werk veroorzaakt hoge kosten voor individuen, bedrijven en de samenleving.

Door de COVID-19-pandemie is gebleken hoe cruciaal veiligheid en gezondheid op het werk is voor de bescherming van de gezondheid van werknemers, voor het functioneren van onze samenleving en voor de continuïteit van kritieke economische en sociale activiteiten. Daarom moet de weg naar herstel en reactivering van de productiviteit ook de hernieuwde belofte omvatten om veiligheid en gezondheid op de voorgrond te houden en de synergieën tussen veiligheid en gezondheid op het werk en volksgezondheidsbeleid te verbeteren.

1.2.De werking van het EU-systeem

De verwezenlijkingen van de EU op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk kunnen aan de hand van twee factoren worden verklaard. Ten eerste hebben de EU en de lidstaten een geavanceerd regelgevingssysteem ontwikkeld om preventieve en beschermingsmaatregelen vast te stellen voor de aanpak van beroepsrisico’s. Ten tweede is het gebaseerd op de tripartiete aanpak, waarbij werknemers, werkgevers en overheden nauw betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van deze maatregelen op nationaal en EU-niveau. Daarenboven zorgt de voortdurende steun die met name aan micro-ondernemingen en kmo’s wordt verleend ervoor dat de regels inzake veiligheid en gezondheid op het werk correct worden toegepast.

Het EU-wetgevingskader voor gezondheid en veiligheid op het werk bestaat uit een kaderrichtlijn en 24 specifieke richtlijnen die in de loop van de tijd zijn ontwikkeld. De Europese kaderrichtlijn veiligheid en gezondheid op het werk 9 uit 1989 vormt de basis voor gemeenschappelijke beginselen en minimumnormen in de hele EU. Het is gericht op een cultuur van risicopreventie en legt verplichtingen van werkgevers vast op het gebied van: i) risicobeoordelingen; ii) preventieve maatregelen; iii) informatie in verband met veiligheid en gezondheid op het werk voor werknemers; iv) opleiding; v) overleg en vi) evenwichtige deelname. Deze verplichtingen zijn van toepassing in alle sectoren en beroepen en voor zowel publieke als particuliere werkgevers. Specifieke richtlijnen hebben betrekking op specifieke risico’s, groepen en locaties 10 .

EU-wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk wordt ontwikkeld in nauwe samenwerking met het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats 11 , een tripartiet orgaan dat bestaat uit vertegenwoordigers van de nationale regeringen, vakbonden en werkgeversorganisaties. Het Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) stelt richtsnoeren en instrumenten ter beschikking die, samen met soortgelijke nationale op internet gebaseerde tools: i) sectorspecifieke informatie bieden die in de eerste plaats gericht is op kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) aangezien de meeste werknemers in de EU in kmo’s werken en die bedrijven vaak met grotere belemmeringen worden geconfronteerd om de gezondheid en veiligheid op het werk te waarborgen; en ii) werkgevers begeleiden door alle stappen van het risicobeoordelingsproces 12 . Het Comité van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie (SLIC) 13 verleent adviezen over de handhaving van de EU-wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk en bevordert de uitwisseling van kennis over arbeidsinspectiepraktijken.

1.3.Voortbouwen op vorige strategische kaders en een brede raadpleging

Al bijna 20 jaar spelen de strategische kaders van de EU op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk een centrale rol in de manier waarop nationale autoriteiten en sociale partners besluiten nemen over doelstellingen op et gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Deze doelstellingen omvatten i) grotere afstemming op gemeenschappelijke prioriteiten; ii) samenwerking vergemakkelijken; iii) investeringen in veiligheid en gezondheid op het werk op gang brengen; en iv) concrete acties op werkplekniveau bevorderen.

De belangrijkste prioriteiten van het strategisch kader 2014-2020 14 , zoals de preventie van arbeidsgerelateerde ziekten, de aanpak van demografische veranderingen en de uitvoering van wetgeving, werden in de nationale kaders overgenomen 15 . Enkele belangrijke verwezenlijkingen op EU-niveau in de context van het vorige strategische kader zijn: i) drie actualiseringen van de richtlijn inzake carcinogene en mutagene agentia 16 en een voorstel voor een vierde actualisering; ii) modernisering van vier richtlijnen, onder meer op het gebied van grenswaarden voor blootstelling en biologische agentia; iii) een groot aantal op grote schaal gebruikte richtsnoeren en online-instrumenten van EU-OSHA voor werkgevers, onder meer over COVID-19; en iv) door het SLIC ontwikkelde inspectiehandleidingen en -instrumenten.

Dit strategisch kader bouwt voort op een inventarisatie van de resultaten bij de uitvoering van het strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2014-2020. De inventarisatie heeft een aantal uitdagingen aan het licht gebracht die verband houden met de uitvoering op kortere termijn van het strategisch kader in het licht van: i) beperkte middelen in de lidstaten; ii) de noodzaak om meer aandacht te besteden aan beroepsziekten, demografische veranderingen, psychosociale risico’s en spier- en skeletaandoeningen; en iii) de noodzaak om zowel arbeidsinspecties als bedrijven te helpen hun normen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk te verbeteren.

Dit strategisch kader is ook gebaseerd op input van een breed scala belanghebbenden en weerspiegelt de inzet van alle actoren bij de uitvoering ervan. De basis werd gelegd door een verslag van EU-OSHA over de nationale strategieën inzake veiligheid en gezondheid op het werk, een specifiek evaluatieverslag en geavanceerde enquête-instrumenten. Aanvullende essentiële input kwam van: i) verschillende conclusies van de Raad 17 ; ii) verslagen 18 , aanbevelingen, hoorzittingen en andere uitwisselingen met het Europees Parlement; iii) uitwisselingen met sociale partners en onafhankelijke deskundigen; iv) antwoorden op een openbare raadpleging; en v) het advies van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats.

Het kader bouwt ook voort op de informatie uit de beoordeling van de praktische uitvoering van Kaderrichtlijn 89/391/EEG betreffende de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk en 23 daarmee verband houdende EU-richtlijnen voor de periode 2013-2017.

In het werkdocument van de diensten van de Commissie 19 en het samenvattend verslag 20 bij deze mededeling worden deze resultaten samengevat.

2.Een geactualiseerd visie op veiligheid en gezondheid op het werk – drie belangrijke doelstellingen

De prioriteiten van het vorige kader blijven ook vandaag relevant. Er zijn echter extra maatregelen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk in de EU nodig om de werkplekken klaar te maken voor de steeds snellere veranderingen in de economie, de demografie, de werkpatronen en de samenleving in het algemeen 21 . Voor een bepaald deel van de werknemers in de EU wordt het concept “werkplek” soepeler, maar ook complexer naarmate nieuwe organisatievormen, bedrijfsmodellen en bedrijfstakken ontstaan. De COVID-19-pandemie heeft deze complexiteit nog versterkt en heeft veiligheid en gezondheid op het werk en het volksgezondheidsbeleid meer met elkaar verweven dan ooit tevoren.

Daarom is het strategisch kader voor de komende jaren gericht op drie horizontale hoofddoelstellingen:

·anticiperen op veranderingen in de nieuwe arbeidswereld als gevolg van de groene, digitale en demografische transities en deze beheren;

·betere preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten;

·betere paraatheid voor mogelijke toekomstige gezondheidscrises.

Om deze doelstellingen te verwezenlijken zijn maatregelen nodig op het niveau van de EU, op nationaal, sectoraal en bedrijfsniveau.

De uitvoering van deze drie doelstellingen zal worden geschraagd door: i) de dialoog tussen de sociale partners; ii) sterkere empirische basis; iii) sterkere handhaving; iv) bewustmaking; en v) financiering.

2.1. Veranderingen: anticiperen en beheren 

De aard van vele taken, werkpatronen en werkplekken verandert. Onder invloed van de groene en digitale transitie zijn banen ontstaan die tien jaar geleden niet bestonden. De Europese Green Deal 22 , de digitale strategie van de EU 23 en de nieuwe industriële strategie voor Europa 24 zullen samen: i) grote investeringen genereren; ii) bijdragen aan groei, innovatie en het scheppen van banen; en iii) flexibiliteit en kansen bieden voor werknemers, bedrijven en zelfstandigen. De EU-begroting voor 2021-2027 van 1,8 biljoen EUR, waaronder NextGenerationEU, zal deze initiatieven ondersteunen en bijdragen aan een duurzaam herstel. Tegelijkertijd vergt demografische verandering in de vorm van een vergrijzende beroepsbevolking in Europa voortdurende reflectie en reactie. Veiligheid en gezondheid op het werk spelen hierbij een essentiële rol. Aangezien werknemers ouder worden, is het nodig de werkomgeving en taken aan hun specifieke behoeften aan te passen en de risico’s tot een minimum te beperken. Het Groenboek over vergrijzing 25 heeft daarom een debat op gang gebracht over onder meer de voorwaarden voor arbeidsmarktparticipatie van oudere werknemers.

Technologische vooruitgang kan werknemers nieuwe kansen bieden in alle fasen van hun leven en loopbaan. Digitale technologieën kunnen werknemers, ook werknemers met een handicap of oudere werknemers, en hun werkgevers digitale oplossingen bieden om hun gezondheid en welzijn te ondersteunen. Die technologische vooruitgang kan meer kansen bieden om het evenwicht tussen werk en privéleven voor zowel vrouwen als mannen te verbeteren, en veiligheid en gezondheid op het werk ondersteunen door middel van toegankelijke instrumenten, bewustmaking en efficiëntere inspectie. Robotisering, het gebruik van kunstmatige intelligentie en de toename van telewerk verminderen de risico’s van gevaarlijke taken, zoals in sterk verontreinigde gebieden zoals afvalwatersystemen, stortplaatsen of landbouw-fumigatiegebieden. Nieuwe technologieën brengen echter ook een aantal uitdagingen met zich mee als gevolg van: i) de toegenomen onregelmatigheid in wanneer en waar het werk wordt uitgevoerd; en ii) de risico’s in verband met nieuwe instrumenten en machines. De klimaatverandering kan ook gevolgen hebben voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers, onder meer door hogere omgevingstemperatuur, luchtvervuiling en extreme weersomstandigheden.

·De regels inzake veiligheid en gezondheid op het werk moderniseren en vereenvoudigen in het kader van de groene en digitale transitie

De wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk omvat al veel van de risico’s die voortvloeien uit veranderingen van sectoren, uitrusting en werkplekken. Vier richtlijnen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk zijn recent gemoderniseerd. Ze bestrijken persoonlijke beschermingsmiddelen, medische hulpverlening aan boord van schepen, biologische agentia op het werk en blootstelling aan chemische agentia 26 . De Commissie heeft ook voorgesteld de machinerichtlijn 27 te herzien. Die heeft betrekking op risico’s als gevolg van digitalisering en het gebruik van machines, die ook relevant zijn voor de gezondheid en veiligheid van werknemers. Zij stelt ook het eerste rechtskader inzake KI voor, dat de risico’s aanpakt van bepaalde KI-systemen die worden gebruikt in de werkgelegenheid, bestuur door werknemers en toegang tot zelfstandige arbeid 28 . Door de aanzienlijke technologische ontwikkelingen, met name op het gebied van beeldschermapparatuur en werkplekken, en de evoluerende behoeften en capaciteiten van een vergrijzende arbeidsbevolking zijn echter verdere relevante actualiseringen nodig. Industry 5.0 29 stelt een visie voor over de manier waarop de Europese industrie de leiding zou kunnen nemen bij de groene en digitale transitie door de rechten en behoeften van werknemers te verzoenen met technologische vooruitgang en de grenzen van onze planeet.

Voor veranderende vormen van werk, die onder andere zijn ontstaan door digitalisering, en een aanzienlijke toename van het aantal mensen dat op afstand werkt, zijn ook nieuwe en geactualiseerde oplossingen voor veiligheid en gezondheid op het werk nodig. De snelle uitrol van draadloze, mobiele en andere geavanceerde technologieën — en het toegenomen gebruik van dergelijke apparatuur voor werkdoeleinden – vereist een nadere analyse van de blootstelling van werknemers aan optische straling en elektromagnetische velden, en van de mogelijke schadelijke gevolgen voor de gezondheid in het geval van krachtigere apparaten.

De Commissie volgt de algemene ontwikkelingen van nieuwe vormen van werk en bedrijfsmodellen op, met name die welke verband houden met de internetgebaseerde “on demand” economy. Zij is gestart met een tweede fase van de raadpleging van de sociale partners en zal eind 2021, tenzij de sociale partners bereid zijn onderling te onderhandelen, een initiatief voorstellen om de arbeidsomstandigheden van mensen die via digitale platforms werken, te verbeteren 30 . Een belangrijk doel van dit initiatief is te zorgen voor adequate arbeidsomstandigheden, ook op het gebied van gezondheid en veiligheid, van alle mensen die via platforms werken. Dat zal met name de situatie verduidelijken met betrekking tot het acquis inzake veiligheid en gezondheid op het werk dat van toepassing is op personen die als werknemer zijn erkend en niet op personen die als zelfstandige werken.

Aangezien de uitvoering van verschillende initiatieven in het kader van de Europese Green Deal en de EU-strategie voor chemische stoffen 31 van start gaat, moeten de huidige grenswaarden voor bepaalde gevaarlijke stoffen die gebruikt worden in bestaande en opkomende sectoren, worden herzien 32 . Dat is van belang, zowel voor de groene transitie als voor de preventie van werkgerelateerde ziekten, met name kanker (zie ook deel 2.2). Voor lood en kobalt, twee gevaarlijke stoffen die vaak worden gebruikt in hernieuwbare-energietechnologieën en bij de productie van batterijen, blijkt uit nieuwe wetenschappelijke gegevens dat grenswaarden moeten worden herzien of, in het geval van kobalt, worden vastgesteld.

Een andere dergelijke stof is asbest. Blootstelling aan asbest zal een gezondheidsrisicofactor zijn in de renovatiegolf 33 , die tot doel heeft gebouwen geschikt te maken voor een klimaatneutrale toekomst in het kader van de Europese Green Deal. Hoewel asbest niet meer mag worden geproduceerd of gebruikt in de EU, blijft het een probleem voor werknemers in de renovatiesector, waar asbest dat jaren gelden is gebruikt vaak uit gebouwen moet worden verwijderd. Blootstelling aan asbest veroorzaakt jaarlijks ongeveer 88 000 doden in Europa, 55 tot 85 % van de op het werk ontwikkelde longkankers. De sterftecijfers als gevolg van deze blootstelling zullen naar schatting blijven stijgen tot het einde van de jaren 2020 en 2030 34 . Er gelden al strenge verplichtingen in termen van bescherming, planning en opleiding voor werkgevers. In het licht van de meest recente wetenschappelijke gegevens moet de grenswaarde voor blootstelling aan asbest echter worden verlaagd. Daartoe start de Commissie parallel met dit strategisch kader de tweede raadpleging van de sociale partners 35 .

·Aandacht voor psychosociale risico’s

Al vóór de pandemie hadden ongeveer 84 miljoen mensen 36 in de EU te maken met geestelijke gezondheidsproblemen. De helft van de werknemers in de EU vindt stress op de werkplek heel gewoon. Ongeveer de helft van het verzuim is mede te wijten aan stress. Bijna 80 % van de managers maakt zich zorgen over werkgerelateerde stress 37 .

Als gevolg van de pandemie begon bijna 40 % 38 van de werknemers voltijds op afstand te werken 39 . Daardoor vervagen de traditionele grenzen tussen werk en privéleven en in combinatie met andere telewerktrends, zoals permanente connectiviteit, een gebrek aan sociale interactie en een toenemend gebruik van ICT, heeft dit geleid tot een bijkomende stijging van psychosociale en ergonomische risico’s.

Uit gegevens blijkt dat om de risico’s voor het psychosociaal welzijn aan te pakken een proces met verschillende fasen nodig is dat veranderingen in de werkomgeving met zich meebrengt. De Europese Commissie financiert projecten die deze uitdagingen aanpakken. Die projecten zijn erop gericht interventies te ontwikkelen en uit te voeren om een goede geestelijke gezondheid te bevorderen en mentale ziekten op het werk te voorkomen. Met name de Horizon 2020-projecten “Magnet4Europe” 40 en “EMPOWER” 41 zullen naar verwachting innovatieve resultaten opleveren. Voor kritieke werknemers in de gezondheids- of zorgsector is het project “RESPOND” bedoeld om de nadelige gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de geestelijke gezondheid aan te pakken 42 .

De Commissie zal:

·het EU-wetgevingskader voor gezondheid en veiligheid op het werk met betrekking tot digitalisering moderniseren door uiterlijk 2023 de richtlijn arbeidsplaatsen 43 en de richtlijn beeldschermapparatuur 44 te herzien;

·beschermende grenswaarden voorstellen voor:

oasbest in de richtlijn asbest op het werk 45 in 2022;

olood en diisocyanaten in de richtlijn chemische agentia 46 in 2022;

okobalt in de richtlijn carcinogene en mutagene agentia in het eerste kwartaal van 2024.

·een campagne van EU-OSHA voor gezonde werkplekken 2023-2025 lanceren over het creëren van een veilige en gezonde digitale toekomst met bijzondere aandacht voor psychosociale en ergonomische risico’s.

·in samenwerking met de lidstaten en sociale partners een niet-wetgevingsinitiatief op EU-niveau met betrekking tot geestelijke gezondheid op het werk voorbereiden, waarbij opkomende kwesties in verband met de geestelijke gezondheid van werknemers worden beoordeeld en voor eind 2022 richtsnoeren worden voorgesteld.

·de analytische basis 47 , e-tools en richtsnoeren ontwikkelen voor risicobeoordelingen in verband met groene en digitale banen en processen, waaronder met name psychosociale en ergonomische risico’s.

·het deskundigenpanel over doeltreffende manieren van investeren in gezondheid 48 vragen om uiterlijk eind 2021 advies uit te brengen over de ondersteuning van de geestelijke gezondheid van werknemers in de gezondheidszorg en andere kritieke werknemers.

·zorgen voor een passende follow-up van de resolutie van het Europees Parlement over het recht om offline te zijn 49 .

De Commissie roept de lidstaten op om:

·hun nationale rechtskaders te actualiseren, in overleg met de sociale partners, om de risico’s en kansen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk in verband met de groene en digitale transitie aan te pakken. De lidstaten zouden de aandacht moeten richten op het gebruik van digitale instrumenten om arbeidsinspecties efficiënter te maken door inbreuken op de wetgeving te voorkomen en op te sporen.

·collegiale toetsing te organiseren over psychosociale en ergonomische kwesties.

·monitoring en verzameling van gegevens over de situatie van geestelijke en psychosociale risico’s in alle sectoren te versterken.

De Commissie verzoekt de sociale partners om:

·uiterlijk in 2023 actie te ondernemen en bestaande overeenkomsten op bedrijfstakoverkoepelend en sectoraal niveau te actualiseren om nieuwe kwesties op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk in verband met de digitale arbeidsmarkt en in het bijzonder psychosociale en ergonomische risico’s aan te pakken.

·gezamenlijk overeengekomen oplossingen te vinden voor de uitdagingen die voortvloeien uit telewerken, digitalisering en het recht om offline te zijn, voortbouwend op de kaderovereenkomst inzake digitalisering van de Europese sociale partners 50 .

2.2.Betere preventie van werkgerelateerde ziekten en arbeidsongevallen

Alle mogelijke inspanningen moeten worden gedaan om het aantal werkgerelateerde sterfgevallen zo veel mogelijk terug te dringen, in overeenstemming met de Vision Zero -benadering van werkgerelateerde sterfgevallen in de EU 51 . Daartoe versterkt dit strategisch kader de preventiecultuur, zowel in organisaties als onder individuele werknemers. Werkgerelateerde sterfgevallen kunnen alleen worden voorkomen door: i) grondig onderzoek naar ongevallen en sterfgevallen op de werkplek; ii) het in kaart brengen en aanpakken van de oorzaken van die ongevallen en sterfgevallen; iii) vergroten van het bewustzijn omtrent de risico’s in verband met werkgerelateerde ongevallen, letsels en beroepsziekten; en (iv) het opvoeren van de handhaving van bestaande voorschriften en richtsnoeren. De lessen die zijn getrokken uit “bijna-ongevallen” en kritische incidenten – en de uitwisseling van informatie over deze gebeurtenissen zal leiden tot betere analyse en preventie in de hele EU. In de land- en bosbouwsector in de EU, bijvoorbeeld, blijft het aantal ongevallen en dodelijke slachtoffers onaanvaardbaar hoog. Betrouwbare gegevens over het aantal ongevallen en sterfgevallen op landbouwbedrijven zijn in dit verband van essentieel belang, net als ruime bewustmaking, onder meer over de potentiële risico’s voor andere gezinsleden en kinderen die op het landbouwbedrijf wonen.

Oorzaken van werkgerelateerde sterfgevallen

Kanker is de belangrijkste oorzaak van werkgerelateerde sterfgevallen in de EU (figuur 3). Carcinogene agentia dragen naar schatting jaarlijks bij tot 100 000 sterfgevallen door beroepsgerelateerde kanker op de werkplek. Maatregelen ter bestrijding van kanker op het werk zijn belangrijke onderdelen van het Europees kankerbestrijdingsplan 52 , dat een nieuwe EU-aanpak voor duurzame kankerpreventie, -behandeling en -zorg uitstippelt. De ambitie van de EU om werkgerelateerde kanker te bestrijden, is ook in overeenstemming met de strategie van de routekaart voor kankerverwekkende stoffen 53 2020-2024, waarbij de lidstaten en sociale partners worden samengebracht om de grenswaarden en andere op EU-niveau vastgestelde bepalingen snel uit te voeren, de blootstelling aan 26 gevaarlijke stoffen beperkt en de arbeidsomstandigheden voor ongeveer 40 miljoen werknemers verbeterd worden.

Figuur 3: Oorzaken van werkgerelateerde sterfgevallen (%) in de EU 54  

Bron: “An international comparison of the cost of work-related accidents and illnesses”, EU-OSHA 2017

Een ander essentieel aspect van een betere bescherming van werknemers is het aanpakken van cardiovasculaire beroepsziekten, zoals hartziekten of beroertes. Hoewel cardiovasculaire ziekten de op een na grootste oorzaak van werkgerelateerde stergevallen in de EU is (figuur 3), is er weinig bekend over de onderliggende oorzaken ervan en het verband met arbeidsgerelateerde risico’s. Dit belemmert de toepassing van passende preventieve maatregelen op de werkplek. Nader onderzoek en gegevensverzameling, alsook de bevordering van gezondheid op het werk op nationaal en EU-niveau zouden een prioriteit moeten zijn. Deze maatregelen moeten ook betrekking hebben op spier- en skeletaandoeningen, waarmee miljoenen werknemers in de EU te maken krijgen 55 . Werkgerelateerde spier- en skeletaandoeningen kunnen in het ergste geval tot een handicap leiden en zijn gewoonlijk niet het gevolg van één enkele oorzaak, maar van een combinatie van fysieke, psychosociale, organisatorische en individuele factoren.

·Gevaarlijke stoffen

Gevaarlijke stoffen zijn te vinden op bijna alle werkplekken en dagelijks worden miljoenen werknemers in de EU aan deze stoffen blootgesteld.

In het algemeen is het proces voor de aanpak van gevaarlijke stoffen gebaseerd op wetenschappelijke beoordelingen, overleg met het tripartiete Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats en de nauwe betrokkenheid van alle belanghebbenden succesvol gebleken, ook al vergt het veel tijd en middelen. Binnen dit strategische kader zal de methodologie voor de aanpak van gevaarlijke stoffen verder worden bijgewerkt om verdere efficiëntieverbeteringen bij het vaststellen van grenswaarden voor veiligheid en gezondheid op het werk in het besluitvormingsproces vast te stellen. Bovendien zal de Commissie de interface tussen veiligheid en gezondheid op het werk en de Reach-verordening 56 blijven stroomlijnen om te zorgen voor de bescherming van de werknemers in overeenstemming met de aanpak “één stof, één beoordeling” en de geactualiseerde aanpak voor betere regelgeving.

De lopende wetgevingsprocedure inzake grenswaarden voor acrylonitril, nikkelverbindingen en benzeen 57 in het kader van de richtlijn carcinogene en mutagene agentia zal bijdragen tot een betere bescherming van meer dan 1 miljoen werknemers tegen kankerverwekkende en mutagene stoffen. Voorts brengt het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid (ACSH) op de arbeidsplaats de stoffen in kaart die prioritair moeten worden aangepakt in het kader van de richtlijn carcinogene en mutagene agentia en de richtlijn chemische agentia.

Er zal prioriteit worden gegeven aan het actualiseren en uitbreiden van de bescherming van werknemers die aan reprotoxische stoffen worden blootgesteld, zoals het Europees Parlement heeft gevraagd. Reprotoxische stoffen kunnen twee groepen gevolgen hebben: i) gevolgen voor de seksuele functie en de vruchtbaarheid; en ii) effecten op de ontwikkeling van de foetus of het nageslacht. Dit zijn ernstige gezondheidsrisico’s die kunnen leiden tot een spontane abortus, doodgeboorte of een verminderde cognitieve ontwikkeling van de kinderen. Naar schatting kunnen reprotoxische stoffen volgens het worstcasescenario jaarlijks tot 1 274 nieuwe gevallen van slechte reproductieve gezondheid veroorzaken, wat leidt tot een economische kostprijs van 381 miljoen EUR per jaar. Lood is de reprotoxische stof die de meeste ziekten veroorzaakt 58 . Het komende voorstel voor strengere bindende grenswaarden voor lood zal daarom een belangrijke stap voorwaarts zijn in de aanpak van reprotoxische stoffen. Het zal echter ook van essentieel belang zijn een specifieke lijst op te stellen van belangrijke reprotoxische stoffen die dringend moeten worden aangepakt. Tegelijkertijd zal de Groep chemische stoffen van het ACSH de noodzaak blijven bespreken om reprotoxische stoffen en gevaarlijke geneesmiddelen toe te voegen aan de richtlijn carcinogene en mutagene agentia, alsook de methode voor het vaststellen van de grenswaarden.

Het Europees Parlement en belanghebbenden hebben ook benadrukt dat gezondheidswerkers die worden blootgesteld aan gevaarlijke geneesmiddelen en andere risico’s moeten worden beschermd. De Europese Commissie en EU-OSHA hebben uitgebreide studies en dialogen met deskundigen en belanghebbenden opgestart over de manier waarop deze risico’s kunnen worden aangepakt in het kader van een efficiënte gezondheidszorg. Daaruit is gebleken dat er dringend behoefte is aan verdere opleiding, instructie en richtsnoeren en dat het vastleggen van bindende wetgeving om deze kwestie aan te pakken een uitdaging blijft.

Gezondheid op het werk bevorderen

Een gezonde beroepsbevolking is de fundamentele basis van een sterke en veerkrachtige economie en samenleving. Mensen op de werkplek aanmoedigen om te kiezen voor een gezonde levensstijl kan de incidentie van absenteïsme, ziekte en niet-overdraagbare ziekten (zoals kanker, obesitas, hart- en vaatziekten en diabetes) aanzienlijk verminderen. Via het Europees kankerbestrijdingsplan zullen bijvoorbeeld maatregelen worden gelanceerd om de gezondheidsgeletterdheid met betrekking tot kankerrisico’s en determinanten te verbeteren en zo mensen, en werknemers, de informatie en instrumenten aan te reiken die zij nodig hebben om gezondere keuzes te maken.

Werkplekken voor iedereen

Diversiteit, waaronder genderverschillen en -ongelijkheden, erkennen en discriminatie onder de beroepsbevolking bestrijden, is van essentieel belang om de veiligheid en gezondheid van zowel vrouwen als mannen te waarborgen, ook bij het beoordelen van risico’s op het werk. De pandemie bracht de risico’s van slecht aangepaste instrumenten en apparatuur aan het licht (bv. vrouwen in de gezondheidszorg die persoonlijke beschermingsmiddelen moeten dragen die zijn ontworpen voor mannen). Ook de behoefte aan accurate, tijdige en gemakkelijk te begrijpen informatie werd duidelijk. Die moet ervoor zorgen dat alle werknemers, ook de meest kwetsbare, de regels op de werkplaats volledig kunnen begrijpen en hun rechten kunnen uitoefenen. Maatregelen om gendervooroordelen te vermijden bij het beoordelen en prioriteren van risico’s zullen op de volgende manieren worden aangemoedigd: i) gendervertegenwoordiging bij de raadpleging van werknemers; ii) aan de persoonlijke situatie van de werknemers aangepaste opleiding; en iii) de erkenning van risico’s in beroepen die al lang over het hoofd worden gezien of als “licht werk” worden beschouwd (bv. verzorgenden of schoonmakers).

In overeenstemming met de strategie van de Commissie voor de rechten van personen met een handicap 2021-2030 59 zal de Commissie een pakket voorstellen om de arbeidsmarktresultaten van personen met een handicap te verbeteren. Dit pakket zal advies en ondersteuning voor wederzijds leren omvatten op het gebied van: het verwezenlijken van gezondheid en veiligheid op het werk; en beroepsrevalidatieregelingen voor mensen die lijden aan chronische ziekten of het slachtoffer zijn geworden van een ongeval.

Geweld, intimidatie of discriminatie op de werkplek, op grond van geslacht, leeftijd, handicap, godsdienst of overtuiging, ras of etnische afstamming en seksuele gerichtheid kan gevolgen hebben voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en dus negatieve gevolgen hebben voor de werknemers zelf, hun gezin, hun collega’s, hun organisatie en de samenleving in haar geheel. Het kan ook leiden tot situaties van arbeidsuitbuiting. De Commissie beoordeelt op welke manier de richtlijn inzake sancties tegen werkgevers (2009/52/EG) doeltreffender kan worden gemaakt, ook met betrekking tot de arbeidsinspecties die gericht zijn op bijzonder kwetsbare groepen werknemers. De Commissie heeft een besluit van de Raad voorgesteld waarbij de lidstaten worden gemachtigd om, in het belang van de EU, het Verdrag betreffende geweld en intimidatie, 2019 (nr. 190) 60 van de Internationale Arbeidsorganisatie te bekrachtigen. Het verdrag bevat ook specifieke regels inzake gendergerelateerd geweld en intimidatie op het werk, die zullen worden versterkt door het komende wetgevingsvoorstel over het voorkomen en bestrijden van gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, zoals aangekondigd in de strategie voor gendergelijkheid 2020-2025 61 .

De Commissie zal:

·Een “Vision Zero”-benadering van arbeidsgerelateerde sterfgevallen bevorderen door:

ode gegevensverzameling over arbeidsongevallen en beroepsziekten en het analyseren van de onderliggende oorzaken voor elk arbeidsgerelateerd overlijden of letsel;

ode oprichting van een specifieke tripartiete ACSH-werkgroep Vision Zero en de ontwikkeling van gerichte voorlichtingsacties en -instrumenten om het bewustzijn te vergroten;

ode versterking van de handhaving door ondersteuning van het SLIC bij het vergroten van het bewustzijn over het terugdringen van werkgerelateerde sterfgevallen op bedrijfsniveau, het delen van goede praktijken en het ondersteunen van meer opleiding voor de arbeidsinspecties.

·De EU-regels inzake gevaarlijke stoffen actualiseren om kanker, voortplantingsstoornissen en aandoeningen van de luchtwegen te bestrijden door:

oeen raadpleging van de sociale partners in 2023 over lagere grenswaarden voor lasrook, polycyclische aromatische koolwaterstof, isopreen en 1,4-dioxaan in het kader van de richtlijn carcinogene en mutagene agentia 62 ;

ohet opstellen van een prioriteitenlijst tegen eind 2021 van reprotoxische stoffen die via de desbetreffende richtlijnen moeten worden aangepakt.

·Uiterlijk 2022 geactualiseerde richtsnoeren verstrekken, onder meer inzake opleiding, toezicht en monitoring, voor de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan gevaarlijke geneesmiddelen.

·Uiterlijk het eerste kwartaal van 2024, in samenwerking met EU-OSHA, een overzicht opstellen op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk voor de gezondheids- en zorgsector.

·Bewustmaking ondersteunen in verband met spier- en skeletaandoeningen, kanker en geestelijke gezondheid alsook met intimidatie op de werkplek en gendervooroordelen.

·In samenwerking met EU-OSHA sectorspecifieke informatie bieden aan kmo’s.

·Voor eind 2021 een wetgevingsinitiatief voorstellen over het voorkomen en bestrijden van gendergerelateerd geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

De Commissie roept de lidstaten op om:

·te werken aan de verwezenlijking van de “vision zero” -benadering van arbeidsgerelateerde sterfgevallen in de EU.

·de beroepsrisico’s in verband met cardiovasculaire ziekten aan te pakken.

·de Europese code tegen kanker onder werknemers bevorderen om hun gezondheidsgeletterdheid te verbeteren en de risico’s op kanker te verminderen.

·risico’s te beoordelen en aan te pakken met bijzondere aandacht voor groepen die het zwaarst zijn getroffen door de pandemie, zoals personen met een handicap.

·actief reïntegratie, non-discriminatie en de aanpassing van de arbeidsomstandigheden te ondersteunen van werknemers die kankerpatiënt zijn of kanker hebben overleefd.

·genderoverwegingen bij het ontwerp, de uitvoering en de verslaglegging te bevorderen.

·gevaren in de gezondheidssector actief aan te pakken door veilige werkprocedures in te voeren en passende opleiding te verstrekken.

·betere begeleiding en opleiding aan te bieden voor de risicobeoordelings- en preventiemaatregelen, met name aan micro-ondernemingen en kmo’s.

Via landbouwbedrijfsadviesdiensten opleiding voor landbouwers aanbieden om hun vaardigheden te verbeteren en hen bewuster te maken van de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften op landbouwbedrijven, waaronder het veilig gebruik van chemische stoffen, in het bijzonder bestrijdingsmiddelen. De Commissie verzoekt de sociale partners om:

·in samenwerking met EU-OSHA richtsnoeren te ontwikkelen voor de gezondheidssector die onder meer gericht zijn op de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan gevaarlijke geneesmiddelen en zo de weg te effenen voor de ontwikkeling van het interactieve online-instrument voor risicobeoordeling (Online interactive Risk Assessment – OiRA) specifiek voor de gezondheidssector.

2.3. Paraatheid vergroten - snel reageren op bedreigingen

In tijden van crisis, zoals de coronacrisis, speelt veiligheid en gezondheid op het werk een cruciale rol om werknemers, bedrijven en overheden te helpen levens te beschermen en risico’s voor het welzijn, de bedrijfscontinuïteit en -duurzaamheid te beheren. Daarom is het van essentieel belang lering te trekken uit de COVID-19-pandemie en de paraatheid voor mogelijke toekomstige gezondheidscrises te vergroten, maar ook de hervatting van de werkzaamheden na de pandemie voor te bereiden. Maatregelen van grotere hygiëne, niet-farmaceutische interventies en ondersteuning van de geestelijke gezondheid moeten meer prioriteit krijgen door de tijdigheid en doeltreffendheid van de respons op dergelijke crises te verbeteren en synergieën tussen veiligheid en gezondheid op het werk en volksgezondheid moeten verder worden ontwikkeld. Het huidige kader draagt daarom bij tot het gezondheidsbeleid en helpt de paraatheid voor de toekomst te vergroten, parallel met de mededeling over de vroege lessen die uit de COVID-19-pandemie zijn getrokken 63 .

De COVID-19-pandemie heeft aangetoond hoe belangrijk het is dat de werkgever een algemene kaderverplichting heeft inzake risicobeoordeling en preventieve maatregelen om gezondheidsrisico’s voor werknemers in geval van een gezondheidscrisis aan te pakken. De pandemie heeft meer dan ooit duidelijk gemaakt dat werknemers moeten kunnen genieten van een werkomgeving die het risico op overdracht van besmettelijke ziekten vermindert. Sinds het uitbreken van de pandemie heeft EU-OSHA in overleg met de nationale autoriteiten en de sociale partners een reeks richtsnoeren en instrumenten 64 ontwikkeld. Die maken het voor werkgevers, en met name kmo’s, mogelijk te weten hoe zij in de verschillende stadia van de pandemie aan de vereisten inzake veiligheid en gezondheid op het werk kunnen voldoen 65 . Deze richtsnoeren zullen worden aangepast aan het geleidelijk groeiend wetenschappelijk inzicht in de risico’s en de overeenkomstige maatregelen voor de volksgezondheid. Daarnaast zal de Commissie EU-noodprocedures en -richtsnoeren op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk ontwikkelen om snel maatregelen te kunnen nemen in mogelijke gezondheidscrises. Die zouden onder meer bepalingen omvatten voor geactualiseerde risicobeoordelingen, mechanismen voor de lidstaten om de Commissie tijdig in te lichten over het optreden van gezondheidsbedreigingen in verschillende sectoren en werkplaatsen en over de desbetreffende nationale plannen in verband met veiligheid en gezondheid op het werk.

Tegelijkertijd werd het SARS-CoV-2-virus via een spoedprocedure onder de richtlijn biologische agentia 66 ingedeeld. Dankzij deze beslissing kan de bescherming van werknemers in instellingen waar het virus rechtstreeks wordt behandeld, zoals centra voor de productie en distributie van vaccins, worden gewaarborgd. De Commissie zal nu toezien op de uitvoering ervan en richtsnoeren ontwikkelen voor arbeidsinspecteurs om te helpen zorgen voor de correcte toepassing van de maatregelen.

De pandemie heeft ook duidelijk gemaakt dat mobiele en grensarbeiders in sommige gevallen, ook seizoenarbeiders uit de EU en uit derde landen, meer kunnen worden blootgesteld aan ongezonde of onveilige leef- en werkomstandigheden, zoals slechte of overbevolkte huisvesting of een gebrek aan informatie over hun rechten. De Commissie heeft richtsnoeren ontwikkeld over seizoenarbeiders en werknemers in de vervoerssector in de EU in de context van de uitbraak van COVID-19. In deze richtsnoeren worden de lidstaten en bedrijven opgeroepen te voldoen aan hun verplichtingen om kritieke en kwetsbare werknemers te beschermen, onder meer door hun verplichtingen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk na te komen. De Europese Arbeidsautoriteit (ELA) heeft, met de steun van de Europese Commissie, in juni 2021 ook de bewustmakingscampagne “Rechten voor alle seizoenen” gelanceerd, waarbij zij de aandacht vestigt op de noodzaak om rechtvaardige en veilige arbeidsomstandigheden te bevorderen voor seizoenarbeiders die in de EU-landen werken 67 . Daarnaast voert EU-OSHA in samenwerking met het SLIC in alle lidstaten een enquête uit over de standpunten van arbeidsinspecteurs op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk met betrekking tot beroepen met een hoog risico, met inbegrip van seizoenarbeid.

De erkenning van COVID-19 als beroepsziekte of arbeidsongeval is al een feit in 25 lidstaten. Frankrijk heeft bijvoorbeeld in september 2020 een regeringsdecreet ingevoerd, waardoor gezondheidswerkers en soortgelijke werknemers en beroepsbeoefenaren automatisch kunnen worden erkend in gevallen van ernstige infectie van de luchtwegen. Frankrijk kent ook compensatie toe voor dergelijke gevallen. In Denemarken kunnen gevallen van COVID-19 worden erkend en gecompenseerd als beroepsziekte en arbeidsongeval in alle beroepen, na beoordeling door de bevoegde autoriteiten.

De aanpak van veiligheid en gezondheid op het werk van de EU is gericht op preventie, maar het is ook belangrijk steun te verlenen aan werknemers die besmet zijn met COVID-19 en aan gezinnen die gezinsleden hebben verloren door blootstelling aan SARS-CoV-2 op hun werk. Daarom hebben de meeste lidstaten gemeld dat zij COVID-19 als beroepsziekte erkennen. Hoewel beroepsziekten nauw verbonden zijn met sociale zekerheid, wat een nationale bevoegdheid is, bevordert de Commissie met haar Aanbeveling betreffende beroepsziekten 68 de erkenning van de in de aanbeveling vermelde beroepsziekten door de lidstaten, om convergentie te stimuleren.

De Commissie zal:

·Onmiddellijk, in nauwe samenwerking met actoren op het gebied van de volksgezondheid, een diepgaande beoordeling starten van de gevolgen van de pandemie en de efficiëntie van de nationale en EU-kaders voor veiligheid en gezondheid op het werk om noodprocedures en richtsnoeren te ontwikkelen voor de snelle inzet, uitvoering en monitoring van maatregelen in eventuele toekomstige gezondheidscrises.

·Uiterlijk in 2022 de Aanbeveling van de Commissie betreffende beroepsziekten actualiseren zodat COVID-19 erin wordt opgenomen.

·Tegen 2022 richtsnoeren voor arbeidsinspecteurs ontwikkelen voor de beoordeling van de kwaliteit van risicobeoordelingen en risicobeheersmaatregelen in het kader van de richtlijn biologische agentia.

De Commissie roept de lidstaten op om:

·in de nationale strategieën voor veiligheid en gezondheid op het werk paraatheidsplannen op te nemen voor toekomstige crises, die de uitvoering van EU-richtsnoeren en -instrumenten omvatten.

·tegen 2023 mechanismen op te zetten voor de coördinatie tussen de autoriteiten op het gebied van volksgezondheid en de autoriteiten op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

·monitoring en doeltreffende inspecties van de verplichtingen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk ten aanzien van seizoenarbeiders in risicovolle beroepen te verhogen.

·de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen arbeidsinspecties en andere relevante nationale autoriteiten te versterken om de gezondheids- en veiligheidsnormen in alle sectoren te verbeteren.

3.Het geactualiseerde strategische kader uitvoeren

Dit strategisch kader zal worden geschraagd door: i) een versterkte empirische basis; ii) een sterke sociale dialoog; iii) vrijgemaakte financiering; iv) verbeterde handhaving; en v) bewustmaking.

De lidstaten moeten groene en digitale kwesties in hun nationale strategieën voor veiligheid en gezondheid op het werk aanpakken en preventie en paraatheid verbeteren om ervoor te zorgen dat geactualiseerde maatregelen en benaderingen de werkvloer bereiken.

Op bedrijfsniveau zal dit zich vertalen in planning en anticiperende maatregelen door de werkgevers. Gerichte en geactualiseerde richtsnoeren en bewustmaking en digitale instrumenten met bijzondere aandacht voor kmo’s zijn nodig om hen bij deze transitie te ondersteunen en zo een hoog niveau van werknemersbescherming en duurzame oplossingen te waarborgen, maar ook om het concurrentievermogen te behouden.

·Sociale dialoog

De sociale partners hebben een bijzonder goede positie om oplossingen te vinden die zijn aangepast aan de omstandigheden van een specifieke activiteit of sector. De sectorale sociale dialoog in de EU draagt veel bij aan de doeltreffende uitvoering van de EU-wetgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. De Commissie zal met de sociale partners samenwerken om relevante gebieden en acties op sectoraal niveau vast te stellen voor de uitvoering van dit strategisch kader.

·Empirische basis

Onderzoek en gegevensverzameling, zowel op nationaal als op EU-niveau, zijn een eerste voorwaarde voor de preventie van werkgerelateerde ziekten en ongevallen. Wetenschappelijk advies en de nieuwste technologische ontwikkelingen worden meegenomen in wetgeving en beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk. Dit stelt de Commissie in staat om voort te gaan met empirisch onderbouwde beleidsvorming, zoals uiteengezet in de mededeling over betere regelgeving van 2021 69 .

Enquêtes, gegevensverzameling en gerichte collegiale toetsingen over specifieke onderwerpen in het huidige kader, zowel op nationaal als op EU-niveau, zullen de aanzet geven tot de verwezenlijking van de doelstellingen inzake verandering, preventie en paraatheid op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. De maatregelen moeten genderbewust zijn en afgestemd op de omstandigheden van alle werknemers, onder meer op: i) de behoeften van jonge werknemers die beginnen te werken; ii) de behoeften van personen met een handicap; en iii) de behoeften van een vergrijzende beroepsbevolking die gelijke tred moet houden met de snelle ontwikkeling van moderne technologie en bij wie chronische ziekten en invaliderende aandoeningen toenemen 70 .

·Toepassing en monitoring van het strategisch kader

Het succes van dit strategisch kader hangt grotendeels af van de uitvoering ervan op nationaal en lokaal niveau. Om succes te bereiken, worden de lidstaten verzocht om: i) hun huidige strategieën voor veiligheid en gezondheid op het werk te actualiseren; ii) de geactualiseerde aanpak van werknemersbescherming op lokaal niveau te weerspiegelen; en iii) de neerwaartse trend in het aantal arbeidsinspecties in sommige lidstaten 71 aan te pakken door de inspecties ter plaatse te versterken.

Op een topontmoeting in 2023, waar de balans zal worden opgemaakt van veiligheid en gezondheid op het werk, zullen de EU-instellingen, de lidstaten, de sociale partners, EU-OSHA en andere relevante belanghebbenden lering trekken uit de eerste ervaringen en aanbevelen om deze strategie zo nodig te heroriënteren. De top zal zich toespitsen op de vooruitgang die is geboekt met de “vision zero”-benadering van werkgerelateerde sterfgevallen en op de paraatheid voor eventuele toekomstige bedreigingen voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers.

In het actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten heeft de Commissie in het herziene sociale scorebord een nieuwe indicator voor dodelijke arbeidsongevallen voorgesteld. Deze nieuwe indicator zal een sleutelelement zijn bij het monitoren van de “vision zero” van de EU.

Dit strategisch kader zal ook bijdragen tot een betere toepassing en handhaving van de bestaande EU-wetgeving, bv. via het werk van de arbeidsinspecteurs, die worden ondersteund door relevante actoren (bv. ACSH, EU-OSHA en het SLIC). Arbeidsinspecteurs voorzien van richtsnoeren en opleiding op nationaal en EU-niveau om samenwerking en innovatieve inspectiemethoden te bevorderen, draagt bij tot een betere en consistente handhaving in alle lidstaten. De Commissie zal daarnaast ook samenwerken met EU-OSHA om ondersteunende instrumenten en richtsnoeren voor werkgevers, met name kleine en micro-ondernemingen, te ontwikkelen zodat zij kunnen voldoen aan de wetgeving inzake veiligheid en gezondheid op het werk.

·Bewustmaking en capaciteitsopbouw

Er zijn twee voorwaarden om te voldoen aan de “vision zero”-benadering van werkgerelateerde sterfgevallen: i) het vergroten van het bewustzijn omtrent de risico’s in verband met werkgerelateerde ongevallen, letsels en beroepsziekten; ii) capaciteitsopbouw van werkgevers om de veiligheid op het werk te waarborgen dankzij onderwijs- en opleidingsactiviteiten; en iii) alle actoren die hun verantwoordelijkheid aanvaarden om de regels en richtsnoeren na te leven. EU-OSHA zal permanent aandacht besteden aan bewustmaking, met name via zijn overzicht van veiligheid en gezondheid op het werk in verband met digitalisering en de campagne voor een gezonde werkplek 2023-2025: veiligheid en gezondheid op het werk en digitalisering. Die zal bijdragen tot kennisverdieping en een groter bewustzijn van de risico’s van deze ontwikkelingen.

·Financiering

EU-fondsen, met name de herstel- en veerkrachtfaciliteit en de cohesiebeleidsfondsen, kunnen worden gebruikt om investeringen vrij te maken voor veiligheid en gezondheid op het werk. Meer dan 50 % van de nieuwe langetermijnbegroting van de EU en NextGenerationEU zullen de modernisering van de EU ondersteunen, met name via investeringen in onderzoek en innovatie, de groene en digitale transitie, paraatheid, herstel en veerkracht. Het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) is beschikbaar ter ondersteuning van maatregelen die tot doel hebben duurzame, kwaliteitsvolle werkgelegenheid en sociale inclusie te bevorderen. 25 % van het budget is gereserveerd voor inclusie. Het ESF+ kan door de lidstaten worden gebruikt om te investeren in: i) innovatieve en productievere werkregelingen; ii) opleiding; iii) informatie- en bewustmakingscampagnes voor een gezonde levensstijl; iv) welzijn op het werk; en v) ondersteuning voor arbeidsinspecteurs. Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) kan bijdragen met beter aangepaste werkomgevingen, digitale oplossingen en apparatuur. Het EFRO en het Cohesiefonds kunnen de connectiviteit van landelijke en afgelegen gebieden ondersteunen. Het nieuwe gezondheidsprogramma van de EU, EU4Health 2021-2027, zal ook aanzienlijke steun bieden voor de strijd tegen kanker. Daarnaast zal EU4Health 2021-2027 bijdragen tot: i) preventie van ziekten en gezondheidsbevordering bij een vergrijzende bevolking; en ii) meer toezicht op gezondheidsbedreigingen. De EU zal de lidstaten ook ondersteunen met gezondheidsonderzoek via de missie inzake kanker van Horizon Europa 72 , die innovatieve benaderingen van onderzoek en volksgezondheid combineert met de nadruk op kankerpreventie en met de infrastructuur die nodig is voor digitale gezondheidsinstrumenten via de Connecting Europe Facility. Verschillende onderwerpen in verband met veiligheid en gezondheid op het werk zijn voorgesteld in de eerste werkprogramma’s van Horizon Europa in het kader van de cluster “Gezondheid”. Voorts zullen de resultaten van lopend onderzoek naar veiligheid en gezondheid op het werk dat in het kader van Horizon 2020 wordt gefinancierd, waardevolle input leveren, bijvoorbeeld over geestelijke gezondheid op het werk 73 . Het nieuwe instrument voor technische ondersteuning is ook beschikbaar om de lidstaten te helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van hervormingen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

4.Wereldwijd doeltreffende normen voor veiligheid en gezondheid op het werk bevorderen

In een geglobaliseerde wereld stoppen bedreigingen voor veiligheid en gezondheid niet bij de grens. Landen in de hele wereld hebben baat bij de uitwisseling van beste praktijken en leren van elkaars ervaringen. Het is belangrijk de samenwerking met de partnerlanden van de EU, met regionale en internationale organisaties en andere internationale fora te versterken om de normen voor veiligheid en gezondheid op het werk wereldwijd te verhogen. 

De Commissie zal samenwerken met de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) om de eeuwfeestverklaring van 2019 over de toekomst van werk uit te voeren en op te volgen. Deze betrokkenheid omvat steun voor de opname van het recht op veilige en gezonde arbeidsomstandigheden in het IAO-kader van fundamentele beginselen en rechten op het werk. Samenwerking met de IAO en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op het gebied van gegevens en kennis zal bijzonder relevant zijn. Deze samenwerking zal ondersteuning omvatten voor de creatie van een nieuwe indicator voor sterfte ten gevolge van ziekten die worden toegeschreven aan beroepsrisicofactoren als onderdeel van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.

De Commissie zal veiligheid en gezondheid op het werk bevorderen in mondiale toeleveringsketens en bedrijven die actief zijn in lage- en middeninkomenslanden. Dit omvat met name de voortzetting van kaderinitiatieven zoals het Vision Zero-fonds van de G7, de G20-overeenkomst voor veiliger werkplekken en het netwerk van deskundigen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

Het is van essentieel belang: i) ervoor te zorgen dat de normen op het gebied van veiligheid en gezondheid naar behoren in aanmerking worden genomen in het kader van bindende toezeggingen inzake arbeids- en sociale normen; en ii) in toekomstige handelsovereenkomsten van de EU de bredere kwestie van fatsoenlijk werk te bevorderen. De daadwerkelijke uitvoering van de handelsovereenkomsten van de EU moet deze verbintenissen ondersteunen, naar het recente voorbeeld van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan.

De Commissie zal de bilaterale samenwerking met partnerlanden blijven ontwikkelen om betere arbeidsomstandigheden te bevorderen en zo ongelijkheden aan te pakken en de ontwikkeling van de mens wereldwijd te stimuleren. Daarnaast zal de bilaterale samenwerking met de VS worden hervat in het kader van een herziene en geactualiseerde gezamenlijke agenda voor veiligheid en gezondheid op het werk en zal nieuwe samenwerking worden aangegaan, in het bijzonder met Canada.

Kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten zullen worden ondersteund bij hun inspanningen om hun wettelijke kaders en hun beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk af te stemmen op het EU-acquis. Voor de Westelijke Balkan omvat dit steun via: i) het proces van het economisch en hervormingsprogramma; ii) vergaderingen van subcomités; iii) onderhandelingen over hoofdstuk 19, in voorkomend geval; en iv) financiële bijstand aan de activiteiten van EU-OSHA en ter ondersteuning van de agentschappen voor veiligheid en gezondheid op het werk.

Er zal ook bilaterale samenwerking rond veiligheid en gezondheid op het werk worden ontwikkeld met de oostelijke en zuidelijke buurlanden van de EU en door de bevordering van regionale samenwerking, onder meer via het Oostelijk Partnerschap en de Unie voor het Middellandse Zeegebied.

5.Conclusie

Dit strategisch kader is erop gericht de EU-instellingen, lidstaten, sociale partners en andere belanghebbenden te mobiliseren rond gemeenschappelijke prioriteiten van de bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers. Het is van toepassing op alle betrokken partijen die zich bezighouden met veiligheid en gezondheid op het werk (nationale overheidsdiensten waaronder arbeidsinspecties, werkgevers, werknemers en andere relevante actoren op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk) en creëert een kader voor maatregelen, samenwerking en uitwisseling.

De Commissie zal, in samenwerking met de lidstaten en de sociale partners: i) de veranderingen in de nieuwe arbeidswereld aanpakken; ii) zorgen voor een betere preventie van arbeidsongevallen en beroepsziekten in overeenstemming met de “vision zero”-benadering; en iii) de paraatheid voor mogelijke toekomstige gezondheidscrises vergroten.

De Commissie roept de lidstaten op om, in samenwerking met de sociale partners, hun nationale strategieën voor veiligheid en gezondheid op het werk te actualiseren en op te stellen in overeenstemming met dit strategisch kader om ervoor te zorgen dat de nieuwe maatregelen in de praktijk worden toegepast. Op de topontmoeting over veiligheid en gezondheid op het werk in 2023 zal de balans kunnen worden opgemaakt van de vorderingen met dit ambitieuze kader en zal de aanpassing aan de snel veranderende context kunnen worden geëvalueerd.

(1)      Eurostat, lfsa_eegan2, alleen werknemers (met uitzondering van meewerkende gezinsleden)
(2)      https://europa.eu/european-union/law/treaties_nl
(3)      Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 326 van 26.10.2012, blz. 391).
(4)      https://sdgs.un.org/goals
(5)      https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/economy-works-people/jobs-growth-and-investment/european-pillar-social-rights/european-pillar-social-rights-action-plan_nl
(6)      Deze figuur is berekend op basis van het percentage van verloren gezonde levensjaren (DALY’s) in het totale aantal arbeidsjaren van de EU-beroepsbevolking vermenigvuldigd met het bbp van de EU. DALY’s worden berekend door de verloren levensjaren (YLL) en de jaren met een handicap (YLD) samen te tellen voor dodelijke en niet-dodelijke arbeidsongevallen en ziekten.
(7)      Europese Commissie, Directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Inclusie, “Socio-economic costs of accidents at work and work-related ill health – final report”, 2011.
(8)      Tompa, E. “IWH economic analysis recommends a combination of methods to reduce silica dust exposure”, At Work, Issue 101, Summer 2020: Institute for Work & Health, Toronto.
(9)      Richtlijn van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (89/391/EEG).
(10)    De uitvoering van de kaderrichtlijn en de daarmee verband houdende EU-richtlijnen inzake veiligheid en gezondheid op het werk voor de periode 2013-2017 wordt gepresenteerd in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie SwD(2021) 148/2.
(11)      Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).
(12)      Tot op vandaag zijn bijvoorbeeld 250 online interactieve tools voor risicobeoordeling gepubliceerd en zijn er meer dan 70 andere in ontwikkeling. Meer dan 173 000 risicobeoordelingen zijn aan de hand van die tools uitgevoerd.
(13)      Vertegenwoordigt de arbeidsinspectieorganen van de lidstaten.
(14)      Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s inzake een strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2014-2020 (COM(2014) 332 final).
(15)      National Strategies in the field of Occupational Safety and Health in the EU report. EU-OSHA 2019.
(16)      Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk.
(17)      Conclusies van de Raad van 13 juni 2019 “De veranderende arbeidswereld: beschouwingen over nieuwe vormen van werk en de implicaties voor de veiligheid en de gezondheid van werknemers” (Roemeens voorzitterschap); Conclusies van de Raad van 10 december 2019 “Een nieuw strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk: gezondheid en veiligheid op het werk in de EU beter implementeren” (Fins voorzitterschap); Conclusies van de Raad van 8 juni 2020 “Welzijn op het werk verbeteren” (Kroatisch voorzitterschap).
(18)      Resolutie van het Europees Parlement van 19 januari 2017 over de Europese pijler van sociale rechten (2016/2095(INI)); Resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities (2020/2084 (INI)).
(19)      SWD(2021) 148/2.
(20)      SWD(2021) 149/2.
(21)      ESENER 2019.
(22)      https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/european-green-deal_nl
(23)    https://ec.europa.eu/info/strategy/priorities-2019-2024/europe-fit-digital-age_nl
(24)      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52020DC0102
(25)      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52021DC0050&qid=1619683435689&from=NL
(26)      Persoonlijke beschermingsmiddelen (Richtlijn 89/656/EEG van de Raad); medische hulpverlening aan boord van schepen (Richtlijn 92/29/EEG van de Raad); biologische agentia op het werk (Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad); vijfde lijst van indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling (Richtlijn 2019/1831 van de Commissie).
(27)      https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/2019-Revision-of-the-Machinery-Directive
(28)      https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/proposal-regulation-laying-down-harmonised-rules-artificial-intelligence
(29)       https://ec.europa.eu/info/news/industry-50-towards-more-sustainable-resilient-and-human-centric-industry-2021-jan-07_en
(30)      https://ec.europa.eu/social/main.jsp?langId=en&catId=522&furtherNews=yes&newsId=10025
(31)      https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:f815479a-0f01-11eb-bc07-01aa75ed71a1.0021.02/DOC_1&format=PDF
(32)      https://echa.europa.eu/oels-activity-list/-/substance-rev/25140
(33)      Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's: Een renovatiegolf voor Europa – groenere gebouwen, meer banen, hogere levenskwaliteit, COM(2020) 662 final.
(34)      Working with asbestos in energy renovation (own-initiative opinion). https://www.eesc.europa.eu/en/news-media/news/workers-health-should-not-be-jeopardised-order-make-buildings-energy-efficient
(35)      De documenten van de raadpleging worden hier gepubliceerd: https://ec.europa.eu/social/main.jsp?advSearchKey=consultationsocialpartners&mode=advancedSubmit&catId=22&doc_submit=&policyArea=0&policyAreaSub=0&country=0&year=0#navItem-1
(36)      https://ec.europa.eu/health/sites/default/files/state/docs/2018_healthatglance_rep_en.pdf
(37)      Eurofound and EU-OSHA (2014), Psychosocial risks in Europe: Prevalence and strategies for prevention, Publications Office of the European Union, Luxembourg.
(38)      In vergelijking met het begin van 2020, toen 1 op de 10 werknemers in de EU op afstand werkten, voltijds of occasioneel, en in het algemeen in hooggekwalificeerde beroepen in de informatie- en communicatietechnologiesector (ICT) en kennisintensieve sectoren.
(39)      https://ec.europa.eu/jrc/sites/jrcsh/files/jrc120945_policy_brief_-_covid_and_telework_final.pdf
(40)       https://cordis.europa.eu/project/id/848031
(41)       https://cordis.europa.eu/project/id/848180
(42)      https:// www.respond-project.eu
(43)      Richtlijn 89/654/EEG van de Raad van 30 november 1989 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor arbeidsplaatsen.
(44)      Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur.
(45)      Richtlijn 2009/148/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest op het werk.
(46)      Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico’s van chemische agentia op het werk;
(47)      2021-2024 veiligheid en gezondheid op het werk: overzichten van digitalisering en psychosociale risico’s, in samenwerking met EU-OSHA
(48)       https://ec.europa.eu/health/sites/health/files/expert_panel/docs/mandate_workforce_mental-health_en.pdf
(49)      https://www.europarl.europa.eu/doceo/document/TA-9-2021-0021_NL.html
(50)      https://www.etuc.org/system/files/document/file2020-06/Final%2022%2006%2020_Agreement%20on%20Digitalisation%202020.pdf
(51)      De resolutie van het Europees Parlement van 17 december 2020 over een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities (2020/2084(INI)) roept de lidstaten op zich in te zetten voor het elimineren van dodelijke arbeidsongevallen en het terugdringen van het aantal werkgerelateerde ziektes tegen 2030 en dringt er bij de Commissie op aan een nieuwe strategie voor gezondheid en veiligheid op het werk uit te werken om dat doel te bereiken.
(52)      https://ec.europa.eu/health/sites/health/files/non_communicable_diseases/docs/eu_cancer-plan_nl.pdf
(53)      https://roadmaponcarcinogens.eu/
(54)      De EU-cijfers dateren van voor 2021 en omvatten dus ook het VK.
(55) https://healthy-workplaces.eu/nl/about-topic/what-issue
(56)      Verordening inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (https://ec.europa.eu/environment/chemicals/reach/reach_en.htm).
(57)      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020PC0571
(58)      Studie over reprotoxische chemische stoffen. https://ec.europa.eu/social/.
(59)      https://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=738&langId=en&pubId=8376&furtherPubs=yes
(60)      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX%3A52020PC0024
(61)      https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52020DC0152
(62)      Vijfde herziening van de richtlijn carcinogene en mutagene agentia.
(63)      https://ec.europa.eu/info/files/communication-early-lessons-covid-19-pandemic_nl
(64)      https://osha.europa.eu/nl/themes/covid-19-resources-workplace
(65)       https://osha.europa.eu/nl/publications/covid-19-back-workplace-adapting-workplaces-and-protecting-workers/view  
(66)      Richtlijn 2000/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan biologische agentia op het werk.
(67)      https://www.ela.europa.eu/en/news/rights-all-seasons-european-labour-authority-supports-fair-work-seasonal-workers
(68)      Aanbeveling van de Commissie van 19 september 2003 betreffende de Europese lijst van beroepsziekten.
(69)      https://ec.europa.eu/info/files/better-regulation-joining-forces-make-better-laws_en
(70)      The ageing workforce: implications for occupational safety and health. A research review. EU-OSHA 2016.
(71)      Europese Commissie (2021): ‘Study to support the evaluation of the EU Strategic Framework on health and safety at work 2014-2020 – Final Report’.
(72)      De missie heeft als algemene doelstelling “meer dan 3 miljoen levens te redden en voor kankerpatiënten een langer en beter leven mogelijk te maken”.
(73)      https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/03a2c022-9c01-11eb-b85c-01aa75ed71a1/language-en/format-PDF/source-199503195#document-info